Common use of Bepaling van de omvang van de levering Clause in Contracts

Bepaling van de omvang van de levering. 1. Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en), dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaarden. 2. Ten minste éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld. Ten minste éénmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf. Het bedrijf kan van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende jaren zelf de stand(en) opneemt en deze stand(en) op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt. 3. Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) van de meetinrichting(en) en dat in rekening te brengen. 4. Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) een fout heeft gemaakt, wordt(en) zo nodig eerst opnieuw de stand(en) opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.

Bepaling van de omvang van de levering. 110.1. Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en)meetinrichting, dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaarden. 210.2. Ten minste In de regel wordt minimaal éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting door of vanwege het bedrijf opgenomen op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteldtijdstip. Ten minste éénmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) meetinrichting door of vanwege het bedrijf. Het bedrijf kan van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende jaren zelf de stand(en) stand opneemt en deze stand(en) stand op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt. 310.3. Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) stand van de meetinrichting(en) meetinrichting en dat in rekening te brengen. 410.4. Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) meter dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) meterstand een fout heeft gemaakt, wordt(en) wordt zo nodig eerst opnieuw de stand(en) een nieuwe stand opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal toepassingzal zijn.

Bepaling van de omvang van de levering. 1. 1 Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en), dan zijn de daardoor verkregen gegevens gege- vens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaarden. 2. 2 Ten minste éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld. Ten minste éénmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf. Het bedrijf kan van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende tussenliggen- de jaren zelf de stand(en) opneemt en deze stand(en) op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt. 3. 3 Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) van de meetinrichting(en) en dat in rekening te brengen. 4. 4 Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) een fout heeft gemaakt, wordt(en) zo nodig eerst opnieuw de stand(en) opgenomen alvorens het bepaalde be- paalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.

Bepaling van de omvang van de levering. 1. Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en)meetinrichting, dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaarden. 2. Ten minste éénmaal Indien de vaststelling van de omvang van de levering plaatsvindt door middel van een gezamenlijke of centrale meetinrichting, wordt het gezamenlijke verbruik aan de eigenaar dan wel beheerder van het perceel in rekening gebracht. 3. Eén keer per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld. Ten minste éénmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats meetinrichting door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf. Het bedrijf kan van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende jaren zelf de stand(en) opneemt opgenomen en deze stand(en) op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengtgebracht. Dit laat onverlet het recht van het bedrijf om zelf de meterstand op te nemen. 34. Indien de verbruiker niet heeft voldaan aan de verplichting bedoeld in lid 2 van dit artikel of het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) stand van de meetinrichting(en) meetinrichting en dat in rekening te brengen. 45. Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) meter dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) meterstand een fout heeft gemaakt, wordt(en) wordt zo nodig eerst opnieuw de stand(en) een nieuwe stand opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.

Bepaling van de omvang van de levering. 1. 10.1 Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en), dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaardenAlgemene Voorwaarden. 2. 10.2 Ten minste éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld. Ten minste éénmaal eenmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf. Het bedrijf kan van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende jaren zelf de stand(en) opneemt en deze stand(en) op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt. 3. 10.3 Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene voorwaardenAlgemene Voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) van de meetinrichting(en) en dat in rekening te brengen. 4. 10.4 Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) een fout heeft gemaakt, wordt(en) zo nodig eerst opnieuw de stand(en) opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.

Bepaling van de omvang van de levering. 1. Het bedrijf bepaalt bepaalt, of en, zo ja op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en)meetinrichting, dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaardenAlgemene Voorwaarden. 2. Ten minste Tenminste éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting door of vanwege het bedrijf opgenomen op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld. Ten minste éénmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijftijdstip. Het bedrijf kan echter van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende jaren zelf de stand(en) stand opneemt en deze stand(en) stand op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt. 3. Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaaktgemaakt dan wel de meetinrichting defect is, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene voorwaardenAlgemene Voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) stand van de meetinrichting(en) meetinrichting en dat in rekening te brengen. 4. Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) meter dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) meterstand een fout heeft gemaakt, wordt(en) wordt zo nodig eerst opnieuw de stand(en) een nieuwe stand opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.

Bepaling van de omvang van de levering. 1. Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering van warmte en/of koude wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling vast- stelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en)meetinrichting, dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd onver minderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaarden. 2. Ten minste In de regel wordt éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting door of vanwege het bedrijf opgenomen op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld. Ten minste éénmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijftijdstip. Het bedrijf kan echter van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende jaren zelf de stand(en) stand opneemt en deze stand(en) stand op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt. 3. Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter en/of bij de facturering een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) stand van de meetinrichting(en) meetinrichting en dat in rekening te brengen. 4. Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) meter dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) meter- stand een fout heeft gemaakt, wordt(en) wordt zo nodig eerst opnieuw de stand(en) een nieuwe stand opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.

Bepaling van de omvang van de levering. 1. Het 10.1Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en)meetinrichting, dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaarden. 2. Ten minste 10.2In de regel wordt minimaal éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting door of vanwege het bedrijf opgenomen op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld. Ten minste éénmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijftijdstip. Het bedrijf kan echter van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende jaren zelf de stand(en) stand opneemt en deze stand(en) stand op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt. 3. Indien 10.3Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) meetinrichting op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) stand van de meetinrichting(en) meetinrichting en dat in rekening te brengen. 4. Indien 10.4Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) meter dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) meterstand een fout heeft gemaakt, wordt(en) wordt zo nodig eerst opnieuw de stand(en) een nieuwe stand opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.