Beoordelingscriteria Voorbeeldclausules

Beoordelingscriteria. Resultaatgebieden en resultaatcriteria: Onvoldoende matig goed uitstekend 1 ………………. (resultaatgebied) Omcirkel gemiddelde score voor gehele resultaatgebied Resultaatcriteria: 0 1 2 3 …………………………… …………………………….. …………………………….. 2 ………………. (resultaatgebied) Resultaatcriteria: …………………………….. 0 1 2 3 …………………………….. …………………………….. 3 ………………. (resultaatgebied) Resultaatcriteria: 0 1 2 3 …………………………….. …………………………….. …………………………….. 4 ………………. (resultaatgebied) Resultaatcriteria: …………………………….. 0 1 2 3 …………………………….. …………………………….. 5 ………………. (resultaatgebied) Resultaatcriteria: 0 1 2 3 …………………………….. …………………………….. …………………………….. Totaal aantal punten = Onvoldoende Matig Goed Uitstekend afhankelijk van aantal resultaatgebieden Bij 3 resultaatgebieden 0 – 1 2 - 4 5 - 7 8 - 9 Bij 4 resultaatgebieden 0 – 2 3 - 6 7 - 9 10 - 12 Bij 5 resultaatgebieden 0 - 3 4 – 7 8 - 12 13 - 15
Beoordelingscriteria. Force majeure-verzoeken worden, op grond van het voorafgaande, als volgt beoordeeld door het NA: Verbintenis: volgen de te vergoeden kosten uit een verbintenis (bijv. het niet kunnen voldoen aan de minimumduur van een activiteit)? Zie de (minimum)eisen uit de Programme Guide, de Grant Agreements (inclusief annexen), de overeenkomsten met individuele deelnemers, en andere contractuele documenten. Extra kosten (indien van toepassing): zijn de extra te vergoeden kosten het (directe) gevolg van de gebeurtenis (causaal verband) (bijv. extra hotelkosten en/of repatriëring)? Bewijs: blijkt uit het aangeleverde bewijs afdoende dat de te vergoeden kosten gemaakt zijn of zullen worden gemaakt (bijv. kopie vliegtickets en/of hotelboekingen, facturen incl. betaalbewijzen, etc.)? Voorzienbaarheid: was (het gevolg van) deze gebeurtenis ten tijde van het maken van de kosten voor de begunstigde redelijkerwijs niet te voorzien?
Beoordelingscriteria. Onderstaande beoordelingscriteria gelden in het algemeen voor aanbiedingen op dit product. • Integrale, multidisciplinaire ondersteuning over de instellingsgrenzen heen, waarbij verschillende (Wmo)aanbieders in netwerkverband samenwerken. • (Gedeeltelijke) vervanging van bestaand aanbod en onderscheidend ten opzichte van bestaand aanbod, zonder dat een overcapaciteit wordt gecreëerd of ‘meer van hetzelfde’. • Het product past op geen enkele wijze binnen de hiervoor beschreven percelen. • Het product betreft ondersteuning als bedoeld in de Wmo. Concreet dient het aangeboden product, en de omschrijving daarvan, antwoord te geven op de volgende vragen: • Op welke wijze draagt het aanbod bij tot de oplossing van problemen of maatschappelijke vraagstukken die de gemeente met het Wmo-beleid wil aanpakken? • Welk resultaat wordt beoogd door het initiatief? En wanneer is dat resultaat ‘goed genoeg’ behaald? • Op welke wijze is er aandacht voor de preventieve effecten van het initiatief? • Op welke wijze vindt monitoring van effectiviteit plaats? • Op welke wijze draagt het initiatief bij aan het versterken van de eigen kracht van het individu en/of (gezins)systeem? • Op welke wijze worden er momenten van op- en afschaling overwogen? • Op welke wijze wordt aandacht besteed aan het invullen van het regisseurschap? • Welke bestaande producten/ diensten worden met het initiatief vervangen? En op welke wijze is er sprake van een verbetering ten opzichte van het voorgaande product/ dienst? • Welke kostenreductie (hoogte bedrag) mag er worden verwacht? • Is er sprake van een evidence based initiatief? En waaruit blijkt dat? • Is deze aanbieder de juiste aanbieder om dit initiatief op te pakken? • Op welke wijze wordt de PDCA-cyclus vormgegeven van het nieuwe aanbod (dus op niveau van het product, niet op het niveau van de cliënt)? • Op welke wijze vindt eventuele gemeentelijke betrokkenheid plaats? In de aanbieding voor dit product dient aandacht te zijn voor de volgende onderdelen: • omschrijving product • doelstelling product • aansluiting bij bovengenoemde criteria en vragen • aard en omvang activiteiten • bereik product • aantoonbare en duurzame behoefte en concrete belangstelling van klanten (en hun netwerk) voor het aanbod • samenwerking tussen Wmo-aanbieders • doelgroep deelnemers • minimum en maximum aantal deelnemers per groep bij groepsactiviteiten • tarief per uur of per traject per volwassene die gebruik maakt van het product • opleidingsniveau van degenen di...
Beoordelingscriteria. §1. Bij de toekenning van een vrijstelling wordt nagegaan in welke mate er voldoende overeenstemming is qua doelstellingen, inhoud en leerresultaten van het opleidingsonderdeel waarvoor men de vrijstelling aanvraagt en het opleidingsonderdeel op basis waarvan men de vrijstelling aanvraagt. §2. De beslissingen tot toekenning of weigering van een vrijstelling moeten afdoende gemotiveerd worden. Een loutere motivatie op basis van de titel en de studieomvang van het opleidingsonderdeel is niet afdoende voor de toekenning of weigering van een vrijstelling.
Beoordelingscriteria. De Bindend adviseur geeft zijn oordeel/advies met inachtname van de op het geschil en het feitencomplex toepasselijke wetsbepalingen, branche- en overige gebruiken en hetgeen hij in de gegeven omstandigheden redelijk en billijk acht gezien de omstandigheden van het concrete geval.
Beoordelingscriteria. Om voor een borging in aanmerking te komen dient uw instelling tenminste aan de volgende criteria te voldoen: • Uw instelling zal naar het oordeel van de Stichting Waarborgfonds MBO in staat z ijn tot nakoming van de verplichtingen uit alle afgesloten leningen, dan wel uw instelling heeft een vastgesteld saneringsplan, waarin is aangegeven op welke wijze het evenwicht tussen de inkomsten en uitgaven kan worden hersteld, aan de Stichting overgelegd of (gedeeltelijk) in uitvoering; • Het verloop van het bedrijfsresultaat over de verstreken jaren geeft een positief beeld; • De begroting van het lopende jaar en de meerjarenbegroting (5 jaar) zijn sluitend; • De volgende ratio’s dienen een voldoende positief beeld te geven: - Solvabiliteit 1: {Eigen Vermogen/ Totaal Vermogen}; - Solvabiliteit 2: {(Eigen Vermogen + Voorzieningen)/ Totaal Vermogen}; - Solvabiliteit 3: {Eigen Vermogen/Totale Opbrengst} - Liquiditeit (current ratio): {Vlottende Activa/ Vlottende Passiva}; en - Rentabiliteit: {Resultaat uit gewone bedrijfsvoering/Totale baten uit gewone bedrijfsvoering}. De Stichting Waarborgfonds MBO zal haar gemotiveerde besluit om al dan niet te willen borgen schriftelijk aan uw instelling meedelen. In principe volgt jaarlijks een herbeoordeling van de financiële positie van uw instelling. Doel hiervan is enerzijds het tijdig kunnen signaleren van eventuele financiële problemen bij instellingen en anderzijds het kunnen vergelijken van de aangesloten instellingen. In eerste instantie geschiedt de jaarlijkse herbeoordeling aan de hand van het door u verstrekte geïntegreerde jaardocument, de opgevraagde accountantsrapportages en de begroting en meerjarenbegroting. De jaarlijkse toetsing is van belang omdat: - het Waarborgfonds en verantwoordelijkheid heeft jegens de MBO-sector - het risico bestaat dat het vermogen van de Stichting Waarborgfonds MBO wordt aangetast wanneer een instelling niet aan haar verplichtingen kan voldoen en de Stichting als borg wordt aangesproken; - de gezamenlijke instellingen ervoor garant staan dat het oorspronkelijke vermogen van de Stichting in stand blijft. Om bovengenoemde redenen worden ook de cijfers van de instellingen waaraan geen borgstelling is verstrekt jaarlijks in onze beoordeling betrokken.
Beoordelingscriteria. Onderstaand een overzicht van eventuele mogelijke¹ criteria, onderverdeeld in 5 categorieën.
Beoordelingscriteria. 1. De aanvragen worden per subsidieronde vergelijkend beoordeeld. Vervolgens wordt een rangorde gemaakt op grond van de kennis en verwachtingen die de adviescommissie heeft ten aanzien van: (a) de verwachting dat de aanvrager in staat zal zijn een toegankelijk boek in het Nederlands te schrijven. (b) De relevantie en toegankelijkheid van het onderwerp voor een breed publiek zonder voorkennis. (c) de originaliteit van de beoogde aanpak (invalshoek, benadering van het onderwerp, interdisciplinair karakter e.d.).
Beoordelingscriteria. De voorstellen worden beoordeeld op basis van de beginselen van transparantie en gelijke behandeling. Dit gebeurt door de Commissie, die daarbij gesteund wordt door externe deskundigen. Elk ingediend voorstel zal worden beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn ingedeeld in drie categorieën: ontvankelijkheidscriteria, gunningscriteria en selectiecriteria. Alleen voorstellen die voldoen aan de ontvankelijkheidscriteria, worden verder geëvalueerd. Hieronder worden deze criteria uiteengezet.
Beoordelingscriteria. Wat zijn de bijzondere omstandigheden waarom de aanvraag wordt ingediend? Onder bijzondere omstandigheden wordt onder meer verstaan: ziekte, zwangerschap en/of zorg voor kinderen jonger dan 5 jaar, verlenen mantelzorg, opzetten eigen bedrijf of andere zwaarwichtige arbeidsomstandigheden. • Valt de aanvrager binnen de definitie van de dispensatieregeling? • Hoeveel punten deskundigheidsbevorderende activiteiten, moet aanvrager nog behalen? • Zijn de deskundigheidsbevorderende activiteiten zoals beschreven in het plan van aanpak haalbaar en achteraf meetbaar? Heeft de aanvrager bijvoorbeeld concreet aangegeven: Welke cursussen etc. hij/zij gaat volgen, wanneer dit is, door wie deze worden verzorgd (aanbieder) en hoeveel punten het oplevert? • In welke periode worden de activiteiten uitgevoerd? (binnen 1 jaar)