Common use of Hoe berekenen we de aanvulling? Clause in Contracts

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is Heeft de verzekerde 35% of meer, maar recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen de loongerelateerde uitkering van UWV. Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Of is de verzekerde 80-100% arbeidsongeschikt? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft Heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- , ZW- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% het op het polisblad vermelde percentage van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-WW- uitkering van af en ook 75% he op het polisblad vermelde percentage van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% het op het polisblad vermelde percentage van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 75% het op het polisblad vermelde percentage van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De Heeft de verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar en benut hij zijn restverdiencapaciteit minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV. Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Of is de verzekerde 80-100% arbeidsongeschikt? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft Heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is Heeft de verzekerde 35% of meer, maar recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen de loongerelateerde uitkering van UWV. Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedragdoor UWV vastgestelde (maximum) WIA-loon. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedragdoor UWV vastgestelde (maximum) WIA-loon. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft Heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedragdoor UWV vastgestelde (maximum) WIA-loon. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Of is de verzekerde 80-100% arbeidsongeschikt? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA-, ZW- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijdWIA‐wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde WGA‐loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% het op het polisblad vermelde percentage van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA‐ en WW-WW‐ uitkering van af en ook 75% he op het polisblad vermelde percentage van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkeringWGA‐vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA‐ en WW-WW‐ uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkeringWGA‐loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% het op het polisblad vermelde percentage van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- WGA‐ en WW-uitkering WW‐uitkering van af en ook 75% het op het polisblad vermelde percentage van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen Weberekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - ▪ De verzekerde heeft recht opeen WGA-loongerelateerde uitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar en benut hij zijn restverdiencapaciteit minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen de loongerelateerde uitkering van UWV. ▪ Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Of is de verzekerde 80-100% arbeidsongeschikt? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - ▪ De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WWtrekkenwezijnWGA-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met enWW-uitkeringvanafenook70%vanhetinkomendathijnogmet werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de isde aanvulling die de verzekerde ontvangt. - ▪ De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft Heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% het op het polisblad vermelde percentage van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-WW- uitkering van af en ook 75% he op het polisblad vermelde percentage van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-WW- uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% het op het polisblad vermelde percentage van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% het op het polisblad vermelde percentage van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De Heeft de verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar en benut hij zijn restverdiencapaciteit minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen de loongerelateerde uitkering van UWV. Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft Heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA- loongerelateerde uitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar en benut hij zijn restverdiencapaciteit minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen de loongerelateerde uitkering van UWV. - Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Of is de verzekerde 80-100% arbeidsongeschikt? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-WW- uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-WGA- vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-WGA- loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft Heeft de verzekerde recht op een WGA-WGA- loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - ▪ De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering uitkering, alsmede de WIA-excedentuitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - UWV. ▪ De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af af. Ook wordt hiervan de WGA-Hiaat uitkering afgetrokken en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - ▪ De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is Heeft de verzekerde 35% of meer, maar recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen de loongerelateerde uitkering van UWV. Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft Heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.

Hoe berekenen we de aanvulling?. We berekenen de aanvulling per werkdag. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, krijgt hij dus een deel van de berekende aanvulling. De aanvulling ontvangt hij echter niet over de WIA-wachttijd. We stellen de aanvulling als volgt vast. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loongerelateerde uitkering Is Heeft de verzekerde 35% of meer, maar recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen de loongerelateerde uitkering van UWV. - Heeft de verzekerde recht op een WGA-loongerelateerde uitkering en benut hij zijn restverdiencapaciteit voor 50% of meer? Of is de verzekerde 80-100% arbeidsongeschikt? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. Benut de verzekerde zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50%? Dan krijgt hij nog geen aanvulling van ons. Hij ontvangt dan alleen een loongerelateerde uitkering van UWV - De verzekerde heeft recht op een WGA-vervolguitkering Heeft de verzekerde recht op een WGA-vervolguitkering? Dan gaan we uit van 70% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 70% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering Is de verzekerde 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt en heeft Heeft de verzekerde recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering? Dan gaan we uit van 75% van het verzekerd bedrag. Hier trekken we zijn WGA- en WW-uitkering van af en ook 75% van het inkomen dat hij nog met werken verdient. Het bedrag dat overblijft, is de aanvulling die de verzekerde ontvangt. - De verzekerde heeft recht op een IVA-uitkering De hoogte van deze uitkering bedraagt bruto € 10.000,00. Het recht op deze uitkering ontstaat indien verzekerde binnen 3 jaar na zijn eerste ziektedag een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) van het UWV ontvangt. Indien verzekerde in het jaar voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 38 uur per week heeft gewerkt wordt een lagere uitkering verstrekt. De uitkering wordt in dat geval vastgesteld door het gemiddeld aantal gewerkte uren per week in deze periode te delen door 38 en te vermenigvuldigen met de uitkering van € 10.000,00.