Bezwarende omstandigheden. Krachtsinspanning bij het plaatsen en op- en afbouwen van de verkoopwagen. - Krachtsinspanning bij het verplaatsen van (dozen) goederen en artikelen. - Lopend en staand werken en soms bukken/reiken bij het stapelen/wegzetten van artikelen. Kans op vingerletsel bij het hanteren van messen. De ambulant bedrijfsleider III komt voor in de ambulante vishandel waar functiehouder verantwoordelijk is voor de coördinatie van zowel de voorbereidende werkzaamheden op de centrale werklocatie als voor uitvoerende werkzaamheden op de verkooplocatie. Functiehouder draagt zorg voor de efficiënte inzet van de beschikbare mensen en middelen en werkt conform regels en procedures. Hij geeft sturing aan ca. 4 - 10 medewerkers. Nadruk ligt op aansturen, coördineren en meewerken waar nodig. De ambulant bedrijfsleider II heeft de vrijheid om ad hoc o.b.v. dagaanbod visproducten in te kopen (aantal, prijs, voorwaarden en condities) en het assortiment aan te passen aan de verkooplocatie. De ambulant bedrijfsleider III moet vaak anticiperen op wisselende omstandigheden (t.a.v. verkooplocatie, klanten, weersomstandigheden) wat vraagt om een grote mate van improvisatie en flexibiliteit. Indien zich problemen voordoen die al eerder aan de orde zijn geweest, neemt de ambulant bedrijfsleider III zelf een besluit en koppelt dat achteraf terug. Alleen bij evident afwijkende situaties valt hij terug op de leidinggevende. Functiehouder heeft de vaardigheid om verschillende soorten vis te fileren. De functie wordt onderscheiden op drie niveaus. De verschillen tussen ambulant bedrijfsleider I, II en III zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK). Leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende Geeft leiding aan: ambulant verkoopmedewerkers, productiemedewekers.
Bezwarende omstandigheden. Krachtsinspanning bij het verplaatsen van (dozen) goederen en artikelen. Lopend en staand werken, veelal plaatsgebonden, en soms bukken/reiken bij het stapelen/wegzetten van artikelen. - Kans op letsel bij het hanteren van messen, bedienen van apparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren. De winkelmedewerker III is werkzaam binnen de visdetailhandel waarbij verkoop plaatsvindt in een vis- en/of verswinkel. De functiehouder verkoopt vis(vers en gebakken)-producten en beschikt over een uitgebreide productkennis om klanten hierover te adviseren (bijv. bereidingswijze, producteigenschappen, bewaarwijze, alternatieven, herkomst). Hij portioneert zelf de visproducten en draagt zorg voor de juiste presentatie en beschikbaarheid van producten en hij bereidt pan- en vlugklare producten en maaltijd(component)en. De winkelmedewerker III begeleidt de andere winkelmedewerkers en coördineert de verkoopactiviteiten van de winkel en vormt de vraagbaak van collega’s aangaande product(eigenschappen) en klantadviezen. Daarnaast is hij belast met het verwerken van online bestellingen. De functie winkelmedewerker wordt onderscheiden op drie niveaus. De verschillen tussen de winkelmedewerker I, II en III zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK). Leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende Geeft leiding aan: niet van toepassing
Bezwarende omstandigheden. Niet van toepassing. Datum: juli 2011 Salarisschaal: 9 Kennis en betekenisvolle vaardigheden - Kennis van en ervaring met het werken met softwarepakketten (o.m. Office-applicaties/personeelsinformatiesysteem). - Kennis van interne procedures en wet- en regelgeving. Competenties / gedragsvoorbeelden Genoemde competenties en gedragsvoorbeelden zijn suggesties voor gewenst gedrag voor een adequate uitoefening van de referentiefunctie. Relaties bouwen en netwerken (5): - bouwt een relatienetwerk op dat relevant is voor (een onderdeel van) de organisatie; - creëert een vertrouwensband met de gesprekspartner; - brengt mensen met elkaar in contact. Aandacht en begrip tonen (5): - neemt waar wat anderen willen en geeft passende feedback; - schat de haalbaarheid van plannen en voorstellen bij betrokkenen goed in; - anticipeert op de reactie en gevoelens van de ander door de communicatie hierop af te stemmen. Vakdeskundigheid toepassen (5): - doet waarneembaar moeite om het waarom te begrijpen; - haalt de kern van het probleem naar voren; - stelt (niet voor de hand liggende) alternatieven voor verbetering voor met onderbouwde voor- en nadelen. Kwaliteit leveren (5): - grijpt in als de geëiste kwaliteit niet in orde is; - vraagt feedback met betrekking tot de kwaliteit van het door hem geleverde werk; - voelt zich mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de producten en diensten van de organisatie; - streeft voortdurend naar kwaliteitsverbetering van producten en diensten. Kenmerken van de referentiefunctie De manager HR is verantwoordelijk voor het ontwikkelen, borgen en implementeren van het P&O-beleid binnen het industriële bakkersbedrijf (200 tot 400 medewerkers) binnen de kaders van wet- en regelgeving in aansluiting op de ondernemingsstrategie. Hij/zij fungeert als HR- sparringpartner ten behoeve van het hoger management en is lid van het managementteam. Functionaris fungeert als P&O-functionaris voor een deel van het personeelsbestand. Hij/zij leidt de werkzaamheden binnen de eigen afdeling en stuurt hiertoe de medewerkers aan. Organisatie Direct leidinggevende : niet-vakinhoudelijk leidinggevende. Geeft leiding aan : 2 tot 5 (parttime) medewerkers.
Bezwarende omstandigheden. Krachtsinspanning en inspannende houding bij gereedmaken c.q. opruimen van aula, bij uitvoeren van reparaties en onderhoud. Enerverend werk bij grote drukte. Werken in de nabijheid van hoge temperaturen. Hinder van hitte, stof en onaangename geuren bij het behandelen van asresten en schoonmaakwerkzaamheden. Kans op letsel bij het werken met handgereedschap, bij het uitvoeren van reparaties.
Bezwarende omstandigheden. In hoeverre is er sprake van bezwarende werkomstandigheden in de functie-uitoefening?
Bezwarende omstandigheden. Krachtsinspanning bij het verplaatsen van (dozen) goederen en artikelen. Lopend en staand werken, veelal plaatsgebonden, en soms bukken/reiken bij het stapelen/wegzetten van artikelen. - Kans op letsel door uitglijden over (natte/vette) vloeren. - Koude bij het verplaatsen van producten/ingrediënten van/naar koelingen. De productiemedewerker II is werkzaam binnen de visdetailhandel en komt voor bij zowel de ambulante visverkoop als de reguliere viswinkel. De functiehouder is verantwoordelijk voor de (voor)bereiding en opmaak van visproducten en visgerechten. De aard van het product vraagt om handmatige technieken en specifieke vaardigheid t.a.v. de bewerking van vis(producten). Aan spierbeheersing en motorische vaardigheden worden (gecombineerd) precisie-, kracht- en snelheidseisen gesteld. De bewegingen zijn deels niet-natuurlijk en vergen spiercoördinatie. Functiehouder werkt volgens instructie en op basis van klantvraag, bestelling. De functie productiemedewerker wordt onderscheiden op twee niveaus. De verschillen tussen de productiemedewerker I en II zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK). Leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende Geeft leiding aan: niet van toepassing Controle inkomende goederen Door het controleren van inkomende goederen (vis- en hulpstoffen) op inkooporders en kwaliteitsaspecten (aantal, gewicht, classificatie, geur, kleur, kwaliteit, temperatuur, etc.) zijn afwijkingen geconstateerd en gemeld. Gecontroleerde goederen zijn opgeslagen in de daarvoor bestemde ruimte (koel-/vriescel). juiste beoordeling, interpretatie kwaliteit; - opgemerkte en gemelde afwijkingen.
Bezwarende omstandigheden. Krachtsinspanning bij op- en afbouwen van de verkoopwagen het verplaatsen van (dozen) goederen en artikelen. Lopend en staand werken, veelal plaatsgebonden, en soms bukken/reiken bij het stapelen/wegzetten van artikelen. - Koude bij het verplaatsen van producten/ingrediënten van/naar koelingen en warmte bij bereidingswerkzaamheden. - Hinder van wisselende (weers-)omstandigheden (semi-buiten werken). - Kans op letsel bij het hanteren van messen, bedienen van apparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
Bezwarende omstandigheden. Krachtsinspanning bij het tillen en verplaatsen van pannen, grondstoffen en dergelijke. - Lopend en staand werken, meestal op dezelfde plaats. - Hinder van hitte (warmte-uitstraling) bij het werken aan kooktoestellen, en van kou bij het verplaatsen van producten/ingrediënten van/naar koelingen. - Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren. De chauffeur I komt voor in de ambulante vishandel waar vanuit de centrale werklocatie vervoer van de verkoopwagen plaatsvindt naar de verschillende verkooplocaties, markten. Dit zijn veelal vaste rijroutes en vaste verkooplocaties maar er dient ook geanticipeerd te worden op vertragingen en files. Daarnaast wordt de chauffeur I ingezet om (online) bestellingen van viswinkels te bezorgen. De functiehouder rijdt met een bestelwagen, en maakt gebruik van navigatie- en communicatiesystemen. De functie chauffeur wordt onderscheiden op twee niveaus. De verschillen tussen de chauffeur I en II zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK). Leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende Geeft leiding aan: niet van toepassing
Bezwarende omstandigheden. Krachtsuitoefening bij laad-, los- en transportwerkzaamheden. Gedwongen of eenzijdige houding bij laad-, los- en transportwerkzaamheden. - Hinder van weersomstandigheden bij laden en lossen en bij de op- en afbouw van de verkoopwagen. Enerverende omstandigheden bij rijden in stadscentra en op de snelweg. - Kans op letsel bij verkeersongevallen en laden/lossen (stoten, beknelling). De chauffeur II komt over het algemeen voor in de ambulante vishandel waar vanuit de centrale locatie vervoer van de verkoopwagen plaatsvindt naar de verschillende verkooplocaties, markten. Dit zijn veelal vaste rijroutes en vaste verkooplocaties maar er dient ook geanticipeerd te worden op vertragingen en files. De functiehouder rijdt met een vrachtwagencombinatie of truck, en maakt gebruik van navigatie- en communicatiesystemen. Ter plekke levert functiehouder ondersteunende werkzaamheden t.a.v. de op- en afbouw van de verkoopwagen en evt. losse marktkramen. De functie chauffeur wordt onderscheiden op twee niveaus. De verschillen tussen de chauffeur I en II zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK). Leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende Geeft leiding aan: niet van toepassing
Bezwarende omstandigheden. Krachtsuitoefening bij laad-, los- en transportwerkzaamheden. Gedwongen of eenzijdige houding bij laad-, los- en transportwerkzaamheden. - Hinder van weersomstandigheden bij laden en lossen en bij de op- en afbouw van de verkoopwagen. Enerverende omstandigheden bij rijden in stadscentra en op de snelweg. - Kans op letsel bij verkeersongevallen en laden/lossen (stoten, beknelling). Type vervoermiddel en benodigd rijbewijs Geen referentiefunctie beschikbaar bestelwagen waarvoor rijbewijs B noodzakelijk is (aangevuld met E). vrachtwagen en/of vrachtwagen met aanhanger waarvoor rijbewijs C noodzakelijk is (aangevuld met E). Geen referentiefunctie beschikbaar Xxxx van werkzaamheden verlenen van ondersteuning bij gereedmaken van verkoopwagen (o.a. laden van materialen); bedienen, besturen en positioneren van verkoopwagen. Aanvullend op I: leveren van actieve bijdrage aan de op- en afbouw van verkoopwagen en evt. marktkramen.