Desintegratiekosten Voorbeeldclausules

Desintegratiekosten. 8.1. In geval van voortijdige beëindiging van de DVO WLR zijn desintegratiekosten voor rekening van de opzeggende partij. Partijen dragen zorg voor beperking van desintegratiekosten in geval van voortijdige beëindiging. 8.2. Bij voortijdige beëindiging van de DVO WLR door Partijen in gezamenlijk overleg en/of na afloop van de looptijd van de DVO WLR , worden de resterende desintegratiekosten door partijen gedra- gen naar rato van de verdeelsleutel zoals opgenomen in artikel 3. 8.3. De desintegratiekosten bestaan uit de volgende componenten: 8.3.1. De boekwaarde per beëindigingsdatum van investeringen die een direct verband houden met de dienstverlening aan Opdrachtgevers, indien zij niet door één of meerdere Op- drachtgevers tegen de per beëindigingsdatum geldende boekwaarde worden overgenomen. 8.3.2. De naar rato van totale afnamevolumes berekende boekwaarde per beëindigingsdatum van investeringen die een indirect verband houden met de dienstverlening aan Opdrachtgevers. 8.3.3. De toekomstige verplichtingen per beëindigingsdatum van lopende contracten die een direct verband houden met de dienstverlening aan Opdrachtgevers, indien deze contracten niet door één of meerdere Opdrachtgevers per beëindigingsdatum worden overge- nomen. 8.4. De toekomstige personele verplichtingen die een relatie hebben met de dienstverlening aan Op- drachtgevers en die zich voordoen ná beëindiging van de DVO WLR worden verdeeld tussen Par- tijen naar rato van de verdeelsleutel zoals opgenomen in artikel 3.
Desintegratiekosten. Voor de toetredende gemeenten is er sprake van reorganisatie binnen de eigenlijke gemeentelijke organisatie. Uitbesteding van werkzaamheden leidt tot achterblijvende kosten, bijvoorbeeld op het gebied van niet meer bezette werkplekken, maar ook indien er sprake is van activa die nog niet volledig zijn afgeschreven. Daarnaast is het soms best lastig om na een reductie van formatie om te becijferen wat hiervan de invloed is op ondersteunende diensten, zoals bijvoorbeeld financiën, HRM, facilitair etc. De praktijk van Cocensus bij toetredingen wijst uit, dat het een periode van 2 jaar kan duren alvorens de desintegratiekosten verdwenen zijn. Ten principale komen de desintegratiekosten ten laste van de gemeenten zelf. Dat betekent niet, dat Cocensus niet probeert om met de gemeenten mee te denken teneinde oplossingen aan te dragen voor dit fenomeen. Daartoe zijn er wel enige mogelijkheden. In de eerste presentatie van Cocensus is duidelijk gesteld, dat Cocensus zelf de regie wil voeren over de te betrekken huisvesting en de invulling van overhead-functies. Er kan daarbij geen sprake zijn van eenzijdig gedwongen winkelnering. Dat is ook niet te verkopen aan de huidige deelnemers aan de GR. Wel is het zo, dat in de offerte voor een regionale vestiging posten zijn opgenomen, die alleen gekwantificeerd zijn, maar verder niet ingevuld. Dat zijn de eerdergenoemde huisvesting van de dependance ende uitbreiding van de formatie van Cocensus met 6 fte aan overhead-functies. Het is geen probleem als daar invulling aan wordt gegeven door de nieuw toetredende gemeenten. Alleen zoals gesteld wil Cocensus wel de prijs-kwaliteit verhouding van te betrekken huisvesting kunnen beoordelen en als het gaat om de invulling van overhead-functies de geschiktheid van kandidaten kunnen beoordelen. Voor huisvesting is in de offerte een bedrag van € 324.000 opgenomen. Een deel daarvan bestaat uit investeringen, een deel variabel gekoppeld aan de bezetting en een deel betreft puur de huur van het gebouw. Voor personeel in overheadfuncties (Staf en Bedrijfsbureau) is uitgegaan van 6 fte. Deze functies zijn niet ingevuld en daarvoor zal dus een wervingstraject moeten worden opgestart. In het overleg tussen de gemeenten is gesproken over de verdeling en invulling vanhuisvestig en personeel door de toetredende gemeenten. In de becijferingen is rekening gehouden met de invulling van een bedrag van € 175.000 voor huisvesting en € 250.000 voor formatie. Mogelijk dat dit bedrag nog iets hoger uit...

Related to Desintegratiekosten

  • Verhuiskosten 1 De werknemer die in dienst treedt voor onbepaalde tijd voor de omvang van een halve normbetrekking of meer heeft gedurende twee jaar eenmalig aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten ter grootte van 12% van zijn jaarsalaris tot een maximum van € 7750 indien en voor zover de werknemer bij indienst- treding op een reisafstand van meer dan 25 kilometer van de stand- plaats woont en verhuist waardoor de afstand ten minste 60% minder wordt. De vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten; de werknemer dient derhalve bonnen te overleggen. 2 Voor de toepassing van het begrip standplaats in het eerste lid geldt dat in geval de werknemer op meerdere standplaatsen van de hogeschool werkzaam is, de standplaats waar de werknemer woont dan wel in welke richting de werknemer de eerste keer na indiensttreding verhuist, als de standplaats als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt aangemerkt. Op basis van die standplaats heeft de werknemer recht op een verhuisvergoeding conform lid 1 van dit artikel. 3 Als zich een grote wijziging in de verdeling van de werkzaamheden over verschillende standplaatsen voordoet en de werknemer richting de standplaats gaat wonen waar hij voor het grootste deel van zijn betrekking werkzaam is, kan opnieuw aanspraak op een verhuis- kostenvergoeding worden gemaakt conform lid 1 van dit artikel, gedurende twee jaar nadat de genoemde wijziging in de verdeling van de werkzaamheden inging, tenzij de redelijkheid zich daar tegen verzet. 4 Indien de werknemer in dienst treedt voor bepaalde tijd of voor de omvang van minder dan een halve normbetrekking kunnen werkgever en werknemer overeenkomen dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat de periode gedurende welke een werknemer recht heeft op een verhuiskosten- vergoeding nooit langer kan zijn dan in totaal twee jaar te rekenen vanaf het moment van het ontstaan van het recht op de vergoeding. 5 De werkgever kan de werknemer verplichten tot terugbetaling van een evenredig deel van de tegemoetkoming indien de werknemer binnen twee jaar na verhuizing de arbeidsovereenkomst opzegt.

  • Bijkomende kosten Wij vergoeden de verplaatsingskosten door de verzekerde gemaakt ingevolge de tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit, vergoeden wij de administratiekosten.

  • Bijzondere kosten Welke bijzondere kosten kunnen wij u in rekening brengen? 1. Het kan zijn dat wij worden betrokken bij een geschil tussen u en een ander, bijvoorbeeld een beslag of een procedure. Dit kan dan voor ons kosten meebrengen. Die kosten moet u volledig aan ons vergoeden. Wij zijn immers geen partij bij het geschil tussen u en die ander. Denkt u bijvoorbeeld aan de kosten voor de behandeling van een beslag dat een schuldeiser van u legt op uw tegoeden bij ons. Kosten kunnen bijvoorbeeld ook zijn de kosten van inschakeling van een advocaat. 2. Er kunnen ook andere bijzondere kosten voor ons ontstaan in verband met onze relatie met u. Deze moet u aan ons vergoeden voor zover dit redelijk is. Denkt u hierbij aan taxatiekosten, advieskosten en kosten van extra rapportages. Wij vertellen u waarom de kosten nodig zijn. Als er voor bijzondere kosten een wettelijke regeling is, wordt die toegepast.

  • Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.

  • Reparatiekosten Wij vergoeden in geval van schade aan het motorrijtuig uitsluitend de reparatiekosten.

  • Ziektekostenverzekering De werknemer kan deelnemen aan de door de werkgever afgesloten collectieve ziektekosten verzekering.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.

  • Ziektekosten a. Aan de werknemer wordt de mogelijkheid geboden van deelname aan een ziektekostenverzekering (ONVZ of IZZ, uitgevoerd door CZ of VGZ) overeenkomstig de regeling opgenomen in bijlage 8. b. De werknemer die van één van de mogelijkheden opgenomen in bijlage 8 gebruik maakt, heeft recht op een bijdrage van de werkgever in de premie van de aanvullende ziektekostenverzekering met een maximum van €120,- bruto per jaar, ongeacht de omvang van het dienstverband. c. De werknemer die meerdere arbeidsovereenkomsten heeft met meerdere werkgevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, ontvangt van ieder van deze werkgevers de vergoeding naar rato van het des- betreffende dienstverband, met dien verstande dat het bedrag van €120,- bruto per jaar wordt uitbetaald door de gezamenlijke werkgevers.

  • Verblijfkosten 1. De chauffeur internationaal ontvangt per buitenlandse reis een bedrag aan verblijfskosten per 24 aaneengesloten uren. De netto vergoeding bedraagt € 45,12 per 24 aaneengesloten uren. De onderweg gemaakte verblijfskosten bestaande uit maaltijden, overige consumpties en sanitaire vergoedingen worden vergoed. 2. De overige chauffeurs ontvangen een vergoeding voor verblijfkosten op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

  • Verblijfskosten Indien er sprake is van een overnachting in opdracht van de werkgever, worden de verblijfskosten, inclusief maaltijden, door de werkgever vergoed.