LOOPTIJD AFWIJKENDE EN AANVULLENDE AFSPRAKEN. De op basis van artikel 3 of 4 gemaakte afspraken expireren tegelijk met de andere bepalingen van de cao, tenzij een andere looptijd is overeengekomen. Deze afwijkende looptijd mag hoogstens 5 jaar bedragen.
LOOPTIJD AFWIJKENDE EN AANVULLENDE AFSPRAKEN. De aanvullende tussentijds gemaakte afspraken op basis van artikel 2 lopen na het einde van de looptijd van deze CAO tegelijk met de andere CAO bepalingen af.
LOOPTIJD AFWIJKENDE EN AANVULLENDE AFSPRAKEN. 1. De op basis van artikel 4 of 5 gemaakte afspraken expireren in beginsel tegelijk met de andere bepalingen van de cao.
LOOPTIJD AFWIJKENDE EN AANVULLENDE AFSPRAKEN. 1. De op basis van artikel 4 of 5 gemaakte afspraken expireren in beginsel tegelijk met de andere bepalingen van de cao.
2. De hiervoor bedoelde afspraken hebben echter nawerking. Tot het einde van de dertiende week nadat een nieuwe cao tot stand is gekomen, kan elk van de bij een decentrale afspraak betrokken partijen schriftelijk bij centrale overlegpartijen melden dat zij de afspraken niet wenst te verlengen. Behoudens een dergelijke melding2 worden de decentrale afspraken na voornoemde termijn wederom omgaand als wijziging op of aanvulling van de nieuwe cao geregistreerd.
3. Meldt één van de bij een decentrale afspraak betrokken partijen echter binnen de in lid 2 genoemde termijn schriftelijk bij centrale overlegpartijen dat zij één of meer afspraken niet wenst te verlengen, dan geldt voor die afspraken dat geen der betrokken partijen, werkgevers noch medewerkers, aan die afspraken rechten kunnen ontlenen na het einde van de looptijd van de (oude) cao dan wel, indien dat een later moment is, na het einde van de dertiende week nadat de nieuwe cao tot stand is gekomen.