Ingebrekestelling van prestaties. Indien de prestaties niet betaald zijn met dienstencheques op het ogenblik dat ze worden uitgevoerd, wordt door het Dienstenbedrijf een ingebrekestelling verstuurd. Aan deze ingebrekestelling zijn geen kosten verbonden. Indien het Dienstenbedrijf niet in het bezit is van de dienstencheques binnen de 14 dagen na het versturen van de kosteloze ingebrekestelling (deze termijn begint te lopen de 3e werkdag na verzending), wordt zonder enige verdere berichtgeving alle hulpverlening stopgezet en wordt de gesubsidieerde tegenwaarde van de dienstencheques ingevorderd. In dat geval zullen naast de hoofdsom ook interesten gevorderd worden (tegen de referentie-interestvoet vermeerderd met 8% bedoeld in artikel 5, 2e lid van de wet van 2/08/2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties cfr. art. XIX.4 1° WER) én een forfaitaire vergoeding waarvan het bedrag afhangt van de hoogte van het verschuldigde bedrag (hierbij wordt rekening gehouden met de gesubsidieerde waarde van de cheques): - 20 euro: indien het verschuldigde bedrag lager of gelijk is aan 150 euro - 30 euro (+ 10% van het verschuldigde bedrag) indien het verschuldigde bedrag tussen de150,01 en 500 euro bedraagt - 65 euro (+ 5% van het verschuldigde bedrag) indien het verschuldigde bedrag hoger is dan 500 euro.