Common use of Intrekking van een verleende dispensatie Clause in Contracts

Intrekking van een verleende dispensatie. 1. Een verleende dispensatie kan door de dispensatiecommissie worden ingetrokken, indien niet meer wordt voldaan aan de grond waarop vrijstelling is verleend als bedoeld in artikel 4 en/of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 6 lid 1 van dit reglement. 2. Binnen 2 weken nadat het besluit tot intrekking is genomen wordt het besluit schriftelijk en/of per e-mail medegedeeld door de dispensatiecommissie aan de werkgever. De mededeling bevat een motivering van het intrekkingsbesluit. Artikel 1 Met inachtname van het daaromtrent bepaalde in de cao voor de Mode, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie is de Vakraad bevoegd kennis te nemen van geschillen tussen een georganiseerde dan wel ongeorganiseerde werkgever en één of meerdere georganiseerde dan wel ongeorganiseerde werknemers met betrekking tot de uitvoering en toepassing van bedoelde cao. Artikel 2 De melding van het geschil vergezeld van de verklaring respectievelijk het verzoek van beide partijen aan de Vakraad het geschil in behandeling te nemen, dient schriftelijk te worden gedaan bij het bureau van de Vakraad. Artikel 3 Een geschil moet zo snel mogelijk nadat het is ontstaan, doch uiterlijk na 6 weken, aanhangig gemaakt worden. Een geschil wordt geacht te zijn ontstaan zodra één van de betrokken partijen het bestaan van het geschil aanwezig acht. Artikel 4 Indien de termijn van 6 weken wordt overschreden, is de Vakraad niettemin bevoegd van het geschil kennis te nemen. Artikel 5 De melding en het verzoek tot behandeling van het geschil moet worden vergezeld van een beknopt overzicht van de feiten en omschrijving van het onderwerp van eis met een duidelijke en bepaalde conclusie. Artikel 6 Na ontvangst door het bureau van de Vakraad, van het in het vorige artikel bepaalde, zal deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken, de aanvraag verzenden naar de bestuursleden van de Vakraad, alsmede naar de andere betrokken partij. Artikel 7 De andere betrokken partij heeft na dagtekening van de brief van het bureau van de Vakraad een periode van 14 dagen voor antwoord. Dit antwoord zal door het bureau van de Vakraad zo spoedig mogelijk, doch ten hoogste binnen een week na ontvangst worden gezonden naar de bestuursleden van de Vakraad en de eisende partij.

Appears in 6 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Intrekking van een verleende dispensatie. 1. Een verleende dispensatie kan door de dispensatiecommissie worden ingetrokken, indien niet meer wordt voldaan aan de grond waarop vrijstelling is verleend als bedoeld in artikel 4 en/of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 6 lid 1 van dit reglement. 2. Binnen 2 weken nadat het besluit tot intrekking is genomen wordt het besluit schriftelijk en/of per e-mail medegedeeld door de dispensatiecommissie aan de werkgever. De mededeling bevat een motivering van het intrekkingsbesluit.. Reglement bindend advies vakraad Artikel 1 1. Met inachtname van het daaromtrent bepaalde in de cao voor de Mode, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie is de Vakraad bevoegd kennis te nemen van geschillen tussen een georganiseerde dan wel ongeorganiseerde werkgever en één of meerdere georganiseerde dan wel ongeorganiseerde werknemers met betrekking tot de uitvoering en toepassing van bedoelde cao. Artikel 2 2. De melding van het geschil vergezeld van de verklaring respectievelijk het verzoek van beide partijen aan de Vakraad het geschil in behandeling te nemen, dient schriftelijk te worden gedaan bij het bureau van de Vakraad. Artikel 3 3. Een geschil moet zo snel mogelijk nadat het is ontstaan, doch uiterlijk na 6 weken, aanhangig gemaakt worden. Een geschil wordt geacht te zijn ontstaan zodra één van de betrokken partijen het bestaan van het geschil aanwezig acht. Artikel 4 4. Indien de termijn van 6 weken wordt overschreden, is de Vakraad niettemin bevoegd van het geschil kennis te nemen. Artikel 5 5. De melding en het verzoek tot behandeling van het geschil moet worden vergezeld van een beknopt overzicht van de feiten en omschrijving van het onderwerp van eis met een duidelijke en bepaalde conclusie. Artikel 6 6. Na ontvangst door het bureau van de Vakraad, van het in het vorige artikel bepaalde, zal deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken, de aanvraag verzenden naar de bestuursleden van de Vakraad, alsmede naar de andere betrokken partij. Artikel 7 7. De andere betrokken partij heeft na dagtekening van de brief van het bureau van de Vakraad een periode van 14 dagen voor antwoord. Dit antwoord zal door het bureau van de Vakraad zo spoedig mogelijk, doch ten hoogste binnen een week na ontvangst worden gezonden naar de bestuursleden van de Vakraad en de eisende partij. 8. De Vakraad zal allereerst bij partijen onderzoeken op basis van de eis en het antwoord of alsnog een minnelijke regeling kan worden bereikt. Blijkt dit naar het oordeel van de Vakraad niet het geval te zijn, zal het geschil verder in behandeling worden genomen met in achtneming van de volgende bepalingen. 9. Op basis van de conclusie van de eis en het antwoord kan de Xxxxxxx besluiten tot het vragen van een tweede schriftelijke reactie aan beide partijen, dan wel rechtstreeks overgaan tot het horen van partijen bij het geschil. 10. Partijen bij het geschil kunnen zich zowel bij de schriftelijke presentatie van hun standpunten als bij de horing laten vergezellen door een deskundige respectievelijk zich doen vertegenwoordigen door een gemachtigde. 11. Partijen kunnen de Vakraad verzoeken getuigen te horen. 12. Indien partijen zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde, dan wel zich laten vergezellen door een deskundige, dan wel getuige(n) wil(len) laten horen, dan dient het bureau van de Vakraad en de tegenpartij tenminste 7 dagen voor aanvang van de horing daarvan in kennis gesteld te worden onder opgave van na(a)m(en) en woonplaats(en). 13. De Vakraad doet zo mogelijk uitspraak binnen 14 dagen na de "laatste" horing van partijen, doch uiterlijk binnen 6 maanden na ontvangst van het verzoek. 14. De Vakraad is bevoegd een tussentijdse uitspraak te doen. Daarbij wordt, zo enigszins mogelijk, een termijn vastgesteld waarbinnen de behandeling van het geschil zal worden voortgezet. 15. De Vakraad doet een bindende uitspraak voor partijen. 16. De Vakraad bepaalt de eventuele kosten, welke door de behandeling van het geschil zijn veroorzaakt en in hoeverre en in welke verhouding partijen deze zullen dragen. Onder kosten worden niet begrepen de kosten van een eventuele rechtskundige of andere bijstand van partijen. 17. De Vakraad kan ter bestrijding van de kosten bij de aanvang van de procedure via het bureau van de Vakraad een voorschot vragen. Het voorschot zal nimmer €50 per geschil overschrijden. 18. De Vakraad regelt voor het overige haar procedure zelf. 19. De uitspraak van de Vakraad laat onverlet de bevoegdheid van de burgerlijke rechter om een bindend advies marginaal te toetsen. 20. De bevoegdheid van een ander orgaan mag door de Vakraad niet terzijde worden gesteld of doorkruist. Statuten vakraad voor de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie 1. De stichting draagt de naam: Stichting Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie, hierna te noemen de Vakraad. 2. Zij heeft haar zetel te Zeist. Artikel 2: De Vakraad is opgericht voor onbepaalde tijd. 1. De Vakraad heeft ten doel: Goede sociale verhoudingen in de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie te bevorderen, in het bijzonder door het geven van leiding aan de uitvoering en toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie. 2. De Vakraad tracht haar doel te bereiken door: a. als bevoegd orgaan op te treden bij de interpretatie van de telkens voor de bedrijfstak geldende cao; b. als uitvoerend orgaan op te treden op het terrein van de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en vakopleidingen in de bedrijfstak, alsmede de taken te verrichten die bij de voor de bedrijfstak geldende cao aan de Vakraad zijn opgedragen en die activiteiten te verrichten die nodig zijn om een juiste naleving van de cao in de bedrijfstak te bewerkstelligen; c. waar mogelijk, als representatief orgaan ten behoeve van de gehele bedrijfstak op te treden tegenover de overheid en andere daarvoor in aanmerking komende instanties, door hetzij desgevraagd hetzij eigener beweging een standpunt te bepalen casu quo adviezen te geven ten aanzien van onderwerpen, welke rechtstreeks of zijdelings verband houden met het terrein van de arbeid(sverhoudingen) in deze bedrijfstak; d. als adviserend en voorlichtend orgaan op te treden tegenover de werkgevers en werknemers in de bedrijfstak met betrekking tot aangelegenheden op het terrein van de arbeidsverhoudingen; e. als orgaan van overleg, niet zijnde cao-overleg, de arbeidsmarktsituatie en de werkgelegenheid in de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie, wordt besproken, hetgeen voor de goede verhoudingen en voor de goede gang van zaken in de bedrijfstak van belang kan zijn; f. het (laten) verzamelen van statistische gegevens en (laten) verrichten en publiceren van onderzoek op het op het terrein van de arbeidsverhoudingen, voorzover bepaalde werkzaamheden van de Vakraad daartoe aanleiding geven; g. het aanvragen van of bemiddeling verlenen ter verkrijging van subsidies of andere financiële middelen en het verstrekken van financiële bijdragen in verband met publicitaire doeleinden voor de bedrijfstak, in relatie tot de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, om het positieve imago van de bedrijfstak te handhaven of te verbeteren; h. als geschillencommissie voorzover dat bij de telkens geldende cao voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie aan de Vakraad is opgedragen - en ook overigens - te trachten geschillen, welke tussen werkgevers en werknemers in de bedrijfstak naar aanleiding van de bepalingen van de cao ontstaan, op te lossen, hetzij door bemiddeling, hetzij bij wijze van beslechting; i. het drukken en verspreiden van cao-boekjes ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de bedrijfstak; x. het formuleren en vaststellen van het opleidings- en scholingsbeleid betrekking hebbende op vakopleidingen en/of employability en gericht op de arbeidsverhoudingen ten in de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie behoeve van werknemers en werkgevers in de bedrijfstak; x. het bevorderen, opzetten en doen organiseren van opleidingen en/of cursussen met inbegrip van projecten betrekking hebbende op vakopleidingen en/of employability gericht op de arbeidsverhoudingen in de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie ten behoeve van werknemers alsmede werkgevers in de bedrijfstak; l. het verstrekken van bijdragen ter bestrijding van, of tegemoetkoming, in de gemaakte kosten voor opleiding, onderwijs, vorming en her-, om- en bijscholing; m. door het toezicht houden op en het coördineren van de bestuurlijke activiteiten van de volgende stichtingen bij de cao voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie: - de stichting Sociaal Fonds voor de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie; - de stichting Opleidingsfonds voor de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie; 3. Met betrekking tot lid 2, sub a tot en met m, treedt de Vakraad niet in aangelegenheden die zijn voorbehouden aan de onderhandelingen van partijen bij de cao of die behoren tot de dagelijkse werkingssfeer van andere paritaire bedrijfstakorganen. 4. De bijdragen bedoeld in lid 2, sub g en l, worden krachtens bestuursbesluit verstrekt. De voorwaarden ter verkrijging van de bijdragen zijn vastgelegd in een desbetreffend bij deze statuten behorend bestuursreglement, waarvan de bepalingen door het bestuur bij zijn besluitvorming in acht zullen worden genomen. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage dient de subsidieverzoekende instelling hiertoe een verzoek in te dienen bij het bestuur voorzien van een begroting, die moet zijn gespecificeerd naar een of meer van de in lid 2 genoemde bestedingsdoelen. Voorts zal door de subsidieverzoekende instelling jaarlijks aan het bestuur van de Vakraad verantwoording omtrent de besteding van de ontvangen middelen worden afgelegd. De ontvangen verantwoording dient te zijn voorzien van een door een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring. De verantwoording en de accountantsverklaring dienen te zijn gespecificeerd volgens de bestedingsdoelen genoemd in lid 2 en maken een geïntegreerd onderdeel uit van het (financieel) verslag van de Vakraad. Artikel 4: De geldmiddelen van de Vakraad bestaan uit: a.. door de Stichting Sociaal Fonds voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie verstrekte geldmiddelen; b alle andere op enigerlei wijze te verkrijgen gelden.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Intrekking van een verleende dispensatie. 1. Een verleende dispensatie kan door de dispensatiecommissie worden ingetrokken, indien niet meer wordt voldaan aan de grond waarop vrijstelling is verleend als bedoeld in artikel 4 en/of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 6 lid 1 van dit reglement. 2. Binnen 2 weken nadat het besluit tot intrekking is genomen wordt het besluit schriftelijk en/of per e-mail medegedeeld door de dispensatiecommissie aan de werkgever. De mededeling bevat een motivering van het intrekkingsbesluit.. Reglement bindend advies vakraad Artikel 1 1. Met inachtname van het daaromtrent bepaalde in de cao voor de Mode, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie is de Vakraad bevoegd kennis te nemen van geschillen tussen een georganiseerde dan wel ongeorganiseerde werkgever en één of meerdere georganiseerde dan wel ongeorganiseerde werknemers met betrekking tot de uitvoering en toepassing van bedoelde cao. Artikel 2 2. De melding van het geschil vergezeld van de verklaring respectievelijk het verzoek van beide partijen aan de Vakraad het geschil in behandeling te nemen, dient schriftelijk te worden gedaan bij het bureau van de Vakraad. Artikel 3 3. Een geschil moet zo snel mogelijk nadat het is ontstaan, doch uiterlijk na 6 weken, aanhangig gemaakt worden. Een geschil wordt geacht te zijn ontstaan zodra één van de betrokken partijen het bestaan van het geschil aanwezig acht. Artikel 4 4. Indien de termijn van 6 weken wordt overschreden, is de Vakraad niettemin bevoegd van het geschil kennis te nemen. Artikel 5 5. De melding en het verzoek tot behandeling van het geschil moet worden vergezeld van een beknopt overzicht van de feiten en omschrijving van het onderwerp van eis met een duidelijke en bepaalde conclusie. Artikel 6 6. Na ontvangst door het bureau van de Vakraad, van het in het vorige artikel bepaalde, zal deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken, de aanvraag verzenden naar de bestuursleden van de Vakraad, alsmede naar de andere betrokken partij. Artikel 7 7. De andere betrokken partij heeft na dagtekening van de brief van het bureau van de Vakraad een periode van 14 dagen voor antwoord. Dit antwoord zal door het bureau van de Vakraad zo spoedig mogelijk, doch ten hoogste binnen een week na ontvangst worden gezonden naar de bestuursleden van de Vakraad en de eisende partij. 8. De Vakraad zal allereerst bij partijen onderzoeken op basis van de eis en het antwoord of alsnog een minnelijke regeling kan worden bereikt. Blijkt dit naar het oordeel van de Vakraad niet het geval te zijn, zal het geschil verder in behandeling worden genomen met in achtneming van de volgende bepalingen. 9. Op basis van de conclusie van de eis en het antwoord kan de Xxxxxxx besluiten tot het vragen van een tweede schriftelijke reactie aan beide partijen, dan wel rechtstreeks overgaan tot het horen van partijen bij het geschil. 10. Partijen bij het geschil kunnen zich zowel bij de schriftelijke presentatie van hun standpunten als bij de horing laten vergezellen door een deskundige respectievelijk zich doen vertegenwoordigen door een gemachtigde. 11. Partijen kunnen de Vakraad verzoeken getuigen te horen. 12. Indien partijen zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde, dan wel zich laten vergezellen door een deskundige, dan wel getuige(n) wil(len) laten horen, dan dient het bureau van de Vakraad en de tegenpartij tenminste 7 dagen voor aanvang van de horing daarvan in kennis gesteld te worden onder opgave van na(a)m(en) en woonplaats(en). 13. De Vakraad doet zo mogelijk uitspraak binnen 14 dagen na de "laatste" horing van partijen, doch uiterlijk binnen 6 maanden na ontvangst van het verzoek. 14. De Vakraad is bevoegd een tussentijdse uitspraak te doen. Daarbij wordt, zo enigszins mogelijk, een termijn vastgesteld waarbinnen de behandeling van het geschil zal worden voortgezet. 15. De Vakraad doet een bindende uitspraak voor partijen. 16. De Vakraad bepaalt de eventuele kosten, welke door de behandeling van het geschil zijn veroorzaakt en in hoeverre en in welke verhouding partijen deze zullen dragen. Onder kosten worden niet begrepen de kosten van een eventuele rechtskundige of andere bijstand van partijen. 17. De Vakraad kan ter bestrijding van de kosten bij de aanvang van de procedure via het bureau van de Vakraad een voorschot vragen. Het voorschot zal nimmer €50 per geschil overschrijden. 18. De Vakraad regelt voor het overige haar procedure zelf. 19. De uitspraak van de Vakraad laat onverlet de bevoegdheid van de burgerlijke rechter om een bindend advies marginaal te toetsen. 20. De bevoegdheid van een ander orgaan mag door de Vakraad niet terzijde worden gesteld of doorkruist. Statuten vakraad voor de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie 1. De stichting draagt de naam: Stichting Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie, hierna te noemen de Vakraad. 2. Zij heeft haar zetel te Zeist. Artikel 2: De Vakraad is opgericht voor onbepaalde tijd. 1. De Vakraad heeft ten doel: Goede sociale verhoudingen in de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie te bevorderen, in het bijzonder door het geven van leiding aan de uitvoering en toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie. 2. De Vakraad tracht haar doel te bereiken door: a. als bevoegd orgaan op te treden bij de interpretatie van de telkens voor de bedrijfstak geldende cao; b. als uitvoerend orgaan op te treden op het terrein van de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en vakopleidingen in de bedrijfstak, alsmede de taken te verrichten die bij de voor de bedrijfstak geldende cao aan de Vakraad zijn opgedragen en die activiteiten te verrichten die nodig zijn om een juiste naleving van de cao in de bedrijfstak te bewerkstelligen; c. waar mogelijk, als representatief orgaan ten behoeve van de gehele bedrijfstak op te treden tegenover de overheid en andere daarvoor in aanmerking komende instanties, door hetzij desgevraagd hetzij eigener beweging een standpunt te bepalen casu quo adviezen te geven ten aanzien van onderwerpen, welke rechtstreeks of zijdelings verband houden met het terrein van de arbeid(sverhoudingen) in deze bedrijfstak; d. als adviserend en voorlichtend orgaan op te treden tegenover de werkgevers en werknemers in de bedrijfstak met betrekking tot aangelegenheden op het terrein van de arbeidsverhoudingen; e. als orgaan van overleg, niet zijnde cao-overleg, de arbeidsmarktsituatie en de werkgelegenheid in de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie, wordt besproken, hetgeen voor de goede verhoudingen en voor de goede gang van zaken in de bedrijfstak van belang kan zijn; f. het (laten) verzamelen van statistische gegevens en (laten) verrichten en publiceren van onderzoek op het op het terrein van de arbeidsverhoudingen, voorzover bepaalde werkzaamheden van de Vakraad daartoe aanleiding geven; g. het aanvragen van of bemiddeling verlenen ter verkrijging van subsidies of andere financiële middelen en het verstrekken van financiële bijdragen in verband met publicitaire doeleinden voor de bedrijfstak, in relatie tot de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, om het positieve imago van de bedrijfstak te handhaven of te verbeteren; h. als geschillencommissie voorzover dat bij de telkens geldende cao voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie aan de Vakraad is opgedragen - en ook overigens - te trachten geschillen, welke tussen werkgevers en werknemers in de bedrijfstak naar aanleiding van de bepalingen van de cao ontstaan, op te lossen, hetzij door bemiddeling, hetzij bij wijze van beslechting; i. het drukken en verspreiden van cao-boekjes ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de bedrijfstak; j. het formuleren en vaststellen van het opleidings- en scholingsbeleid betrekking hebbende op vakopleidingen en/of employability en gericht op de arbeidsverhoudingen ten in de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie behoeve van werknemers en werkgevers in de bedrijfstak; k. het bevorderen, opzetten en doen organiseren van opleidingen en/of cursussen met inbegrip van projecten betrekking hebbende op vakopleidingen en/of employability gericht op de arbeidsverhoudingen in de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie ten behoeve van werknemers alsmede werkgevers in de bedrijfstak; l. het verstrekken van bijdragen ter bestrijding van, of tegemoetkoming, in de gemaakte kosten voor opleiding, onderwijs, vorming en her-, om- en bijscholing; m. door het toezicht houden op en het coördineren van de bestuurlijke activiteiten van de volgende stichtingen bij de cao voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie: - de stichting Sociaal Fonds voor de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie; - de stichting Opleidingsfonds voor de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie; 3. Met betrekking tot lid 2, sub a tot en met m, treedt de Vakraad niet in aangelegenheden die zijn voorbehouden aan de onderhandelingen van partijen bij de cao of die behoren tot de dagelijkse werkingssfeer van andere paritaire bedrijfstakorganen. 4. De bijdragen bedoeld in lid 2, sub g en l, worden krachtens bestuursbesluit verstrekt. De voorwaarden ter verkrijging van de bijdragen zijn vastgelegd in een desbetreffend bij deze statuten behorend bestuursreglement, waarvan de bepalingen door het bestuur bij zijn besluitvorming in acht zullen worden genomen. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage dient de subsidieverzoekende instelling hiertoe een verzoek in te dienen bij het bestuur voorzien van een begroting, die moet zijn gespecificeerd naar een of meer van de in lid 2 genoemde bestedingsdoelen. Voorts zal door de subsidieverzoekende instelling jaarlijks aan het bestuur van de Vakraad verantwoording omtrent de besteding van de ontvangen middelen worden afgelegd. De ontvangen verantwoording dient te zijn voorzien van een door een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring. De verantwoording en de accountantsverklaring dienen te zijn gespecificeerd volgens de bestedingsdoelen genoemd in lid 2 en maken een geïntegreerd onderdeel uit van het (financieel) verslag van de Vakraad. Artikel 4: De geldmiddelen van de Vakraad bestaan uit: a.. door de Stichting Sociaal Fonds voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie verstrekte geldmiddelen; b alle andere op enigerlei wijze te verkrijgen gelden.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement