Het loon van de werknemer a. waarvan de functie is omschreven in bijlage 1, Functie-indeling, bij deze CAO of:
b. met een uurloon tot het maximum uurloon loongroep 5, periodiek 6.0 dient ingeschaald te worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 22.
Het loon van de werknemer. 6-1 Loongebouw Na het functieniveau en de bijbehorende loonschaal te hebben vastgesteld, vindt inschaling plaats. Uitgangspunt bij het loongebouw is de Wet Minimumloon. De loonschalen kennen bedragen die een werknemer - tenminste - moet verdienen: het schaalloon. Alle loonschalen bevatten leeftijdschaallonen voor werknemers van 15 tot en met 23 jaar. De jeugdschalen volgen de leeftijdspercentages van de Wet Minimumloon. Alle schalen hebben verder één of meer niet-leeftijdsgebonden schaallonen (A t/m P). Een werknemer van 23 jaar of ouder komt bij indiensttreding op niveau A of hoger van het bijpassende functieniveau. Daarnaast bestaat de keuze uit het hanteren van een periodieksysteem dan wel een beoordelingsystematiek. Tevens zijn er aanloopschalen vastgesteld.
Het loon van de werknemer a. waarvan de functie is omschreven in bijlage 1, Functie-indeling, bij deze CAO of:
b. met een uurloon tot het maximum uurloon loongroep 5, periodiek