Dekkingsuitbreidingen Tegen voorlegging van bewijsstukken nemen wij alle hierna opgesomde kosten ten laste als zij rechtstreeks voortvloeien uit een verzekerde gebeurtenis en gemaakt zijn als goede huisvader.
Bezwarende omstandigheden Kans op vingerletsel bij het hanteren van messen. Leidinggeven Zie referentiefunctie en NOK winkel medewerker leidinggeven aan ca. 1 - 6 (parttime) medewerkers. leidinggeven aan ca. 4 – 10 (parttime) medewerkers. Geen referentiefunctie beschikbaar Kenmerk bedrijf/filiaal focus op de verkoop van een standaard assortiment van verse en gebakken visproducten. Aanvullend op I: er is sprake van een restaurant-achtige omgeving (zitplaatsen waar verse visgerechten, belegde broodjes, (vis)snacks en dranken worden bereid en geserveerd. Operationele voorbereiding het uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden, zorgen dat winkel tijdig gereed is voor verkoopactiviteiten; beschikt over de vaardigheid om diverse soorten vis te fileren. Aanvullend op I: verzorgen van ad hoc inkoop o.b.v. dag aanbod van (vis)producten, aanpassen van assortiment. Operationele uitvoering nadruk ligt op het fungeren als meewerkend voorman. nadruk ligt op het aansturen en coördineren en waar nodig meewerken; aanspreekpunt (o.m. bij calamiteiten) en zorgen voor in- en externe afstemming met medewerkers, leveranciers. Personeelsbeheer begeleiden en inwerken van nieuwe medewerkers; bieden van ondersteuning bij werving en selectie. Aanvullend op I: opstellen van dagplanning gericht op het effectief en efficiënt inzetten van medewerkers; houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Verbetervoorstel- len en optimali- saties Niet van toepassing. signaleren van knelpunten in de operationele bedrijfsvoering en doen van verbetervoorstellen. De ambulant medewerker I is werkzaam binnen de visdetailhandel waarbij verkoop plaatsvindt op (week)markten op verschillende locaties in Nederland en/of een vaste standplaats. De functiehouder verkoopt visproducten (vers en gebakken) en beschikt over basis productkennis. Hij kan voor niet- routinematige werkzaamheden terugvallen op de aanwezige collega ambulant medewerker(s) en/of ambulant bedrijfsleider. De vis wordt gefileerd door de ambulant bedrijfsleider, maar andere werkzaamheden t.a.v. snijden of bakken van visproducten voert hij zelfstandig uit. Tevens draagt de functiehouder zorg voor de juiste presentatie en beschikbaarheid van producten en bereidt hij, vaak voorafgaand aan het transport naar de markt, conform opdracht eenvoudige pan-, oven-, en vlugklare producten en maaltijd(component)en. Functiehouder voert werkzaamheden op basis van instructie en/of opdracht uit en onder supervisie van een ambulant bedrijfsleider. De functie ambulant medewerker wordt onderscheiden op twee niveaus. De verschillen tussen de ambulant medewerker I en II zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK). Leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende Geeft leiding aan: niet van toepassing (Voor)bereiding producten In de centrale werklocatie zijn op basis van instructie voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd zoals: klaarzetten van ingrediënten en hulpmiddelen; schoonmaken van vis(producten); opmaken van salades/schalen; verpakken/inpakken van halffabricaten en/of eindproducten; bevoorraden van de verkoopwagen. kwaliteit, snelheid bereiding; conform voorschriften (o.m. instructie, werkmethoden, arbo, HACCP en presentatie).
Atoomkernreacties Iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
Rechtvaardiging Rechtvaardiging wil zeggen dat een handeling die blootstelling aan ioniserende straling met zich mee brengt, slechts is toegestaan indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. Het rechtvaardigingprincipe is in de wetgeving vastgelegd in paragraaf 2.2 van het Bbs. In dat artikel is bepaald dat een handeling slechts is toegestaan, indien deze door de ANVS is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Medische Zorg is gerechtvaardigd. In de Rbs is in bijlage 2.1 een positieve en negatieve lijst opgenomen van respectievelijk gerechtvaardigde en niet-gerechtvaardigde categorieën handelingen. Naast deze categorale rechtvaardiging is in het kader van de vergunningverlening nog een specifieke rechtvaardiging aan de orde voor wat betreft de aangevraagde activiteit.
Bezoldiging Xxxxxxxxx 0 Xxxxxxxx
Beëindiging 11.1 In geval van voortijdige beëindiging van de Beheerovereenkomst, anders dan op grond van artikel 3 lid 2 van deze voorwaarden, waaronder begrepen ontbinding wegens wanprestatie, zal de VvE de Beheerder een termijn gunnen van 4 weken na het einde van de Beheerovereenkomst teneinde de boekhouding en administratie in zodanige staat te brengen dat deze eenvoudig kan worden overgedragen aan een daartoe door de VvE aan te wijzen derde of haar Bestuurder. Gedurende deze termijn blijft de VvE de overeengekomen beheervergoeding verschuldigd. Wanneer een kortere opzegtermijn is overeengekomen geldt die overeengekomen kortere termijn. 11.2 Beheerder is alsdan bevoegd de afgifte van de onder hem berustende bescheiden op te schorten totdat het uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst door de VvE aan Beheerder verschuldigde bedrag integraal is voldaan. Het bepaalde in voorgaande zin is niet van toepassing met betrekking tot zaken of bescheiden van de VvE die nog geen bewerking door Beheerder hebben ondergaan. 11.3 Tot 3 maanden na het einde van de Beheerovereenkomst, stelt de Beheerder de VvE of een door de VvE aan te wijzen derde in de gelegenheid de (in gangbaar formaat waartoe onder meer pdf formaat te rekenen valt) elektronisch en/ of schriftelijk vastgelegde administratie in ontvangst te nemen. 11.4 Indien de VvE in gebreke blijft met het in ontvangst nemen van de boekhouding en de administratie biedt de Beheerder de boekhouding en de administratie bij aangetekende brief aan het Bestuur, bij het ontbreken van een Bestuur aan de Voorzitter van de Vergadering van Eigenaars en bij het ontbreken daarvan aan een der leden. De Beheerder voegt bij de stukken een gespecificeerde inventarisstaat en bewaart een exemplaar daarvan in zijn eigen administratie. 11.5 Indien de Xxxxxxxxx vervolgens nog stukken voor de VvE ontvangt, hoeft de Beheerder niet voor afhandeling daarvan zorg te dragen. De Beheerder zal de ontvangen stukken doorzenden naar –a- de nieuwe Beheerder van de VvE dan wel –b- de VvE dan wel –c- retourneren aan de afzender onder vermelding van het feit dat zij niet meer als Beheerder optreedt. De Beheerder is niet aansprakelijk voor de gevolgen van deze handelwijze.
Stilzwijgende verlenging Behalve wanneer één van de partijen zich er ten minste drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst tegen verzet, overeenkomstig de artikelen 26, 27, § 2 en 30, § 2, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
Eindafrekening 1. De Erkende Verhuizer zal de eindafrekening tijdens de oplevering aan de klant ter hand stellen ofwel zo spoedig mogelijk na de oplevering doen toekomen. 2. Wanneer de overeenkomst is gebaseerd op regie (al dan niet in combinatie met een richtprijs), bevat de eindafrekening een opstelling van de bestede uren, geleverde materialen en overige kosten (zoals gereedschapshuur, parkeergelden, precario, e.d.). 3. Wanneer de overeenkomst is gebaseerd op een vaste prijs, bevat de eindafrekening een opstelling van de vaste prijs, het eventuele ‘meer- en/of minderwerk’ en eventuele extra kosten op grond van onvoorziene complicaties. 4. De eindafrekening bevat tevens een opstelling van eventueel door de klant reeds betaalde bedragen en van het resterende saldo. 5. Alle betalingen dienen binnen 2 weken na ontvangst van de rekening plaats te vinden, tenzij partijen een andere termijn zijn overeengekomen.
Vaste inrichting 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking « vaste inrichting » een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend. 2. De uitdrukking « vaste inrichting » omvat in het bijzonder : a) een plaats waar leiding wordt gegeven, b) een filiaal, c) een kantoor, d) een fabriek, e) een werkplaats, en f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen of geëxploiteerd. 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan 12 maanden overschrijdt. 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting niet aanwezig geacht indien : a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de leden a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. 5. Indien een persoon niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie paragraaf 6 van toepassing is voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de bepalingen van die paragraaf. 6. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. De vertegenwoordiger, die voor rekening van een verzekeringsonderneming handelt en gewoonlijk namens de onderneming overeenkomsten afsluit, wordt niet geacht onder deze bepaling te vallen. 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting, hetzij
Ongewenste intimiteiten 1. De werkgever wordt aanbevolen een samenhangend beleid te voeren dat ongewenste intimiteiten in de werkorganisatie voorkomt en bestrijdt. Een samenhangend beleid bevat de volgende onderdelen: - het ontwikkelen en uitvoeren van preventief beleid - het instellen van een vertrouwenspersoon - ontwikkelen en tot uitvoer brengen van een klachtenprocedure. 2. Van ongewenste intimiteiten is sprake indien een werknemer hetzij door oneigenlijk gebruik van het gezag, waaraan hij krachtens zijn arbeidsovereenkomst is onderworpen, uitdrukkelijk tegen zijn wil wordt gedwongen sexuele handelingen te ondergaan hetzij en/of in de werksituatie wordt geconfronteerd met woorden of daden op sexueel gebied, waarvan betrokkene laat blijken en/of de pleger redelijkerwijs moet begrijpen, dat betrokkene deze ongewenst vindt. 3. De werkgever wordt aanbevolen aan alle werknemers te kennen te geven dat ongewenste intimiteiten niet getolereerd worden en tot sancties kunnen leiden voor de persoon die zich daaraan schuldig maakt. 4. De werkgever wordt aanbevolen om binnen de organisatie een persoon te belasten met de eerste opvang van werknemers die ongewenst intiem gedrag hebben ondergaan en daarover willen praten. Gelet op de aard van de problematiek zal deze functionaris bij voorkeur een vrouw zijn, maar in ieder geval het vertrouwen moeten genieten van het vrouwelijk personeel binnen de arbeidsorganisatie. 5. Werkwijze, taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon, alsmede een klachtenprocedure, moeten nader worden uitgewerkt. Partijen zullen hierover informatiemateriaal ter beschikking stellen.