Common use of Brand Clause in Contracts

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan wij niet schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, vuurhaard dat veroorzaakt is door verbranding waarbij vlammen ontstaan en zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ brand wordt niet verstaan wij niet het doorbranden, oververhitten, smeulen, schroeien, smeltenzengen, smelten en verkolen, broeien en zengen.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ brand verstaan wij niet schroeien, smelten, verkolen, broeien broeien, zengen, doorbranden van elektrische apparaten en zengenmotoren, kortsluiting en oververhitten, doorbranden, scheuren of breken van ovens en ketels.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan ont- staan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan wij brand wordt niet verstaan: – schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen; – doorbranden van elektrische apparaten en motoren; – kortsluiting; – oververhitten, doorbranden, scheuren of breken van ovens en ketels.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan wij brand wordt niet verstaan: - schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen; - doorbranden van elektrische apparaten en motoren; - kortsluiting; - oververhitten, doorbranden, scheuren of breken van ovens en ketels.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan Met brand bedoelen wij niet schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haardvuurhaard dat veroorzaakt is door verbranding, waarbij vlammen ontstaan en dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan wij brand wordt niet verstaan: het doorbranden, oververhitten, smeulen, schroeien, smeltenzengen, smelten en verkolen, broeien en zengen.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan wij niet schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen. Diefstal Gebeurtenis(sen) Een voorval of een reeks van voorvallen die met elkaar verband houden en die één oorzaak heeft.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreidenuitbreidt. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan wij niet schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haardvuurhaard dat veroorzaakt is door verbranding, dat waarbij vlammen ontstaan en zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ brand wordt niet verstaan wij niet het doorbranden, oververhitten, smeulen, schroeien, smeltenzengen, smelten en verkolen, broeien en zengen.

Brand. Een ook als uw auto uit zichzelf vlam vat. Onder ‘brand’ verstaan wij een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan wij niet schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ brand verstaan wij niet schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen, doorbranden van elektrische apparaten en motoren, kortsluiting en oververhitten.

Brand. Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreidenuitbreidt. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder ‘brand’ verstaan wij niet schroeien, smelten, verkolen, broeien broeien, zengen, doorbranden van elektrische apparaten en zengenmotoren, kortsluiting en oververhitten, doorbranden, scheuren of breken van ovens en ketels.