FINANCIËLE INKOMSTEN. Interestopbrengsten van vorderingen van financiële leasings 0 0 Interestopbrengsten in het kader van financiering van de werken voor rekening van de huurders 0 0 Nettoverkoopopbrengsten op vorderingen van financiële leasings 0 0 Interestopbrengsten op voorschotten dochtervennootschappen 9 21 Ontvangen dividenden 0 0 Overige financiële inkomsten 0 0 Investeringskredieten - vlottende of vaste rente 0 0 Andere interestkosten 0 0
FINANCIËLE INKOMSTEN. Interestopbrengsten van vorderingen van financiële leasings 0 0 Interestopbrengsten in het kader van financiering van de werken voor rekening van de huurders 0 0 Nettoverkoopopbrengsten op vorderingen van financiële leasings 0 0 Nettoverkoopopbrengsten op verkocht van financiële activa 0 0 Interestopbrengsten op voorschotten dochtervennootschappen 0 0 Ontvangen dividenden 0 0 Overige financiële inkomsten 0 1 2020 2021 (x € 1.000) Investeringskredieten - vlottende of vaste rente 0 0 Andere interestkosten 0 0 2020 2021 (x € 1.000) Bankkosten en andere commissies 0 1 Rente op intercompany vorderingen 6 2 Overige - Interesten 0 10 2020 2021 (x € 1.000) BIJLAGE 16 - INKOMSTENBELASTING Vennootschapsbelasting 0 -6 Exit taks 0 0 Overige 0 0 2020 2021
FINANCIËLE INKOMSTEN. Het aandeel van de door de SCPI gerealiseerde financiële opbrengsten uit de belegging van de kasmiddelen is onderworpen aan de progressieve inkomstenbelasting (categorie effecten) en sociale lasten ter hoogte van 17,2% (op 1 januari 2018 van kracht zijnde tarief). Vanaf de uitkering ervan dient de beheermaatschappij een sinds 1 januari 2013 verplichte bronheffing toe te passen ter hoogte van 24%. Dit vormt een voorschot op de inkomstenbelasting en kan daarvan afgetrokken worden of eventueel terugbetaald ingeval de bronheffing hoger is dan de verschuldigde belasting. Aandeelhouders waarvan het fiscale referentie-inkomen van het voorlaatste jaar lager is dan € 25.000 voor een alleenstaande of € 50.000 voor al dan niet gehuwde samenwonenden kunnen verzoeken om vrijstelling van deze bronheffing door aan de beheermaatschappij een verklaring naar eer en geweten te doen toekomen waarin zij hun fiscale situatie vermelden (artikel 242 quater van de Code Général des Impôts (Algemene wet inzake Rijksbelastingen). Deze verklaring dient voor 30 november toegezonden te worden (of op het moment van inschrijving voor het eerste jaar) en jaarlijks vernieuwd te worden voor een toepassing vanaf 1 januari van het volgende jaar. Zo niet wordt de heffing toegepast op iedere aandeelhouder en op iedere nieuwe inschrijving. Degenen van wie de inkomsten uit deze beleggingen op jaarbasis niet hoger zijn dan € 2.000 kunnen kiezen voor een belasting tegen een bevrijdende vaste aanslag van 24%. Deze optie dient kenbaar gemaakt te worden tijdens de opgave van de inkomsten die men datzelfde jaar ontvangen heeft.