Merkenrecht Voorbeeldclausules

Merkenrecht. Op grond van de Eis en de in het geding gebrachte stukken hebben Eiseressen genoegzaam aangetoond dat zij rechthebbenden zijn op de onder randnummer 4 in dit vonnis vermelde merken. Eiseressen hebben daarbij aangegeven dat Intrum Justitia Licensing AG houdster is van het Gemeenschapsmerk met nummer 792408. Eiseressen hebben echter geen expliciet beroep gedaan op enige bepaling uit de Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk van 20 december 1993. Op grond van artikel 2.1 van de Regeling dient in dit geschil – voorzover het de grondslag merkinbreuk betreft – beoordeeld te worden of Verweerster door de registratie en/of het gebruik van de domeinnamen inbreuk maakt op (een) merkrecht(en) waartoe (één van beide) Eiseressen gerechtigd is/zijn. Bij vergelijking van de domeinnamen van Verweerster en de merken van Eiseressen dient de toevoeging “.nl” aan de domeinnamen – als enkel verwijzend naar het internet – buiten beschouwing te worden gelaten (Vgl. Pres. Rb. Amsterdam 20 september 1996, IER 1996, blz. 44, Ouders Online, alsmede Cisco‑Linksys LLC v. Paintlife B.V., Zaaknr. WIPO2004NL3. Eiseressen hebben hun vorderingen doen steunen op artikel 2.20 lid 1 sub c en sub d BVIE. Het Scheidsgerecht stelt vast dat de dominante bestanddelen van de woord/beeldmerken waar een beroep op gedaan wordt de woorden “intrum justitia” zijn. De opgevoerde woordmerken zijn identiek aan de Domeinnaam. De enkele registratie van een domeinnaam levert “gebruik anders dan ter onderscheiding van waren” in de zin van artikel 13A lid 1 sub d op. In de civiele en arbitrale rechtspraak is dit meerdere malen aangenomen (zie Vzr. Rb. Haarlem 25 juni 2002, DomJur 0000‑000 (xxx.xx); Pres. Rb. Arnhem 25 oktober 1999, DomJur 2000‑6 (klm‑xxxxxxxx.xxx), alsmede Lonsdale v. Xxxxxxxx, Xxxxxx. WIPO2005NL3 en Mardenko v. Hermadix, Zaaknr. WIPO2004NL4). Dit is voldoende om eveneens in deze procedure hiervan uit te gaan. Bij gebreke van verweer op dit punt gaat het Scheidsgerecht er vanuit dat de Merken bekend zijn als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE en dat sprake is van afbreuk aan de reputatie en het onderscheidend vermogen van het merk, nu klanten die de website van Intrum Justitia willen bezoeken terecht komen op een website (in elk geval sinds begin maart 2008) met hyperlinks die doorlinken naar internetpagina’s met hyperlinks die direct doorlinken naar websites van andere aanbieders van incasso‑gerelateerde diensten. Voorts is niet gebleken dat Verweerster toestem...
Merkenrecht. Een naam kan ook nog worden beschermd als een merk. De Benelux merkenwet bepaalt dat de houder van een gedeponeerd merk zich kan verzetten tegen het later gebruik van de beschermde naam. In bepaalde omstandigheden kan de eerdere gebruiker van een handelsnaam of vennootschapsnaam zich verzetten tegen het gebruik van een later gedeponeerd merk. In geval van eenmanszaak of bij onbeperkte aansprakelijkheid van de vennoten verbind je je met al je goederen. Bijgevolg kunnen bij een faillissement ook de privé-bezittingen ten bate van de schuldeisers worden verkocht. Of de goederen die toebehoren aan het gezin of aan de echtgeno(o)t(e) van de ondernemer onder een eventueel beslag vallen is afhankelijk van het huwelijksvermogensstelsel. Ook bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn huwelijksvermogensstelsels erg belangrijk. Denken we maar aan het juridisch kluwen bij scheidingsprocedures indien bijvoorbeeld mevrouw eigenaar is van de grond en mijnheer zijn BVBA of NV heeft gebouwd op grond van zijn echtgenote. Drie types huwelijksvermogenstelsel worden beschreven vanuit het perspectief van een faillissement 1) Scheiding van goederen 2) Algehele gemeenschap van goederen
Merkenrecht. Huurder en zijn medewerkers zullen zich onthouden van welke actie, daad en/of medewerking zowel direct als indirect waarbij misbruik dan wel inbreuk wordt gemaakt op merken en/of auteursrechtelijk beschermde merken/logo’s voor bekende TV- figuren, als ook dat zij zich zullen onthouden van elke vorm van deelname zowel direct als indirect, aan distributie, uitgifte, verkoop of anderszins van goederen die zijn nagemaakt of op andere wijze in strijd zijn met voren-genoemde merken of auteursrechten.

Related to Merkenrecht

  • Stemrecht 51.1 Stemgerechtigd zijn de Eigenaars. Bij erfpacht, vruchtgebruik of recht van gebruik en/of bewoning komt het stemrecht toe aan de beperkt gerechtigde, tenzij bij de vestiging van het recht anders is bepaald. Bij het recht van opstal blijft het stemrecht bij de Eigenaar, tenzij bij de vestiging van dat recht anders is bepaald. 51.2 Het totaal aantal stemmen en het aantal stemmen dat ieder van de Eigenaars kan uitbrengen worden in de Akte bepaald. Indien het stemrecht toekomt aan een beperkt gerechtigde kan deze het aantal stemmen uitbrengen dat blijkens de Akte kan worden uitgebracht door de Eigenaar van het Appartementsrecht waarop het beperkte recht rust. De Vergadering kan in geval van Ondersplitsing besluiten het aantal uit te brengen stemmen te verveelvoudigen, doch slechts onder handhaving van de onderlinge stemverhouding tussen de Eigenaars als in de Akte is bepaald. 51.3 In geval van Ondersplitsing zal het stemrecht dat ter zake van het in de Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht kan worden uitgebracht, worden uitgebracht door het bestuur van de Vereniging van Ondereigenaars. De stemmen voor het in een Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht behoeven niet eensluidend te worden uitgebracht. 51.4 De Ondereigenaars zijn bevoegd de vergadering bij te wonen. Uitsluitend het bestuur van de Vereniging van Ondereigenaars is bevoegd om in de vergadering het woord te voeren.

  • Herroepingsrecht Bij producten: 1. De consument kan een overeenkomst met betrekking tot de aankoop van een product gedurende een bedenktijd van minimaal 14 dagen zonder opgave van redenen ontbinden. De ondernemer mag de consument vragen naar de reden van herroeping, maar deze niet tot opgave van zijn reden(en) verplichten. 2. De in lid 1 genoemde bedenktijd gaat in op de dag nadat de consument, of een vooraf door de consument aangewezen derde, die niet de vervoerder is, het product heeft ontvangen, of: a. als de consument in eenzelfde bestelling meerdere producten heeft besteld: de dag waarop de consument, of een door hem aangewezen derde, het laatste product heeft ontvangen. De ondernemer mag, mits hij de consument hier voorafgaand aan het bestelproces op duidelijke wijze over heeft geïnformeerd, een bestelling van meerdere producten met een verschillende levertijd weigeren. b. als de levering van een product bestaat uit verschillende zendingen of onderdelen: de dag waarop de consument, of een door hem aangewezen derde, de laatste zending of het laatste onderdeel heeft ontvangen; c. bij overeenkomsten voor regelmatige levering van producten gedurende een bepaalde periode: de dag waarop de consument, of een door hem aangewezen derde, het eerste product heeft ontvangen. 3. De consument kan een dienstenovereenkomst en een overeenkomst voor levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd gedurende minimaal 14 dagen zonder opgave van redenen ontbinden. De ondernemer mag de consument vragen naar de reden van herroeping, maar deze niet tot opgave van zijn reden(en) verplichten. 4. De in lid 3 genoemde bedenktijd gaat in op de dag die volgt op het sluiten van de overeenkomst. 5. Indien de ondernemer de consument de wettelijk verplichte informatie over het herroepingsrecht of het modelformulier voor herroeping niet heeft verstrekt, loopt de bedenktijd af twaalf maanden na het einde van de oorspronkelijke, overeenkomstig de vorige leden van dit artikel vastgestelde bedenktijd. 6. Indien de ondernemer de in het voorgaande lid bedoelde informatie aan de consument heeft verstrekt binnen twaalf maanden na de ingangsdatum van de oorspronkelijke bedenktijd, verstrijkt de bedenktijd 14 dagen na de dag waarop de consument die informatie heeft ontvangen.

  • Gebruiksrecht 23.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 6 verleent leverancier cliënt het niet-exclusieve recht tot het gebruik van de programmatuur. Cliënt zal de tussen partijen overeengekomen gebruiksbeperkingen steeds stipt naleven. Onverminderd het overigens in deze algemene voorwaarden bepaalde omvat het gebruiksrecht van cliënt uitsluitend het recht de programmatuur te laden en uit te voeren. 23.2 De programmatuur mag door cliënt uitsluitend in zijn eigen bedrijf of organisatie worden gebruikt op de ene verwerkingseenheid en voor een bepaald aantal of soort gebruikers of aansluitingen waarvoor het gebruiksrecht is verstrekt. Voor zover daaromtrent niets anders is overeengekomen, gelden de verwerkingseenheid van cliënt waarop de programmatuur voor het eerst is gebruikt en het aantal aansluitingen dat op het moment van eerste gebruik op die verwerkingseenheid is aangesloten, als verwerkingseenheid en aantal aansluitingen waarvoor het gebruiksrecht is verstrekt. Bij eventuele storing van de bedoelde verwerkingseenheid kan de programmatuur voor de duur van de storing op een andere verwerkingseenheid worden gebruikt. Het gebruiksrecht kan betrekking hebben op meerdere verwerkingseenheden voor zover dat uit de overeenkomst uitdrukkelijk blijkt. 23.3 Het gebruiksrecht is niet overdraagbaar. Het is cliënt niet toegestaan de programmatuur en dragers waarop deze is vastgelegd te verkopen, te verhuren, te sublicentiëren, te vervreemden of daarop beperkte rechten te verlenen of op welke wijze of voor welk doel dan ook ter beschikking van een derde te stellen, een derde al dan niet op afstand toegang te geven tot de programmatuur of de programmatuur bij een derde ter hosting onder te brengen, ook niet indien de betreffende derde de programmatuur uitsluitend ten behoeve van cliënt gebruikt. Cliënt zal de programmatuur niet wijzigen anders dan in het kader van het herstellen van fouten. Cliënt zal de programmatuur niet gebruiken in het kader van de verwerking van gegevens ten behoeve van derden (‘time-sharing’). De broncode van de programmatuur en de bij de ontwikkeling van de programmatuur voortgebrachte technische documentatie worden niet aan cliënt ter beschikking gesteld, ook niet indien cliënt bereid is voor deze terbeschikkingstelling een financiële vergoeding te voldoen. Cliënt erkent dat de broncode een vertrouwelijk karakter heeft en dat deze bedrijfsgeheimen van leverancier bevat. 23.4 Onverwijld na het einde van het gebruiksrecht van de programmatuur zal cliënt alle in zijn bezit zijnde exemplaren van de programmatuur aan leverancier retourneren. Indien partijen zijn overeengekomen dat cliënt bij het einde van het gebruiksrecht de betreffende exemplaren zal vernietigen, zal cliënt van zodanige vernietiging leverancier onverwijld schriftelijk melding maken.

  • Verhaalsrecht Door schade te betalen krijgen wij uw vorderingsrechten op andere (rechts)personen. Die rechten kunnen we uitoefenen tegenover: a. anderen; b. andere (rechts)personen, en wel: • verzekeringnemer; • een medeverzekerde; • de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, • de geregistreerde partner of levensgezel van de verzekerde; • bloedverwanten in de rechte lijn van verzekerde; • een werknemer of werkgever van verzekerde; • iemand die bij dezelfde werkgever werkt als de verzekerde. Wij krijgen alleen een vordering op deze andere (rechts) persoon als er geen dekking was geweest als de verzekerde de schade zelf had veroorzaakt.

  • Opschortingsrecht Tenzij de klant een consument is, doet de klant afstand van het recht om de nakoming van enige uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenis op te schorten.

  • Portretrecht Deelnemer verleent bij voorbaat toestemming aan de Organisator en haar partners voor openbaarmaking van tijdens of rond het Evenement gemaakte foto’s en beeldmateriaal en dergelijke, waarop de Deelnemer zichtbaar is.

  • Auteursrecht Het auteursrecht op de Fotografische werken berust bij de fotograaf.

  • Eigendomsrecht Verzekeringnemer heeft de eigendomsrechten met betrekking tot het motorrijtuig overgedragen aan verzekeraar of, naar keuze van verzekeraar, aan een andere instantie.

  • Recht Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.

  • Optierecht 4.1 Een optierecht is het recht van een klant om eenzijdig de xxxxxxxxxxxxxxxxxx tot stand te doen komen door de enkele aanvaarding van een geldig aanbod van het horecabedrijf. 4.2 Een optierecht kan alleen schriftelijk worden verleend. Een optierecht kan voor een bepaalde of voor een onbe- paalde duur worden overeengekomen. Het optierecht vervalt indien de optiehouder te kennen heeft gegeven geen gebruik te willen maken van het optierecht of indien de bepaalde duur is verstreken zonder dat de optie- houder te kennen heeft gegeven van het optierecht gebruik te willen maken. 4.3 Een optierecht kan door het horecabedrijf niet worden herroepen, tenzij een andere potentiële klant het hore- cabedrijf een aanbod doet tot het sluiten van een horecaovereenkomst ter zake het totaal of een gedeelte van de in optie uitstaande horecadiensten. De optiehouder dient in zo’n geval door het horecabedrijf van dit aanbod op de hoogte te worden gebracht, waarna de optiehouder binnen een door het horecabedrijf te stellen termijn te kennen dient te geven al dan niet van het optierecht gebruik te willen maken. Indien de optiehouder niet binnen de gestelde termijn te kennen geeft gebruik te willen maken van het optierecht, vervalt het optierecht.