Elektrisch materieel. Ieder toestel dat op elektriciteit werkt en dat geen informaticamaterieel of elektronisch materieel is.
Elektrisch materieel. Enkel conform elektrisch materieel (CE-markering) mag op de werken aanwezig zijn en aangesloten worden met aangepaste stekkers op de daartoe voorziene verdeelborden. Voor buitenwerk moeten alle verbindingen (stekkers en stopcontacten) geschikt zijn voor het gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. Kabels moeten steeds afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging en – indien mogelijk – opgehangen worden. Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de algemeen geldende wetgeving. Elke elektrische werfinstallatie moet vooraf worden gekeurd door een EDTC. 4.2. Hef- en hijstoestellen en toebehoren Alle hef- en hijstoestellen en toebehoren (kettingen, haken, kabels ...) die voor de werken worden gebruikt, dienen voorzien te zijn van een geldig keuringsattest en bediend te worden door bekwame en gekwalificeerde werknemers. Dezelfde bepalingen gelden ook voor het gebruik van hoogwerkers.