Common use of Beschikbare premieregelingen Clause in Contracts

Beschikbare premieregelingen. a. Aanvullend op de eindloonregeling A 2006 en de middelloonregeling B biedt het fonds de deelnemers de mogelijkheid tot pensioensparen in een beschikbare premieregeling (vrijwillig aanvullende pensioenregeling). b. Werkgever kan daaraan een financiële bijdrage leveren. Het fonds informeert ieder jaar de deelnemer over de bestaande fiscale ruimte, mits deze meer bedraagt dan € 300 op jaarbasis. c. Werkgever draagt voor degenen die participeren in de excedentregeling als bedoeld in artikel 2 onder a, premie af volgens de staffel weergegeven onder d. d. De staffel als bedoeld onder c luidt als volgt: 20-24 jaar 5,9% 25-29 jaar 6,9% 30-34 jaar 8,0% 35-39 jaar 9,3% 40-44 jaar 10,8% 45-49 jaar 12,6% 50-54 jaar 14,7% 55-59 jaar 17,3% 60-64 jaar 20,4% 65 en 66 jaar 23,7% e. Daarenboven is de deelnemer in de excedentregeling ten laste van Werkgever voor de navolgende premies bij het fonds verzekerd voor: 1. een nabestaandenpensioen op risicobasis volgens het B excedentreglement 2. opbouw van pensioen bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement 3. een WIA excedentuitkering bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement. De risicopremies nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid, zijn gebaseerd op en tenminste gelijk aan de door het fonds verschuldigde risicoherverzekeringspremies (Goudse Levensverzekeringen N.V./SCOR). f. Naast de premie genoemd onder c en e is Werkgever voor de uitvoering van de excedentregeling jaarlijks per 1 januari een opslag verschuldigd van 4,5% van de premie bedoeld onder c. g. Partijen komen overeen dat in verband met het risico voor het fonds als gevolg van de zorgplicht deelnemers participeren in een op het life cycle principe gerichte beleggingsmix waarbij een mogelijkheid tot ‘opting out’ naar ‘eigen beheer’ wordt geboden. Indien een deelnemer kiest voor ‘eigen beheer’ draagt het fonds zelf dan wel via geselecteerde partijen zorg voor de relevante aspecten van de zorgplicht zoals de ‘ken uw klant’ principes. h. Werkgever draagt er zorg voor dat de premie bedoeld in deze bepaling onder c maandelijks, dan wel ingeval van de vrijwillig aanvullende pensioenregeling eenmalig, bij de salarisbetaling wordt afgedragen en overgemaakt op de beleggingsrekening die door het fonds voor de opbouw van de pensioenen als bedoeld in deze bepaling onder a en onder c is geopend. i. Voor de betaling van de premies en kosten genoemd onder c en e aan het fonds is artikel 7 van overeenkomstige toepassing. j. Het fonds biedt binnen de premieregelingen geen mogelijkheid tot een keuze voor variabele uitkering zoals bedoeld in artikelen 63a, 63b en 63c van de Pensioenwet. Op de pensioendatum vindt volledige inkoop in de basisregeling plaats danwel kan de (gewezen) deelnemer indien en voor zover hij/zij participeert in de excedentregeling gebruik maken van de mogelijkheid tot aankoop van een pensioen bij een andere pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet.

Beschikbare premieregelingen. a. Aanvullend op de eindloonregeling A 2006 en de middelloonregeling B biedt het fonds de deelnemers tot 1 januari 2025 de mogelijkheid tot pensioensparen in een beschikbare premieregeling (vrijwillig aanvullende pensioenregeling). b. Werkgever kan daaraan een financiële bijdrage leveren. Het fonds informeert ieder jaar de deelnemer over de bestaande fiscale ruimte, mits deze meer bedraagt dan € 300 op jaarbasis. c. Werkgever draagt voor degenen die participeren in de excedentregeling als bedoeld in artikel 2 onder aa.2, premie af volgens de staffel weergegeven onder d. d. De staffel als bedoeld onder c luidt als volgt: 18 en 19 jaar 5,3% 20-24 jaar 5,9% 25-29 jaar 6,9% 30-34 jaar 8,0% 35-39 jaar 9,3% 40-44 jaar 10,8% 45-49 jaar 12,6% 50-54 jaar 14,7% 55-59 jaar 17,3% 60-64 jaar 20,4% 65 en 66 jaar 23,7% e. Daarenboven is de deelnemer in de excedentregeling ten laste van Werkgever voor de navolgende premies bij het fonds verzekerd voor: 1. een nabestaandenpensioen op risicobasis volgens het B excedentreglement 2. opbouw van pensioen bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement 3. een WIA excedentuitkering bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement. De risicopremies voor nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid, zijn gebaseerd op en tenminste gelijk aan de door het fonds verschuldigde risicoherverzekeringspremies (Goudse Levensverzekeringen N.V./SCOR)risico- herverzekeringspremies. f. Naast de premie genoemd onder c en e is Werkgever voor de uitvoering van de excedentregeling jaarlijks per 1 januari een opslag verschuldigd van 4,5% van de premie bedoeld onder c.d. g. Partijen komen overeen dat in verband met het risico voor het fonds als gevolg van de zorgplicht deelnemers participeren in een op het life cycle principe gerichte beleggingsmix waarbij een mogelijkheid tot ‘opting out’ naar ‘eigen beheer’ wordt geboden. Indien een deelnemer kiest voor ‘eigen beheer’ draagt het fonds zelf dan wel via geselecteerde partijen zorg voor de relevante aspecten van de zorgplicht zoals de ‘ken uw klant’ principes. h. Werkgever draagt er zorg voor dat de premie bedoeld in deze bepaling dit artikel onder a en c maandelijks, dan wel ingeval van de vrijwillig aanvullende pensioenregeling eenmalig, bij de salarisbetaling vanaf 1 juli 2024 wordt afgedragen en overgemaakt op de beleggingsrekening die door aan het fonds voor de opbouw van de pensioenen als bedoeld in deze bepaling onder a en onder c is geopendfonds. i. Voor de betaling van de premies en kosten genoemd onder c c, e en e f aan het fonds is artikel 7 van overeenkomstige toepassing. j. Het fonds biedt binnen de premieregelingen geen mogelijkheid tot een keuze voor variabele uitkering zoals bedoeld in artikelen 63a, 63b en 63c van de Pensioenwet. Op de pensioendatum vindt volledige inkoop in de basisregeling plaats danwel kan de (gewezen) deelnemer indien en voor zover hij/zij participeert in de excedentregeling gebruik maken van de mogelijkheid tot aankoop van een pensioen bij een andere pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet.

Beschikbare premieregelingen. a. Aanvullend op de eindloonregeling A 2006 en de middelloonregeling B biedt het fonds de deelnemers de mogelijkheid tot pensioensparen in een beschikbare premieregeling (vrijwillig aanvullende pensioenregeling). b. Werkgever kan daaraan een financiële bijdrage leveren. Het fonds informeert ieder jaar de deelnemer over de bestaande fiscale ruimte, mits deze meer bedraagt dan € 300 op jaarbasis. c. Werkgever draagt voor degenen die participeren in de excedentregeling als bedoeld in artikel 2 onder a, premie af volgens de staffel weergegeven onder d. d. De staffel als bedoeld onder c luidt als volgt: 20-24 jaar 5,9% 25-29 jaar 6,9% 30-34 jaar 8,0% 35-39 jaar 9,3% 40-44 jaar 10,8% 45-49 jaar 12,6% 50-54 jaar 14,7% 55-59 jaar 17,3% 60-64 jaar 20,4% 65 en 66 jaar 23,7% e. Daarenboven is de deelnemer in de excedentregeling ten laste van Werkgever voor de navolgende premies bij het fonds verzekerd voor: 1. een nabestaandenpensioen op risicobasis volgens het B excedentreglement 2. opbouw van pensioen bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement 3. een WIA excedentuitkering bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement. De risicopremies nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid, zijn gebaseerd op en tenminste gelijk aan de door het fonds verschuldigde risicoherverzekeringspremies (Goudse Levensverzekeringen N.V./SCOR). f. Naast de premie genoemd onder c en e is Werkgever voor de uitvoering van de excedentregeling jaarlijks per 1 januari een opslag verschuldigd van 4,5% van de premie bedoeld onder c. g. Partijen komen overeen dat in verband met het risico voor het fonds als gevolg van de zorgplicht deelnemers participeren in een op het life cycle principe gerichte beleggingsmix waarbij een mogelijkheid tot ‘opting out’ naar ‘eigen beheer’ wordt geboden. Indien een deelnemer kiest voor ‘eigen beheer’ draagt het fonds zelf dan wel via geselecteerde partijen zorg voor de relevante aspecten van de zorgplicht zoals de ‘ken uw klant’ principes. h. Werkgever draagt er zorg voor dat de premie bedoeld in deze bepaling onder c maandelijks, dan wel ingeval van de vrijwillig aanvullende pensioenregeling eenmalig, bij de salarisbetaling wordt afgedragen en overgemaakt op de beleggingsrekening die door het fonds voor de opbouw van de pensioenen als bedoeld in deze bepaling onder a en onder c is geopend. i. Voor de betaling van de premies en kosten genoemd onder c en e aan het fonds is artikel 7 van overeenkomstige toepassing. j. Het fonds biedt binnen de premieregelingen geen mogelijkheid tot een keuze voor variabele uitkering zoals bedoeld in artikelen 63a, 63b en 63c van de Pensioenwet. Op de pensioendatum vindt volledige inkoop in de basisregeling plaats danwel kan de (gewezen) deelnemer indien en voor zover hij/zij participeert in de excedentregeling gebruik maken van de mogelijkheid tot aankoop van een pensioen bij een andere pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet.

Beschikbare premieregelingen. a. Aanvullend op de eindloonregeling A 2006 en de middelloonregeling B biedt het fonds de deelnemers de mogelijkheid tot pensioensparen in een beschikbare premieregeling (vrijwillig aanvullende pensioenregeling). b. Werkgever kan daaraan een financiële bijdrage leveren. Het fonds informeert ieder jaar de deelnemer over de bestaande fiscale ruimte, mits deze meer bedraagt dan € 300 op jaarbasis. c. Werkgever draagt voor degenen die participeren in de excedentregeling als bedoeld in artikel 2 onder a, premie af volgens de staffel weergegeven onder d. d. De staffel als bedoeld onder c luidt als volgt: 18 en 19 jaar 5,3% 20-24 jaar 5,9% 25-29 jaar 6,9% 30-34 jaar 8,0% 35-39 jaar 9,3% 40-44 jaar 10,8% 45-49 jaar 12,6% 50-54 jaar 14,7% 55-59 jaar 17,3% 60-64 jaar 20,4% 65 en 66 jaar 23,7% e. Daarenboven is de deelnemer in de excedentregeling ten laste van Werkgever voor de navolgende premies bij het fonds verzekerd voor: 1. een nabestaandenpensioen op risicobasis volgens het B excedentreglement 2. opbouw van pensioen bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement 3. een WIA excedentuitkering bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement. De risicopremies voor nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid, zijn gebaseerd op en tenminste gelijk aan de door het fonds verschuldigde risicoherverzekeringspremies (Goudse Levensverzekeringen N.V./SCOR)risico- herverzekeringspremies. f. Naast de premie genoemd onder c en e is Werkgever voor de uitvoering van de excedentregeling jaarlijks per 1 januari een opslag verschuldigd van 4,5% van de premie bedoeld onder c.d. g. Partijen komen overeen dat in verband met het risico voor het fonds als gevolg van de zorgplicht deelnemers participeren in een op het life cycle principe gerichte beleggingsmix waarbij een mogelijkheid tot ‘opting out’ naar ‘eigen beheer’ wordt geboden. Indien een deelnemer kiest voor ‘eigen beheer’ draagt het fonds zelf dan wel via geselecteerde partijen zorg voor de relevante aspecten van de zorgplicht zoals de ‘ken uw klant’ principes. h. Werkgever draagt er zorg voor dat de premie bedoeld in deze bepaling onder c maandelijks, dan wel ingeval van de vrijwillig aanvullende pensioenregeling eenmalig, bij de salarisbetaling wordt afgedragen en overgemaakt op de beleggingsrekening die door het fonds voor de opbouw van de pensioenen als bedoeld in deze bepaling onder a en onder c is geopend. i. Voor de betaling van de premies en kosten genoemd onder c en e aan het fonds is artikel 7 van overeenkomstige toepassing. j. Het fonds biedt binnen de premieregelingen geen mogelijkheid tot een keuze voor variabele uitkering zoals bedoeld in artikelen 63a, 63b en 63c van de Pensioenwet. Op de pensioendatum vindt volledige inkoop in de basisregeling plaats danwel kan de (gewezen) deelnemer indien en voor zover hij/zij participeert in de excedentregeling gebruik maken van de mogelijkheid tot aankoop van een pensioen bij een andere pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet.