KWIJTSCHELDING BIJ OVERLIJDEN Voorbeeldclausules

KWIJTSCHELDING BIJ OVERLIJDEN. Als de eerste kredietnemer overlijdt, wordt in bepaalde gevallen de restantschuld of een deel ervan kwijtgescholden. Onder restantschuld verstaan wij de nog niet opeisbare termijnen op het moment van overlijden. Dus de bedragen die u nog moet betalen. De eventuele slottermijn die u heeft af- gesproken, valt niet onder de restantschuld. Hieronder ziet u de voorwaarden die gelden. 10.1 Wij schelden maximaal € 10.000,- kwijt. Als de schuld hoger is dan € 10.000,- moeten uw rechtsopvolgers het resterende bedrag betalen. 10.2 Als u naast deze kredietovereenkomst nog andere kredietovereenkomsten met ons had lopen, dan berekenen wij de kwijtschelding anders. Wij tellen dan alle openstaande bedragen bij elkaar op. Ook dan wordt er maximaal € 10.000,- kwijtgescholden. 10.3 Het bedrag wordt kwijtgescholden als de eerste kredietnemer: a. een natuurlijke persoon was; b. op de datum van overlijden jonger dan 65 jaar was; c. zich altijd heeft gehouden aan de bepalingen uit de kredietovereenkomst; x. xxxxxx was op het moment dat hij de kredietovereenkomst tekende. Als de cliënt binnen zes maanden na ondertekening overlijdt, gaan wij ervan uit dat hij op het moment van ondertekening al ziek was. Dit artikel geldt niet als we binnen dertig dagen na het overlijden tegenbewijs ontvangen; e. niet is overleden door zelfdoding, in vreemde krijgsdienst of voorbereiding daartoe en als er geen sprake is van actieve oorlogstoestand volgens de uitspraak van de Nederlandsche Bank; f. het voertuig niet heeft gekocht of heeft gebruikt voor de uitvoering van zijn beroep of bedrijf.
KWIJTSCHELDING BIJ OVERLIJDEN. 1. Indien (één van) de kredietnemer(s) overlijdt, bestaat de mogelijk het nog niet afgeloste deel van het krediet tot een bedrag van maximaal € 2.500,= door de bank te laten kwijtschelden, maar uitsluitend als de erfgena(a)m(en) schriftelijk kan/kunnen aantonen dat: a) de nalatenschap van de kredietnemer beschikt over negatief vermogen, en b) de erfgena(a)m(en) zelf niet beschikken over de middelen om het krediet in te lossen. 2. Hiertoe dient bij de bank binnen zes maanden na het overlijden van (één van) de kredietnemer(s) een schriftelijk verzoek te worden gedaan door de erfgena(a)m(en), waarbij zij een uittreksel uit het overlijdensregister van de burgerlijke stand dient/dienen te overleggen. 3. De in het eerste lid bedoelde kwijtschelding geldt niet: a) indien en voor zover deze betrekking heeft op betalingen van achterstallige termijnen en de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten; b) indien het overlijden het rechtstreeks gevolg is van oorlogsgeweld, binnenlandse onlusten, terroristische aanslagen, natuurrampen of epidemische ziekten; c) indien het overlijden een gevolg is van suïcide, dan wel een poging daartoe en plaatsvindt binnen zes maanden na het sluiten van de overeenkomst; d) indien dit uitdrukkelijk door partijen is overeengekomen.
KWIJTSCHELDING BIJ OVERLIJDEN. 1. Het Bestuur kan het nog niet afgeloste deel van het krediet tot een nader vast te stellen bedrag kwijtschelden, indien een kredietnemer overlijdt. 2. De in het voorgaande lid bedoelde kwijtschelding geldt in ieder geval niet: a. voor zover deze betrekking heeft op betalingen van achterstallige termijnen en daaruit voortvloeiende bijkomende kosten; b. voor zover deze betrekking heeft op vervroegde betaalde termijnen; c. indien dit uitdrukkelijk door de Kredietbank en de kredietnemer is overeengekomen; d. overige oorzaken die de Kredietbank nopen om kwijtschelding te verlenen. 3. Het Bestuur kan besluiten, indien het voorgaande lid van toepassing is, wegens bijzondere omstandigheden alsnog kwijtschelding te verlenen. 4. Het Bestuur kan (ter zake) de bevoegdheden als bedoeld in het eerste en derde lid van dit artikel aan de directeur mandateren/volmacht verlenen.
KWIJTSCHELDING BIJ OVERLIJDEN. Als de eerste kredietnemer overlijdt, wordt in bepaalde gevallen de restantschuld of een deel ervan kwijtgescholden. Onder restantschuld verstaan wij de nog niet opeisbare termijnen op het moment van overlijden. Dus de bedragen die u nog moet betalen. De eventuele slottermijn die u heeft afgesproken, valt niet onder de restantschuld. Hieronder ziet u de voorwaarden die gelden. 10.1 Wij schelden maximaal € 10.000,- kwijt. Als de schuld hoger is dan € 10.000,- moeten uw rechtsopvolgers het resterende bedrag betalen. 10.2 Als u naast deze kredietovereenkomst nog andere kredietovereenkomsten met ons had lopen, dan bereke- nen wij de kwijtschelding anders. Wij tellen dan alle openstaande bedragen bij elkaar op. Ook dan wordt er maximaal € 10.000,- kwijtgescholden. 10.3 De restantschuld wordt kwijtgescholden, ter hoogte van maximaal het in artikel 10.1 en 10.2 genoemde be- drag, als de eerste kredietnemer: a. een natuurlijke persoon was; b. op de datum van overlijden jonger dan 65 jaar was; c. zich altijd heeft gehouden aan de bepalingen uit de kredietovereenkomst; d. xxxxxx was op het moment dat hij de kredietovereenkomst tekende; e. niet is overleden binnen zes maanden na ondertekening van de kredietovereenkomst. Deze voorwaarde geldt niet als wij binnen 30 dagen na het overlijden bewijs ontvangen dat de eerste kredietnemer op het moment van ondertekening van de kredietovereenkomst gezond was; f. niet is overleden door zelfdoding, in vreemde krijgsdienst of voorbereiding daartoe en als er geen sprake is van actieve oorlogstoestand volgens de uitspraak van de Nederlandsche Bank; g. het voertuig niet heeft gekocht of heeft gebruikt voor zakelijke doeleinden, maar uitsluitend in de hoeda- nigheid van consument. Om voor kwijtschelding in de zin van dit artikel in aanmerking te komen dient de eerste kredietnemer aan alle hierboven genoemde voorwaarden te hebben voldaan.
KWIJTSCHELDING BIJ OVERLIJDEN. 1. Indien de eerste kredietnemer overlijdt, kan het nog niet afgeloste deel van het krediet tot een bedrag van maximaal € 2.500,= worden kwijtgescholden. 2. Hiertoe dient binnen zes maanden na het overlijden van de eerste kredietnemer een schriftelijk verzoek gedaan te worden door de belanghebbenden, waarbij zij een uittreksel uit het overlijdensregister van de burgerlijke stand dienen te overleggen. 3. De in het eerste lid bedoelde kwijtschelding geldt niet: a) indien en voor zover deze betrekking heeft op betalingen van achterstallige termijnen en de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten; b) indien het overlijden het rechtstreeks gevolg is van oorlogsgeweld, binnenlandse onlusten, terroristische aanslagen, natuurrampen of epidemische ziekten; c) indien het overlijden een gevolg is van suïcide, dan wel een poging daartoe en plaatsvindt binnen zes maanden na het sluiten van de overeenkomst; d) indien dit uitdrukkelijk door partijen is overeengekomen. 4. Indien op grond van de voorgaande leden geen kwijtschelding wordt verleend, kan de bank besluiten alsnog kwijtschelding te verlenen.

Related to KWIJTSCHELDING BIJ OVERLIJDEN

  • Uitkering bij overlijden 1. De werkgever dient na het overlijden van een werknemer aan de nabestaanden een uitkering te verstrekken. 2. De uitkering wordt verstrekt over de periode vanaf de dag van overlijden tot en met de laatste dag van de 2e maand na die, waarin het overlijden plaatsvond. 3. De uitkering moet worden berekend naar het laatst verdiende brutoloon dat de werknemer toekwam. 4. De nabestaanden zijn: a. De langstlevende van de echtgenoten van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde danwel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde.3 b. Bij ontbreken van de onder a. bedoelde persoon, de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen. c. Bij ontbreken van de onder a en b bedoelde personen degenen ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag en met wie hij in gezinsverband leefde. 4 5. De uitkering mag alleen worden verminderd met de overlijdensuitkering welke de nabestaanden van de WAO/WIA ontvangen.

  • Welke afspraken gelden bij overlijden? Wij zorgen voor de noodzakelijke laatste zorg bij overlijden. Onder noodzakelijke laatste zorg valt het schouwen, klaarmaken voor vervoer naar rouwcentrum en het tijdelijk koelen na het overlijden.

  • Nieuwe verkoop – Herveiling bij rouwkoop Indien de verkoper kiest voor een nieuwe verkoop kan de in gebreke gebleven koper deze nieuwe verkoop enkel tegenhouden door op het kantoor van de notaris een toereikend bedrag in consignatie te geven om alle schulden, in hoofdsom, intresten en bijkomende lasten, te vereffenen waartoe hij zich verbonden had volgens de verkoopsvoorwaarden, alsook de kosten van de rechtspleging en de publiciteitskosten van de nieuwe verkoop. Uitvoerend onroerend beslag: Indien de verkoper kiest voor een procedure van verkoop na uitvoerend onroerend beslag, geschiedt deze op de wijze die door het Gerechtelijk Wetboek georganiseerd wordt. De vervolgingen zullen op dezelfde wijze uitgeoefend kunnen worden op elk ander goed dat aan de schuldenaar toebehoort, zonder dat de verkoper, in afwijking van artikel 1563 van het Gerechtelijk Wetboek, voorafgaandelijk de ontoereikendheid van het goed waarop hij een voorrecht heeft, dient aan te tonen.

  • Passen we de premie aan bij wijzigingen in uw medewerkersbestand? We passen uw premie aan als de verzekerde loonsom binnen uw verzekering wijzigt. Dit kan gebeuren doordat: - nieuwe medewerkers bij u in dienst treden; - medewerkers uit dienst treden; - het salaris van een of meer verzekerden verandert. We berekenen voor deze aanpassing een wijziging in de premie. Deze brengen we in rekening bij uw eerstvolgende naverrekeningstermijn. Welke naverrekeningstermijn we met u hebben afgesproken staat op uw polisblad. Deze premiewijziging geeft u niet het recht om de verzekering te beëindigen. Het premiepercentage passen we niet aan door deze wijzigingen in het medewerkersbestand. Wijzigt het medewerkersbestand door (gedeeltelijke) overname van een ander bedrijf, fusie, splitsing van uw bedrijf of doordat u een deel van uw bedrijf verkoopt? Dan passen we het premiepercentage wel aan. U krijgt dan een offerte van ons. Gaat u niet akkoord met de wijziging van uw premiepercentage? Dan willen we deze mededeling binnen een maand, nadat we u geïnformeerd hebben over de wijziging, van u hebben ontvangen. De verzekering eindigt dan op de datum waarop uw risico gewijzigd is.

  • Wat doen wij als wij met u een overeenkomst hebben? 5.1 Als wij een overeenkomst met u hebben, willen wij u op de afgesproken startdatum elektriciteit en/of gas gaan leveren. Om op tijd te leveren, geeft u ons toestemming om onder andere de volgende dingen te doen. • Wij beëindigen uw overeenkomst met uw oude energieleverancier. • Verhuist u? Dan melden wij u aan bij de netbeheerder voor een nieuwe aansluit- en transportovereenkomst op uw nieuwe adres. Wij zeggen voor u de bestaande transportovereenkomst met uw netbeheerder op het oude adres op. 5.2 Wanneer uw toestemming volgens de wet noodzakelijk is en de gegevens nodig zijn voor het aan u kunnen leveren van elektriciteit en/of gas dan, (a) geeft u ons toestemming om bij uw netbeheerder het volgende op te vragen: • de gemiddelde hoeveelheid elektriciteit en/of gas die in de laatste jaren op het adres is verbruikt en de bijbehorende meterstanden; • gegevens over de overeenkomst met uw oude leverancier zoals de datum waarop de overeenkomst eindigt, de opzegtermijn en wie uw oude leverancier is; • gegevens over het type aansluiting en over uw meter; (b) geeft u ons toestemming om gegevens over uw overeenkomst met ons, te verstrekken aan uw netbeheerder.

  • Loondoorbetaling bij ziekte 5.1.1 Voor werknemers die ziek zijn geworden geldt in beginsel een loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Tijdens het eerste jaar van ziekte betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 100 procent van het laatstverdiende brutoloon dat aan de werknemer zou zijn uitbetaald, indien de werknemer niet ziek zou zijn. Tijdens het tweede ziektejaar betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 70 procent van het totale laatstverdiende brutoloon. 5.1.2 Bij succesvolle re-integratie in het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer met terugwerkende kracht over de periode dat de werknemer inspanning heeft verricht voor de re-integratie een aanvulling in het tweede ziektejaar van 20 procent van het laatstverdiende brutoloon. Er is sprake van een succesvolle re-integratie als de werknemer twee maanden gere-integreerd is tegen minimaal 50 procent van het brutoloon. De peildatum voor de bepaling van de hoogte van het brutoloon is de laatste dag van het eerste ziektejaar. 5.1.3 Als het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) oordeelt dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen om de werknemer te re-integreren of het re-integratieverslag niet tijdig heeft ingediend, kan de loondoorbetalingsverplichting worden verlengd met maximaal een jaar. Gedurende deze verlengde periode vult de werkgever het wettelijk verplichte brutoloon van 70 procent uit artikel 7:629 BW aan tot 100 procent van het brutoloon. 5.1.4 De werkgever kan het doorbetalen van brutoloon bij ziekte opschorten, zolang de werknemer de controlevoorschriften van de werkgever en/of arbodienst niet of onvoldoende naleeft of onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie of weigert passende arbeid te verrichten. 5.1.5 Als het UWV instemt met een gezamenlijk verzoek van de werkgever en werknemer om de wachttijd voor de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) te verlengen, zal de werkgever 100 procent van het brutoloon van de werknemer doorbetalen voor een periode van maximaal vier maanden.

  • Wat zijn de gevolgen als u een wijziging in uw medewerkersbestand niet of te laat doorgeeft? We willen uw melding van een nieuwe medewerker binnen een maand ontvangen. Ontvangen we uw melding niet of te laat, dan is deze medewerker niet verzekerd. Dat betekent dat u een eventuele aanvulling die we aan deze medewerker verlenen, aan ons moet terugbetalen. We verlenen deze aanvulling alleen als we daartoe verplicht zijn op grond van de Pensioenwet. Ontvangen we uw melding van een nieuwe medewerker na een maand of later alsnog? Dan nemen we hem in de module op vanaf de datum dat hij in dienst is getreden, of – als dat later is – vanaf de ingangsdatum van de module. Vanaf die datum bent u ook premie verschuldigd voor deze medewerker. De dekking van de module gaat echter pas in op het moment dat hij is aangemeld.

  • Kunt u de overeenkomst opzeggen als wij de prijzen van de aanvullende zorgverlening wijzigen? Als wij de prijzen aanpassen van de aanvullende zorgverlening die u zelf betaalt, mag u dat deel van de overeenkomst, die de aanvullende zorgverlening regelt en waarvan de prijzen verhoogd zijn, opzeggen met ingang van de datum waarop de hogere prijzen gelden.

  • Contractduur, uitvoeringstermijnen, risico-overgang, uitvoering en wijziging overeenkomst, prijsverhoging De overeenkomst tussen Opdrachtnemer en de Opdrachtgever wordt aangegaan voor bepaalde tijd, tenzij uit de aard van de overeenkomst anders voortvloeit of indien partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders overeenkomen. Is voor de uitvoering van bepaalde werkzaamheden of voor de levering van bepaalde zaken een termijn overeengekomen of opgegeven, dan is dit nimmer een fatale termijn. Bij overschrijding van een termijn dient de Opdrachtgever Opdrachtnemer derhalve schriftelijk in gebreke te stellen. Opdrachtnemer dient daarbij een redelijke termijn te worden geboden om alsnog uitvoering te geven aan de overeenkomst. Opdrachtnemer zal de overeenkomst naar beste inzicht en vermogen en overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap uitvoeren. Een en ander op grond van de op dat moment bekende stand der wetenschap. Opdrachtnemer heeft het recht bepaalde werkzaamheden te laten verrichten door derden. De toepasselijkheid van artikel 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 BW wordt uitdrukkelijk uitgesloten. Indien door Opdrachtnemer of door Opdrachtnemer ingeschakelde derden in het kader van de opdracht werkzaamheden worden verricht op de locatie van de Opdrachtgever of een door de Opdrachtgever aangewezen locatie, draagt de Opdrachtgever kosteloos zorg voor de door die medewerkers in redelijkheid gewenste faciliteiten. Opdrachtnemer is gerechtigd de overeenkomst in verschillende fasen uit te voeren en het aldus uitgevoerde gedeelte afzonderlijk te factureren. Indien de overeenkomst in fasen wordt uitgevoerd kan Opdrachtnemer de uitvoering van die onderdelen die tot een volgende fase behoren opschorten totdat de Opdrachtgever de resultaten van de daaraan voorafgaande fase schriftelijk heeft goedgekeurd. De Opdrachtgever draagt er zorg voor dat alle gegevens, waarvan Opdrachtnemer aangeeft dat deze noodzakelijk zijn of waarvan de Opdrachtgever redelijkerwijs behoort te begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de overeenkomst, tijdig aan Opdrachtnemer worden verstrekt. Indien de voor de uitvoering van de overeenkomst benodigde gegevens niet tijdig aan Opdrachtnemer zijn verstrekt, heeft Opdrachtnemer het recht de uitvoering van de overeenkomst op te schorten en / of de uit de vertraging voortvloeiende extra kosten volgens de alsdan gebruikelijke tarieven aan de Opdrachtgever in rekening te brengen. De uitvoeringstermijn vangt niet eerder aan dan nadat de Opdrachtgever de gegevens aan Opdrachtnemer ter beschikking heeft gesteld. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor schade, van welke aard ook, doordat Opdrachtnemer is uitgegaan van door de Opdrachtgever verstrekte onjuiste en / of onvolledige gegevens. Indien tijdens de uitvoering van de overeenkomst blijkt dat het voor een behoorlijke uitvoering daarvan noodzakelijk is om deze te wijzigen of aan te vullen, dan zullen partijen tijdig en in onderling overleg tot aanpassing van de overeenkomst overgaan. Indien de aard, omvang of inhoud van de overeenkomst, al dan niet op verzoek of aanwijzing van de Opdrachtgever, van de bevoegde instanties et cetera, wordt gewijzigd en de overeenkomst daardoor in kwalitatief en / of kwantitatief opzicht wordt gewijzigd, dan kan dit consequenties hebben voor hetgeen oorspronkelijk overeengekomen werd. Daardoor kan ook het oorspronkelijk overeengekomen bedrag worden verhoogd of verlaagd. Opdrachtnemer zal daarvan zoveel als mogelijk vooraf prijsopgaaf doen. Door een wijziging van de overeenkomst kan voorts de oorspronkelijk opgegeven termijn van uitvoering worden gewijzigd. De Opdrachtgever aanvaardt de mogelijkheid van wijziging van de overeenkomst, daaronder begrepen de wijziging in prijs en termijn van uitvoering. Indien de overeenkomst wordt gewijzigd, daaronder begrepen een aanvulling, dan is Opdrachtnemer gerechtigd om daaraan eerst uitvoering te geven nadat daarvoor akkoord is gegeven door de binnen Opdrachtnemer bevoegde persoon en de Opdrachtgever akkoord is gegaan met de voor de uitvoering opgegeven prijs en andere voorwaarden, daaronder begrepen het alsdan te bepalen tijdstip waarop daaraan uitvoering gegeven zal worden. Het niet of niet onmiddellijk uitvoeren van de gewijzigde overeenkomst levert geen wanprestatie van Opdrachtnemer op en is voor de Opdrachtgever geen grond om de overeenkomst op te zeggen of te annuleren.

  • Huurprijs 7.1 De overeengekomen Huurprijs wordt schriftelijk vastgelegd in de Huurovereenkomst. De Huurder is verplicht de overeengekomen Huurprijs (maandelijks) bij vooruitbetaling en/of d.m.v. automatische incasso over te maken naar de door de Verhuurder opgegeven bankrekening. 7.2 Wanneer er sprake is van meerdere Huurders, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk voor de voldoening van de Huurprijs. 7.3 Indien de Huurder gedurende een periode van veertien dagen achterstallig is in de voldoening van de Huurprijs of andere kosten, is de Verhuurder zonder sommatie van de Huurder bevoegd de toegang tot het Gehuurde voor de Huurder, en door de Huurder gevolmachtigden, te blokkeren. 7.4 Verhuurder is gerechtigd de huurprijs eenzijdig periodiek aan te passen. De aldus herziene huurprijs is niet eerder van toepassing dan dertig (30) dagen nadat Verhuurder aan Xxxxxxx een bericht van huuraanpassing heeft verstuurd. 7.5 Huurder accepteert de aangepaste huurprijs bij voorbaat, maar behoudt de mogelijkheid op te zeggen. 7.6 Over huur die niet of niet tijdig is betaald, mag Verhuurder direct een boete opeisen als volgt: 20,00 Euro na de eerste herinneringsbrief en 50,00 Euro na iedere hier opvolgende herinnering, aanmaning of ingebrekestelling ; bovendien zullen, na een ingebrekestelling, nalatigheidinteresten verschuldigd zijn ten bedrage van vijftien procent (15%) van het achterstallige bedrag met een minimum van 50,00 Euro en een maximum van 100,00 euro. 7.7 Eventuele kortingen op de huurprijs worden schriftelijk vastgelegd in de huurovereenkomst. 7.8 De Huurder is niet bevoegd ten aanzien van de Verhuurder verrekening toe te passen of zich in verband met betaling van de Huurprijs op opschorting te beroepen. 7.9 Terugbetaling van de huur of de lasten is in geen geval mogelijk.