Subsidiabele kosten Voorbeeldclausules

Subsidiabele kosten. Lid 1 Subsidie kan worden verleend voor alle kosten die voortkomen uit de uitvoering van het project. Lid 2 Vergoeding van deze kosten vindt plaats naar rato van het vergoedingenniveau dat naar oordeel van het bestuur voor dergelijke kosten gebruikelijk is, dan wel als redelijk en billijk wordt aangemerkt.
Subsidiabele kosten. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking: a. directe bouwkosten; b. indirecte bouwkosten; c. risico's bouwkosten; d. objectoverstijgende risicokosten; e. engineeringskosten; f. overige bijkomende kosten; g. vastgoedkosten; h. kosten voor verwerving van gronden.
Subsidiabele kosten. 1. De aanvrager kan subsidie aanvragen voor een tegemoetkoming in de gestegen energielasten als gevolg van de verhoging van de prijzen daarvan in het jaar 2022 en/of 2023. 2. De verhoging bedoeld in het eerste lid kan zijn veroorzaakt door: a. een hoger tarief dat bij aanvrager in rekening is gebracht door het nutsbedrijf, of; b. een hoger huur-of gebruikstarief dat aan aanvrager in rekening is gebracht door de eigenaar van een accommodatie. 3. De verhoging van de in het eerste lid genoemde energielasten dient aantoonbaar betrekking te hebben op kalenderjaar 2022 en/of 2023.
Subsidiabele kosten. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Subsidiabele kosten. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen in ieder geval de volgende kosten voor subsidie in aanmerking: a. de kosten van een uitvoerder van de projectverkenning; b. de kosten van verslaglegging van de resultaten van de projectverkenning; c. de kosten van het organiseren van bijeenkomsten ter uitvoering van de projectverkenning; d. de kosten van inhuur van deskundig advies of begeleiding op specifieke terreinen.
Subsidiabele kosten. De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking: a. kosten voor het uitvoeren van beheeractiviteiten; b. gederfde inkomsten voor het uitvoeren van beheeractiviteiten; c. transactiekosten.
Subsidiabele kosten. De sloopvergoeding wordt bepaald op basis van een vaste vergoeding per m2. Sloop van de woning valt buiten de regeling. Te slopen materie Subsidievergoeding per m2 Glasopstand € 4 Betonnen teeltvloer (geen gangpaden) € 2,50 Bebouwing € 25 De sloopvergoeding is mede afhankelijk van de grootte van de locatie: Oppervlakte ondergrond per m2 Aanvullende vergoeding per m2 glasopstand 0 - 10.000 € 0 10.000 - 20.000 € 2 20.000 - 40.000 € 3 Meer dan 40.000 € 5 Subsidiepercentage Zie het vermelde onder subsidiabele kosten. Voor de periode 2009 tot en met 2013 geldt het volgende subsidieplafond: € 2.800.000.- Nadere eisen, voorwaarden en verplichtingen; EU-kaders Deelnemende bedrijven aan de sloopregeling dienen de uitoefening van het glastuinbouwbedrijf ter plekke geheel te beëindigen en mogen deze uitoefening elders niet voortzetten. De planologische bestemming evenals de vergunningen ten behoeve van de uitoefening van het glastuinbouwbedrijf dienen te worden aangepast aan de nieuwe situatie, waarbij vestiging van een nieuw glastuinbouwbedrijf uitgesloten wordt. Bij de openstelling kunnen Gedeputeerde Staten nadere eisen, voorwaarden en verplichtingen stellen. De door de provincie betaalde sloopsubsidie wordt als voorfinanciering voor gemeenten ingezet. In een overeenkomst tussen provincie en gemeente worden afspraken gemaakt over terugbetaling van de subsidiegelden. De terugbetaling van de voorfinanciering is aan de orde wanneer de gemeente kwaliteitsbijdragen voor uitbreiding van glastuinbouwbedrijven ontvangt via toepassing van de beleidsregel Limburgs Kwaliteitsmenu. De ontwerp-beleidsregel ligt vanaf 24 juni 2009 tot 1 september 2009 voor een ieder ter inzage in de gemeentehuizen van de Limburgse gemeenten en het Gouvernement overeenkomstig de aldaar gebruikelijke wijze. EU: geen EU-kader Er is geen sprake van een steunmaatregel: subsidie wordt verstrekt aan particulieren (voormalig glastuinders) of glastuinders welke hun bedrijf beëindigen en niet meer als onderneming aan economisch verkeer deelnemen.
Subsidiabele kosten. Ad 1. Kosten van inrichting en herstel. Kosten van onderhoud en beheer zijn niet subsidiabel. Ad 2. Kosten van het toegankelijk maken waaronder de aanleg van voetpaden of kosten van grondaankoop. Kosten van onderhoud en beheer zijn niet subsidiabel. Subsidiepercentage/bedrag • 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 37.500,- per project als genoemd onder 1 en € 22.000,- per project als genoemd onder 2 bij beoogde activiteiten. • Voor investeringen door ondernemers (inclusief landbouwers) bedraagt de subsidie maximaal 40% van de totale subsidiabele kosten. Nadere eisen, voorwaarden en verplichtingen; EU-kaders Met de natuurbeherende instanties en instellingen met een aantoonbaar landschaps-, cultuur- of natuuroogmerk wordt ten behoeve van POP-2-middelen een uitvoeringsovereenkomst afgesloten. EU: Ad 1. POP-2: maatregel 323 (instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed). In het geval van steun aan een onderneming is tevens de de minimisverordening (EG) Nr. 1998/2006 voor deze investeringen van toepassing: het totaal aan steun dat aan een eindbegunstigde over een periode van drie belastingjaren kan worden verstrekt bedraagt € 200.000,-. Onder belastingjaar wordt verstaan: belastingjaar als bedoeld in art. 2 van de verordening (EG) nr. 1998/2006 betreffende toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de de minimissteun. In het geval van steun aan een landbouwer ten behoeve van de instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen op landbouwbedrijven is het steunbedrag maximaal 40%, met een maximum van 200.000 euro over een periode van drie belastingjaren. Aanvrager is geen landbouwer of andere ondernemer: geen EU-kader. Ad 2. Maatregel 313 POP-2 (bevordering van toeristische activiteiten). In het geval van steun aan een onderneming is tevens de de minimisverordening (EG) Nr. 1998/2006 voor deze investeringen van toepassing: het totaal aan steun dat aan een eindbegunstigde over een periode van drie belastingjaren kan worden verstrekt bedraagt € 200.000,-. Onder belastingjaar wordt verstaan: belastingjaar als bedoeld in art. 2 van de verordening (EG) nr. 1998/2006 betreffende toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de de minimissteun.
Subsidiabele kosten. Hier staat voor welk type kosten van een project dat binnen het operationele doel past, subsidie kan worden verstrekt. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat de aanleg of het herstel van een object wel voor subsidie in aanmerking komt maar het onderhoud ervan niet.
Subsidiabele kosten. 1. Alle kosten die, na aftrek van bijdragen van derden, voor subsidie in aanmerking komen, direct te relateren zijn aan de activiteit en naar het oordeel van het college aantoonbaar noodzakelijk zijn om de activiteit te ontplooien, tenzij in deze subsidieregeling hiervan wordt afgeweken. 2. Huisvestings-of onderhoudskosten kunnen alleen onder subsidiabele kosten vallen als deze kosten aan een gebouw nodig zijn om de gesubsidieerde activiteiten te kunnen (blijven) uitvoeren. De kosten moeten wel in verhouding staan tot de gesubsidieerde activiteiten. 3. Niet voor subsidie in aanmerking komen de onvoorzienbare kosten of ‘post onvoorzien’ op een begroting van een aanvrager. 4. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten die gemaakt worden vóór de datum toekenning van de subsidie en ná de einddatum van de activiteiten.