Geldigheidsduur van de vismachtiging Voorbeeldclausules

Geldigheidsduur van de vismachtiging. De vismachtigingen hebben een geldigheidsduur van drie maanden, zes maanden of een jaar. Voor de bepaling van het begin van de geldigheidsduur wordt onder "een jaar" verstaan:
Geldigheidsduur van de vismachtiging. De geldigheidsduur van de vismachtigingen bedraagt één jaar en kan worden verlengd. Voor de bepaling van het begin van de geldigheidsduur wordt onder "jaarperiode" verstaan:
Geldigheidsduur van de vismachtiging. 6.1. De vismachtigingen worden opgesteld voor een jaarlijkse periode.
Geldigheidsduur van de vismachtiging. 15. De vismachtigingen voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en voor de vaartuigen voor de visserij met de hengel zijn geldig gedurende een jaarperiode. De vismachtigingen voor de diepzeebodemtrawlers zijn geldig gedurende een periode van drie maanden.
Geldigheidsduur van de vismachtiging. De geldigheidsduur van de vismachtigingen bedraagt één jaar en kan worden verlengd. Voor de bepaling van het begin van de geldigheidsduur wordt onder "jaarperiode" verstaan: in het eerste toepassingsjaar van het protocol, de periode tussen de datum van inwerkingtreding ervan en 31 december van hetzelfde jaar; vervolgens elk volledig kalenderjaar; in het laatste toepassingsjaar van het protocol, de periode tussen 1 januari en de datum waarop dit protocol afloopt.

Related to Geldigheidsduur van de vismachtiging

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.