Beëindiging van het deelnemerschap. 1. Indien het deelnemerschap anders dan door overlijden of pensionering eindigt, heeft de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrij ouderdomspensioen, een premievrij partnerpensioen en een premievrij wezenpensioen uit de Module Basispensioen en aanspraak op de opgebouwde pensioenkapitalen uit de Modules Beleggingspensioen en Spaarpensioen. De aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen en het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum uit hoofde van de Module Beleggingspensioen komen te vervallen. 2. Het premievrije ouderdomspensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 5. 3. Het premievrije partnerpensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde partnerpensioen als bedoeld in artikel 6. 4. Het premievrije wezenpensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde wezenpensioen als bedoeld in artikel 7. 5. Bij beëindiging van het deelnemerschap heeft de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om een deel van het ouderdomspensioen aan te wenden voor extra partnerpensioen. Op de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om de verhouding tussen het ouderdomspensioen enerzijds en het partnerpensioen anderzijds te wijzigen. Op deze keuzemogelijkheid zijn de bepalingen van artikel 16B van overeenkomstige toepassing. De factoren die voor deze omzetting van toepassing zijn, alsmede de periode gedurende welke deze door Pensioenfonds Croda worden toegepast, zijn opgenomen in bijlage 3 bij dit pensioenreglement. 6. Op de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer eenmalig de keuzemogelijkheid om de hoogte van het ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum in die zin te variëren dat in een overeen te komen periode een hoger en in een andere overeen te komen periode een lager ouderdomspensioen wordt genoten. Op deze variabilisering van het ouderdomspensioen zijn de bepalingen van artikel 16D van overeenkomstige toepassing. 7. Aan de gewezen deelnemer wordt bij beëindiging van het deelnemerschap schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraken, de toeslagverlening als bedoeld in artikel 9, van informatie die voor de gewezen deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is en van eventuele omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van Pensioenfonds Croda. 8. De gewezen deelnemer heeft de mogelijkheid de premievrije pensioenaanspraken uit hoofde van dit artikel te herschikken conform de in artikel 16 vermelde mogelijkheden. De in artikel 16 genoemde voorwaarden worden zoveel als mogelijk op overeenkomstige wijze toegepast. De in artikel 16 genoemde grenzen worden toegepast rekening houdend met de pensioenaanspraken uit hoofde van andere (dan de in dit pensioenreglement opgenomen) pensioenaanspraken. In geval van pensioenvervroeging is de gewezen deelnemer verplicht jegens Pensioenfonds Croda aan te tonen dat de vervroeging verband houdt met pensionering en dat de gewezen deelnemer op het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen geen dienstbetrekking elders heeft aanvaard. 9. Ten aanzien van de module Beleggingspensioen behoudt de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet gedurende de periode dat hij de uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn partner. De hoogte van het partnerpensioen wordt minimaal vastgesteld alsof hetzelfde pensioen op opbouwbasis zou zijn overeengekomen. Is het partnerpensioen uit hoofde van artikel 11 lid 7 lager dan het hierboven omschreven minimaal partnerpensioen dan wordt het partnerpensioen aangevuld. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering van zijn woonland.
Appears in 2 contracts
Samples: Pensioenreglement, Pensioenreglement
Beëindiging van het deelnemerschap. 1. Indien het deelnemerschap anders dan door overlijden of pensionering eindigt, heeft de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrij ouderdomspensioen, een premievrij partnerpensioen en een premievrij wezenpensioen uit de Module Basispensioen en aanspraak op de opgebouwde pensioenkapitalen uit de Modules Beleggingspensioen en Spaarpensioen. De aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen en het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum uit hoofde van de Module Beleggingspensioen komen te vervallen.
2. Het premievrije ouderdomspensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 5.
3. Het premievrije partnerpensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde partnerpensioen als bedoeld in artikel 6.
4. Het premievrije wezenpensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde wezenpensioen als bedoeld in artikel 7.
5. Bij beëindiging van het deelnemerschap heeft de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om een deel van het ouderdomspensioen aan te wenden voor extra partnerpensioen. Op de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om de verhouding tussen het ouderdomspensioen enerzijds en het partnerpensioen anderzijds te wijzigen. Op deze keuzemogelijkheid zijn de bepalingen van artikel 16B van overeenkomstige toepassing. De factoren die voor deze omzetting van toepassing zijn, alsmede de periode gedurende welke deze door Pensioenfonds Croda worden toegepast, zijn opgenomen in bijlage 3 bij dit pensioenreglement.
6. Op de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer eenmalig de keuzemogelijkheid om de hoogte van het ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum in die zin te variëren dat in een overeen te komen periode een hoger en in een andere overeen te komen periode een lager ouderdomspensioen wordt genoten. Op deze variabilisering van het ouderdomspensioen zijn de bepalingen van artikel 16D van overeenkomstige toepassing.
7. Aan de gewezen deelnemer wordt bij beëindiging van het deelnemerschap schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraken, de toeslagverlening als bedoeld in artikel 9, van informatie die voor de gewezen deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is en van eventuele omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van Pensioenfonds Croda.
8. De gewezen deelnemer heeft de mogelijkheid de premievrije pensioenaanspraken uit hoofde van dit artikel te herschikken conform de in artikel 16 vermelde mogelijkheden. De in artikel 16 genoemde voorwaarden worden zoveel als mogelijk op overeenkomstige wijze toegepast. De in artikel 16 genoemde grenzen worden toegepast rekening houdend met de pensioenaanspraken uit hoofde van andere (dan de in dit pensioenreglement opgenomen) pensioenaanspraken. In geval van pensioenvervroeging is de gewezen deelnemer verplicht jegens Pensioenfonds Croda aan te tonen dat de vervroeging verband houdt met pensionering en dat de gewezen deelnemer op het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen geen dienstbetrekking elders heeft aanvaard.
9. Ten aanzien van de module Beleggingspensioen behoudt de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op een WW-uitkering op grond van de Werkloosheidswet gedurende de periode dat hij de uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn partner. De hoogte van het partnerpensioen wordt minimaal vastgesteld alsof hetzelfde pensioen op opbouwbasis zou zijn overeengekomen. Is het partnerpensioen uit hoofde van conform artikel 11 lid 7 lager dan 2, met dien verstande dat het hierboven omschreven minimaal partnerpensioen dan aantal deelnemersjaren dat daarbij in aanmerking wordt genomen, gelijk is aan het partnerpensioen aangevuldaantal deelnemersjaren tot het moment van beëindiging van de deelneming. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering van zijn woonland.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Beëindiging van het deelnemerschap. 1. Indien het deelnemerschap anders dan door overlijden of pensionering eindigt, heeft de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrij ouderdomspensioen, een premievrij partnerpensioen en een premievrij wezenpensioen uit de Module Basispensioen en aanspraak op de opgebouwde pensioenkapitalen uit de Modules Beleggingspensioen en Spaarpensioen. De aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen en het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum uit hoofde van de Module Beleggingspensioen komen te vervallen.
2. Het premievrije ouderdomspensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 5.
3. Het premievrije partnerpensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde partnerpensioen als bedoeld in artikel 6.
4. Het premievrije wezenpensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde wezenpensioen als bedoeld in artikel 7.
5. Bij beëindiging van het deelnemerschap heeft de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om een deel van het ouderdomspensioen aan te wenden voor extra partnerpensioen. Op de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om de verhouding tussen het ouderdomspensioen enerzijds en het partnerpensioen anderzijds te wijzigen. Op deze keuzemogelijkheid zijn de bepalingen van artikel 16B van overeenkomstige toepassing. De factoren die voor deze omzetting van toepassing zijn, alsmede de periode gedurende welke deze door Pensioenfonds Croda worden toegepast, zijn opgenomen in bijlage 3 bij dit pensioenreglement.
6. Op de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer eenmalig de keuzemogelijkheid om de hoogte van het ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum in die zin te variëren dat in een overeen te komen periode een hoger en in een andere overeen te komen periode een lager ouderdomspensioen wordt genoten. Op deze variabilisering van het ouderdomspensioen zijn de bepalingen van artikel 16D van overeenkomstige toepassing.
7. Aan de gewezen deelnemer wordt bij beëindiging van het deelnemerschap schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraken, de toeslagverlening als bedoeld in artikel 9, van informatie die voor de gewezen deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is en van eventuele omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van Pensioenfonds Croda.
8. De gewezen deelnemer heeft de mogelijkheid de premievrije pensioenaanspraken uit hoofde van dit artikel te herschikken conform de in artikel 16 vermelde mogelijkheden. De in artikel 16 genoemde voorwaarden worden zoveel als mogelijk op overeenkomstige wijze toegepast. De in artikel 16 genoemde grenzen worden toegepast rekening houdend met de pensioenaanspraken uit hoofde van andere (dan de in dit pensioenreglement opgenomen) pensioenaanspraken. In geval van pensioenvervroeging is de gewezen deelnemer verplicht jegens Pensioenfonds Croda aan te tonen dat de vervroeging verband houdt met pensionering en dat de gewezen deelnemer op het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen geen dienstbetrekking elders heeft aanvaard.
9. Ten aanzien van de module Beleggingspensioen behoudt de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet gedurende de periode dat hij de uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn partner. De hoogte van het partnerpensioen wordt minimaal vastgesteld alsof hetzelfde pensioen op opbouwbasis zou zijn overeengekomen. Is het partnerpensioen uit hoofde van artikel 11 lid 7 lager dan het hierboven omschreven minimaal partnerpensioen dan wordt het partnerpensioen aangevuld. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering van zijn woonland.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Beëindiging van het deelnemerschap. 1. Indien Bij beëindiging van het deelnemerschap anders dan door overlijden of pensionering eindigtvóór de standaard pensioendatum en als de deelnemer minder dan zes maanden ononderbroken deelnemer is geweest, vervallen alle aanspraken tegenover de stichting, tenzij de deelnemer elders verworven pensioenaanspraken door middel van waardeoverdracht heeft ingebracht. Indien de pensioenaanspraken tegenover de stichting komen te vervallen, zal de door de stichting vast te stellen waarde van de vervallen pensioenaanspraken door de stichting aan de werkgever worden uitbetaald. Deze waarde wordt door de werkgever aan de gewezen deelnemer uitbetaald met als minimum de door de gewezen deelnemer betaalde bijdragen.
2. Bij beëindiging van het deelnemerschap anders dan door overlijden vóór de standaard pensioendatum behoudt, indien het in het eerste lid bepaalde niet van toepassing is, de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrij ouderdomspensioenouderdoms-, een premievrij partnerpensioen tijdelijk ouderdoms-, nabestaanden- en een premievrij wezenpensioen uit de Module Basispensioen en aanspraak op de opgebouwde pensioenkapitalen uit de Modules Beleggingspensioen en Spaarpensioenwezenpensioen. De aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen en het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum uit hoofde van de Module Beleggingspensioen tijdelijk nabestaandenpensioen komen te vervallen.
23. Het premievrije ouderdomspensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 5.
34. Het premievrije partnerpensioen uit tijdelijk ouderdomspensioen is gelijk aan het tot de Module Basispensioen datum van beëin- diging van het deelnemerschap opgebouwde tijdelijk ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 6 en wordt gebaseerd op de franchise zoals deze op 1 januari voorgaand aan de beëindiging van het deelnemerschap van toepassing is.
5. Het premievrije nabestaandenpensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde partnerpensioen nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 610.
46. Het premievrije wezenpensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde wezenpensioen als bedoeld in artikel 712.
57. Bij beëindiging De gewezen deelnemer heeft het recht het premievrije ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen vanaf een eerder (pensioenvervroeging) respectievelijk later (pensioenuitstel) tijdstip dan de standaard pensioendatum tot uitkering te laten komen. Het tijdstip van het deelnemerschap heeft ingang, dat voor beide pensioenen gelijk moet zijn, ligt op zijn vroegst op de eerste dag van de maand waarin de 60-ste verjaardag van de gewezen deelnemer valt respectievelijk uiterlijk op de eerste dag van de maand waarin de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om een deel leeftijd van 70 jaar bereikt. Het premievrije ouderdoms–pensioen en tijdelijk ouderdomspensioen zullen in dat geval actuarieel worden ver–minderd respectievelijk vermeerderd op basis van door het ouderdomspensioen aan bestuur vast te wenden stellen factoren. Deze factoren liggen voor extra partnerpensioen. Op de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer ter inzage bij de keuzemogelijkheid om de verhouding tussen stichting. Ten aanzien van pensioenuitstel is het ouderdomspensioen enerzijds bepaalde in artikel 7, lid 3, tweede tot en het partnerpensioen anderzijds te wijzigen. Op deze keuzemogelijkheid zijn de bepalingen met vierde alinea, overeenkomstig van artikel 16B van overeenkomstige toepassing. De factoren die voor deze omzetting In geval van toepassing zijn, alsmede de periode gedurende welke deze door Pensioenfonds Croda worden toegepast, zijn opgenomen in bijlage 3 bij dit pensioenreglement.
6. Op de pensioendatum heeft pensioenuitstel is de gewezen deelnemer eenmalig op verzoek van de keuzemogelijkheid om stichting verplicht jegens de hoogte stichting aan te tonen dat het uitstel verband houdt met een na de standaard pensioendatum gelegen pensioendatum uit hoofde van het ouderdomspensioen vanaf een dienstbe–trekking die de pensioendatum gewezen deelnemer elders vervult. De in die zin dit lid bedoelde gewezen deelnemer heeft eveneens de mogelijkheid gebruik te variëren dat maken van de in een overeen te komen periode een hoger artikel 14, leden 2 en in een andere overeen te komen periode een lager ouderdomspensioen wordt genoten3 genoemde mogelijkheid van herschikking van middelen. Op deze variabilisering Artikel 14, leden 4 en 6 is overeenkomstig van het ouderdomspensioen zijn de bepalingen van artikel 16D van overeenkomstige toepassing.
78. De bijdrage die de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering tijdens een tijdvak van werkloosheid ten behoeve van de gewezen deelnemer aan de stichting verstrekt, zal worden omgezet in aanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen conform de Bijdrageregelen FVP 1999 en dit pensioenreglement, voor zover de bijdrage uit de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering dat mogelijk maakt.
9. Aan de gewezen deelnemer wordt bij beëindiging van het deelnemerschap schriftelijk mededeling gedaan van de verleende aanspraken, de toeslagverlening als bedoeld in artikel 9, van informatie die voor de gewezen deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is en van eventuele omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van Pensioenfonds Croda.
8. De gewezen deelnemer heeft de mogelijkheid de premievrije pensioenaanspraken uit hoofde van dit artikel te herschikken conform de in artikel 16 vermelde mogelijkheden. De in artikel 16 genoemde voorwaarden worden zoveel als mogelijk op overeenkomstige wijze toegepast. De in artikel 16 genoemde grenzen worden toegepast rekening houdend met de pensioenaanspraken uit hoofde van andere (dan de in dit pensioenreglement opgenomen) pensioenaanspraken. In geval van pensioenvervroeging is de gewezen deelnemer verplicht jegens Pensioenfonds Croda aan te tonen dat de vervroeging verband houdt met pensionering en dat de gewezen deelnemer op het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen geen dienstbetrekking elders heeft aanvaard.
9. Ten aanzien van de module Beleggingspensioen behoudt de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet gedurende de periode dat hij de uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn partner. De hoogte van het partnerpensioen wordt minimaal vastgesteld alsof hetzelfde pensioen op opbouwbasis zou zijn overeengekomen. Is het partnerpensioen uit hoofde van artikel 11 lid 7 lager dan het hierboven omschreven minimaal partnerpensioen dan wordt het partnerpensioen aangevuld. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering van zijn woonland.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Beëindiging van het deelnemerschap. 1. Indien Bij beëindiging van het deelnemerschap anders dan door als bedoeld in artikel 2 lid 3 sub a en b, krijgt de gewezen deelnemer een premievrije aanspraak op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. De hoogte van deze premievrije aanspraken is gelijk aan de hoogte van de aanspraken zoals vastgesteld op de peildatum direct voorafgaande aan de datum van beëindiging van het deelnemerschap, vermeerderd met een tijdsevenredige opbouw van aanspraken in het jaar waarin het deelnemerschap wordt beëindigd. Bij beëindiging van het deelnemerschap anders dan bij overlijden of pensionering eindigtvan de deelnemer, heeft vervallen het op risicobasis verzekerde aanvullend partner- pensioen conform artikel 25 lid 5 en het aanvullend wezenpensioen conform artikel 26 lid 6.
2. Bij beëindiging van het deelnemerschap anders dan als bedoeld in artikel 2 lid 3 sub a, worden voor deelnemers met een vast salaris en pensioengevende variabele salarisbestanddelen de premievrije aanspraken, op het moment van beëindiging van het deelnemerschap, vermeerderd met de opbouw van aanspraken over de variabele pensioengrondslag in het jaar waarin het deelnemerschap wordt beëindigd.
3. Indien de gewezen deelnemer deelnam aan de excedentpensioenregeling, behoudt de gewezen deelnemer aanspraak op een premievrij ouderdomspensioen, een premievrij partnerpensioen en een premievrij wezenpensioen uit de Module Basispensioen en aanspraak op de opgebouwde pensioenkapitalen uit de Modules Beleggingspensioen en Spaarpensioen. De aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen en het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum uit hoofde van de Module Beleggingspensioen komen te vervallen.
2. Het premievrije ouderdomspensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 5.
3pensioenkapitaal. Het premievrije partnerpensioen uit Stortingen op de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van pensioenrekening zijn na beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde partnerpensioen als bedoeld in artikel 6niet meer mogelijk.
4. Het premievrije wezenpensioen uit de Module Basispensioen is gelijk aan het tot de datum van beëindiging van het deelnemerschap opgebouwde wezenpensioen als bedoeld in artikel 7.
5. Bij beëindiging van het deelnemerschap heeft anders dan als bedoeld in artikel 2 lid 3 sub a, vindt voor deelnemers met een vast salaris en pensioengevende variabele salarisbestanddelen vervroegd nog één storting als bedoeld in artikel 35 lid 3 plaats.
5. Voor de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om een deel toepassing van dit artikel wordt het ouderdomspensioen aan deelnemerschap geacht voort te wenden duren voor extra partnerpensioen. Op de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer de keuzemogelijkheid om de verhouding tussen zover en zolang het ouderdomspensioen enerzijds en het partnerpensioen anderzijds te wijzigen. Op deze keuzemogelijkheid zijn de bepalingen fonds premievrije voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid, als bedoeld in artikel 16B van overeenkomstige toepassing. De factoren die voor deze omzetting van toepassing zijn29, alsmede de periode gedurende welke deze door Pensioenfonds Croda worden toegepast, zijn opgenomen in bijlage 3 bij dit pensioenreglementverleent.
6. Op verzoek van de pensioendatum heeft de gewezen deelnemer eenmalig de keuzemogelijkheid om de hoogte werkgever en met instemming van het ouderdomspensioen vanaf bestuur kan voor gewezen deelnemers de pensioendatum in die zin te variëren dat in pensioenopbouw voor een overeen te komen bepaalde periode een hoger en in een andere overeen te komen periode een lager ouderdomspensioen wordt genoten. Op deze variabilisering van het ouderdomspensioen zijn worden voortgezet, indien de bepalingen van artikel 16D van overeenkomstige toepassing.
7. Aan de gewezen deelnemer wordt werkgever dit met betrokkenen bij beëindiging van het deelnemerschap schriftelijk mededeling gedaan dienstverband is overeengekomen en indien en voorzover deze voortzetting in overeenstemming is met wettelijke bepalingen. De pensioenopbouw wordt gebaseerd op de laatst vastgestelde pensioengrondslag. In de met betrokkenen overeengekomen regeling voor voortzetting van de verleende aanspraken, de toeslagverlening pensioenopbouw is vastgelegd of en op welke wijze deze grondslag eventueel zal worden aangepast na beëindiging van het dienstverband. Aanspraken opgebouwd op grond van een ontvangen bijdrage van het SFVP als bedoeld in artikel 9, van informatie die voor de gewezen deelnemer specifiek in het kader 11A vormen een onderdeel van de beëindiging relevant is en volgens dit lid nog op te bouwen aanspraken. Voor de toepassing van eventuele omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van Pensioenfonds Croda.
8. De gewezen deelnemer heeft de mogelijkheid de premievrije pensioenaanspraken uit hoofde van dit artikel te herschikken conform de bepaalde in artikel 16 vermelde mogelijkheden. De in artikel 16 genoemde voorwaarden 27 lid 2 worden zoveel deze gewezen deelnemers als mogelijk op overeenkomstige wijze toegepast. De in artikel 16 genoemde grenzen worden toegepast rekening houdend met de pensioenaanspraken uit hoofde van andere (dan de in dit pensioenreglement opgenomen) pensioenaansprakendeelnemer beschouwd. In geval van pensioenvervroeging is de gewezen deelnemer verplicht jegens Pensioenfonds Croda aan te tonen periode dat de vervroeging verband houdt met pensionering en dat de gewezen deelnemer aanspraak bestaat op het ingangstijdstip een bijdrage van het ouderdomspensioen geen dienstbetrekking elders heeft aanvaard.
9. Ten aanzien SFVP wordt als pensioengrondslag dat gedeelte van de module Beleggingspensioen behoudt de deelnemer, die na beëindiging pensioengrondslag in aanmerking genomen dat uitgaat boven het gedeelte van de deelneming recht heeft op een uitkering pensioengrondslag waarover nog aanspraken worden opgebouwd op grond van de Werkloosheidswet gedurende de periode dat hij de uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn partnerhet SFVP te ontvangen bijdragen. De hoogte van aangesloten ondernemingen maken met het partnerpensioen wordt minimaal vastgesteld alsof hetzelfde pensioen op opbouwbasis zou zijn overeengekomen. Is het partnerpensioen uit hoofde van artikel 11 lid 7 lager dan het hierboven omschreven minimaal partnerpensioen dan wordt het partnerpensioen aangevuld. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op bestuur nadere afspraken over de deelnemer, die na beëindiging financiering van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering pensioenaanspraken die voortvloeien uit de voortzetting van zijn woonlandde pensioenopbouw. Deze afspraken zullen eventueel in een financieringsovereenkomst worden vastgelegd.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement