Common use of Hoofdelijkheid – Ondeelbaarheid Clause in Contracts

Hoofdelijkheid – Ondeelbaarheid. Alle verplichtingen die uit de verkoop voortvloeien, rusten van rechtswege hoofdelijk en ondeelbaar op de koper, op degenen die voor de koper geboden heb- ben, op al degenen die voor gezamenlijke rekening kopen, op degenen die voor de koper bij sterkmaking gekocht hebben of command verklaarden, op de borgen onder- ling en op degenen voor wie zij zich borg stellen, alsook op de erfgenamen en recht- verkrijgenden van elk der bedoelde personen. Bovendien komen de kosten van een eventuele betekening aan de erfgena- men van de koper te hunnen laste (artikel 4.98, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).

Hoofdelijkheid – Ondeelbaarheid. Alle verplichtingen die uit de verkoop voortvloeien, rusten van rechtswege hoofdelijk en ondeelbaar op de koper, op degenen die voor de koper geboden heb- benhebben, op al degenen die voor gezamenlijke rekening kopen, op degenen die voor de koper bij sterkmaking gekocht hebben of command verklaarden, op de borgen onder- ling onderling en op degenen voor wie zij zich borg stellen, alsook op de erfgenamen en recht- verkrijgenden rechtverkrijgenden van elk der bedoelde personen. Bovendien komen de kosten van een eventuele betekening aan de erfgena- men erfgenamen van de koper te hunnen laste (artikel 4.98, lid 2 van het Burgerlijk WetboekBW).

Hoofdelijkheid – Ondeelbaarheid. Alle verplichtingen die uit de verkoop voortvloeien, rusten van rechtswege hoofdelijk en ondeelbaar op de koper, op degenen die voor de koper geboden heb- benhebben, op al degenen die voor gezamenlijke rekening kopen, op degenen die voor de koper bij sterkmaking gekocht hebben of command verklaarden, op de borgen onder- ling onderling en op degenen voor wie zij zich borg stellen, alsook op de erfgenamen en recht- verkrijgenden rechtverkrijgenden van elk der bedoelde personen. Bovendien komen de kosten van een eventuele betekening aan de erfgena- men erfgenamen van de koper te hunnen laste (artikel 4.98, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).

Hoofdelijkheid – Ondeelbaarheid. Alle verplichtingen die uit de verkoop voortvloeien, rusten van rechtswege hoofdelijk en ondeelbaar op de koper, op degenen die voor de koper geboden heb- benhebben, op al degenen die voor gezamenlijke rekening kopen, op degenen die voor de koper bij sterkmaking sterkma- king gekocht hebben of command verklaarden, op de borgen onder- ling onderling en op degenen voor wie zij zich borg stellen, alsook op de erfgenamen en recht- verkrijgenden rechtverkrijgenden van elk der bedoelde be- doelde personen. Bovendien komen de kosten van een eventuele betekening aan de erfgena- men van de koper te hunnen laste (artikel 4.98, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).

Hoofdelijkheid – Ondeelbaarheid. Alle verplichtingen die uit de verkoop voortvloeien, rusten van rechtswege hoofdelijk en ondeelbaar op de koper, op degenen die voor de koper geboden heb- benhebben, op al degenen die voor gezamenlijke rekening kopen, op degenen die voor de koper bij sterkmaking gekocht hebben of command verklaardenver- klaarden, op de borgen onder- ling onderling en op degenen voor wie zij zich borg stellen, alsook op de erfgenamen en recht- verkrijgenden rechtverkrij- genden van elk der bedoelde personen. Bovendien komen de kosten van een eventuele betekening aan de erfgena- men erfgenamen van de koper te hunnen laste (artikel 4.98, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).

Hoofdelijkheid – Ondeelbaarheid. Alle verplichtingen die uit de verkoop voortvloeien, rusten van rechtswege hoofdelijk en ondeelbaar op de koper, op degenen die voor de koper geboden heb- benhebben, op al degenen die voor gezamenlijke rekening kopen, op degenen die voor de koper bij sterkmaking gekocht hebben of command verklaarden, op de borgen onder- ling onderling en op degenen voor wie zij zich borg stellen, alsook op de erfgenamen en recht- verkrijgenden rechtverkrij- genden van elk der bedoelde personen. Bovendien komen de kosten van een eventuele betekening aan de erfgena- men erfgenamen van de koper te hunnen laste (artikel 4.98, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).