Koopsom en kostengrenzen. Sinds 1 januari 2017 is een nieuwe methodiek van toepassing voor het vaststellen van de kostengrens voor woningen. Het WEW streeft er met deze systematiek naar dat: • woningen waarvan de koopsom maximaal gelijk is aan de gemiddelde koopsom in Nederland bereikbaar zijn onder NHG; • deze woning tegen de maximale, wettelijk vastgelegde LTV kan worden gefinancierd met NHG. In de nieuwe methodiek wordt de kostengrens voor woningen vastgesteld aan de hand van de gemiddelde koopsom in Nederland en vermeerderd met de wettelijke toegestane Loan To Value (LTV). Omdat de wettelijke LTV-percentages verschillend zijn voor het niet (100%) of wel (106%) treffen van energiebesparende voorzieningen, is het gevolg dat er voortaan sprake zal zijn van twee kostengrenzen voor woningen. Een kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen en een kostengrens voor woningen met energiebesparende voorzieningen. De gemiddelde koopsom wordt bepaald aan de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt de gemiddelde koopsom genomen over de maanden juni, juli en augustus voorafgaand aan het jaar van wijziging en de uitkomst hiervan wordt afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. De gemiddelde koopsom voor 2018 is vastgesteld op € 265.000,-. Voorbeeld: als de gemiddelde koopsom, volgens publicatie van het Kadaster, € 263.500,- is, wordt de gemiddelde koopsom afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-, zijnde € 265.000,-. De kostengrens zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt € 265.000,- en met energiebesparende voorzieningen € 280.900,-. Uiteraard is de extra ruimte binnen de kostengrens voor energiebesparende voorzieningen uitsluitend van toepassing voor zover er inderdaad energiebesparende voorzieningen worden getroffen. Het is niet toegestaan de kostengrenzen bij elkaar op te tellen indien sprake is van een gezamenlijke aankoop van een woonwagen en een woonwagenstandplaats. In dat geval moet men voldoen aan beide kostengrenzen afzonderlijk.
Appears in 2 contracts
Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht en Normen 2018 1, Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht en Normen 2018 1
Koopsom en kostengrenzen. Sinds 1 januari 2017 is een nieuwe methodiek van toepassing voor het vaststellen van de kostengrens voor woningen. Het WEW streeft er met deze systematiek naar dat: • woningen waarvan de koopsom maximaal gelijk is aan de gemiddelde koopsom in Nederland bereikbaar zijn onder NHG; • deze woning tegen de maximale, wettelijk vastgelegde LTV kan worden gefinancierd met NHG. In de nieuwe methodiek wordt de kostengrens voor woningen vastgesteld aan de hand van de gemiddelde koopsom in Nederland en vermeerderd met de wettelijke toegestane Loan To Value (LTV). Omdat de wettelijke LTV-percentages verschillend zijn voor het niet (100%) of wel (106%) treffen van energiebesparende voorzieningen, is het gevolg dat er voortaan sprake zal zijn van twee kostengrenzen voor woningen. Een kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen en een kostengrens voor woningen met energiebesparende voorzieningen. De gemiddelde koopsom wordt bepaald aan de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt de gemiddelde koopsom genomen over de maanden juni, juli en augustus voorafgaand aan het jaar van wijziging en de uitkomst hiervan wordt afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. De gemiddelde koopsom voor 2018 2019 is vastgesteld op € 265.000,-290.000,-. Voorbeeld: als de gemiddelde koopsom, volgens publicatie van het Kadaster, € 263.500,- 291.435,- is, wordt de gemiddelde koopsom afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-, zijnde € 265.000,-290.000,-. De kostengrens zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt € 265.000,- 290.000,- en met energiebesparende voorzieningen € 280.900,-307.400,-. Uiteraard is de extra ruimte binnen de kostengrens voor energiebesparende voorzieningen uitsluitend van toepassing voor zover er inderdaad energiebesparende voorzieningen worden getroffen. Het is niet toegestaan de kostengrenzen bij elkaar op te tellen indien sprake is van een gezamenlijke aankoop van een woonwagen en een woonwagenstandplaats. In dat geval moet men voldoen aan beide kostengrenzen afzonderlijk.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht en Normen 2019 1
Koopsom en kostengrenzen. Sinds 1 januari 2017 2021 is een nieuwe methodiek van toepassing voor het vaststellen van de kostengrens voor woningen. Deze methodiek is meer anticyclisch, sluit aan bij de gemiddelde huizenprijs en levert geen schokken op de koopwoningmarkt. Om aan dit doel te voldoen, hanteren we onder andere een correctiefactor. We hebben de correctiefactor zodanig bepaald, dat de kostengrens beter aansluit bij de werkelijke ontwikkelingen op de woningmarkt en het de toegankelijkheid waarborgt van het NHG- instrument op de lange termijn. Het WEW gaat om een stabiele maar realistische kostengrens. NHG streeft er met deze systematiek naar dat: • woningen Woningen waarvan de koopsom maximaal gelijk is aan de gemiddelde koopsom in Nederland bereikbaar zijn onder NHG; • deze woning tegen de maximale, wettelijk vastgelegde LTV kan worden gefinancierd met NHG. In de nieuwe methodiek wordt de kostengrens voor woningen vastgesteld aan de hand van de gemiddelde koopsom in Nederland en vermeerderd met de wettelijke toegestane Loan To Value (LTV). Omdat de wettelijke LTV-percentages verschillend zijn voor het niet (100%) of wel (106%) treffen van energiebesparende voorzieningen, is het gevolg dat er voortaan sprake zal zijn van twee kostengrenzen voor woningen. Een kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen en een kostengrens voor woningen met energiebesparende voorzieningen. De gemiddelde koopsom wordt bepaald aan de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt de gemiddelde koopsom genomen over de maanden juniafgelopen 39 maanden, juli en rekenend vanaf augustus voorafgaand aan het jaar van wijziging en de uitkomst hiervan wordt vermeerderd met 6% (correctiefactor) en afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. De Voorbeeld: Als de gemiddelde koopsom voor 2018 is vastgesteld op € 265.000,-. Voorbeeld: als over de gemiddelde koopsomafgelopen 39 maanden, volgens publicatie van het Kadaster, € 263.500,- 310.435,- is, dan wordt de gemiddelde koopsom vermeerderd met 6% afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-, zijnde .. De berekening zou dan als volgt zijn: € 265.000,-310.435,- + 6% = € 329.061,10. Dit wordt dan afgerond naar € 330.000,- en zou dan de nieuwe kostengrens zijn. De nieuwe kostengrensmethodiek wordt in 3 stappen geïntroduceerd: • Voor 2021 wordt de kostengrens zonder gebaseerd op de afgelopen 15 maanden gerekend vanaf augustus 2020 en vermeerderd met 2%. • Voor 2022 wordt de kostengrens gebaseerd op de afgelopen 27 maanden gerekend vanaf augustus 2021 en vermeerderd met 4%. • Voor 2023 wordt de kostengrens gebaseerd op de afgelopen 39 maanden gerekend vanaf augustus 2022 en vermeerderd met 6%. De gemiddelde koopsom voor de V&N 2021-2 is vastgesteld op € 325.000,-. Let op: Om in aanmerking te komen voor de verruimde kostengrens bij nieuwbouw, dienen er aanvullende energiebesparende voorzieningen bedraagt getroffen te worden. Dit houdt in, dat de reguliere aannemingsovereenkomst aan het bouwbesluit 2012 dient te voldoen en dat uit de meerwerklijst de aanvullende EBV dienen te blijken. De EBV mogen dus niet noodzakelijk zijn voor het voldoen aan de Bijna Energieneutrale Gebouw Eisen (BENG-eisen vanaf 2021) of een EPC van 0,4 (eisen voor 2021) en het verkrijgen van de bouwgunning. Maar mogen alleen als extra bovenop de minimale eisen zijn. Wanneer de EPC gelijk of lager is dan 0 (eisen voor 2021) of met een maximaal primair fossiel energiegebruik dat gelijk is aan of lager is dan 0 kWh/m2 per jaar (eisen vanaf 2021)en dit blijkt uit de aannemingsovereenkomst, dan mag er ook gebruik gemaakt worden van de verruimde kostengrens bij nieuwbouw. Hier hoeft geen aanvullende documentatie voor te worden overgelegd anders dan de aanneemovereenkomst waar dit uit blijkt. Voor woonwagens en woonwagenstandplaatsen is een afwijkende kostengrens van toepassing. Deze wordt jaarlijks ook geïndexeerd. Hierbij hanteert NHG het jaarlijkse inflatiepercentage dat bekend was op 1 januari van het jaar dat de Voorwaarden en Normen gepubliceerd zijn (dus 1 januari 2020 voor V&N 2021). De bestaande hoofdsom word geïndexeerd met dit inflatiepercentage en afgerond op de dichtstbijzijnde € 265.000,- en met energiebesparende voorzieningen € 280.900,-. Uiteraard is de extra ruimte binnen de kostengrens voor energiebesparende voorzieningen uitsluitend van toepassing voor zover er inderdaad energiebesparende voorzieningen worden getroffen1.000. Het is niet toegestaan de kostengrenzen bij elkaar op te tellen indien sprake is van een gezamenlijke aankoop van een woonwagen en een woonwagenstandplaats. In dat geval moet men voldoen aan beide kostengrenzen afzonderlijk.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden en Normen
Koopsom en kostengrenzen. Sinds 1 januari 2017 is een nieuwe methodiek van toepassing voor het vaststellen van de kostengrens voor woningen. Het WEW streeft er met deze systematiek naar dat: • woningen waarvan de koopsom maximaal gelijk is aan de gemiddelde koopsom in Nederland bereikbaar zijn onder NHG; • deze woning tegen de maximale, wettelijk vastgelegde LTV kan worden gefinancierd met NHG. In de nieuwe methodiek wordt de kostengrens voor woningen vastgesteld aan de hand van de gemiddelde koopsom in Nederland en vermeerderd met de wettelijke toegestane Loan To Value (LTV). Omdat de wettelijke LTV-percentages verschillend zijn voor het niet (100%) of wel (106%) treffen van energiebesparende voorzieningen, is het gevolg dat er voortaan sprake zal zijn van twee kostengrenzen voor woningen. Een kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen en een kostengrens voor woningen met energiebesparende voorzieningen. De gemiddelde koopsom wordt bepaald aan de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt de gemiddelde koopsom genomen over de maanden juni, juli en augustus voorafgaand aan het jaar van wijziging en de uitkomst hiervan wordt afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. De gemiddelde koopsom voor 2018 is vastgesteld op € 265.000,-. Voorbeeld: als de gemiddelde koopsom, volgens publicatie van het Kadaster, € 263.500,- is, wordt de gemiddelde koopsom afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-, zijnde € 265.000,-. De kostengrens zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt € 265.000,- en met energiebesparende voorzieningen € 280.900,-. Uiteraard is de extra ruimte binnen de kostengrens voor energiebesparende voorzieningen uitsluitend van toepassing voor zover er inderdaad energiebesparende voorzieningen worden getroffen. Het is niet toegestaan de kostengrenzen bij elkaar op te tellen indien sprake is van een gezamenlijke aankoop van een woonwagen en een woonwagenstandplaats. In dat geval moet men voldoen aan beide kostengrenzen afzonderlijk.
Appears in 1 contract
Samples: Borgtocht
Koopsom en kostengrenzen. Sinds 1 januari 2017 2021 is een nieuwe methodiek van toepassing voor het vaststellen van de kostengrens kostengrenzen voor woningen. Het WEW Deze methodiek is meer anticyclisch dan voorheen en levert een stabielere kostengrens op. Daarom hanteren we onder andere een correctiefactor. De methodiek is zodanig bepaald, dat de kostengrens beter aansluit bij de werkelijke ontwikkelingen op de woningmarkt en het de toegankelijkheid waarborgt van het NHG-instrument op de lange termijn. NHG streeft er met deze systematiek methodiek naar dat: • woningen Woningen waarvan de koopsom maximaal gelijk is aan de gemiddelde koopsom in Nederland bereikbaar zijn onder NHG; • deze Deze woning tegen de maximale, wettelijk vastgelegde LTV kan worden gefinancierd met NHG. De kostengrens wordt bepaald aan de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt het gemiddelde genomen van de gemiddelde koopsommen (van door particulieren aangekochte bestaande woningen in Europees Nederland) over de afgelopen 27 maanden, rekenend tot en met augustus voorafgaand aan het jaar van het ingangsjaar van de nieuwe Voorwaarden & Normen. De uitkomst hiervan wordt vermeerderd met 4% (correctiefactor) en afgerond op het dichtstbijzijnde bedrag dat deelbaar is door € 5.000,-. In de nieuwe methodiek wordt de kostengrens voor woningen vastgesteld aan de hand van de gemiddelde koopsom in Nederland en vermeerderd met de wettelijke toegestane Loan To Value (LTV). Omdat de wettelijke LTV-percentages verschillend zijn voor het niet (100%) of wel (106%) treffen van energiebesparende voorzieningen, is het gevolg dat er voortaan sprake zal zijn van twee kostengrenzen zijn voor woningen. Een : een kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen en een kostengrens voor woningen met energiebesparende voorzieningen. De gemiddelde koopsom wordt bepaald aan voor de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt de gemiddelde koopsom genomen over de maanden juni, juli en augustus voorafgaand aan het jaar van wijziging en de uitkomst hiervan wordt afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. De gemiddelde koopsom voor 2018 V&N 2023-1 is vastgesteld op € 265.000,-405.000,-. Voorbeeld: als De kostengrens voor bestaande- en nieuwbouwwoningen zonder energiebesparende voorzieningen is gelijk aan de gemiddelde koopsom, volgens publicatie van het Kadaster, € 263.500,- is, wordt de gemiddelde koopsom afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-, zijnde € 265.000,-. De kostengrens zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt € 265.000,- voor bestaande- en nieuwbouwwoningen met energiebesparende voorzieningen is € 280.900,-429.300,- (is € 405.000 vermeerderd met 6%). Uiteraard is Let op: Om in aanmerking te komen voor de extra ruimte binnen de verruimde kostengrens voor bij nieuwbouw, dienen er aanvullende energiebesparende voorzieningen uitsluitend getroffen te worden. Dit houdt in, dat de reguliere aannemingsovereenkomst aan het bouwbesluit 2012 dient te voldoen en dat uit de meerwerklijst de aanvullende EBV dienen te blijken. De EBV mogen dus niet noodzakelijk zijn voor het voldoen aan de Bijna Energieneutrale Gebouw Eisen (BENG-eisen vanaf 2021) of een EPC van toepassing 0,4 (eisen voor zover 2021) en het verkrijgen van de bouwgunning. Maar mogen alleen als extra bovenop de minimale eisen zijn. Wanneer de EPC gelijk of lager is dan 0 (eisen voor 2021) of met een maximaal primair fossiel energiegebruik dat gelijk is aan of lager is dan 0 kWh/m2 per jaar (eisen vanaf 2021) en dit blijkt uit de aannemingsovereenkomst of andere documenten afgegeven door de aannemer of een energieadviesbureau, zoals bijvoorbeeld een energieprestatieberekening, dan mag er inderdaad ook gebruik gemaakt worden van de verruimde kostengrens bij nieuwbouw met aanvullende energiebesparende voorzieningen voorzieningen. Hier hoeft geen aanvullende documentatie voor te worden getroffenovergelegd anders dan de aanneemovereenkomst waar dit uit blijkt. Voor woonwagens en woonwagenstandplaatsen is een afwijkende kostengrens van toepassing. Deze wordt jaarlijks ook geïndexeerd. Hierbij hanteert NHG het jaarlijkse inflatiepercentage dat bekend was op 1 januari van het jaar dat de Voorwaarden en Normen gepubliceerd zijn (dus 1 januari 2022 voor V&N 2023-1). De bestaande hoofdsom word geïndexeerd met dit inflatiepercentage en afgerond op het dichtstbijzijnde bedrag dat deelbaar is door € 1.000. Het is niet toegestaan de kostengrenzen bij elkaar op te tellen indien sprake is van een gezamenlijke aankoop van een woonwagen en een woonwagenstandplaats. In dat geval moet men voldoen aan beide kostengrenzen afzonderlijk.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden en Normen
Koopsom en kostengrenzen. Sinds 1 januari 2017 2021 is een nieuwe methodiek van toepassing voor het vaststellen van de kostengrens voor woningen. Deze methodiek is meer anticyclisch, sluit aan bij de gemiddelde huizenprijs en levert geen schokken op de koopwoningmarkt. Om aan dit doel te voldoen, hanteren we onder andere een correctiefactor. We hebben de correctiefactor zodanig bepaald, dat de kostengrens beter aansluit bij de werkelijke ontwikkelingen op de woningmarkt en het de toegankelijkheid waarborgt van het NHG- instrument op de lange termijn. Het WEW gaat om een stabiele maar realistische kostengrens. NHG streeft er met deze systematiek naar dat: • woningen Woningen waarvan de koopsom maximaal gelijk is aan de gemiddelde koopsom in Nederland bereikbaar zijn onder NHG; • deze woning tegen de maximale, wettelijk vastgelegde LTV kan worden gefinancierd met NHG. In de nieuwe methodiek wordt de kostengrens voor woningen vastgesteld aan de hand van de gemiddelde koopsom in Nederland en vermeerderd met de wettelijke toegestane Loan To Value (LTV). Omdat de wettelijke LTV-percentages verschillend zijn voor het niet (100%) of wel (106%) treffen van energiebesparende voorzieningen, is het gevolg dat er voortaan sprake zal zijn van twee kostengrenzen voor woningen. Een kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen en een kostengrens voor woningen met energiebesparende voorzieningen. De gemiddelde koopsom wordt bepaald aan de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt de gemiddelde koopsom genomen over de maanden juniafgelopen 39 maanden, juli en rekenend vanaf augustus voorafgaand aan het jaar van wijziging en de uitkomst hiervan wordt vermeerderd met 6% (correctiefactor) en afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. Voorbeeld: Als de gemiddelde koopsom over de afgelopen 39 maanden, volgens publicatie van het Kadaster, € 310.435,- is, dan wordt de gemiddelde koopsom vermeerderd met 6% afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. De berekening zou dan als volgt zijn: € 310.435,- + 6% = € 329.061,10. Dit wordt dan afgerond naar € 330.000,- en zou dan de nieuwe kostengrens zijn. De nieuwe kostengrensmethodiek wordt in 3 stappen geïntroduceerd: • Voor 2021 wordt de kostengrens gebaseerd op de afgelopen 15 maanden gerekend vanaf augustus 2020 en vermeerderd met 2%. • Voor 2022 wordt de kostengrens gebaseerd op de afgelopen 27 maanden gerekend vanaf augustus 2021 en vermeerderd met 4%. • Voor 2023 wordt de kostengrens gebaseerd op de afgelopen 39 maanden gerekend vanaf augustus 2022 en vermeerderd met 6%. De gemiddelde koopsom voor 2018 de V&N 2022-1 is vastgesteld op € 265.000,-355.000,-. VoorbeeldLet op: Om in aanmerking te komen voor de verruimde kostengrens bij nieuwbouw, dienen er aanvullende energiebesparende voorzieningen getroffen te worden. Dit houdt in, dat de reguliere aannemingsovereenkomst aan het bouwbesluit 2012 dient te voldoen en dat uit de meerwerklijst de aanvullende EBV dienen te blijken. De EBV mogen dus niet noodzakelijk zijn voor het voldoen aan de Bijna Energieneutrale Gebouw Eisen (BENG-eisen vanaf 2021) of een EPC van 0,4 (eisen voor 2021) en het verkrijgen van de bouwgunning. Maar mogen alleen als extra bovenop de gemiddelde koopsomminimale eisen zijn. Wanneer de EPC gelijk of lager is dan 0 (eisen voor 2021) of met een maximaal primair fossiel energiegebruik dat gelijk is aan of lager is dan 0 kWh/m2 per jaar (eisen vanaf 2021) en dit blijkt uit de aannemingsovereenkomst of andere documenten afgegeven door de aannemer of een energieadviesbureau, volgens publicatie zoals bijvoorbeeld een energieprestatieberekening, dan mag er ook gebruik gemaakt worden van de verruimde kostengrens bij nieuwbouw met aanvullende energiebesparende voorzieningen. Hier hoeft geen aanvullende documentatie voor te worden overgelegd anders dan de aanneemovereenkomst waar dit uit blijkt. Voor woonwagens en woonwagenstandplaatsen is een afwijkende kostengrens van toepassing. Deze wordt jaarlijks ook geïndexeerd. Hierbij hanteert NHG het jaarlijkse inflatiepercentage dat bekend was op 1 januari van het Kadaster, € 263.500,- is, wordt jaar dat de gemiddelde koopsom Voorwaarden en Normen gepubliceerd zijn (dus 1 januari 2021 voor V&N 2022). De bestaande hoofdsom word geïndexeerd met dit inflatiepercentage en afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-, zijnde € 265.000,-. De kostengrens zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt € 265.000,- en met energiebesparende voorzieningen € 280.900,-. Uiteraard is de extra ruimte binnen de kostengrens voor energiebesparende voorzieningen uitsluitend van toepassing voor zover er inderdaad energiebesparende voorzieningen worden getroffen1.000. Het is niet toegestaan de kostengrenzen bij elkaar op te tellen indien sprake is van een gezamenlijke aankoop van een woonwagen en een woonwagenstandplaats. In dat geval moet men voldoen aan beide kostengrenzen afzonderlijk.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden en Normen
Koopsom en kostengrenzen. Sinds 1 januari 2017 2021 is een nieuwe methodiek van toepassing voor het vaststellen van de kostengrens kostengrenzen voor woningen. Het WEW Deze methodiek is meer anticyclisch dan voorheen en levert een stabielere kostengrens op. Daarom hanteren we onder andere een correctiefactor. De methodiek is zodanig bepaald, dat de kostengrens beter aansluit bij de werkelijke ontwikkelingen op de woningmarkt en het de toegankelijkheid waarborgt van het NHG-instrument op de lange termijn. NHG streeft er met deze systematiek methodiek naar dat: • woningen Woningen waarvan de koopsom maximaal gelijk is aan de gemiddelde koopsom in Nederland bereikbaar zijn onder NHG; • deze Deze woning tegen de maximale, wettelijk vastgelegde LTV kan worden gefinancierd met NHG. De kostengrens wordt bepaald aan de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt het gemiddelde genomen van de maandelijkse gemiddelde koopsommen (van door particulieren aangekochte bestaande woningen in Europees Nederland) over de afgelopen 27 maanden, rekenend tot en met augustus voorafgaand aan het jaar van het ingangsjaar van de nieuwe Voorwaarden & Normen. De uitkomst hiervan wordt vermeerderd met 4% (correctiefactor) en afgerond op het dichtstbijzijnde bedrag dat deelbaar is door € 5.000,-. Deze gemiddelde koopsom is gelijk aan de reguliere kostengrens voor woningen. In de nieuwe methodiek wordt de kostengrens voor woningen vastgesteld aan de hand van de gemiddelde koopsom in Nederland en vermeerderd met de wettelijke toegestane Loan To Value (LTV). Omdat de wettelijke LTV-percentages verschillend zijn voor het niet (100%) of wel (106%) treffen van energiebesparende voorzieningen, is het gevolg dat er voortaan sprake zal zijn van twee kostengrenzen zijn voor woningen. Een : een kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen en een kostengrens voor woningen met energiebesparende voorzieningen. De gemiddelde koopsom wordt bepaald aan voor de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt de gemiddelde koopsom genomen over de maanden juni, juli en augustus voorafgaand aan het jaar van wijziging en de uitkomst hiervan wordt afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. De gemiddelde koopsom voor 2018 V&N 2023-1 is vastgesteld op € 265.000,-405.000,-. Voorbeeld: als De kostengrens voor bestaande- en nieuwbouwwoningen zonder energiebesparende voorzieningen is gelijk aan de gemiddelde koopsom, volgens publicatie van het Kadaster, € 263.500,- is, wordt de gemiddelde koopsom afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-, zijnde € 265.000,-. De kostengrens zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt € 265.000,- voor bestaande- en nieuwbouwwoningen met energiebesparende voorzieningen is € 280.900,-429.300,- (is € 405.000 vermeerderd met 6%). Uiteraard is Let op: Om in aanmerking te komen voor de extra ruimte binnen de verruimde kostengrens voor bij nieuwbouw, dienen er aanvullende energiebesparende voorzieningen uitsluitend getroffen te worden. Dit houdt in, dat de reguliere aannemingsovereenkomst aan het bouwbesluit 2012 dient te voldoen en dat uit de meerwerklijst de aanvullende EBV dienen te blijken. De EBV mogen dus niet noodzakelijk zijn voor het voldoen aan de Bijna Energieneutrale Gebouw Eisen (BENG-eisen vanaf 2021) of een EPC van toepassing 0,4 (eisen voor zover 2021) en het verkrijgen van de bouwgunning. Maar mogen alleen als extra bovenop de minimale eisen zijn. Wanneer de EPC gelijk of lager is dan 0 (eisen voor 2021) of met een maximaal primair fossiel energiegebruik dat gelijk is aan of lager is dan 0 kWh/m2 per jaar (eisen vanaf 2021) en dit blijkt uit de aannemingsovereenkomst of andere documenten afgegeven door de aannemer of een energieadviesbureau, zoals bijvoorbeeld een energieprestatieberekening, dan mag er inderdaad ook gebruik gemaakt worden van de verruimde kostengrens bij nieuwbouw met aanvullende energiebesparende voorzieningen voorzieningen. Hier hoeft geen aanvullende documentatie voor te worden getroffenovergelegd anders dan de aanneemovereenkomst waar dit uit blijkt. Voor woonwagens en woonwagenstandplaatsen is een afwijkende kostengrens van toepassing. Deze wordt jaarlijks ook geïndexeerd. Hierbij hanteert NHG het jaarlijkse inflatiepercentage dat bekend was op 1 januari van het jaar dat de Voorwaarden en Normen gepubliceerd zijn (dus 1 januari 2022 voor V&N 2023-1). De bestaande hoofdsom word geïndexeerd met dit inflatiepercentage en afgerond op het dichtstbijzijnde bedrag dat deelbaar is door € 1.000. Het is niet toegestaan de kostengrenzen bij elkaar op te tellen indien sprake is van een gezamenlijke aankoop van een woonwagen en een woonwagenstandplaats. In dat geval moet men voldoen aan beide kostengrenzen afzonderlijk.
Appears in 1 contract
Samples: Voorwaarden en Normen
Koopsom en kostengrenzen. Sinds 1 januari 2017 is een nieuwe methodiek van toepassing voor het vaststellen van de kostengrens voor woningen. Het WEW streeft er met deze systematiek naar dat: • woningen waarvan de koopsom maximaal gelijk is aan de gemiddelde koopsom in Nederland bereikbaar zijn onder NHG; • deze woning tegen de maximale, wettelijk vastgelegde LTV kan worden gefinancierd met NHG. In de nieuwe methodiek wordt de kostengrens voor woningen vastgesteld aan de hand van de gemiddelde koopsom in Nederland en vermeerderd met de wettelijke toegestane Loan To Value (LTV). Omdat de wettelijke LTV-percentages verschillend zijn voor het niet (100%) of wel (106%) treffen van energiebesparende voorzieningen, is het gevolg dat er voortaan sprake zal zijn van twee kostengrenzen voor woningen. Een kostengrens voor woningen zonder energiebesparende energiebesparend e voorzieningen en een kostengrens voor woningen met energiebesparende voorzieningen. De gemiddelde koopsom wordt bepaald aan de hand van de maandelijkse publicatie van het Kadaster van de gemiddelde koopsom in Nederland. Om de gemiddelde koopsom voor NHG te berekenen wordt de gemiddelde koopsom genomen over de maanden juni, juli en augustus voorafgaand aan het jaar van wijziging en de uitkomst hiervan wordt afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-. De gemiddelde koopsom voor 2018 is vastgesteld op € 265.000,-. Voorbeeld: als de gemiddelde koopsom, volgens publicatie van het Kadaster, € 263.500,- 263.500, - is, wordt de gemiddelde koopsom afgerond op de dichtstbijzijnde € 5.000,-, zijnde € 265.000,-. De kostengrens zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt € 265.000,- en met energiebesparende energiebesparend e voorzieningen € 280.900,-. Uiteraard is de extra ruimte binnen de kostengrens voor energiebesparende voorzieningen uitsluitend van toepassing voor zover er inderdaad energiebesparende voorzieningen worden getroffen. Het is niet toegestaan de kostengrenzen bij elkaar op te tellen indien sprake is van een gezamenlijke aankoop van een woonwagen en een woonwagenstandplaats. In dat geval moet men voldoen aan beide kostengrenzen afzonderlijk.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht en Normen 2018 2