Hoofdbehandelaarschap gespecialiseerde GGZ jeugdigen Voorbeeldclausules

Hoofdbehandelaarschap gespecialiseerde GGZ jeugdigen. In de gespecialiseerde GGZ wordt gewerkt met DBC’s (diagnose behandelcombinaties). De diagnostiek in de gespecialiseerde GGZ is veelal multidisciplinair van aard gezien de complexiteit van de problematiek. Vandaar dat vrijgevestigde opdrachtnemers een structurele vorm van samenwerking met andere vrijgevestigde aanbieders moeten hebben (psychotherapeuten met psychiaters) binnen of buiten de eigen praktijk. Met betrekking tot de medische verantwoordelijkheid kan ook de huisarts een rol vervullen (denk aan psychofarmaca in combinatie met psychotherapie). Het openen van een DBC kan alleen geschieden door de onderstaande disciplines (deze zijn verbijzonderd i.v.m. de specifiek noodzakelijke jeugd expertise): • (kinder- en jeugd) psychiater • (kinder- en jeugd) psychotherapeut • klinisch (ontwikkelings) psycholoog (ook klinisch neuropsycholoog). In een praktijk kan de hoofdbehandelaar maximaal 20% medebehandelaars of hulppersoneel inzetten, niet zijnde een hoofdbehandelaar, maar wel benoemd als behandelaar in de beroepentabel GGZ welke als bijlage is toegevoegd aan de door de NZa opgestelde Regeling NR/CU-538. Voor de verdere informatie over de regelgeving m.b.t. dit onderwerp en de verantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar in dergelijke situaties wordt verwezen naar de “Brief Schippers” (129353-106301-CZ dd. 2 juli 2013)1. Voorafgaand aan behandeling is een verwijzing nodig van een jeugdarts, huisarts, medisch specialist, een GI in het dwangkader (jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel) of een verwijzing van een lokaal team. Daarnaast is voor start zorg ook een beschikking van de gemeente nodig. Een beschikking kan middels een Verzoek Om Toewijzing (VOT) worden aangevraagd in het regioportaal. Aan een verwijzing vanuit het lokale team is automatisch een beschikking verbonden. Aanbieder dient ervan uit te gaan dat verwijzing naar de gespecialiseerde GGZ, net als de generalistische Basis GGZ plaats zal vinden overeenkomstig het door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vastgestelde verwijsmodel. Dit betekent dat in de verwijzing moet worden opgenomen dat er sprake is van het vermoeden van een DSM-IV stoornis en sprake moet zijn van noodzaak van gespecialiseerde GGZ of generalistische Basis GGZ. Indien er van een onterechte verwijzing sprake is dan wordt dit overlegd met de verwijzer en wordt de jeugdige en/of diens ouders terugverwezen. Overschakelen van generalistische Basis GGZ naar gespecialiseerde GGZ kan alleen na overleg met de verwijzer en een...