Beoordelingsvereisten van de rechter Voorbeeldclausules

Beoordelingsvereisten van de rechter. Als echtgenoten het periodiek verrekenbeding niet hebben uitgevoerd en bij echtscheiding ontstaat vervolgens een meningsverschil over de uitleg van het begrip ‘te verrekenen inkomen’ (punt 4 van het stappenplan vermogensverdeling en/of -verrekening zoals opgenomen in bijlage 3), dan kunnen partijen trachten dit op te lossen in mediation of zij kunnen naar de rechter gaan. Uit jurisprudentie154 blijkt dat de rechter de verzoeken hieromtrent op de volgende wijze beoordeelt: • de zuiver taalkundige uitleg van een bepaling, oftewel de letterlijke tekst zoals beschreven in de huwelijksvoorwaarden; • de Haviltex-norm: “De zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan de bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten”.155 Zou de beoordeling van de rechter leiden tot een andere uitleg van de contractsbepaling? Het gaat hierbij over de wederzijds kenbare bedoeling van partijen die zij hadden tijdens het opstellen van de huwelijksvoorwaarden. Vaak wordt door de notaris een considerans gemaakt, die de bedoeling van partijen meer in kaart brengt. De rol van de notaris is dan ook erg belangrijk hierin; en • de omstandigheden van het geval met het oog op de redelijkheid en billijkheid.156 Hierbij wordt tevens gelet op het onderling overeenstemmend gedrag van echtgenoten tijdens het huwelijk.157 Wijken echtgenoten af van de huwelijksvoorwaarden tijdens hun huwelijk?

Related to Beoordelingsvereisten van de rechter

  • Einde van de arbeidsovereenkomst 1. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege door het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan.

  • Einde van de uitkering De uitkering eindigt:

  • Wijziging, uitleg en vindplaats van de voorwaarden 1. Ingeval van uitleg van de inhoud en strekking van deze algemene voorwaarden, is de Nederlandse tekst daarvan steeds bepalend.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).

  • In gebreke blijven van de Opdrachtgever 33.1. Indien de Opdrachtgever met de betaling van hetgeen hij ingevolge de Overeenkomst aan de Opdrachtnemer verschuldigd is in gebreke blijft, is hij na door Opdrachtnemer schriftelijk in gebreke te zijn gesteld de wettelijke rente conform artikel 6:119 BW verschuldigd.

  • Onuitvoerbaarheid van de opdracht 7.1 Opdrachtnemer heeft het recht de overeengekomen werkzaamheden op te schorten indien hij door omstandigheden, welke buiten zijn invloedsfeer liggen of waarvan hij bij het sluiten der overeenkomst niet op de hoogte was of kon zijn, tijdelijk verhinderd is zijn verplichtingen na te komen.

  • Einde arbeidsovereenkomst 1 De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt met opzegging door een van de partijen met inachtneming van artikel Q-2.

  • Wijzigingen van de Overeenkomst 1. De Ondernemer heeft het recht om de Overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Zwaarwegende redenen zijn in ieder geval wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht.

  • Onzekerheidsvereiste Deze verzekering beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid zoals bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzekeraars respectievelijk een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde respectievelijk de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan.