Common use of Globale evolutie Clause in Contracts

Globale evolutie. De huurdersbonden telden eind 2021 419 collectieve leden. In ruil voor het collectief lidgeld verkrijgen deze leden volgende service: - onbeperkt onmiddellijk juridisch advies via telefoon of mail over huurdossiers; - in ruil 5 of 10 lidkaarten (of een meervoud) voor individuele doorverwijzing naar de huurdersbond (juridisch advies). Deze doorverwezen personen worden volwaardig individueel lid, maar hoeven zelf geen lidgeld te betalen; - terugkoppeling van het verstrekte huuradvies aan het doorverwijzend collectief lid wanneer de persoon hiermee instemt; - het Huurdersblad; - huurcursus op maat om een eerste eenvoudig advies te kunnen verstrekken; - huurboeken tegen verminderd tarief. Deze werkwijze is gelijkaardig bij alle huurdersbonden. De huurdersbonden verbinden zich er in het subsidiebesluit toe om extra inspanningen te leveren naar lokale besturen toe. Ook werken zij een cursus uit waarbij onderscheid gemaakt wordt in huurvragen die in front-office (huisvestingdienst, OCMW’s) kunnen behandeld worden en in back-office (Huurdersbond), in functie van een bijdrage aan het éénloketsysteem. In onderstaande tabel geven we de evolutie weer van het collectief ledenbestand van de Vlaamse huurdersbonden over de periode 2017-2021. XX Xxxxxxxxx 56 50 51 46 53 HB Oost-Vlaanderen 000 000 000 000 000 XX Xxxx-Xxxxxxxxxx 105 106 108 97 95 HS Limburg* 50 59 62 68 41 HB Vlaams-Brabant 81 58 78 68 51 Stpt Waasland 25 21 24 20 20 Stpt Turnhout 28 29 27 28 26 In 1995, toen het systeem van collectieve abonnementen werd ingevoerd, bedroeg het aantal collectieve leden 107. Ondertussen bedraagt het aantal collectieve leden 419, bijna 4 keer zoveel. Ten opzichte van 2020 zien we opnieuw een sterke daling. Dat heeft vooral te maken met een daling in Limburg en in Vlaams- Brabant. In Limburg heeft dit te maken met de beperktere dienstverlening in 2021, in Vlaams-Brabant heeft dit vooral te maken met de ledenadministratie. Ook de coronacrisis woog nog steeds zwaar door. Ook hier zien we over alle huurdersbonden en over de jaren heen wisselende cijfers waarmee men echter zeer voorzichtig moet omgaan. Immers een aantal deelwerkingen van welzijnsorganisaties zijn intussen gefusioneerd. Daarom hebben bijvoorbeeld Huurdersbond Antwerpen en steunpunt Turnhout hun systeem van collectieve abonnementen aangepast. Grote OCMW’s en CAW’s kunnen tegen een ruimer jaarlijks lidgeld onbeperkt bellen en juridisch advies inwinnen. Achter het aantal collectieve leden gaat dus een proces schuil van zeer veel fusies van de welzijnsorganisaties tot grotere entiteiten. Zeer veel kleine vzw’s en eerstelijnsdienten, diensten bijzondere jeugdzorg, JAC’s, … waren individueel lid, maar fusioneerden over de jaren heen in CAW’s of andere grotere organisaties. Ook de diensten die advies verlenen aan vreemdelingen kenden een fusiebeweging. Ondertussen werd ook de werking van het OCMW in de gemeente ingebed. Om te weten hoeveel collectieve leden nauw verbonden zijn met lokale besturen, hebben we een zicht nodig op wie deze collectieve leden zijn. We rekenen OCMW-werkingen, stads- of gemeentebesturen of -diensten en woonwinkels als lokale besturen. Op deze manier kunnen we zicht krijgen of we erin slagen de adviesfunctie van lokale besturen te ondersteunen en of we hierin een positieve evolutie kunnen onderkennen. We zien dat ongeveer de helft van de collectieve leden gelinkt zijn aan een lokaal bestuur. Naast de vermelde categorieën, zien we nog een aanzienlijke categorie ‘Andere’. Daaronder verstaan we onder meer: CAW’s en/of hun deelwerkingen, intercommunales, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, opbouwwerk, psychiatrische centra of ziekenhuizen, universiteiten, sociale verhuurkantoren, buurtwerkingen, integratiecentra, ziekenfondsen, tewerkstellings-initiatieven, werkgelegenheidsbureaus, wijkgezondheidscentra, vluchtelingenwerkingen, vluchthuizen, jeugdzorg, vakbonden, … . Via de website ‘Provincie in cijfers’ hebben we eindelijk zicht op het aantal huurders per provincie. We stellen echter een groot verschil vast tussen deze cijfers en de gegevens die we uit onderzoek van het steunpunt wonen bekomen. Dat heeft te maken met de databron die gebruikt wordt. De ontsluiting van deze cijfers opgedeeld naar provincie is nuttig, maar blijft inaccuraat. Het is onbegrijpelijk dat we tot op heden nog steeds geen correct beeld hebben van het aantal huurders in Vlaanderen en de plaats waar ze wonen. In de gegevens van de Provincie in cijfers, worden eigenaars gedefinieerd als huishoudens die gedomicilieerd zijn in een woongelegenheid die in zijn/haar eigendom is. Huurders worden gedefinieerd als huishoudens die gedomicilieerd zijn in een woongelegenheid waarvan het niet de eigenaar is. Bij gebrek aan deze cijfers de afgelopen jaren per provincie, maakten we toen zelf een inschatting op basis van de achterhaalde socio-economische enquête van 2001 in combinatie met de gegevens uit de woonsurvey 2018. Met de ontsluiting van deze nieuwe gegevens, beslissen we om ondanks zijn gebreken, deze vanaf nu toch als uitgangspunt te hanteren. Xxxxxxxxx 000.000 Xxxx-Xxxxxxxxxx 213.313 West-Vlaanderen 163.826 Xxxxxx-Xxxxxxx 000.000 Xxxxxxx 97.932 Via gegevens uit de gemeente- en stadsmonitor kunnen we dus wel op lokaal niveau inschatten hoeveel huurders er zijn. In het kaartje hieronder van de website ‘provincie in cijfers’ (2021) zien we mooi de plaatsen waar het aandeel huurders hoger of lager is. Vooral in de Gent, Antwerpen, Leuven Oostende, Hasselt en Genk zien we een grote huurderspopulatie. Aan de kust en in het gebied rond de grootste steden zien we eveneens een behoorlijk groot aandeel huurders. In de eerder landelijke gemeentes zien we dan weer een veel lager aandeel huurders. Hieronder zien we een kaartje met het absolute aantal huurders per gemeente. Wanneer we de huurderspopulatie analyseren tegenover de andere eigendomstitels, dan zien we een gedeeltelijk gelijkaardig beeld opduiken.

Appears in 1 contract

Samples: huurdersplatform.be

Globale evolutie. De huurdersbonden telden eind 2021 419 2022 387 collectieve leden. In ruil voor het collectief lidgeld verkrijgen deze leden volgende service: - onbeperkt onmiddellijk juridisch advies via telefoon of mail over huurdossiers; - in ruil 5 of 10 lidkaarten (of een meervoud) voor individuele doorverwijzing naar de huurdersbond (juridisch advies). Deze doorverwezen personen worden volwaardig individueel lid, maar hoeven zelf geen lidgeld te betalen; - terugkoppeling van het verstrekte huuradvies aan het doorverwijzend collectief lid wanneer de persoon hiermee instemt; - het Huurdersblad; - huurcursus op maat om een eerste eenvoudig advies te kunnen verstrekken; - huurboeken tegen verminderd tarief. Deze werkwijze is gelijkaardig bij alle huurdersbonden. De huurdersbonden verbinden zich er in het subsidiebesluit toe om extra inspanningen te leveren naar lokale besturen toe. Ook werken zij een cursus uit waarbij onderscheid gemaakt wordt in huurvragen die in front-office (huisvestingdienst, OCMW’s) kunnen behandeld worden en in back-office (Huurdersbond), in functie van een bijdrage aan het éénloketsysteem. In onderstaande tabel geven we de evolutie weer van het collectief ledenbestand van de Vlaamse huurdersbonden over de periode 20172018-20212022. XX Xxxxxxxxx 56 50 51 46 53 79 HB Oost-Vlaanderen 000 000 000 182 179 147 000 000 XX Xxxx-Xxxxxxxxxx 105 106 108 97 95 94 HS Limburg* 50 Limburg 59 62 68 41 26 HB Vlaams-Brabant 81 58 78 68 51 Stpt Waasland 25 21 24 20 20 Stpt Turnhout 28 29 27 28 26 56 In 1995, toen het systeem van collectieve abonnementen werd ingevoerd, bedroeg het aantal collectieve leden 107. Ondertussen bedraagt het aantal collectieve leden 419, bijna 4 keer zoveel387. Ten opzichte van 2020 2021 zien we opnieuw een sterke dalinglichte stijging. Dat heeft vooral te maken met een De daling in Limburg en in Vlaams- Brabant. In Limburg heeft dit te maken met de beperktere dienstverlening in 2021, in Vlaams-Brabant heeft dit vooral te maken met de ledenadministratie. Ook de coronacrisis woog nog steeds zwaar door2021 was dan ook erg uitgesproken. Ook hier zien we over alle huurdersbonden en over de jaren heen wisselende cijfers waarmee men echter zeer voorzichtig moet omgaan. Immers een aantal deelwerkingen van welzijnsorganisaties zijn intussen gefusioneerd. Daarom hebben heeft bijvoorbeeld Huurdersbond Antwerpen en steunpunt Turnhout hun haar systeem van collectieve abonnementen aangepast. Grote OCMW’s en CAW’s kunnen tegen een ruimer jaarlijks lidgeld onbeperkt bellen en juridisch advies inwinnen. Achter het aantal collectieve leden gaat dus een proces schuil van zeer veel fusies van de welzijnsorganisaties tot grotere entiteiten. Zeer veel kleine vzw’s en eerstelijnsdienten, diensten bijzondere jeugdzorg, JAC’s, … waren individueel lid, maar fusioneerden over de jaren heen in CAW’s of andere grotere organisaties. Ook de diensten die advies verlenen aan vreemdelingen kenden een fusiebeweging. Ondertussen werd ook de werking van het OCMW in de gemeente ingebed. Om te weten hoeveel collectieve leden nauw verbonden zijn met lokale besturen, hebben we een zicht nodig op wie deze collectieve leden zijn. We rekenen OCMW-werkingen, stads- of gemeentebesturen of -diensten en woonwinkels als lokale besturen. Op deze manier kunnen we zicht krijgen of we erin slagen de adviesfunctie van lokale besturen te ondersteunen en of we hierin een positieve evolutie kunnen onderkennen. We zien dat ongeveer de helft van de collectieve leden gelinkt zijn aan een lokaal bestuur. Naast de vermelde categorieën, zien we nog een aanzienlijke categorie ‘Andere’. Daaronder verstaan we onder meer: CAW’s en/of hun deelwerkingen, intercommunales, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, opbouwwerk, psychiatrische centra of ziekenhuizen, universiteiten, sociale verhuurkantoren, buurtwerkingen, integratiecentra, ziekenfondsen, tewerkstellings-initiatieven, werkgelegenheidsbureaus, wijkgezondheidscentra, vluchtelingenwerkingen, vluchthuizen, jeugdzorg, vakbonden, … . Via de website ‘Provincie in cijfers’ hebben we eindelijk zicht op het aantal huurders per provincie. We stellen echter een groot verschil vast tussen deze cijfers en de gegevens die we uit onderzoek van het steunpunt wonen bekomen. Dat heeft te maken met de databron die gebruikt wordt. De ontsluiting van deze cijfers opgedeeld naar provincie is nuttig, maar blijft inaccuraat. Het is onbegrijpelijk dat we tot op heden nog steeds geen correct beeld hebben van het aantal huurders in Vlaanderen en de plaats waar ze wonen. In de gegevens van de Provincie in cijfers, worden eigenaars gedefinieerd als huishoudens die gedomicilieerd zijn in een woongelegenheid die in zijn/haar eigendom is. Huurders worden gedefinieerd als huishoudens die gedomicilieerd zijn in een woongelegenheid waarvan het niet de eigenaar is. Bij gebrek aan deze cijfers de afgelopen jaren per provincie, maakten we toen zelf een inschatting op basis van de achterhaalde socio-economische enquête van 2001 in combinatie met de gegevens uit de woonsurvey 2018. Met de ontsluiting van deze nieuwe gegevens, We beslissen we om ondanks zijn gebreken, deze vanaf nu cijfers over Vlaanderen toch als uitgangspunt te hanteren. Xxxxxxxxx 000.000 Xxxx-Xxxxxxxxxx 213.313 West-Vlaanderen 163.826 Xxxxxxx 00.000 Xxxxxx-Xxxxxxx 000.000 Xxxxxxx 97.932 137.234 Via gegevens uit de gemeente- en stadsmonitor kunnen we dus wel op lokaal niveau inschatten hoeveel huurders er zijn. In het kaartje hieronder van de website ‘provincie in cijfers’ (2021) zien we mooi de plaatsen waar het aandeel huurders hoger of lager is. Vooral in de steden Gent, Antwerpen, Leuven Leuven, Oostende, Hasselt en Genk zien we een grote huurderspopulatie. Aan de kust en in het gebied rond de grootste steden zien we eveneens een behoorlijk groot aandeel huurders. In de eerder landelijke gemeentes zien stellen we dan weer een veel lager aandeel huurdershuurders vast. Hieronder zien we een kaartje met het absolute aantal huurders per gemeente. Wanneer we de huurderspopulatie analyseren tegenover de andere eigendomstitels, dan zien we een gedeeltelijk gelijkaardig beeld opduiken.

Appears in 1 contract

Samples: huurdersplatform.be

Globale evolutie. De huurdersbonden telden eind 2021 419 2017 523 collectieve leden. In ruil voor het collectief lidgeld verkrijgen deze leden volgende service: - onbeperkt onmiddellijk juridisch advies via telefoon of mail over huurdossiers; - in ruil 5 of 10 lidkaarten (of een meervoud) voor individuele doorverwijzing naar de huurdersbond (juridisch advies). Deze doorverwezen personen worden volwaardig individueel lid, maar hoeven zelf geen lidgeld te betalen; - terugkoppeling van het verstrekte huuradvies aan het doorverwijzend collectief lid wanneer de persoon hiermee instemt; - het Huurdersblad; - huurcursus op maat om een eerste eenvoudig advies te kunnen verstrekken; - huurboeken tegen verminderd tarief. Deze werkwijze is gelijkaardig identiek bij alle huurdersbonden. De huurdersbonden verbinden zich er in met het nieuw subsidiebesluit toe om extra inspanningen te leveren naar lokale besturen toebesturen. Ook werken zij een cursus uit waarbij onderscheid gemaakt wordt in huurvragen die in front-office (huisvestingdienst, OCMW’s) kunnen behandeld worden en in back-office (Huurdersbond), in functie van een bijdrage aan het éénloketsysteeméénloket-systeem. In onderstaande tabel geven we de evolutie weer van het collectief ledenbestand van de Vlaamse huurdersbonden over de periode 2013-2017-2021. XX Xxxxxxxxx 63 54 58 62 56 50 51 46 53 HB Oost-Vlaanderen 000 000 000 182 174 187 000 000 XX Xxxx-Xxxxxxxxxx 105 103 101 106 108 97 95 105 HS Limburg* 45 35 29 45 50 59 62 68 41 HB Vlaams-Brabant 73 62 88 75 81 58 78 68 51 Stpt Waasland 28 30 29 28 25 21 24 20 20 Stpt Turnhout 27 30 26 28 29 27 28 26 Totaal HB'en 521 486 522 535 523 Jaarl. % stijging -1,7 -6,72 7,4 2,49 -2,24 In 1995, toen het systeem van collectieve abonnementen werd ingevoerd, bedroeg het aantal collectieve leden 107. Ondertussen bedraagt het aantal collectieve leden 419523, bijna 4 meer dan vijf keer zoveel. Ten opzichte van 2020 2016 zien we opnieuw een sterke daling. Dat heeft vooral te maken kleine daling van het aantal collectieve leden met een daling in Limburg en in Vlaams- Brabant. In Limburg heeft dit te maken met de beperktere dienstverlening in 202112, in Vlaams-Brabant heeft dit vooral te maken met de ledenadministratie. Ook de coronacrisis woog nog steeds zwaar doorgoed voor 2,2%. Ook hier zien we over alle huurdersbonden en over de jaren heen wisselende cijfers waarmee men echter zeer voorzichtig moet omgaan. Immers een aantal deelwerkingen van welzijnsorganisaties zijn intussen gefusioneerd. Daarom hebben bijvoorbeeld Huurdersbond Antwerpen en steunpunt Turnhout hun systeem van collectieve abonnementen aangepast. Grote OCMW’s en CAW’s kunnen tegen een ruimer jaarlijks lidgeld van 250 euro onbeperkt bellen en juridisch advies inwinnen. Achter het aantal collectieve leden gaat dus een proces schuil van zeer veel vele fusies van de welzijnsorganisaties tot grotere entiteiten. Zeer veel vele kleine vzw’s en eerstelijnsdienten, diensten bijzondere jeugdzorg, JAC’s, … waren individueel lid, maar fusioneerden over de jaren heen in CAW’s of andere grotere organisaties. Ook de diensten die advies verlenen aan vreemdelingen kenden een fusiebeweging. Ondertussen werd ook Dit jaar valt vooral de werking daling op in Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Bij de stijgers noteren we Limburg en Vlaams-Brabant. Collectieve leden 150 100 50 2013 2014 2015 2016 2017 HB Antwerpen HB Oost-Vlaanderen HB West-Vlaanderen HS Limburg* HB Vlaams-Brabant Stpt Waasland Stpt Turnhout De consolidatie op een hoger niveau van het OCMW in collectief ledenbestand is belangrijk, nu met het nieuw subsidiebesluit de gemeente ingebed. Om te weten hoeveel collectieve leden nauw verbonden zijn met lokale besturen, hebben we een zicht nodig op wie deze collectieve leden zijn. We rekenen OCMW-werkingen, stads- of gemeentebesturen of -diensten en woonwinkels als lokale besturen. Op deze manier kunnen we zicht krijgen of we erin slagen ondersteuning van de adviesfunctie van de lokale besturen te ondersteunen en of we hierin een positieve evolutie kunnen onderkennen. We zien dat ongeveer de helft van de collectieve leden gelinkt zijn aan een lokaal bestuur. Naast de vermelde categorieën, zien we nog een aanzienlijke categorie ‘Andere’. Daaronder verstaan we onder meer: CAW’s en/of hun deelwerkingen, intercommunales, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, opbouwwerk, psychiatrische centra of ziekenhuizen, universiteiten, sociale verhuurkantoren, buurtwerkingen, integratiecentra, ziekenfondsen, tewerkstellings-initiatieven, werkgelegenheidsbureaus, wijkgezondheidscentra, vluchtelingenwerkingen, vluchthuizen, jeugdzorg, vakbonden, … . Via de website ‘Provincie in cijfers’ hebben we eindelijk zicht op het aantal huurders per provincie. We stellen echter een groot verschil vast tussen deze cijfers en de gegevens die we uit onderzoek van het steunpunt wonen bekomen. Dat heeft te maken met de databron die gebruikt wordt. De ontsluiting van deze cijfers opgedeeld naar provincie uitdrukkelijk is nuttig, maar blijft inaccuraat. Het is onbegrijpelijk dat we tot op heden nog steeds geen correct beeld hebben van het aantal huurders in Vlaanderen en de plaats waar ze wonen. In de gegevens van de Provincie in cijfers, worden eigenaars gedefinieerd als huishoudens die gedomicilieerd zijn in een woongelegenheid die in zijn/haar eigendom is. Huurders worden gedefinieerd als huishoudens die gedomicilieerd zijn in een woongelegenheid waarvan het niet de eigenaar is. Bij gebrek aan deze cijfers de afgelopen jaren per provincie, maakten we toen zelf een inschatting op basis van de achterhaalde socio-economische enquête van 2001 in combinatie met de gegevens uit de woonsurvey 2018. Met de ontsluiting van deze nieuwe gegevens, beslissen we om ondanks zijn gebreken, deze vanaf nu toch als uitgangspunt te hanteren. Xxxxxxxxx 000.000 Xxxx-Xxxxxxxxxx 213.313 West-Vlaanderen 163.826 Xxxxxx-Xxxxxxx 000.000 Xxxxxxx 97.932 Via gegevens uit de gemeente- en stadsmonitor kunnen we dus wel op lokaal niveau inschatten hoeveel huurders er zijn. In het kaartje hieronder van de website ‘provincie in cijfers’ (2021) zien we mooi de plaatsen waar het aandeel huurders hoger of lager is. Vooral in de Gent, Antwerpen, Leuven Oostende, Hasselt en Genk zien we een grote huurderspopulatie. Aan de kust en in het gebied rond de grootste steden zien we eveneens een behoorlijk groot aandeel huurders. In de eerder landelijke gemeentes zien we dan weer een veel lager aandeel huurders. Hieronder zien we een kaartje met het absolute aantal huurders per gemeente. Wanneer we de huurderspopulatie analyseren tegenover de andere eigendomstitels, dan zien we een gedeeltelijk gelijkaardig beeld opduikenopgenomen.

Appears in 1 contract

Samples: huurdersplatform.be

Globale evolutie. De huurdersbonden telden eind 2021 419 2023 407 collectieve leden. In ruil voor het collectief lidgeld verkrijgen deze leden volgende service: - onbeperkt onmiddellijk juridisch advies via telefoon of mail over huurdossiers; - in ruil 5 of 10 lidkaarten (of een meervoud) voor individuele doorverwijzing naar de huurdersbond (juridisch advies). Deze doorverwezen personen worden volwaardig individueel lid, maar hoeven zelf geen lidgeld te betalen; - terugkoppeling van het verstrekte huuradvies aan het doorverwijzend collectief lid wanneer de persoon hiermee instemt; - het Huurdersblad; - huurcursus op maat om een eerste eenvoudig advies te kunnen verstrekken; - huurboeken tegen verminderd tarief. Deze werkwijze is gelijkaardig bij alle huurdersbonden. De huurdersbonden verbinden zich er in het subsidiebesluit toe om extra inspanningen te leveren naar lokale besturen toe. Ook werken zij een cursus uit waarbij onderscheid gemaakt wordt in huurvragen die in front-office (huisvestingdienst, OCMW’s) kunnen behandeld worden en in back-office (Huurdersbond), in functie van een bijdrage aan het éénloketsysteem. In onderstaande tabel geven we de evolutie weer van het collectief ledenbestand van de Vlaamse huurdersbonden over de periode 20172019-20212023. XX Xxxxxxxxx 56 50 HB Antwerpen 51 46 53 79 78 HB Oost-Vlaanderen 000 000 000 000 000 XX Xxxx179 147 133 132 146 HB West-Xxxxxxxxxx 105 106 Vlaanderen 108 97 95 94 101 HS Limburg* 50 59 Limburg 62 68 41 26 22 HB Vlaams-Brabant 81 58 78 68 51 Stpt Waasland 25 21 24 20 20 Stpt Turnhout 28 29 27 28 26 56 60 Jaarl. % stijging +4,75 -10,4 -21,3 +3,75 +5,17 In 1995, toen het systeem van collectieve abonnementen werd ingevoerd, bedroeg het aantal collectieve leden 107. Ondertussen bedraagt het aantal collectieve leden 419, bijna 4 keer zoveel407. Ten opzichte van 2020 2022 zien we opnieuw een sterke dalingstijging. Dat heeft vooral te maken met Nadat we in 2021 een uitgesproken daling in Limburg en in Vlaams- Brabant. In Limburg heeft dit te maken met de beperktere dienstverlening in 2021zagen, in Vlaams-Brabant heeft dit vooral te maken met de ledenadministratie. Ook de coronacrisis woog nog steeds zwaar doorkunnen we stilaan spreken van een herstel. Ook hier zien we over alle huurdersbonden en over de jaren heen wisselende cijfers waarmee men echter zeer voorzichtig moet omgaan. Immers een aantal deelwerkingen van welzijnsorganisaties zijn intussen gefusioneerd. Daarom hebben heeft bijvoorbeeld Huurdersbond Antwerpen en steunpunt Turnhout hun haar systeem van collectieve abonnementen aangepast. Grote OCMW’s en CAW’s kunnen tegen een ruimer jaarlijks lidgeld onbeperkt bellen en juridisch advies inwinnen. Achter het aantal collectieve leden gaat dus een proces schuil van zeer veel fusies van de welzijnsorganisaties tot grotere entiteiten. Zeer veel kleine vzw’s en eerstelijnsdienten, diensten bijzondere jeugdzorg, JAC’s, … waren individueel lid, maar fusioneerden over de jaren heen in CAW’s of andere grotere organisaties. Ook de diensten die advies verlenen aan vreemdelingen kenden een fusiebeweging. Ondertussen werd ook de werking van het OCMW in de gemeente ingebed. Om te weten hoeveel collectieve leden nauw verbonden zijn met lokale besturen, hebben we een zicht nodig op wie deze collectieve leden zijn. We rekenen OCMW-werkingen, stads- of gemeentebesturen of -diensten en woonwinkels als lokale besturen. Op deze manier kunnen we zicht krijgen of we erin slagen de adviesfunctie van lokale besturen te ondersteunen en of we hierin een positieve evolutie kunnen onderkennen. We zien dat ongeveer de helft van de collectieve leden gelinkt zijn aan een lokaal bestuur. Naast de vermelde categorieën, zien we nog een aanzienlijke categorie ‘Andere’. Daaronder verstaan we onder meer: CAW’s en/of hun deelwerkingen, intercommunales, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, opbouwwerk, psychiatrische centra of ziekenhuizen, universiteiten, sociale verhuurkantoren, buurtwerkingen, integratiecentra, ziekenfondsen, tewerkstellings-initiatieven, werkgelegenheidsbureaus, wijkgezondheidscentra, vluchtelingenwerkingen, vluchthuizen, jeugdzorg, vakbonden, … . Via de website ‘Provincie in cijfers’ hebben we eindelijk zicht op het aantal huurders per provincie. We stellen echter een groot verschil vast tussen deze cijfers en de gegevens die we uit onderzoek van het steunpunt wonen bekomen. Dat heeft te maken met de databron die gebruikt wordt. De ontsluiting van deze cijfers opgedeeld naar provincie is nuttig, maar blijft inaccuraat. Het is onbegrijpelijk dat we tot op heden nog steeds geen correct beeld hebben van het aantal huurders in Vlaanderen en de plaats waar ze wonen. In de gegevens van de Provincie in cijfers, worden eigenaars gedefinieerd als huishoudens die gedomicilieerd zijn in een woongelegenheid die in zijn/haar eigendom is. Huurders worden gedefinieerd als huishoudens die gedomicilieerd zijn in een woongelegenheid waarvan het niet de eigenaar is. Bij gebrek aan deze cijfers de afgelopen jaren per provincie, maakten we toen zelf een inschatting op basis van de achterhaalde socio-economische enquête van 2001 in combinatie met de gegevens uit de woonsurvey 2018. Met de ontsluiting van deze nieuwe gegevens, beslissen we om ondanks zijn gebreken, deze vanaf nu toch als uitgangspunt te hanteren. Xxxxxxxxx 000.000 Xxxx-Xxxxxxxxxx 213.313 West-Vlaanderen 163.826 Xxxxxx-Xxxxxxx 000.000 Xxxxxxx 97.932 Via gegevens uit de gemeente- en stadsmonitor kunnen we dus wel op lokaal niveau inschatten hoeveel huurders er zijn. In het kaartje hieronder van de website ‘provincie in cijfers’ (2021) zien we mooi de plaatsen waar het aandeel huurders hoger of lager is. Vooral in de Gent, Antwerpen, Leuven Oostende, Hasselt en Genk zien we een grote huurderspopulatie. Aan de kust en in het gebied rond de grootste steden zien we eveneens een behoorlijk groot aandeel huurders. In de eerder landelijke gemeentes zien we dan weer een veel lager aandeel huurders. Hieronder zien we een kaartje met het absolute aantal huurders per gemeente. Wanneer we de huurderspopulatie analyseren tegenover de andere eigendomstitels, dan zien we een gedeeltelijk gelijkaardig beeld opduiken.

Appears in 1 contract

Samples: huurdersplatform.be