Kwaliteit van de continuïteit van de bevoorrading Voorbeeldclausules

Kwaliteit van de continuïteit van de bevoorrading. 4.1.3.1.1 Indicatoren voor het MS-net Deze indicatoren worden beoordeeld ten aanzien van een gemiddelde gebruiker van het distributienet. Ze zijn enerzijds gebaseerd op de onderbrekingen van meer dan drie minuten als gevolg van incidenten op de MS-netten. Het gaat om een raming op basis van bepaalde hypothesen. Deze hypothesen zijn noodzakelijk omdat de onderbrekingstijden niet individueel per gebruiker worden bijgehouden. De drie indicatoren zijn: - De onbeschikbaarheid: Ze geeft de jaarlijkse gemiddelde onderbrekingsduur van een HS-/LS- transformatiecabine weer. De waarde van de onbeschikbaarheid wordt verkregen door de geraamde som van de onderbrekingstijden van alle cabines te delen door het totale aantal op het MS-net aangesloten cabines; - De onderbrekingsfrequentie: dit is het jaarlijkse aantal onderbrekingen van de MS/LS- transformatiecabines, gedeeld door het totale aantal op het MS-net aangesloten cabines. - De herstellingsduur: vertegenwoordigt de gemiddelde duur van de onderbrekingen. Deze duur wordt berekend door de geraamde som van de onderbrekingsduur van alle cabines te delen door het totale aantal onderbrekingen die op het MS-net werden geregistreerd. Tabel 1 toont de evolutie van deze indicatoren van 2009 tot 2017. Deze waarden worden uitsluitend berekend in het kader van ongeplande onderbrekingen. Tijdens geplande onderbrekingen op het MS- net kan de DNB (dankzij de configuratie van zijn net) de gebruikers blijven bevoorraden. Volledige onbeschikbaarheid 00:20:25 00:17:23 00:22:35 00:15:38 00:24:23 00:13:47 00:12:13 00:10:09 00:24:56 Totale onderbrekingsfrequentie 0,4632 0,3471 0,4884 0,4149 0,5303 0,3624 0,3236 0,2948 0,4942 Gemiddelde totale onderbrekingsduur 00:44:04 00:50:04 00:46:21 00:37:38 00:45:55 00:38:41 00:37:45 00:34:26 00:50:23 Uit deze waarden blijkt dat men van 2009 tot 2016, met uitzondering van de jaren 2011 en 2013, een algemene verbetering van de kwaliteitsindicatoren kan vaststellen. In 2017 zijn deze indicatoren verslechterd. Om de redenen van deze achteruitgang te begrijpen, moet men de oorzaak analyseren van de onderbrekingen die in de berekening van de indicatoren in aanmerking worden genomen. De resultaten in de bovenstaande tabel 1 zijn immers ‘globale’ resultaten die de kwaliteit weerspiegelen van de continuïteit van de bevoorrading van een Brusselse DNG. Alle ongeplande onderbrekingen die leiden tot een onderbreking bij de DNG worden in aanmerking genomen, ongeacht de oorzaak van de onderbreking. Sommige probl...
Kwaliteit van de continuïteit van de bevoorrading. Een van de indicatoren die kunnen worden gebruikt om de kwaliteit van de continuïteit van de gasdistributie te beoordelen, is de onbeschikbaarheid. Deze indicator wordt gedefinieerd als de afwezigheid van gas bij de eindklant en wordt verkregen door een theoretische evaluatie van de gemiddelde tijd die nodig is om de werken uit te voeren voor de heraansluiting op het gas. Deze onbeschikbaarheid is in drie onderscheiden categorieën ingedeeld op basis van de oorzaak voor de afwezigheid van gas: ⮚ Geplande onbeschikbaarheid van het net: als gevolg van door XXXXXXX geplande werken (vernieuwing van leidingen, systematische vervanging van meters enz.). Deze geplande werken hebben meestal geen grote impact op het gebruikscomfort, aangezien ze vooraf moeten worden aangekondigd of plaats moeten vinden in samenspraak met de betreffende eindklanten; ⮚ Ongeplande onbeschikbaarheid van het net: als gevolg van niet door XXXXXXX geplande werken na een oproep van een klant (geblokkeerde gasmeter, gasreuk enz.); ⮚ Onbeschikbaarheid van het net na een incident: onvoorziene interventies waardoor een zeer groot aantal klanten geen gas ontvangt (bijvoorbeeld de buitendienststelling van 10.000 klanten in de gemeente Vilvoorde in de jaren 90). Het is belangrijk te benadrukken dat de bestaande technieken (Xxxxxxxxxx enz.) het mogelijk maken te interveniëren zonder de gastoevoer aan de klanten te onderbreken. Indien we gebruikmaken van deze technieken, wordt een incident dat een groot aantal onderbrekingen zou kunnen veroorzaken, opgelost zonder dat de klanten te lijden hebben van een onderbreking van de gastoevoer. Daarom wordt dit type incident niet in deze rubriek opgenomen, ook als er een interventie is geweest. 00:07:03 00:06:03 00:05:02 00:04:02 00:03:01 00:02:01 00:01:00 00:00:00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Geplande gemiddelde onbeschikbaarheid Ongeplande gemiddelde onbeschikbaarheid Gemiddelde onbeschikbaarheid na een incident Onbeschikbaarheid [h:m:s]
Kwaliteit van de continuïteit van de bevoorrading. De continuïteit van de bevoorrading van de DNG's is een van de belangrijkste uitdagingen wat de kwaliteit van de diensten betreft die wordt geboden aan de gebruikers. Ze geeft eveneens een beeld van de betrouwbaarheid van het net en is dus een van de parameters voor de evaluatie van het investeringsbeleid van de DNB. De continuïteit van de bevoorrading van de DNG's kan worden gemeten aan de hand van verschillende indicatoren (onbeschikbaarheid, onderbrekingsfrequentie, gemiddelde herstelduur van een panne,…) waarvan de berekeningsmethoden verschillen afhankelijk van het spanningsniveau dat aan de grondslag ligt van de incidenten. XXXXXX geeft aan dat deze indicatoren een beeld geven van de kwaliteit van het aanbod op "macro"- niveau en worden berekend op basis van de door SYNERGRID (voor MS) vastgestelde voorschriften. Deze indicatoren worden door BRUGEL gebruikt in het kader van de evaluatie van het investeringsbeleid van SIBELGA. In de nabije toekomst wil BRUGEL in samenwerking met de DNB ook nieuwe indicatoren invoeren. Deze zullen gericht zijn op een betere illustratie en representatie van de kwaliteit van de levering aan de gebruikers van het netwerk.
Kwaliteit van de continuïteit van de bevoorrading. 3.1.3.1.1 Indicatoren gekoppeld aan onderbrekingen in het MS-net De 1ste indicator die wordt gebruikt om de kwaliteit van de continuïteit van de bevoorrading te beoordelen, is het aantal geregistreerde onderbrekingen. Figuur 5 toont de evolutie van het aantal onderbrekingen opgesplitst volgens de oorzaak van de incidenten. 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Categorie 8: Onderbreking als gevolg van activiteiten voor de exploitatie van het net, beheerd door de DNB die verslag uitbrengt 13 17 17 16 21 21 20 14 17 18 13 Categorie 7: Onderbreking als gevolg van een defect op een ander net dan dat van de DNB 3 5 2 4 0 8 0 1 1 16 1 Categorie 6: Onderbreking als gevolg van een defect in een middenspanningscabine van een netgebruiker 9 8 13 10 10 10 10 8 4 6 6 Categorie 5: Onderbreking als gevolg van een defect in een middenspanningscabine, beheerd door de DNB die verslag uitbrengt, aan middenspanningszijde 3 10 10 12 9 17 7 6 9 7 9 Categorie 4: Onbeschikbaarheid die volgt op een defect op de middenspanningslijn beheerd door de betrokken DNB als gevolg van slechte weersomstandigheden of veroorzaakt door derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Categorie 3:Onbeschikbaarheid die volgt op een defect gelokaliseerd op een middenspannings bij normale weersomstandigheden, beheerd door de betrokken DNB 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Categorie 2: Onderbreking als gevolg van een kabelbreuk op het middenspanningsnet, beheerd door de DNB die verslag uitbrengt, als gevolg van atmosferische omstandigheden of veroorzaakt door derden 30 34 24 37 35 36 28 25 18 28 43 Categorie 1 :Onderbreking als gevolg van een defect op een middenspanningskabel, beheerd door de DNB die verslag uitbrengt, en die niets te maken heeft met een kabelbreuk veroorzaakt door derden 133 128 120 140 145 139 144 128 124 119 107 Uit figuur 5 blijkt dat het aantal onderbrekingen in de periode 2009-2018 globaal gezien een dalende trend vertoont. Zo blijkt dat de meeste onderbrekingen (84% van de incidenten in 2018) verband houden met incidenten die zich voordoen op de MS-kabels (categorie 1 en 2): - 60% van deze incidenten houdt verband met de staat van de MS-kabels (categorie 1) zelf en wordt dus niet veroorzaakt door een externe tussenkomst; - 24% komt voort uit kabelbreuken die voornamelijk door derden worden veroorzaakt of vanwege atmosferische omstandigheden2 (categorie 2). Zoals figuur 5 laat zien, wordt de afname van het aantal onderbrekingen voornamelijk verklaard door de daling van het aantal onderbreki...

Related to Kwaliteit van de continuïteit van de bevoorrading

  • In gebreke blijven van de Opdrachtnemer 34.1. Indien de Opdrachtnemer zijn verplichtingen ter zake van de aanvang of de voortzetting van het Werk niet nakomt, zal de Opdrachtgever hem schriftelijk of Elektronisch aanmanen om zo spoedig mogelijk de uitvoering van het Werk aan te vangen of voort te zetten. 34.2. De Opdrachtgever is bevoegd het Werk door een derde te doen uitvoeren of voortzetten, indien de Opdrachtnemer na verloop van de in de aanmaning vermelde redelijke termijn in gebreke blijft onder voorwaarde dat de Opdrachtgever dit in de aanmaning heeft vermeld. In dat geval heeft de Opdrachtgever recht op vergoeding van de uit het in gebreke blijven van de Opdrachtnemer voortvloeiende schade en kosten en is hij gerechtigd om de mede met het oog daarop door Opdrachtnemer afgegeven ‘on demand’-bankgarantie als bedoeld in artikel 39 lid 1 daartoe in te roepen.

  • Wat zijn de gevolgen voor de vergoeding als iemand aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde? Is een derde aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van een verzekerde en gaat u de schade op hem verhalen? Dan zullen we onze vergoeding voor de loondoorbetaling verlagen met het door u verhaalde loon. Gaat u het loon niet verhalen, dan kunnen we de vergoeding voor deze verzekerde verminderen met het bedrag dat u had kunnen verhalen als u dat wel had gedaan. Dit bedrag stellen we zelf vast.

  • In gebreke blijven van de Opdrachtgever 33.1. Indien de Opdrachtgever met de betaling van hetgeen hij ingevolge de Overeenkomst aan de Opdrachtnemer verschuldigd is in gebreke blijft, is hij na door Opdrachtnemer schriftelijk in gebreke te zijn gesteld de wettelijke rente conform artikel 6:119 BW verschuldigd. 33.2. Indien de Opdrachtgever niet tijdig betaalt, is de Opdrachtnemer gerechtigd tot invordering van het verschuldigde over te gaan, mits hij de Opdrachtgever schriftelijk of Elektronisch heeft aangemaand om alsnog binnen 14 dagen te betalen en die betaling is uitgebleven. Indien de Opdrachtnemer tot invordering overgaat, zijn de daaraan verbonden buitengerechtelijke kosten voor rekening van de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer is gerechtigd hiervoor in rekening te brengen maximaal het bedrag conform het Besluit Vergoeding voor Buitengerechtelijke Incassokosten. 33.3. Indien de Opdrachtgever hetgeen de Opdrachtnemer volgens de Overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, is de Opdrachtnemer gerechtigd om van de Opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. 33.4. Indien de Opdrachtgever de op hem rustende betalingsverplichting niet nakomt, is de Opdrachtnemer gerechtigd het Werk te schorsen tot het moment waarop de Opdrachtgever deze betalingsverplichting is nagekomen, dan wel het Werk in onvoltooide staat te beëindigen, mits de Opdrachtnemer de Opdrachtgever vooraf schriftelijk of Elektronisch op deze gevolgen van het niet-nakomen heeft gewezen. Het in de vorige zin bepaalde laat onverlet het recht van de Opdrachtnemer op vergoeding van schade, kosten en rente. 33.5. Indien de Opdrachtgever in staat van faillissement wordt verklaard, dan wel surseance van betaling aanvraagt, dan wel indien ten laste van hem door een derde enig rechtmatig beslag wordt gelegd, tenzij dit beslag binnen een maand, al dan niet tegen zekerheidstelling, wordt opgeheven, is de Opdrachtnemer gerechtigd zonder nadere aanmaning het Werk te schorsen, dan wel het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 33.6. Indien op grond van dit artikel sprake is van schorsing respectievelijk beëindiging in onvoltooide staat, is het bepaalde in artikel 36.7 van toepassing.

  • Wijziging van de opdracht c.q. meerwerk De opdrachtgever aanvaardt dat de tijdsplanning van de opdracht kan worden beïnvloed, indien partijen tussentijds overeenkomen de aanpak, werkwijze of omvang van de opdracht en/of de daaruit voortvloeiende werkzaamheden uit te breiden of te wijzigen. Indien de tussentijdse wijziging in de opdracht of opdrachtuitvoering ontstaat door toedoen van de opdrachtgever, zal Smart Group de noodzakelijke aanpassingen aanbrengen, indien de kwaliteit van de dienstverlening dit vergt. Indien zo n aanpassing leidt tot meerwerk, zal dit als een aanvullende opdracht aan de opdrachtgever worden bevestigd.

  • Voorwerp van de opdracht De opdracht betreft een ontwerpopdracht in verband met (= titel van de opdracht). De erelonen bedragen in totaal (aantal)% excl. btw van het bedrag van de werken, berekend op de raming door de opdrachtnemer op het moment van het inschrijvingsdossier van de werken (dit bedrag wordt hierna 'referentiebedrag' genoemd). Dit referentiebedrag is het bedrag dat gedurende de gehele looptijd van de opdracht voor diensten tot de definitieve oplevering ervan in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de erelonen. Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat, behalve in de gevallen van wijzigingen van de opdracht voor werken zoals bepaald in de artikelen 38/1 en 38/2 van het KB van 14 januari 2013 (die in voorkomend geval ook aanleiding kunnen geven tot een wijziging van het referentiebedrag van de opdracht voor diensten van de projectontwerper), het referentiebedrag niet wordt herzien, zelfs niet indien de uiteindelijke prijs van de werken verschilt van het bedrag dat door de projectontwerper is geraamd en dat werd gebruikt voor de vaststelling van het referentiebedrag. Xxxxxx dit referentiebedrag echter niet bekend is, zal het percentage worden toegepast op de raming door de aanbestedende overheid, aangezien een herziening met terugwerkende kracht van de erelonen op dit aandeel zal worden toegepast, zodra het referentiebedrag bekend is. Voor de berekeningsmethode, zie punt (x) van het bestek. Het bedrag van de werken wordt geraamd op (aantal) euro excl. btw – erelonen niet inbegrepen.

  • Wijziging van de opdracht, meerwerk 1. Opdrachtgever aanvaardt dat de tijdsplanning van de opdracht kan worden beïnvloed als partijen tussentijds besluiten te wijzigen van aanpak, werkwijze of omvang van de opdracht en de daaruit voortkomende werkzaamheden. Wanneer door opdrachtgever tussentijds wijzigingen ontstaan in de uitvoering van de opdracht, brengt opdrachtnemer de noodzakelijke aanpassingen aan in opdracht van opdrachtgever. Leidt dit tot meerwerk, dan brengt hij dit als een aanvullende opdracht aan opdrachtgever in rekening. Opdrachtnemer mag de extra kosten voor wijziging van de opdracht bij opdrachtgever in rekening brengen. 2. In afwijking van lid 1, brengt opdrachtnemer geen meerkosten in rekening als de wijziging of aanvulling van de opdracht het gevolg is van omstandigheden die aan opdrachtnemer kunnen worden toegerekend.

  • Wijziging, uitleg en vindplaats van de voorwaarden 1. Ingeval van uitleg van de inhoud en strekking van deze algemene voorwaarden, is de Nederlandse tekst daarvan steeds bepalend. 2. Van toepassing is steeds de laatst gedeponeerde versie c.q. de versie zoals die gold ten tijde van het tot stand komen van de overeenkomst.

  • Het in werking treden van de vergunning Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer, met ingang van de dag na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Indien gedurende deze termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

  • Voorwerp van de dekking Het voorwerp van de dekking is:

  • Bedrag van de waarborg 1. De waarborg wordt verleend, per schadegeval en per verzekeringsjaar, tot beloop van het in de bijzondere voorwaarden vermelde bedrag, na aftrek van de vrijstelling. Een jaarlijkse waarborggrens is van toepassing voor alle schade ontstaan tijdens hetzelfde verzekeringsjaar. Schade die te wijten is aan dezelfde initiële oorzaak wordt geacht te zijn ontstaan in de loop van het verzekeringsjaar waarin de eerste schade ontstond. 2. Het verzekerd bedrag voor de stoffelijke en immateriële gevolgschade vermengd is per schadegeval en per verzekeringsjaar beperkt tot 30% van het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade, indien het schadegeval veroorzaakt wordt door een milieuaantasting. Deze waarborggrens van 30% is vervat in het bedrag van de waarborg voor stoffelijke schade. Ze geldt niet voor lichamelijke schade. 3. De opsporingskosten zijn verzekerd tot een bedrag van 2.500 EUR per schadegeval, zonder enige vrijstelling voor zover ze betrekking hebben op een gewaarborgd schadegeval.