Inkomsten. De Uitgevende Instelling geniet inkomsten uit de maandelijkse leasevergoedingen en de restwaarde van de fietsen aan het einde van de looptijd van de leasecontracten. Inmiddels is opbrengst van de 1e obligatielening, die via DuurzaamInvesteren in de markt is gezet in december 2021, binnen 4 maanden succesvol volledig gebruikt voor de inkoop van 171 leasefietsen via HelloRider Finance B.V. 95% daarvan is een e-bike en de resterende 5% zijn Speed Pedelecs en overige fietsen. De absolute marge op de Speed Pedeles is hoger dan voor e-bikes. Relatief gezien heeft de e-bike een hogere marge. Door de lagere inkoopprijs van een e-bike, wordt er 1,83 e-bikes gekocht voor 1 Speed Pedelec. Een verschuiving in de mix van Speed Pedelec naar e-bikes heeft dus een positief effect op het totale resultaat. De inkomsten in de kasstroomprognose zijn gebaseerd op de geprognosticeerde groei van leasecontracten. In de onderstaande tabel is een prognose voor deze groei opgenomen. Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Aantallen nieuwe contracten 500 1.500 2.500 3.000 3.000 Retentie contracten (50%) - - - 250 750 Aflopende contracten - - - -500 -1.500 Bovenstaande prognose is het base case scenario van de Uitgevende Instelling. De prognose voor jaar 1 wordt beïnvloed door voornamelijk twee factoren: automatisering van het verkoopproces en schaarste in de fietsmarkt. Het meest positieve scenario is 750 leasecontracten in jaar 1 en meest conservatieve scenario is 150 leasecontracten in dat jaar. HelloRider heeft met haar 3 proposities een marktaandeel van ca. 10% in 2021 (gebaseerd op berekeningen door HelloRider aan de hand van CBS statistieken) en voorziet een marktaandeel van ca. 34% over vijf jaar. De Uitgevende Instelling rekent met een gemiddelde omzet voor leasecontracten waarbij wordt uitgegaan van een mix van 80% E-Bike en 20% Speed Pedelec. De brutomarge voor zowel een E-Bike als een Speed Pedelec bedraagt €180 voor de Uitgevende Instelling. Resultaat technisch wordt deze brutomarge verspreid over 36 maanden, maar in de kasstroom worden de fietsen voorgefinancierd. De inkomsten lopen gelijk aan de omzet, omdat de werkgevers/klanten maandelijks de vergoedingen betalen. De maandelijkse leasetarieven zijn marktconform. Aan het einde van de leasecontracten (na 36 maanden) wordt de fiets door de Uitgevende Instelling tegen een vooraf vastgesteld bedrag verkocht aan HelloRider B.V. onder de terugkoopgarantie. HelloRider B.V. verkoopt op haar beurt de fiets aan de berijder, de dealer...
Inkomsten. De verwachte inkomsten van de Uitgevende Instelling bestaat uit de volgende onderdelen: ▪ Verkoop van de door het Zonnepark opgewekte elektriciteit; ▪ Verkoop van de bijbehorende Garanties van Oorsprong (GVO’s); ▪ SDE+ subsidie In de tabel in paragraaf 6.2 (Kasstroom prognose van de Uitgevende Instelling) zijn bovenstaande elementen als een jaarlijks som weergegeven. Het Zonnepark gebruikt zonne-energie om elektriciteit op te wekken. De verwachte jaarlijkse, gemiddelde hoe- veelheid elektriciteit die door het Zonnepark als geheel zal worden geproduceerd in het eerste volledige produc- tiejaar bedraagt 12,342 MWh. Met uitzondering van het eerste jaar waarin het Zonnepark nog deels geïnstalleerd moet worden verwacht de Uitgevende Instelling jaarlijks een vergelijkbare hoeveelheid elektriciteit op te wek- ken, gecorrigeerd voor een te verwachten beperking van de productie van de zonnepanelen (degradatie) van 0,25% per jaar. Bovenstaande verwachting is gebaseerd op een “Yield analyse” uitgevoerd door twee onafhankelijke technische consultants (Meteo Control en SolPEG). In de prognose is het gemiddelde genomen tussen de uit beide analyses voortkomende verwachtte opwek.
Inkomsten. 1. Het A&O-fonds Waterschappen wordt gefinancierd door middel van een jaarlijkse bijdrage van de werkgevers zoals vastgelegd in de cao A&O-fonds Waterschappen.
Inkomsten. De Uitgevende Instelling heeft drie bronnen van inkomsten: gebruik van openbare toiletgebouwen, tipping fees voor de afstort van afvalwater en de verkoop van compost. Jaar 1 gedurende de Looptijd (hierna spreken we van loopjaren) wordt als een aanloopjaar gezien. De bestaande compostinstallatie wordt opgeschaald. De zuiveringsinstallatie wordt verscheept vanuit Nederland en in Ghana geïnstalleerd. Zij is naar verwachting binnen 4 maanden operationeel. Zie specificatie van de planning in paragraaf 4.5 (Bouwplanning). Vanaf jaar 2 gedurende de Looptijd is de gehele installatie operationeel. Daarbij is rekening gehouden met: ▪ Een jaarlijkse stijging van de verkoopprijzen van 15%; de actuele verkoopprijzen van kunstmest zijn het afgelopen jaar gestegen met 62%. De Uitgevende Instelling heeft haar prijzen voor looptijd jaar 1 ook met 30% verhoogd. In de overige jaren verwacht de Uitgevende Instelling dat de verkoopprijzen wel zullen stijgen maar minder hard dan dat op dit moment het geval is. Om die reden voert de Uitgevende Instelling een jaarlijkse prijsstijging door voor 15%; ▪ Een jaarlijkse devaluatie van de Ghanese Cedi van 6,9% gedurende de Looptijd van de Obligatielening. Zie paragraaf 7.4 (Valuta effecten) voor de visie van de Uitgevende Instelling op de ontwikkeling van de wisselkoersen. Hieronder volgt een toelichting op de inkomsten: ▪ Toiletgebouwen (SaniStop) In 2018 heeft de Uitgevende Instelling twee openbare toiletgebouwen gebouwd: één in Nsawam en één in Manhean. Elk toiletgebouw heeft 15 heren- en 15 damestoiletten. De afgelopen jaren was het gemiddeld aantal bezoekers voor de gezamenlijke locaties 35.917 per maand á € 0,11 per bezoek (dit is een marktconforme prijs om een schoon toilet te bezoeken). Voorzichtigheidshalve gaat de Uitgevende Instelling ervan uit dat dit aantal in het eerste jaar van de Looptijd kan worden geëvenaard. Dat brengt in dat looptijdjaar € 51.976 op. Voor de looptijdjaren 2 t/m 5 verwacht de Uitgevende Instelling dat het aantal bezoekers zal doorgroeien tot 50.000 bezoekers per maand. De inkomsten lopen dan op van € 76.446 naar € 87.630 in jaar 4 en € 45.310 in jaar 5 (= half jaar). ▪ Tipping fees De Uitgevende Instelling heeft met RVO de afspraak om maandelijks 15.000 m3 afvalwater te verwerken. Deze 15.000 m3 is bepaald aan de hand van een deel van het verzorgingsgebied, groot circa 300.000 inwoners waarvan gemiddeld dagelijks minimaal 2,5 liter afvalwater zal worden per dag. De dagelijkse afvalwaterproductie kan ...
Inkomsten. Allereerst zijn de ontvangen inkomsten voor de bereikbaarheids- en beschikbaarheidsvoorzieningen geanalyseerd. De inkomsten voor de daadwerkelijke ongeplande zorglevering hebben niet alle respondenten kunnen aanleveren, aangezien deze geleverde uren niet bij elke aanbieder als zodanig geregistreerd worden. In totaal hebben de acht respondenten ca. 7 miljoen euro aan inkomsten opgegeven (zie figuur 2). Op basis hiervan zouden de totale landelijke inkomsten 30 tot 55 miljoen euro bedragen (voor methode opschaling, zie bijlage 3). Het grootste deel van deze financiering komt uit afspraken met het zorgkantoor1 (33%), private bijdrage van cliënten (31%) en de beleidsregel zorginfrastructuur (25%). Overig Afspraak met zorgkantoor Extrapolatie overige zorgaanbieders Opschalingsfactor = 4 – 8 zorginfrastructuur 25% 31% Private bijdrage Inkomsten respondenten
Inkomsten. Aandeelhouders die als natuurlijke personen hun aandelen bezitten in het kader van hun privévermogen Inkomsten uit grondeigendom in het buitenland Inkomsten uit grondeigendom in Frankrijk
Inkomsten. De omzet die in bovenstaande financiële prognose is opgenomen, is volledig afkomstig uit de verhuur van de Portefeuille Groene Aggregaten. De bezettingsgraad in het afgelopen volle jaar van operatie van alle Model 45 Xxxxxx Xxxxxxxxxx (14 stuks) van Maru Systems International (2021) lag op ca. 84%. Over het komende jaar verwacht de Uitgevende Instelling een bezettingsgraad van ca. 85%. Deze stijging in bezettingsgraad wordt verwacht doordat de Uitgevende Instelling meer langlopende contracten zal afsluiten om met name in de dalmaanden een hogere bezettingsgraad te realiseren. Veiligheidshalve is de Uitgevende Instelling in de prognoses uit gegaan van een bezettingsgraad van 77%. Overigens, op het moment van publicatie van dit Informatiememorandum is de bezettingsgraad van de bestaande portefeuille huuraggregaten Model 45 89%. Bij een bezettingsgraad van 64% ontvangt de Uitgevende Instelling voldoende inkomsten om aan de Rente- en Aflossingsverplichting van de Obligatielening te voldoen zoals beschreven in paragraaf 6.4.5 (Effect bezettingsgraad op kasstromen). De in de prognose gehanteerde bezettingsgraad baseert zich op ervaringscijfers en is een inschatting van het management van de Uitgevende Instelling. Daarnaast is aangenomen dat de verhuurprijs van de Portefeuille Groene Aggregaten in de komende jaren op het huidige niveau blijft. Het is overigens zo dat door de sterke vraagontwikkeling, de Uitgevende Instelling de laatste tijd haar verhuurprijzen heeft kunnen verhogen. Het management verwacht dat de Uitgevende Instelling voor de komende jaren de huurprijzen verder zal kunnen verhogen. Dit is echter niet in de prognose meegenomen. De post ‘doorberekening kosten service’ die onder de omzet zijn opgenomen betreffen bijkomende kosten, zoals verhuurkosten, afleveringskosten, installatiekosten etc. Hieronder vallen ook de kosten die gemaakt moeten worden voor het opstellen van contracten en dergelijke met klanten. Deze werkzaamheden worden door de Uitgevende Instelling aan derden uitbesteed. Transport, wat ook onder deze post valt, wordt door een transportbedrijf uitgevoerd. Onderhoud en service en eventueel op locatie installeren waar dat nodig is, wordt door Maru Systems International uitgevoerd. Deze ‘doorberekening kosten service’ worden volledig aan de huurklant doorberekend. De door te berekenen verzekeringskosten betreffen kosten voor de verzekering van de Groene Aggregaten tegen diefstal, schade en brandschade, en voor de bedrijfsaansprakelijkheid...
Inkomsten. ▪ De Uitgevende Instelling ontvangt inkomsten uit de verkoop van elektriciteit (per kWh) en ontvangt inkomsten uit de verkoop van HBE’s (Hernieuwbare brandstof eenheden). Voor de verkoop van de HBE’s heeft zij een contract gesloten met Eflux, waarmee afname gegarandeerd wordt. ▪ De eerste 12 maanden verwacht de Uitgevende Instelling een afzet van 430 kWh per maand per Laadpaal. Dit heeft te maken met de vindbaarheid in de eerste maanden, met name vanwege het ‘lagging effect’ dat Laadpalen door het jaar heen geplaatst worden en niet allemaal tegelijk. – Uit ervaring blijkt dat het een enkele maanden kan duren voordat een Laadpalen door EV-rijders wordt gevonden; en – De verwachting is dat het aantal EV’s het komende jaar nog verder zal toenemen. Hoewel de verwachting is dat het aantal EV’s na 2022 nog verder zal gaan toenemen (en er dus ook meer geladen zal moeten worden), gaat OPCHARGE daar in de financiële prognose voorzichtigheidshalve niet vanuit. ▪ Op basis van haar ervaring met het beheer van haar reeds gerealiseerde Laadpalen verwacht de Uitgevende Instelling bij een operationele Laadpaal ná 3 maanden gemiddeld 6.000 kWh per jaar (500kWh per maand) per Laadpaal af te zetten, hetgeen overeenkomt met een omzet van €155,00 per laadpaal per maand. En verwacht zij dat het gebruik van de Laadpalen sterk zal blijven toenemen (7,0% per jaar). Ook wanneer deze toename niet gerealiseerd wordt verwacht de Uitgevende Instelling aan haar verplichting richting Obligatiehouders te kunnen blijven voldoen. – 6.000 kWh per laadpaal per jaar komt overeen met dagelijkse afzet van 16,43 kWh / laadpaal, waarmee 1 plugin hybride auto volledig, een Mini Electric voor de helft, een Hyundai Kona voor 1/4e en Tesla Model S voor ⅕ een kan worden opgeladen. Oftewel, één volledig laadsessie per laadpaal van een Tesla Model S of een Hyundai Kona in respectievelijk 5 en 4 dagen, is dekkend voor deze financiële prognose. – De inkomsten van de Uitgevende Instelling bestaan uit de in rekening gebrachte kosten voor gebruik van de Laadpalen door EV-rijders. De EV-rijders betalen respectievelijk €0,31 / kWh (ex. BTW) (zie voor meer informatie xxx.XXXXXXXX.xx). – Live data van de huidige operationele Laadpalen laat zien dat dit aan de conservatieve kant is. Zelfs in “Corona tijd” komt de afzet gemiddeld uit op ca. 550 kWh per maand per Laadpaal. ▪ Onderstaande tabel geeft de prestaties van de reeds operationele laadpalen van OPCHARGE SPV1 – een zustermaatschappij van de Uitgevende Instell...
Inkomsten. De verwachte inkomsten van de Uitgevende Instelling bestaan uit de lease-inkomsten voor het verleasen van de Portefeuille Duurzame Energiesystemen aan de particulieren die een woning in de Nieuwbouwprojecten hebben gekocht. Deze lease inkomsten zijn voor een periode van 30 jaar contractueel vastgelegd. Gedurende de contractduur kan zowel de Uitgevende Instelling als de lessee de overeenkomst niet opzeggen. Wanneer een bewoner gedurende de looptijd van het contract besluit te verhuizen dan is de bewoner verplicht bij verkoop van de koopwoning aan zijn rechtsopvolgers de verplichting tot het sluiten van de leaseovereenkomst met Celsias op te leggen, een en ander zoals nader bepaald in de koopovereenkomst en in de leveringsakte van de woning. Wanneer een woning leeg komt te staan dan blijft de bewoner die als laatste met Celsias een leaseovereenkomst heeft afgesloten verplicht om de maandelijkse leasebedragen te voldoen. In de prognose is uitgegaan van een oplever- en ingebruiknamedatum rondom mei 2022. Uitgaande van een Ingangsdatum van juli 2021 geniet de Uitgevende Instelling het grootste deel van het eerste jaar van de Looptijd geen lease-inkomsten. De lease inkomsten worden in de prognose, conform de voorwaarden in het contract, jaarlijks verhoogd met de inflatie (aangenomen op 2,0%). De aannemer en bewoners nemen bij 14 woningen de Duurzame Energiesystemen na oplevering over tegen kostprijs. De kosten die de Uitgevende Instelling voor deze Duurzame Energiesystemen maakt worden direct gefactureerd aan de aannemer en bewoners. De prognose voor uitgaven bevat de belangrijkste kosten die de Uitgevende Instelling jaarlijks moet maken om de Portefeuille Duurzame Energiesystemen te exploiteren. De uitgaven omvatten: ▪ Kosten voor beheer van de Portefeuille Duurzame Energiesystemen; ▪ Kosten voor onderhoud (preventief en correctief) van de Portefeuille Duurzame Energiesystemen; ▪ Kosten voor administratie van de Uitgevende Instelling en de Obligatielening; ▪ Reservering voor het vervangen van de warmtepompen in jaar 17 van de exploitatie; ▪ Verzekeringskosten; ▪ Inkoop van de Duurzame Energiesystemen die gelijk worden gekocht door de aannemer en bewoners (in jaar 1). De bovengenoemde uitgaven zijn voor het grootste deel langjarig vastgelegd en worden jaarlijks geïndexeerd met het inflatiecijfer zoals gepubliceerd door het CBS.
Inkomsten. De middelen van NEPF zijn afkomstig van: • de bijdragen die worden betaald in uitvoering van de pensioenstelsels die NEPF beheert; • de betalingen in uitvoering van het (de) financieringsplan(nen); • de stortingen in overeenstemming met het (de) beheersovereenkomst(en) tussen NEPF en de bijdragende ondernemingen; • de inkomsten van de beleggingen en van de activa aanwezig bij NEPF; • de inkomsten die voortvloeien uit het beheer van NEPF; • vergoedingen die NEPF ontvangt bij wijze van schadeloosstelling; • overdrachten van andere IBP’s, andere pensioeninstellingen of andere rechtspersonen actief in het verstrekken van pensioenuitkeringen; • de terugbetaling van onterecht betaalde bedragen; • terugbetalingen van belastingen, inhoudingen van sociale zekerheid of andere inhoudingen of vergoedingen; • schenkingen en legaten; • subsidies; • bedragen ontvangen in het kader van de herverzekering of van andere verzekeringscontracten of –regelingen; • diverse inkomsten, betalingen en bedragen ontvangen overeenkomstig de toepasselijke wettelijke, reglementaire en contractuele bepalingen.