Elektrische installaties In de woning wordt een elektrische installatie aangelegd zoals is aangegeven op de verkooptekening, de installatie wordt aangelegd conform de geldende normen en voorschriften. De installatie voldoet aan normblad NEN 1010. De elektraleidingen worden in de wanden en vloeren opgenomen. In de meterkasten worden leidingen in het zicht gemonteerd. Achter de knieschotten kunnen leidingen in het zicht (over de ruwe betonvloer) worden aangebracht. Ook wordt de installatie in het zicht gemonteerd (opbouw), in de houten berging, op zolder ter plaatse van de installatiezone, schakelaar tegen de trap en eventuele wandcontactdozen op het knieschot. De meterkast wordt standaard uitgevoerd met een aansluiting van 3x25A, uitbreidbaar tot maximaal 12 groepen. Het daadwerkelijk aantal geïnstalleerde groepen is afhankelijk van de gekozen meerwerkopties (zoals extra wandcontactdozen op aparte groep). De elektrische installatie wordt voorzien van een aardlekschakelaar in de meterkast. De woning wordt voorzien van belinstallatie, bestaande uit een bedrade beldrukker en schel. Alle schakelaars en wandcontactdozen in de woning (horizontaal geplaatst) zijn geheel inbouw. Het inbouw schakelmateriaal wordt uitgevoerd van het merk Busch-Jaeger, type Balance, kleur zuiver wit (nabij RAL 9010). Standaard worden de volgende hoogtes aangehouden, tenzij anders aangegeven: - De wandcontactdozen, voorbereiding voor bijvoorbeeld internet en centrale antenne op 30 cm + vloer; - De schakelaars en combinatieschakelaars/ wandcontactdozen op 105 cm + vloer; - De kamerthermostaat en bediening ventilatiesysteem op 150 cm + vloer; - De aansluitpunten in de keuken worden de hoogte aangebracht conform de nultekening; - Wandlichtpunten en buitenlichtpunten op 200 cm + vloer; - De wandcontactdoos voor de wasmachineaansluiting/wasdroger op zolder wordt aangebracht op 105 cm + vloer.
Elektrische installatie De verkoper verklaart dat het voorwerp van deze verkoop een wooneenheid is in de zin van hoofdstuk 8.4., afdeling 8.4.2. van boek 1 van 8 september 2018 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI), waarvan de elektrische installatie niet het voorwerp is geweest van een volledig controleonderzoek overeenkomstig het oud AREI voorafgaandelijk de ingebruikname van de installatie. Een keuring van de elektrische installatie werd uitgevoerd op 17 mei 2024 door House check. Indien de installatie niet voldoet aan de voorschriften van dit reglement dient er na een afloop van een termijn van 12 maanden vanaf de datum van het proces- verbaal van toewijzing vastgesteld te worden of de overtredingen verdwenen zijn. De koper is verplicht zijn identiteit en de datum van deze akte mee te delen aan voornoemd erkend organisme dat de controle heeft uitgevoerd. De koper behoud evenwel de vrijheid om na deze mededeling vrij een ander erkend organisme aan te stellen om de keuring in de toekomst te verrichten. De koper erkent door de notaris op de hoogte gesteld te zijn van zowel de sancties voorzien in het Algemeen Reglement alsook de gevaren en aansprakelijkheden bij het gebruik van een installatie die niet voldoet aan de vereisten van dit Reglement, alsook het feit dat de kosten van herkeuring door het organisme aan hem zullen aangerekend worden.
Montage/installatie 1. Indien door partijen is overeengekomen dat de opdrachtnemer de montage/installatie van het te leveren product zal verzorgen, is de opdrachtgever jegens de opdrachtnemer verantwoordelijk voor de juiste en tijdige uitvoering van alle inrichtingen, voorzieningen en/of voorwaarden, die noodzakelijk zijn voor de opstelling van het te monteren/installeren product en/of de juiste werking van het product in gemonteerde/geïnstalleerde staat. Dit geldt niet indien en voor zover die uitvoering door of in opdracht van de opdrachtnemer wordt verricht volgens door of in opdracht van laatstgenoemde vervaardigde of verstrekte tekeningen en/of gegevens. 2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 zorgt de opdrachtgever, indien door partijen is overeengekomen dat de opdrachtnemer de montage/installatie van het te leveren product zal verzorgen, er in ieder geval voor eigen rekening en risico voor dat: a. het personeel van de opdrachtnemer, zodra dit op de plaats van opstelling is aangekomen, zijn werkzaamheden kan aanvangen en blijven verrichten gedurende de normale werkuren en bovendien, indien de opdrachtnemer dit noodzakelijk acht, buiten de normale werkuren, mits hij dit tijdig aan de opdrachtgever heeft medegedeeld; b. geschikte behuizing en/of alle krachtens overheidsregelingen, de overeenkomst en het gebruik vereiste voorzieningen voor het personeel van de opdrachtnemer aanwezig zijn; c. de toegangswegen tot de plaats van opstelling geschikt zijn voor het benodigde transport; d. de aangewezen plaats van opstelling geschikt is voor opslag en montage; e. de nodige afsluitbare opslagplaatsen voor materiaal, gereedschap en andere zaken aanwezig zijn; f. de nodige en gebruikelijke hulpwerklieden, hulpwerktuigen (zoals steigers, takels, hefkranen, ladders, elektrische -en autogenische lasapparatuur, met uitzondering van het gebruikelijke handgereedschap), hulp- en bedrijfsmaterialen (brandstoffen, oliën en vetten, poets- en ander klein materiaal, gas, water, elektriciteit, stoom, perslucht, verwarming, verlichting enz. daaronder begrepen), en de voor het bedrijf van de opdrachtgever gebruikelijke meet- en testapparatuur tijdig en kosteloos op de juiste plaats ter beschikking van de opdrachtnemer staan; g. alle noodzakelijke veiligheids- en voorzorgsmaatregelen zijn genomen en worden gehandhaafd, alsmede dat alle maatregelen zijn genomen en worden gehandhaafd teneinde in het kader van de montage/installatie aan de toepasselijke overheidsvoorschriften te voldoen; h. bij aanvang van en tijdens de montage de geleverde producten op de juiste plaats aanwezig zijn; i. de installatieplaats in overeenstemming is met overige installatievoorschriften van opdrachtnemer. 3. Schade en kosten, die ontstaan doordat aan de in dit artikel gestelde voorwaarden niet of niet tijdig is voldaan, zijn voor rekening van de opdrachtgever. 4. In de montage is niet begrepen: a. het toezicht houden bij het vullen van het geleverde product met het voor de installatie van de opdrachtgever bestemde medium; b. het, op door de opdrachtnemer te bepalen dagen geven van het te zijner beoordeling nodige onderricht in het bedienen van het product aan het personeel van opdrachtgever, dat met de bediening zal worden belast; c. het plaatsen van en/of aansluiten op de installatie van de opdrachtgever van het te leveren product; d. het leveren en monteren van elektrische leidingen; e. het graaf-, hak-, breek-, metsel-, beton-, timmer-, stucadoors-, schilderwerk of andere dergelijke werkzaamheden; f. het schilderen of het op andere wijze uitwendig voorzien van een beschermende laag van de leidingen; g. het leveren van het voor het product bestemde medium en het vullen van het product daarmee; h. het verrichten van reinigingswerkzaamheden in verband met het optreden van lekken in de installatie. 5. Voor het werken buiten normale werkuren op verzoek van de opdrachtgever wordt een opslag overeenkomstig de in de onderneming van de opdrachtnemer geldende tarieven in rekening gebracht. 6. Met betrekking tot de montage-/installatietijd is artikel VI van de Feda-voorwaarden voor handelsondernemingen van overeenkomstige toepassing. 7. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor het deskundige en juiste gebruik en toepassing in zijn organisatie van de producten, alsmede voor toe te passen administratie –en berekeningsmethoden.
Aflevering, installatie en acceptatie 22.1 Leverancier zal de te ontwikkelen programmatuur aan cliënt zoveel mogelijk conform de schriftelijk vastgelegde specificaties afleveren en installeren, dit laatste slechts indien een door leverancier uit te voeren installatie schriftelijk is overeengekomen. Bij gebreke van uitdrukkelijke afspraken daaromtrent zal cliënt zelf de programmatuur installeren, inrichten, parametriseren, tunen en indien nodig de daarbij gebruikte apparatuur en gebruiksomgeving aanpassen. Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen is leverancier niet verplicht tot het uitvoeren van dataconversie. 22.2 Indien een acceptatietest is overeengekomen, bedraagt de testperiode veertien dagen na aflevering of, indien een door leverancier uit te voeren installatie schriftelijk is overeengekomen, na voltooiing van de installatie. Gedurende de testperiode is het cliënt niet toegestaan de programmatuur voor productieve of operationele doeleinden te gebruiken. Leverancier kan steeds verlangen, derhalve ook indien zulks niet uitdrukkelijk is overeengekomen, dat cliënt met voldoende gekwalificeerd personeel een deugdelijke test van voldoende omvang en diepgang uitvoert op (tussen-)resultaten van de ontwikkelingswerkzaamheden en dat de testresultaten schriftelijk, overzichtelijk en begrijpelijk aan leverancier worden gerapporteerd. 22.3 De programmatuur zal tussen partijen gelden als geaccepteerd: a. indien tussen partijen niet een acceptatietest is overeengekomen: bij de aflevering of, indien een door leverancier uit te voeren installatie schriftelijk is overeengekomen, bij de voltooiing van de installatie, dan wel b. indien tussen partijen een acceptatietest is overeengekomen: op de eerste dag na de testperiode, dan wel c. indien leverancier vóór het einde van de testperiode een testrapport als bedoeld in artikel 22.5 ontvangt: op het moment dat de in dat testrapport genoemde fouten in de zin van artikel 6.6 zijn hersteld, onverminderd de aanwezigheid van onvolkomenheden die volgens artikel 22.6 aan acceptatie niet in de weg staan. In afwijking hiervan zal de programmatuur, indien cliënt daarvan vóór het moment van een uitdrukkelijke acceptatie enig gebruik voor productieve of operationele doeleinden maakt, gelden als volledig geaccepteerd vanaf de aanvang van dat gebruik. 22.4 Indien bij het uitvoeren van de overeengekomen acceptatietest blijkt dat de programmatuur fouten bevat die de voortgang van de acceptatietest belemmeren, zal cliënt leverancier hierover schriftelijk gedetailleerd informeren, in welk geval de testperiode onderbroken wordt totdat de programmatuur zodanig is aangepast dat die belemmering is opgeheven. 22.5 Indien bij het uitvoeren van de overeengekomen acceptatietest blijkt dat de programmatuur fouten in de zin van artikel 6.6 bevat, zal cliënt leverancier uiterlijk op de laatste dag van de testperiode door middel van een schriftelijk en gedetailleerd testrapport over de fouten informeren. Leverancier zal zich naar beste vermogen inspannen de bedoelde fouten binnen een redelijke termijn te herstellen, waarbij leverancier gerechtigd is tijdelijke oplossingen, programmaomwegen of probleemvermijdende restricties in de programmatuur aan te brengen. 22.6 Acceptatie van de programmatuur mag niet worden onthouden op andere gronden dan die welke verband houden met de tussen partijen uitdrukkelijk overeengekomen specificaties en voorts niet wegens het bestaan van kleine fouten, zijnde fouten die operationele of productieve ingebruikname van de programmatuur redelijkerwijs niet in de weg staan, onverminderd de verplichting van leverancier om deze kleine fouten in het kader van de garantieregeling van artikel 25, indien toepasselijk, te herstellen. Acceptatie mag voorts niet worden onthouden met betrekking tot aspecten van de programmatuur die slechts subjectief beoordeeld kunnen worden, zoals de vormgeving van gebruikersinterfaces. 22.7 Indien de programmatuur in fasen en/of onderdelen wordt afgeleverd en getest, laat de niet-acceptatie van een bepaalde fase en/of onderdeel een eventuele acceptatie van een eerdere fase en/of een ander onderdeel onverlet 22.8 Acceptatie van de programmatuur op een der wijzen als bedoeld in artikel 22.3 heeft tot gevolg dat leverancier ten volle gekweten is voor de nakoming van zijn verplichtingen inzake de ontwikkeling en terbeschikkingstelling van de programmatuur en, indien in voorkomend geval tevens de installatie door leverancier is overeengekomen, van zijn verplichtingen inzake de installatie van de programmatuur. Acceptatie van de programmatuur doet niets af aan de rechten van cliënt op grond van artikel 22.6 betreffende kleine gebreken en artikel 25 betreffende garantie. 22.9 Bij gebreke van een uitdrukkelijk overeengekomen factureringsschema zijn alle bedragen die betrekking hebben op het ontwikkelen van de programmatuur, verschuldigd bij de aflevering van de programmatuur dan wel, indien in voorkomend geval tevens een door leverancier uit te voeren installatie schriftelijk is overeengekomen, bij voltooiing van de installatie.
Gasinstallatie Als er een gasinstallatie aan boord is, bent u verplicht de gasslangen voor de hierop vermelde einddatum te vervangen.
Installatie 5.1 Indien de Overeenkomst Installatie omvat, wordt het product door of in opdracht van Opdrachtnemer bij de Koper geïnstalleerd en aangesloten. 5.2 De Koper is er verantwoordelijk voor dat de Installatie op de overeengekomen installatiedatum en tijdstip kan worden uitgevoerd. In elk geval zorgt de Koper dat: a. het personeel van Opdrachtnemer en/of onderaannemer toegang krijgt tot de plaats van Installatie en de werkzaamheden kan uitvoeren gedurende de normale werkuren en buiten de normale werkuren, mits Opdrachtnemer dit tijdig aan de Koper heeft verzocht; b. de toegangswegen tot de plaats van Installatie geschikt zijn voor het benodigde transport; c. de aangewezen plaats geschikt is voor opslag en montage; d. alle noodzakelijke veiligheids- en voorzorgsmaatregelen zijn genomen en worden gehandhaafd en dat alle maatregelen zijn genomen en worden gehandhaafd om aan de toepasselijke overheidsvoorschriften te kunnen voldoen; e. er geen asbest aanwezig is op de plaats waar het Product wordt geïnstalleerd; f. eventuele vergunningen, ontheffingen, toestemmingen die nodig zijn voor de Installatie zijn verkregen, tenzij Opdrachtnemer die verantwoordelijkheid uitdrukkelijk op zich heeft genomen; g. door anderen uit te voeren werkzaamheden en/of levering, die niet tot de Installatie door Opdrachtnemer horen, zodanig en tijdig worden verricht dat de uitvoering van de Installatie geen vertraging ondervindt. 5.3 De Koper zorgt ervoor dat eventueel wegvallen van de spanning van het elektrisch systeem niet tot problemen leidt bij bijvoorbeeld computers of een alarmsysteem. Opdrachtnemer doet haar best om de spanningsloze periode aan te kondigen en zo kort mogelijk te houden, maar erkent geen aansprakelijkheid voor schade die hiermee kan samenhangen of volgen. 5.4 De Koper draagt het risico voor schade veroorzaakt door onjuistheden in de opgegeven informatie en/of opgedragen werkzaamheden, onjuistheden in de door Xxxxx verlangde constructies en werkwijzen, gebreken aan de (on)roerende zaak waaraan de werkzaamheden worden verricht, ongeschiktheid van (on)roerende zaak voor plaatsing en/of installatie van Product, bijvoorbeeld door onvoldoende draagkracht van het dak of ongeschiktheid van de dakbedekking voor Installatie(werkzaamheden). 5.5 Als de Installatie meerdere dagen in beslag neemt, is de Koper verantwoordelijk voor de opslag van de nog niet geïnstalleerde onderdelen op de plaats van de Installatie. 5.6 Als in de offerte ook aansluiting van het Product op de meterkast is opgenomen, dan wordt daaronder verstaan het plaatsen van een nieuwe stroomgroep en bekabeling vanaf die stroomgroep. Verdere aanpassingen daar niet onder. 5.7 Schade en kosten, die ontstaan zijn doordat aan de in dit artikel gestelde voorwaarden niet of niet tijdig is voldaan, zijn voor rekening van de Koper. 5.8 Bij Oplevering controleert de Koper het Product, Goederen en de Installatie. Als eventuele tekortkomingen niet direct kunnen worden verholpen dan wordt daarvoor een nieuwe afspraak gemaakt en wordt Oplevering naar die datum verschoven. De Xxxxx accepteert de Oplevering middels mondeling akkoord. 5.9 Als voor monitoring van het Product een verbinding met internet nodig is, doet Opdrachtnemer haar best om de verbinding bij Oplevering tot stand te hebben gebracht. Mocht dat niet lukken dan voert Opdrachtnemer gedurende maximaal een uur na Oplevering controles uit om de meest voorkomende oorzaken voor verbindingsproblemen te verhelpen. Eventuele hulp daarna bij het tot stand brengen van de internetverbinding is geen onderdeel van de Overeenkomst. In overleg kan Opdrachtnemer daarvoor een aparte afspraak maken.
Waterinstallatie ONDERDEEL UITVOERING POSITIE OMSCHRIJVING Tappunten koudwater Kunststof waterleiding Keuken, toiletruimte, fonteintje, douche, wastafel, wasmachine. De koudwaterleidingen worden vanaf de meterkast naar alle sanitaire-toestellen aangebracht, de plaats voor de spoelbak van de keukeninrichting, de plaatsingsmogelijkheid voor de wasmachine. Op aansluitpunten van de keukeninrichting die niet worden aangesloten is een stopkraan voorzien waarmee de leidingen kunnen worden gespoeld. Buitenkraan achtergevel Op de achtergevel conform verkooptekening. Het leveren en monteren van een vorstvrije buitenkraan met slangwartel 1/2 en losse sleutel. De kraan wordt geplaatst op de achtergevel nabij de achterdeur en wordt aangesloten op de koudwaterinstallatie. De kraan hoeft in de winterperiode niet afgesloten / afgetapt te worden. Wel moet een eventueel aangesloten tuinslang afgekoppeld worden. Tappunten warmwater Kunststof waterleiding Keuken, douche, en wastafel in badkamer De warmwaterleidingen worden vanaf de warmtepomp in de woning aangebracht naar de douchehoek, bad (indien aanwezig), wastafel en de plaats voor de spoelbak van de optionele keukeninrichting. In het geval er sprake is van twee of meer badruimten zijn de in SWK-garantieregeling genoemde waarden voor de hoeveelheid te onttrekken warmwater, alsmede het product van de hoeveelheid liters per minuut en de temperatuur in graden Celsius van het aan het tappunt onttrokken warmwater, niet van toepassing voor het gelijktijdig gebruik van tappunten. Lucht in de dienstleiding van het leverend waterbedrijf of het toepassen van snelsluitende kranen (voor sommige typen éénhendelmengkranen en elektronische vaatwas- of wasmachinekranen) kunnen waterslag veroorzaken. Dit is het zogenaamde ‘slaan’ van waterleidingen. De waterinstallatie in de woningen is niet ontworpen voor het gelijktijdig gebruik van warmtapwater.
Verwarmingsinstallatie Voor de berekening van de capaciteit van de centrale verwarmingsinstallatie gelden de berekeningsgrondslagen conform het normblad, dat op dit werk van toepassing is. De woning is voorzien van een warmtepomp installatie, deze is geplaatst in de installatiezone van uw woning. Nabij de warmtepomp installatie wordt een expansievat gemonteerd. Ten behoeve van de warmtepomp worden er op het perceel leidingen in de grond geboord. Deze leidingen zijn in staat om de ‘warmte’ uit de grond op te nemen en te transporteren naar de warmtepomp. Via een ingenieus systeem zorgt de warmtepomp ervoor dat de centrale verwarming de woning kan verwarmen, en dat er warm tapwater ter beschikking is. De centrale verwarmingsinstallatie wordt in de gehele woning uitgevoerd als lage temperatuur vloerverwarming. In de badkamer wordt een elektrische handdoekradiator geplaatst. De temperatuurregeling vindt plaats door middel van een kamerthermostaat in de woonkamer. De slaapkamers worden eveneens voorzien van een thermostaat. De elektrische radiator in de badkamer kan bedient worden via een opgebouwde temperatuur regeling. De centrale verwarmingsleidingen worden uitgevoerd in kunststof buis weggewerkt in de afwerkvloer, met uitzonderingen ter plaatse van de verdelers. De verdelers worden voorzien van een prefab omkasting, met uitzondering van de verdeler(s) in de trapkast/technische ruimte op de begane grond en de verdeler op zolder. Bij gelijktijdig functioneren van alle verwarmingsgroepen en bij gesloten ramen en deuren worden de volgende temperaturen gegarandeerd: • Woonkamer / eetkamer en keuken: 20 oC • Slaapkamer: 20 oC • Badkamer: 22 oC • Entree / hal / toilet: 15 oC • Zolder 15 oC Bij toepassing van vloerverwarming is de vloerafwerking een aandachtspunt. Veelal wordt gedacht dat bij gebruik van vloerverwarming uitsluitend gebruik gemaakt kan worden van een steenachtige vloerafwerking. Alhoewel een steenachtige vloerafwerking de meest optimale warmteafgifte garandeert, zijn houten en textiele vloerafwerkingen (zoals parket, kurk, bamboe, linoleum en tapijt) uitstekend mogelijk indien de Rc waarde van de afwerking (inclusief onderlaag) kleiner of gelijk is aan 0,05 m2K/W. Vraag hiervoor advies bij uw vloerenleverancier. Ten aanzien van de laag temperatuur vloerverwarming heeft Woningborg ermee ingestemd dat bij de berekeningen van de capaciteit van de verwarmingsinstallatie geen rekening is gehouden met een opwarmtijd bij een nacht verlaging. Laag temperatuur vloerverwarming is een continue verwarming en hoeft (’s nachts) niet lager te worden ingesteld. Bij oplevering van de woning ontvangt u een gebruikers instructie.
Aflevering en installatie 29.1 Leverancier zal, te zijner keuze, de programmatuur op het overeengekomen formaat gegevensdrager of, bij gebreke van afspraken daaromtrent, op een door leverancier te bepalen formaat gegevensdrager afleveren dan wel de programmatuur online aan klant voor aflevering beschikbaar stellen. Eventueel overeengekomen gebruikersdocumentatie wordt ter keuze van de leverancier in papieren dan wel digitale vorm in een door leverancier bepaalde taal verstrekt. 29.2 Uitsluitend indien zulks is overeengekomen, zal leverancier de programmatuur bij klant installeren. Bij gebreke van afspraken daaromtrent zal klant zelf de programmatuur installeren, inrichten, parametriseren, tunen en indien nodig de gebruikte apparatuur en gebruiksomgeving aanpassen.
Voorwerp en omvang van de verzekering Artikel 1 Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven voertuig in België veroorzaakt schadegeval. De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land van de Europese Unie, in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, in Bulgarije, in Hongarije, in IJsland, in Liechtenstein, op Malta, in Noorwegen, in Polen, in Roemenië, in San-Xxxxxx, in de Tsjechische Republiek, in de Slovaakse Republiek, in Slovenie, in Zwitserland, in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, 1, van de wet van 21 november 1989. Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorvoertuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent. In het geval het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet-tegenwerpbaarheid voorziet. De dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privé-terreinen. Artikel 2 Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven voertuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij haar persoonlijke borg tot ten hoogste 61.973,38 EUR voor het omschreven voertuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de maatschappij. Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug. Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing. Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de maatschappij, op haar eenvoudig verzoek, terug te betalen.