Inzet en acties vmbo- en mbo-instellingen. De vmbo- en mbo-instellingen:
1. Bouwen in samenwerking met provinciale overheden en hbo-instellingen aan een netwerk dat bestaat uit minimaal 25 regionaal georiënteerde en grondgebonden (klei, zand, veen) demo-leerbedrijven. Deze demo-leerbedrijven zijn bij voorkeur ook door SBB erkende bedrijven voor beroepspraktijkvorming (BPV/stage) en kunnen door het groen (v)mbo worden gebruikt voor excursies;
2. Onderzoeken of het opzetten van een Practoraat Natuurinclusieve Landbouw in het midden en zuiden van het land wenselijk en mogelijk is. Daarbij kan de KIEM-groen pilotregeling practoraten behulpzaam zijn;
3. Integreren natuurinclusieve landbouw in de diverse beroepsgerichte vakken zoals veehouderij, akkerbouw, agrarische bedrijfskunde, bodemkunde, bemestingsleer, graslandmanagement, agrarisch waterbeheer, gewasbescherming en landschappelijke inpassing. Daarnaast kunnen de basisprincipes van natuurinclusieve landbouw ook aan bod komen bij andere dan de primaire landbouwopleidingen, zoals de opleidingen gericht op bos, natuur, landschap, recreatie, cultuurtechniek en groenbeheer;
4. Delen door de scholen ontwikkeld lesmateriaal en ervaringen in het veld met andere mbo-scholen via de leermiddelenpagina op het Portaal Natuurinclusieve Landbouw op Groen Kennisnet en via regionale of landelijke netwerk- of kennisdagen;
5. Vmbo-scholen laten hun leerlingen al kennismaken met natuurinclusieve landbouw door het keuzevak ‘Natuurlijk groen’ aan te bieden. Het hiervoor ontwikkelde lesmateriaal en de opgedane ervaringen worden met andere vmbo-scholen gedeeld via het bestaande netwerk vmbo groen;
6. Xxxxxxx docenten vmbo en mbo met elkaar in contact rond het thema natuurinclusieve landbouw en stimuleren samenwerking en doorlopende leerlijnen.