Hoogte van de subsidie Voorbeeldclausules

Hoogte van de subsidie. 1. Als subsidiabele kosten komen uitsluitend in aanmerking de kosten als bedoeld in artikel 18, derde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. 2. De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien de subsidieontvanger die de kosten heeft gemaakt, omzetbelasting niet in aftrek kan brengen. 3. De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de in aanmerking komende kosten met een maximum van € 1.000 per wooneenheid en een maximum van € 20.000 per woonzorgarrangement.
Hoogte van de subsidie. 1. Er wordt borg gestaan voor 80% van het WZ-borgstellingskrediet. 2. Het WZ-borgstellingskrediet bedraagt maximaal € 2.000.000. 3. Het WZ-borgstellingskrediet bedraagt maximaal 15% van de totale stichtings- of verwervingskosten. 4. Indien de financier meer dan 70% van de stichtings- of verwervingskosten financiert bedraagt het WZ-borgstellingskrediet maximaal 50% van het verschil tussen deze 70% en de totale stichtings- en verwervingskosten.
Hoogte van de subsidie. De subsidie voor cursusgeld bedraagt 100% van de subsidiabele kosten zoals vermeld onder de artikelen 5 en 6 van dit hoofdstuk. Artikel 14 De subsidie voor boeken en materialen (bm), niet zijnde examenmaterialen, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten zoals vermeld onder de artikelen 5 en 6 tot het volgende maximum:
Hoogte van de subsidie. 1. Het toegekende subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van het door de aanvrager ingediende plan. 2. Een subsidie bedraagt maximaal € 400. 3. Een aanvrager kan in aanmerking komen voor een aanvullende subsidie van € 150, indien een activiteit wordt georganiseerd waaraan kwetsbare burgers zullen deelnemen.
Hoogte van de subsidie. 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de totale subsidiabele kosten van het project met een maximum van €7.500,- per schoolplein. 2. De aanvrager zorgt minimaal voor de overige 25% financiering door een eigen bijdrage of bijdrage van derden. 3. De eigen bijdrage uit lid 2 bestaat uit eigen middelen en niet uit bijdragen van derden of overige fondsen. Extra bijdragen kunnen aanvullend worden toegepast. 4. Wanneer de aanvrager tijdens een eerste aanvraag niet de volledige subsidie van maximaal €7.500,- aanvraagt, kan in een tweede termijn het restant aangevraagd worden, mits er over dit deel opnieuw 25% eigen bijdrage beschikbaar gesteld wordt. 5. De subsidie voor het ontwerp van het groene schoolplein bedraagt ten hoogste 10% van de totale subsidiabele kosten van het project.
Hoogte van de subsidie. 8.1 Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor kosten die de penvoerder en de overige deelnemers aan het samenwerkingsverband maken en die rechtstreeks verband houden met en toerekenbaar zijn aan de subsidiabele activiteiten als benoemd in artikel 3.1 van de Subsidieregeling. Subsidie kan niet worden verstrekt voor (vaste) kosten die de penvoerder en de overige deelnemers aan het samenwerkingsverband in het kader van hun overige activiteiten maken en zouden hebben gemaakt. 8.2 De subsidie wordt verleend als vast bedrag (lump sum) waarop de subsidie maximaal kan worden vastgesteld. 8.3 Indien bij subsidievaststelling blijkt dat de totale subsidiabele kosten lager zijn dan het bedrag waarvoor subsidie is verleend en daarmee sprake is van een subsidieoverschot, kan de ontvanger met het subsidieoverschot een egalisatiereserve vormen. Artikel 4:72 van de Awb is hierop van toepassing. Deze mogelijkheid geldt voor zover het subsidieoverschot niet groter is dan 15% van het maximale bedrag waarvoor subsidie is verleend. De egalisatiereserve zal worden aangewend ofwel ter dekking van eventuele tekorten in een opvolgend subsidiejaar ofwel ten behoeve van het innoveren van de subsidiabele activiteiten. Deze verplichting duurt voort na subsidievaststelling. 8.4 Indien en voor zover het subsidieoverschot als bedoeld in het vorige lid hoger is dan 15% van het maximale bedrag waarvoor subsidie is verleend, zal het college de subsidie voor een dienovereenkomstig bedrag lager vaststellen. Dit betekent dat het subsidieoverschot dat de voornoemde 15% van het oorspronkelijke subsidiebedrag overschrijdt, in mindering wordt gebracht op de verleende subsidie.
Hoogte van de subsidie. 1. Het toegekende subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van het door de aanvrager ingediende plan en begroting. 2. Een subsidie bedraagt eenmalig maximaal € 500.
Hoogte van de subsidie. 1. Een subsidie bedraagt een vast bedrag van € 115 ingeval van een 25- (22-), 50- (55-), 75- (77-), 125- of 150-jarig jubileum. 2. Een subsidie bedraagt een vast bedrag van € 160 ingeval van een 100- (99-)jarig jubileum, of een veelvoud hiervan. 3. Subsidiebedragen worden niet geïndexeerd.
Hoogte van de subsidie. 1. Het toegekende subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van het door een aanvrager ingediende plan en begroting. 2. Een subsidie bedraagt in ieder geval € 400. 3. De aanvrager kan in aanmerking komen voor een aanvullende subsidie voor een activiteit zoals opgenomen in de bijlage. 4. Het college kan besluiten om een subsidie toe te kennen aan een activiteit die niet is opgenomen in de bijlage als bedoeld in het vorige lid.
Hoogte van de subsidie. 1. Het toegekende subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van het door een aanvrager ingediende plan en begroting. 2. Jaarlijks kan, voor zover een subsidieaanvraag daartoe aanleiding geeft, het subsidiebedrag worden aangepast met maximaal het in een overeenkomst opgenomen prijsindexcijfer c.q. CAO ontwikkeling. 3. Voor het verstrekken van subsidie kan een subsidieovereenkomst worden afgesloten.