Raad van Bestuur 8.1 De raad van bestuur bestaat uit ten minste twee natuurlijke personen, waarvan één als voorzitter en één als vice voorzitter optreedt. De leden van de raad van bestuur worden benoemd door de algemene vergadering uit een bindende voordracht, op te stellen door de raad van commissarissen. De bindende voordracht kan worden afgewezen door een besluit van de algemene vergadering, wanneer er, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 8, zoveel leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, dat tenminste drie/vierde gedeelte van het totaal aantal stemmen van alle ingeschreven leden kan worden uitgebracht, en het besluit wordt genomen met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Bij afwijzing van de voordracht dient de raad van commissarissen een nieuwe bindende voordracht op te stellen, waaromtrent op de volgende algemene vergadering beslist kan worden. Ook voor afwijzing daarvan geldt de bovenstaande regeling. 8.2 Leden van de raad van bestuur kunnen worden ontslagen of geschorst door de algemene vergadering, eveneens door een besluit met tenminste twee/ derde van de uitgebrachte stemmen, terwijl zoveel leden met inbegrip van vertegenwoordigers daarvan aanwezig zijn dat tenminste drie/vierde gedeelte van het totaal aantal stemmen van de ingeschreven leden kan worden uitgebracht. Leden van de raad van bestuur kunnen ook worden geschorst door de raad van commissarissen, door een besluit met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Indien een schorsing niet binnen een maand door een ontslag is gevolgd, is de geschorste van rechtswege in zijn functie hersteld. Een besluit tot schorsing wordt onverwijld onder opgave van redenen ter kennis gebracht van de overige organen en van de leden van de maatschappij. Indien een lid van de raad van bestuur wordt geschorst door de raad van commissarissen, dient de raad van commissarissen binnen een maand na het nemen van dit besluit een buitengewone algemene vergadering bijeen te roepen waarin de raad van commissarissen verantwoording aflegt over het besluit. 8.3 De raad van bestuur vertegenwoordigt de maatschappij, voor zover uit deze statuten niet anders voortvloeit. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur kan aan individuele leden van de raad van bestuur de bevoegdheid toekennen om de maatschappij zelfstandig te vertegenwoordigen op basis van volmacht, binnen daarbij aan te geven grenzen. De raad van bestuur is belast met het vaststellen van het beleid en het besturen van de maatschappij en heeft alle daartoe benodigde bevoegdheden. Tevens draagt hij zorg voor de dagelijkse gang van zaken in de maatschappij. Elk van de bestuursleden is bevoegd tot afgifte van Clubgaranties en/of bankgaranties. De raad van bestuur is gerechtigd aan medewerkers van de maatschappij de bevoegdheid te geven tot het afgeven van Clubgaranties en/of bankgaranties tot een door de raad van bestuur vast te stellen maximum bedrag. 8.4 De leden van de raad van bestuur maken onderling een verdeling van de bestuurstaken, neergelegd in een reglement. Aan één van de leden van de raad van bestuur wordt de taak opgedragen besluitvorming binnen de raad van bestuur op het punt van risicobeheer voor te bereiden. Het betreffende lid van de raad van bestuur kan zijn functie combineren met andere aandachtsgebieden, op voorwaarde dat hij of zijn geen individuele commerciële verantwoordelijkheid draagt voor en onafhankelijk functioneert van commerciële taakgebieden. Overigens geldt dat risicomanagement een kerntaak is van de raad van bestuur als geheel. 8.5 Tenminste jaarlijks wordt door de raad van bestuur een voorstel met betrekking tot de risicobereidheid van de maatschappij (dit wil zeggen de mate van redelijkerwijs voorzienbaar risico die de maatschappij gezien haar voorgenomen activiteiten bereid is te accepteren bij het nastreven van haar doelstellingen) ter goedkeuring aan de raad van commissarissen voorgelegd. Periodiek wordt een managementrapportage aan de raad van commissarissen uitgebracht. Het overleg met de raad van commissarissen wordt nader uitgewerkt in een reglement. De raad van bestuur draagt tevens zorg voor de inrichting van een Product Goedkeuringsproces (dit wil zeggen de procedure die een verzekeringsproduct doorloopt voordat dat product kan worden geïntroduceerd) en is verantwoordelijk voor het adequaat functioneren daarvan. 8.6 De raad van bestuur draagt zorg voor de instelling van een interne auditfunctie. 8.7 Alle bestuursleden tekenen een moreel-ethische verklaring. 8.8 Bij verschil van mening tussen de bestuursleden wordt advies gevraagd aan de raad van commissarissen. 8.9 Onverminderd het bepaalde in de wet en elders in deze statuten is voor de volgende bestuursbesluiten de voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen vereist: a het aangaan of verbreken van duurzame contractuele samenwerking van de maatschappij met een andere onderneming voor zover hiermee een relevante invloed op de solvabiliteit gemoeid is, het oprichten van een nieuwe onderneming, en het deelnemen in of afstoten dan wel verminderen van een bestaande deelneming in een andere onderneming; b de overeenkomst tussen de maatschappij en de management company met inbegrip van veranderingen daarin, alsmede een deelneming van de management company in een andere onderneming of het oprichten door de management company van een andere onderneming; c een voorstel tot wijziging van de statuten; d een voorstel tot ontbinding van de maatschappij;
Onbevoegd besturen Houdt het juridisch meningsverschil verband met het onbevoegd besturen van de boot? Dan krijgt u geen rechtsbijstand, behalve: Instaan voor anderen of vorderingen van anderen
Technische en beroepsbekwaamheid Selectiecriteria zoals vermeld in de aanbestedingsstukken
Stuurgroep 1. Partijen stellen een Stuurgroep in voor de samenwerking tussen Partijen in deze Regio Deal. Overleg met het Rijk vindt plaats op de in artikel 7 van de Regio Deal beschreven wijze. 2. De Stuurgroep bestaat uit de vertegenwoordiger vanuit het college van Gedeputeerde Staten van de Provincies en de vertegenwoordigers uit elk van de colleges van burgemeester en wethouders van de Gemeenten. Partijen dragen er zorg voor dat hun vertegenwoordigers over een toereikend mandaat beschikken, om te beslissen tot een voorstel voor de besteding van de middelen als bedoeld in artikel 5 van deze overeenkomst. In de Stuurgroep worden maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en bedrijven vertegenwoordigd door een lid, die deelneemt zonder last en of ruggenspraak. 3. De voorzitter van de Stuurgroep is de gedeputeerde Regio Deals van de provincie Drenthe. 4. De Stuurgroep besluit op advies van het Expertteam of de ingediende projectinitiatieven in aanmerking komen voor een bijdrage op grond van de Regio Deal. Het besluit van de Stuurgroep geldt als een zwaarwegend advies aan het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe, waarvan niet zondermeer kan worden afgeweken. Afwijking is enkel mogelijk in geval van strijdigheid met geldende wet- en regelgeving.2 2 5. De Stuurgroep draagt zorg voor: a. het bewaken van de randvoorwaarden en de afspraken ten aanzien van de uitvoering van de Regio Deal, waaronder de integrale afweging van de verschillende belangen binnen de regio Zuid Oost Drenthe; b. het doen uitvoeren van de Regio Deal door Partijen en de vertaling daarvan in jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s en bestedingsplannen. De programmadirecteur geeft in opdracht van de Stuurgroep uitvoering aan deze taak en legt hierover verantwoording af aan de Stuurgroep; c. het in brede zin informeren over en betrekken van Partijen bij de uitvoering van de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe en waar nodig het afstemmen met andere betrokken partijen en andere regionale samenwerkingspartners en/of relevante stakeholders. Deze taak is in opdracht van de Stuurgroep belegd bij de programmadirecteur; d. de inhoudelijke en financiële verantwoording van de afgesloten jaarprogramma’s voor partijen en de voortgangsrapportages zoals bedoeld in artikel 8 van de Regio Deal; e. de monitoring en evaluatie van de uitvoering van de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe als bedoeld in artikel 8 van de Regio Deal; f. de coördinatie van de communicatie over de Regio Deal; g. de coördinatie richting het Rijk, in het bijzonder richting BZK en het voorbereiden van het Rijk-Regio-overleg zoals bedoeld in artikel 7 van de Regio Deal. 6. De Stuurgroep vergadert ten minste tweemaal per jaar, waaronder in ieder geval in de eerste helft van mei, ten behoeve van de bespreking van de in artikel 8 van de Regio Deal bedoelde jaarlijkse voortgangsrapportage Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe. 7. De Stuurgroep beslist bij unanimiteit van stemmen van de leden die bij de vergadering aanwezig zijn. Voor het nemen van beslissingen is de aanwezigheid vereist van ten minste 6 leden, waaronder in ieder geval de Provincie Drenthe als Regiokassier. Bij verhindering van de vertegenwoordiger van de Provincie Drenthe zal de Provincie Drenthe zorgdragen dat in zijn vervanging wordt voorzien. Wanneer de stemmen staken en er is voorzien dat er daardoor ernstige vertraging in de uitvoering van de Regio Deal optreedt, zal bij meerderheid van stemmen besloten worden. 8. Partijen zijn gezamenlijk aansprakelijk voor de consequenties van de besluiten van de Stuurgroep 9. De programmadirecteur is opdrachtnemer van de Stuurgroep en draagt zorg voor uitvoering van de taken van de Stuurgroep. De programmadirecteur treedt op als secretaris van de Stuurgroep. 10. De Stuurgroep voorziet in zijn eigen werkwijze.
Bestuursvergaderingen 1. Het bestuur vergadert tenminste éénmaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee bestuursleden dit nodig achten. 2. De wijze en termijn van oproeping worden bij bestuursbesluit geregeld.
Privacy, gegevensverwerking en beveiliging 5.1 Indien leverancier dit van belang acht voor de uitvoering van de overeenkomst, zal cliënt leverancier desgevraagd onverwijld schriftelijk informeren over de wijze waarop cliënt uitvoering geeft aan zijn verplichtingen op grond van wetgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. 5.2 Cliënt vrijwaart leverancier voor aanspraken van personen van wie persoonsgegevens zijn geregistreerd of worden verwerkt in het kader van een persoonsregistratie die door cliënt wordt gehouden of waarvoor cliënt op grond van de wet anderszins verantwoordelijk is, tenzij cliënt bewijst dat de feiten die aan de aanspraak ten grondslag liggen uitsluitend aan leverancier toegerekend moeten worden. 5.3 De verantwoordelijkheid voor de gegevens die met gebruikmaking van een door leverancier verleende dienst worden verwerkt, ligt uitsluitend bij cliënt. Cliënt staat er jegens leverancier voor in dat de inhoud, het gebruik en/of de verwerking van de gegevens niet onrechtmatig zijn en geen inbreuk maken op enig recht van een derde. Cliënt vrijwaart leverancier tegen elke rechtsvordering van derden, uit welke hoofde dan ook, in verband met deze gegevens of de uitvoering van de overeenkomst. 5.4 Indien leverancier op grond van de overeenkomst gehouden is tot het voorzien in een vorm van informatiebeveiliging, zal die beveiliging beantwoorden aan de specificaties betreffende beveiliging zoals tussen partijen schriftelijk overeengekomen. Leverancier staat er nimmer voor in dat de informatiebeveiliging onder alle omstandigheden doeltreffend is. Indien een uitdrukkelijk omschreven beveiliging in de overeenkomst ontbreekt, zal de beveiliging voldoen aan een niveau dat, gelet op de stand van de techniek, de gevoeligheid van de gegevens en de aan het treffen van de beveiliging verbonden kosten niet onredelijk is. 5.5 Indien bij de uitvoering van de overeenkomst of anderszins gebruik wordt gemaakt van computer-, data- of telecommunicatiefaciliteiten is leverancier gerechtigd cliënt toegangs- of identificatiecodes toe te wijzen. Leverancier is gerechtigd toegewezen toegangs- of identificatiecodes te wijzigen. Cliënt behandelt de toegangs- en identificatiecodes vertrouwelijk en met zorg en maakt deze slechts aan geautoriseerde personeelsleden kenbaar. Leverancier is nimmer aansprakelijk voor schade of kosten die het gevolg zijn van gebruik of misbruik dat van toegangs- of identificatiecodes wordt gemaakt, tenzij het misbruik mogelijk is geweest als rechtstreeks gevolg van een handelen of nalaten van leverancier.
Onderwerp en opdracht Verwerkersovereenkomst 1. Deze Verwerkersovereenkomst is van toepassing op de Verwerking van Persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. 2. De Onderwijsinstelling geeft Verwerker conform artikel 28 AVG opdracht en Instructies om Persoonsgegevens te verwerken namens de Onderwijsinstelling. De Instructies van de Onderwijsinstelling kunnen onder meer nader omschreven zijn in deze Verwerkersovereenkomst en de Product- en Dienstenovereenkomst. 3. De bepalingen uit de Verwerkersovereenkomst gelden voor alle Verwerkingen zoals opgenomen in Bijlage 1, die plaatsvinden ter uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. Verwerker brengt Onderwijsinstelling onverwijld op de hoogte indien Verwerker reden heeft om aan te nemen dat Verwerker niet langer aan de Verwerkersovereenkomst kan voldoen.
Persoonlijke gegevens schenker Vul uw eigen achternaam en al uw voornamen (voluit) in. Uw persoonlijke gegevens worden strikt vertrouwelijk verwerkt. De schenker dient minimaal 18 jaar te zijn.
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1. Het begin en het einde van het dienstverband moeten bepaald zijn in de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur is verstreken, dus zonder dat voorafgaande opzegging vereist is. De aanzegplicht is vermeld in artikel 15 van deze cao. 2. Werkgever en werknemer kunnen een keten van maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten, die samen niet langer duren dan 36 maanden. Om een nieuwe keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten te kunnen starten moet er een periode van langer dan 6 maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten zijn gelegen. 3. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden opgezegd als deze mogelijkheid in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze opzeggingsmogelijkheid van toepassing.
Zwangerschaps- en bevallingsverlof Conform artikel 3:1 WAZO hebben zwangere werkneemsters recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Het recht op zwangerschapsverlof gaat in tussen 6 en 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum. Het zwangerschapsverlof loopt tot en met de dag van bevalling. Vanaf dat moment gaat het bevallingsverlof lopen. In totaal heeft de werkneemster recht op minimaal 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof, waarbij het bevallingsverlof minimaal 10 weken duurt. De werkneemster heeft het recht om het bevallingsverlof flexibel op te nemen. Direct na de bevalling moet er in ieder geval 6 weken bevallingsverlof worden genoten. De werkneemster kan er voor kiezen om het restant, eventueel gespreid, op een later tijdstip, tot uiterlijk 30 weken na de bevallingsdatum op te nemen. Het verzoek om spreiding van het bevallingsverlof moet uiterlijk 3 weken na de bevalling bij de werkgever zijn ingediend. De werkgever kan dit verzoek afwijzen wegens zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.