De ‘flex-periode’. 5.1 Een Uitzendovereenkomst wordt in de flex-periode voor bepaalde tijd aangegaan op basis van artikel 7:668a BW met inachtneming van artikel 10 van de CAO. 5.2 Ter zake de Uitzendovereenkomst in de flex-periode dienen door de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer de daadwerkelijk gewerkte uren te worden geadministreerd op het Urenregistratieformulier, al dan niet in digitale vorm. Het aan CF&F aangeboden Urenregistratieformulier vormt voor CF&F de grondslag voor de verloning van de overeengekomen en gewerkte uren. Het verloningstijdvak bedraagt tenzij anders schriftelijk is overeengekomen, steeds de periode waarvoor uren zijn ingevuld op het Werkbriefje. 5.3 Iedere Opdrachtnemer die op of na 1 juli 2016 in 78 werkweken of meer flexwerk heeft verricht op basis van een Uitzendovereenkomst met CF&F, waarbij tussenpozen van ten hoogste zes maanden mede in aanmerking zijn genomen, is artikel 7:668a BW van toepassing en worden Uitzendovereenkomsten c.q. Flexibele oproepcontracten voor bepaalde tijd gesloten waarop het uitzendbeding niet meer van toepassing is. 5.4 In geval van ziekte een recht op betaling van een uitkering bestaat, dan wordt die uitkering gebaseerd op artikel 15 lid 2 van de CAO. 5.5 Voor de vaststelling van de minimale omvang van de arbeidsprestatie van de Uitzendovereenkomst geldt dat de gemiddelde omvang van de arbeidsprestatie wordt vastgesteld op 50% van het gemiddeld aantal uren per week dat in de voorafgaande 12 maanden uit hoofde van met CF&F gesloten Uitzendovereenkomsten daadwerkelijk is gewerkt en al is verloond. Als absoluut minimum geldt dat per oproep minimaal 3 uren moet zijn gewerkt c.q. aanspraak bestaat op 3 uur loon, tenzij een minder aantal uren is overeengekomen. De referteperiode van 12 maanden is vast en geldt ook wanneer (veel) korter dan 12 maanden voor CF&F is gewerkt. Als maximum geldt 150% van het hiervoor bedoelde gemiddeld aantal uren, met als absoluut maximum van hetgeen volgens de Arbeidstijdenwet is toegestaan. 5.6 De vaststelling op 50% resp. 150% van de referteperiode is niet alleen bedoeld om daarmee het flexibele karakter van de arbeidsverhouding tot uitdrukking te brengen, en zodoende vast te stellen, maar deze vaststelling is ook bedoeld om onzekerheden, onduidelijkheden en eventuele geschillen omtrent de bepaling van de gemiddelde omvang van de flexibele arbeid te vermijden. Deze vaststelling dient dan ook te worden aangemerkt als een vaststelling als bedoeld in artikel 7: 900 van het Burgerlijk Wetboek. 5.7 Voor de beoordeling hoeveel uur ingevolge de Uitzendovereenkomst is gewerkt wordt het gemiddelde genomen over de duur van de overeengekomen Uitzendovereenkomst. Mocht over die de duur van de Uitzendovereenkomst gemeten blijken dat minder uren zijn gewerkt dan het minimum als bedoeld in artikel 5 lid 6, dan heeft de Opdrachtnemer per alsdan recht op bijbetaling van loon tot aan dat minimum.
Appears in 3 contracts
Samples: Cao Voor Tentoo Collective Freelance & Flex b.V., Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)
De ‘flex-periode’. 5.1 Een Uitzendovereenkomst wordt in de flex-periode voor bepaalde tijd aangegaan op basis van artikel 7:668a BW met inachtneming van artikel 10 van de CAO.
5.2 Ter zake de Uitzendovereenkomst in de flex-flex- periode dienen door de Opdrachtgever Opdrac htgever en de Opdrachtnemer de daadwerkelijk gewerkte uren te worden geadministreerd op het Urenregistratieformulier, al dan niet in digitale vorm. Het aan CF&F aangeboden Urenregistratieformulier vormt voor CF&F de grondslag voor de verloning van de overeengekomen en gewerkte uren. Het verloningstijdvak bedraagt tenzij anders schriftelijk is overeengekomen, steeds de periode waarvoor uren zijn ingevuld op het Werkbriefje.
5.3 Iedere Opdrachtnemer Opdrac htnemer die op of na 1 juli 2016 in 78 werkweken of meer flexwerk heeft verricht op basis van een Uitzendovereenkomst met CF&F, waarbij tussenpozen van ten hoogste zes maanden mede in aanmerking zijn genomen, is artikel 7:668a BW van toepassing en worden Uitzendovereenkomsten c.q. Flexibele oproepcontracten oproepcontrac ten voor bepaalde tijd gesloten waarop het uitzendbeding niet meer van toepassing is.
5.4 In geval van ziekte een recht op betaling van een uitkering bestaat, dan wordt die uitkering gebaseerd op artikel 15 lid 2 van de CAO.
5.5 Voor de vaststelling van de minimale omvang van de arbeidsprestatie van de Uitzendovereenkomst geldt dat de gemiddelde omvang van de arbeidsprestatie wordt vastgesteld op 50% van het gemiddeld aantal uren per week dat in de voorafgaande 12 maanden uit hoofde van met CF&F gesloten Uitzendovereenkomsten daadwerkelijk is gewerkt en al is verloond. Als absoluut minimum geldt dat per oproep minimaal 3 uren moet zijn gewerkt c.q. aanspraak bestaat op 3 uur loon, tenzij een minder aantal uren is overeengekomen. De referteperiode van 12 maanden is vast en geldt ook wanneer (veel) korter dan 12 maanden voor CF&F is gewerkt. Als maximum geldt 150% van het hiervoor bedoelde gemiddeld aantal uren, met als absoluut maximum van hetgeen het geen volgens de Arbeidstijdenwet is toegestaan.
5.6 De vaststelling op 50% resp. 150% van de referteperiode is niet alleen bedoeld om daarmee het flexibele karakter van de arbeidsverhouding tot uitdrukking te brengen, en zodoende vast te stellen, maar deze vaststelling is ook bedoeld om onzekerheden, onduidelijkheden en eventuele geschillen omtrent de bepaling van de gemiddelde omvang van de flexibele arbeid te vermijden. Deze vaststelling dient dan ook te worden aangemerkt als een vaststelling als bedoeld in artikel 7: 900 van het Burgerlijk Wetboek.
5.7 Voor de beoordeling hoeveel uur ingevolge de Uitzendovereenkomst is gewerkt wordt het gemiddelde genomen over de duur van de overeengekomen Uitzendovereenkomst. Mocht over die de duur van de Uitzendovereenkomst gemeten blijken dat minder uren zijn gewerkt dan het minimum als bedoeld in artikel 5 lid 6, dan heeft de Opdrachtnemer Opdrac htnemer per alsdan recht op bijbetaling van loon tot aan dat minimum.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)