Leiding van het geschil Vanaf het ogenblik dat de verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeenkomst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de verzekeraar en van de verzekerde samenvallen, heeft de verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde de vordering van de benadeelde te bestrijden. De verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Vermindering van het risico Wanneer gedurende de loop van een verzekeringsovereenkomst het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat wij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, op andere voorwaarden zouden hebben verzekerd, zijn wij verplicht een overeenkomstige vermindering van de premie toe te staan vanaf de dag waarop wij van de vermindering van het risico kennis hebben gekregen. Indien wij het over de nieuwe premie niet eens worden met u binnen 1 maand na uw aanvraag tot vermindering, kan u de overeenkomst opzeggen.
Gebruik van het voertuig 1. Huurder dient op vakkundige en zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt en slcechts te gebruiken op een wijze en voor doeleinden waarvoor deze naar redelijke normen geschikt is, daaronder begrepen het niet zwaarder belasten dan het maximum laadvermogen, het evenwichtig verdelen van lading en het zich onthouden van vervoer van lading die het voertuig kan beschadigen of ongeschikt kan maken voor het verover van andere goederen. 2. Huurder is gehouden het voertuig in oorspronkelijke staat bij verhuurder terug te bezorgen. Huurder is verplicht tot het ongedaan maken van door hem of namens hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen; huurder kan ter zake geen enkel recht op vergoeding doen gelden. Het is huurder niet toegestaan onderdelen of toebehoren van het voertuig te verwijderen, aanduidingen, nummers, merk- en/of handelsnaamaanduidingen van het voertuig te verwijderen, veranderen of verdoezelen, zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van verhuurder. 3. Huurder is gehouden lading van het voertuig voldoende te borgen. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade, zulks in de meeste ruime zin des woords, aan de lading. Verhuurder is niet aansprakelijk voor het gebruik van de koelmotor, defecten daaraan alsmede schade aan de lading voortvloeiend uit of mede ontstaan door (het gebruik van) de koelmotor. 4. Alleen personen die in de huurovereenkomst als bestuurder – eventueel tevens in de hoedanigheid van huurder – zijn aangeduid mogen het voertuig besturen. Het is huurder niet toegestaan het voertuig ter beschikking te stellen aan een persoon die niet als bestuurder is vermeld, op de voorzijde van het huurcontract, noch te vervreemden, bezwaren, verpanden, onderverhuren, uitlenen, dan wel hoe dan ook aan derden – niet zijnde bestuurder – de oplegger ter schikking te stellen. 5. Huurder dient erop toe te zien dat alle bestuurders beschikken over de bevoegdheid en de lichamelijke en geestelijke gesteldheid die voor het besturen van het voertuig vereist is. 6. Het is huurder niet anders dan met schriftelijke toestemming van verhuurder toegestaan het voertuig weder te verhuren of anderszins aan een ander in gebruik te geven. 7. Het is huurder niet toegestaan bij derden de indruk te wekken of toe te laten dat de indruk ontstaat, als zou huurder tot onder leden 4 en 6 omschreven handelingen bevoegd zijn. 8. Indien het voertuig uit de macht van huurder geraakt, dient hij verhuurder daarvan terstond in kennis te stellen. 9. Het is huurder niet toegestaan lifters of dieren in het voertuig mee te nemen, het voertuig te gebruiken voor rijles of met het voertuig wedstrijden, snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidsproeven te houden. 10. Het is huur niet toegestaan het voertuig buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder. 11. Huurder dient alle vloeistoffen en de bandenspanning op het vereiste niveau te (laten) houden en dient het voertuig voor regelmatig onderhoud aan verhuurder aan te bieden. 12. Huurder is gehouden het voertuig schoon te retourneren. Bij niet-nakoming van deze verplichting kunnen de schoonmaakkosten in rekening worden gebracht, met een minimum van € 75,- (excl. BTW). 13. Huurder dient voor het voertuig geschikte brandstof te tanken. 14. In geval van schade of defecten aan het voertuig, is het huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken indien dat kan leiden tot verergering van de schade of van de defecten, of tot vermindering van de verkeersveiligheid. 15. In geval van enige gebeurtenis waaruit schade kan voortvloeien, is huurder verplicht: - verhuurder hiervan onmiddellijk telefonisch in kennis te stellen; - de politie ter plaatse te waarschuwen; - gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en alle bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben aan verhuurder of aan diens verzekeraar te verstrekken; - binnen 48 uur een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan verhuurder te overleggen; - zich van erkenning van schuld in enigerlei vorm te onthouden; - et voertuig niet achter te laten zonder het behoorlijk tegen het risico van beschadiging of vermissing beschermd te hebben; - de verhuurder en door de verhuurder aangewezen personen alle gevraagde medewerking te verlenen ter verkrijging van schadevergoeding van derden of ten verwerf tegen aanspraken van derden. 16. Huurder is verplicht de verplichtingen en verboden van dit artikel op te leggen aan bestuurder, passagiers en eventueel andere gebruikters van het voertuig en toe te zien op de nakoming daarvan.
Behandeling van geschillen 1. Geschillen, als bedoeld in artikel 54 van de CAO, worden door de meest gerede partij per e-mail aan het secretariaat van de commissie aanhangig gemaakt. 2. Het verzoek om een geschil in behandeling te nemen dient te zijn voorzien van een behoorlijke toelichting waarin is vermeld: - de naam, functie, (e-mail)adres van de verzoekende partij en de wederpartij; - de feiten en omstandigheden die tot het geschil aanleiding hebben gegeven; - de conclusies die daaruit naar de mening van de klager getrokken moeten worden; en - het advies dat op grond daarvan van de commissie wordt gevraagd. 3. Het secretariaat stelt terstond de wederpartij op de hoogte van het indienen van het verzoek, door toezending van de e-mail van de verzoekende partij. 4. De wederpartij is bevoegd binnen 14 dagen na verzending door het secretariaat van de in het voorgaande lid bedoelde e-mail, per e-mail van zijn of haar zienswijze kennis te geven, daarbij aangevende de gronden waarop het gevraagde advies wordt betwist. 5. Het secretariaat zendt terstond een afschrift van het in het voorgaande lid bedoelde verweerschrift aan de verzoekende partij. 6. Partijen in het geschil zijn bevoegd na de wisseling van de in het voorgaande lid bedoelde stukken nogmaals met inachtneming van de termijn van 14 dagen hun zienswijze aan het secretariaat kenbaar te maken, waarna de schriftelijke uiteenzetting van het wederzijdse standpunt wordt gesloten. 7. Elk van de geschil hebbende partijen heeft de mogelijkheid binnen 14 dagen na de beëindiging van de uitwisseling van de schriftelijke stukken aan de commissie mede te delen, dat hij of zij prijs stelt op een nadere mondelinge toelichting van het ingenomen standpunt. In dat geval stelt de commissie plaats, datum en uur voor de mondelinge behandeling vast. Het secretariaat geeft daarvan kennis aan beide partijen alsmede aan de leden van de commissie. 8. Elk van de partijen in het geschil is bevoegd een of meer getuigen en/of deskundigen bij de in lid 7 genoemde mondelinge behandeling van het geschil mee te brengen opdat deze(n) door de commissie worden gehoord. De naam, woonplaats en functie van de mee te brengen getuigen of deskundigen dienen tenminste 7 dagen tevoren aan het secretariaat te worden bericht. 9. De commissie is bevoegd, alvorens een advies te geven, nadere inlichtingen in te winnen van zowel partijen als derden. Zij is bevoegd partijen, getuigen en deskundigen ter nadere toelichting op te roepen om in haar vergadering te verschijnen. Een dergelijke oproep dient te geschieden met inachtneming van een termijn van een week. 10. Uit de weigering van partijen om gevraagde inlichtingen te verstrekken of om ter vergadering te verschijnen zal de commissie de conclusies trekken welke haar geraden voorkomen. 11. Een lid van de commissie dat rechtstreeks bij het geschil is betrokken neemt niet aan de behandeling van het geschil deel. 12. Bij staking van stemmen wordt de zaak verdaagd tot de volgende vergadering. Indien ook bij de dan te houden nadere beraadslaging geen besluit kan worden genomen, onthoudt de commissie zich van advies en hebben partijen bij het geschil de bevoegdheid het geschil aan de burgerlijke rechter ter beslissing voor te leggen. 13. De commissie is bevoegd afwijkingen toe te staan van de in de bovengenoemde termijnen.