Verplichtingen van de verzekerde 7.1 De verzekerde die een verzoek om rechtsbijstand wil doen, meldt zijn verzoek zo spoedig mogelijk na het ontstaan van het geschil aan bij DAS. 7.2 Als twijfelachtig is of het verzoek om rechtsbijstand van de verzekerde betrekking heeft op een geschil, moet de verzekerde de aanwezigheid van een geschil aantonen door een deskundigenrapport. Dit rapport moet uitsluitsel geven over de feitelijke gevolgen van de gebeurtenis en over de oorzaak en veroorzaker van het geschil. Geeft het rapport voldoende grond voor het verlenen van rechtsbijstand, dan vergoedt DAS de kosten van het rapport. 7.3 De verzekerde die om rechtsbijstand verzoekt, verleent alle medewerking aan DAS of aan de ingeschakelde externe deskundigen. Dit houdt in ieder geval in dat hij: • alle gegevens en stukken verstrekt die op zijn verzoek betrekking hebben; • op verzoek van DAS de omvang van het geschil en/of het (financieel) belang aannemelijk maakt; • DAS machtigt de stukken die een externe deskundige over zijn verzoek ter beschikking heeft in te zien; • zich desgevraagd civiele partij stelt in een strafzaak en meewerkt aan het verhalen van de gemaakte kosten van rechtsbijstand op derden; • verplicht is om alle medewerking te verlenen en/of om zijn rechten aan DAS over te dragen om de gemaakte of nog te maken kosten op derden te verhalen; • alles nalaat wat de belangen van DAS kan schaden. 7.4 De verzekerde is verplicht de door DAS voorgeschoten kosten, voor zover hij die ontvangt, te restitueren aan DAS. Daaronder worden onder andere verstaan de door de verzekerde ontvangen buiten gerechtelijke kosten, de bij een onherroepelijk vonnis toegewezen proceskosten en de voor de verzekerde verrekenbare BTW.
Algemene verplichtingen van de werknemer 1. De werknemer is gehouden de belangen van het bedrijf van de werkgever als een goed werknemer te behartigen, ook indien geen uitdrukkelijke opdracht daartoe gegeven is. 2. De werknemer is gehouden alle hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, voor zover deze redelijkerwijze van hem kunnen worden verlangd, zo goed mogelijk uit te voeren en daarbij alle verstrekte aanwijzingen en voorschriften in acht te nemen. 3. De werknemer is mede verantwoordelijk voor de orde, de veiligheid en zedelijkheid in het bedrijf van de werkgever. Hij is gehouden tot stipte naleving van de desbetreffende aanwijzingen en voorschriften welke de werkgever zal vaststellen in redelijk overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming. 4. De werknemer zal zich onthouden van seksuele intimidatie, agressie en geweld zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, sub e van de Arbeidsomstandighedenwet. 5. De werknemer is gehouden zich te gedragen naar het eventueel geldende arbeidsreglement als bedoeld in artikel 39. 6. De werknemer die zich schuldig maakt aan alcoholgebruik en/of drugsgebruik kan met onmiddellijke ingang worden ontslagen. Voor zover voorafgaand alcoholgebruik en/of drugsgebruik leidt tot verminderde inzetbaarheid tijdens de werkzaamheden kan de werkgever aan de werknemer de toegang tot het werk ontzeggen zonder behoud van salaris voor een termijn van ten hoogste 2 dagen. Bij herhaling kan de werknemer met onmiddellijke ingang worden ontslagen. 7. Het is de werknemer zonder schriftelijke toestemming van de werkgever niet geoorloofd werkzaamheden voor derden, liggende in de sfeer waarin het bedrijf van de werkgever wordt uitgeoefend, te verrichten. 8. De werknemer is gehouden tot geheimhouding ten aanzien van alles wat hem ten gevolge van de dienstbetrekking bekend wordt, zoals bijvoorbeeld omtrent de inrichting van het bedrijf, grondstoffen, bewerking daarvan en de producten, maar ook de specificaties en het gebruik van software alsmede de aard en de inhoud van aanwezige gegevensbestanden. Deze verplichting geldt ook tot 1 jaar na beëindiging van de dienstbetrekking. 9. De werknemer is gehouden een individuele arbeidsovereenkomst te tekenen waarbij deze CAO en het eventueel geldende arbeidsreglement van toepassing worden verklaard.
Algemene verplichtingen van de werkgever 1. De werkgever verplicht zich deze cao naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid te zullen nakomen. 2. De werkgever verbindt zich geen werknemers in dienst te nemen of te houden op voorwaarden die in strijd zijn met het in deze overeenkomst bepaalde. 3. De werkgever zal met iedere werknemer schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst aangaan, waarin verwezen wordt naar deze cao. a) In het kader van de verplichtingen die voortvloeien uit de SER-fusiegedragsregels, dient de werkgever, indien hij tot de overweging is gekomen: ❑ een fusie aan te gaan; ❑ een bedrijf of bedrijfsonderdeel te sluiten en/of de personeelsbezetting ingrijpend te herzien bij het nemen van zijn beslissingen de sociale gevolgen te betrekken. Daartoe zal de werkgever de vakvereniging zo spoedig mogelijk informeren omtrent de voorgenomen plannen. De werkgever zal ernaar streven collectieve ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Tezamen met de vakvereniging zal door de werkgever aandacht worden besteed aan : ❑ het tijdstip waarop de ondernemingsraad voor het uitbrengen van een advies wordt ingelicht; ❑ het tijdstip waarop de betrokken personeelsleden worden geïnformeerd; ❑ het tijdstip en de wijze waarop het gehele personeel wordt geïnformeerd. b) Indien de werkgever verwacht dat bepaalde ontwikkelingen de omvang van de werkgelegenheid in de onderneming in gevaar zullen brengen, zal hij de vakbond zo spoedig mogelijk hiervan op de hoogte brengen en voor overleg uitnodigen. In dit overleg zal inzicht verschaft worden in aard, mogelijke gevolgen en mogelijke opvang van de werknemers ten gevolge van die ontwikkelingen. In overleg met de vakbond zal de termijn worden afgesproken waarop de OR en de werknemers zullen worden ingelicht. 5. De werkgever zal bevorderen dat in de onderneming gelijke kansen ten aanzien van de arbeid voor mannen en vrouwen aanwezig zullen zijn, met name zal daarbij gedacht worden aan: werving, selectie, opleiding, loopbaanbegeleiding en promotie. 6. Bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst ontvangt de werknemer daarvan een schriftelijke bevestiging. De schriftelijke bevestiging moet tenminste inhouden: ❑ de datum van indiensttreding; ❑ de te vervullen functie en de daarbij behorende functiegroep; ❑ het beginsalaris; ❑ dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde dan wel voor bepaalde tijd is aangegaan; ❑ de wekelijkse arbeidsduur indien deze afwijkt van artikel 5 lid 1; ❑ verwijzing naar deze cao voor de overige arbeidsvoorwaarden. 7. De werknemer dient zich schriftelijk te verenigen met het in lid 6 bedoelde geschrift. 8. Kaderleden van de vakorganisatie worden in hun loopbaan binnen werkgever niet benadeeld vanwege hun vakbondswerkzaamheden. In het geval van beëindiging van het dienstverband, zal werkgever overleg voeren met de bezoldigde vakbondsbestuurder van het betreffende kaderlid, alvorens over te gaan tot beëindiging van het dienstverband. In het geval van beëindiging van het dienstverband wegens een dringende reden, zal werkgever de betrokken vakbondsbestuurder onverwijld informeren. 9. De kaderleden die deelnemen aan het cao-overleg krijgen faciliteiten om te communiceren met de leden van de betrokken vakorganisatie. 10. De werkgeversbijdrage wordt conform de AWVN-bijdrage regeling uitgevoerd. 40% zal worden toegekend aan vakbond ABW en 60% zal worden toegekend aan vakbond FNV.
Wat zijn de gevolgen als u zich niet aan deze verplichtingen houdt? Als u zich niet aan de verplichtingen in paragraaf 6.5 houdt, kunnen we uw vergoeding verlagen of beëindigen. Dat doen we alleen als u minder of geen loon aan de verzekerde had moeten doorbetalen als u de verplichtingen wel was nagekomen. Werkt de verzekerde niet (voldoende) mee aan zijn re-integratie en betaalt u zijn loon door terwijl u de loondoorbetaling tijdelijk had kunnen opschorten. Dan betalen we geen vergoeding over de periode dat de verzekerde niet (voldoende) meewerkt aan zijn re-integratie.
Verplichtingen van de aannemer 1. De aannemer is verplicht het werk goed en deugdelijk en naar de bepalingen van de overeenkomst uit te voeren. De aannemer dient het werk zodanig uit te voeren, dat daardoor schade aan personen, goederen of milieu zoveel mogelijk wordt beperkt. De aannemer is voorts verplicht de door of namens de opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen op te volgen. 2. De uitvoering van het werk moet zodanig zijn, dat de totstandkoming van het werk binnen de overeengekomen termijn verzekerd is. 3. Indien de aard van het werk hiertoe aanleiding geeft, stelt de aannemer zich voor aanvang van het werk op de hoogte van de ligging van kabels en leidingen. 4. De aannemer wordt geacht bekend te zijn met de voor de uitvoering van het werk van belang zijnde wettelijke voorschriften en beschikkingen van overheidswege, voor zover deze op de dag van de offerte gelden. De aan de naleving van deze voorschriften en beschikkingen verbonden gevolgen zijn voor zijn rekening. 5. De aannemer is verplicht de opdrachtgever te wijzen op onvolkomenheden in door of namens de opdrachtgever voorgeschreven constructies en werkwijzen en in door of namens de opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen, alsmede op gebreken in door de opdrachtgever ter beschikking gestelde of voorgeschreven bouwstoffen en hulpmiddelen, voor zover de aannemer deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. 6. Indien de prijsvormingmethode regie is overeengekomen, maakt de aannemer weekrapporten op en dient hij deze in bij de opdrachtgever. In de weekrapporten worden onder meer aantekeningen opgenomen betreffende de bestede uren en het verwerkte materiaal. Indien de opdrachtgever tegen de inhoud van een weekrapport bezwaar heeft, stelt hij de aannemer daarvan onder opgave van redenen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een week na ontvangst van het weekrapport schriftelijk of elektronisch op de hoogte.
Inhoud en omvang van de verzekerde zorg Uw aanvullende verzekering geeft u recht op (vergoeding van de kosten van) zorg zoals omschreven in deze verzekeringsvoorwaarden.
Voorwerp en omvang van de verzekering Artikel 1 Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven voertuig in België veroorzaakt schadegeval. De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land van de Europese Unie, in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, in Bulgarije, in Hongarije, in IJsland, in Liechtenstein, op Malta, in Noorwegen, in Polen, in Roemenië, in San-Xxxxxx, in de Tsjechische Republiek, in de Slovaakse Republiek, in Slovenie, in Zwitserland, in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, 1, van de wet van 21 november 1989. Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorvoertuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent. In het geval het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet-tegenwerpbaarheid voorziet. De dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privé-terreinen. Artikel 2 Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven voertuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij haar persoonlijke borg tot ten hoogste 61.973,38 EUR voor het omschreven voertuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de maatschappij. Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug. Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing. Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de maatschappij, op haar eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Verhaal van de verzekeraar Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico heeft hij een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2° en 63. Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
Omvang van de verzekering 4.1 De verzekering omvat een of meer uitkeringen zoals aangegeven op de polis(bladen), indien het gedekte risico zich, waar ook ter wereld, voordoet. 4.2 De hoogte van de uitkering bij overlijden van de verzekerde wordt bepaald door het verzekerde kapitaal op de datum van overlijden. 4.3 Na overlijden van (één van) de verzekerde(n) wordt de overeenkomst beëindigd.
Verplichtingen van de Klant 1. De Klant dient het Bedrijf in de gelegenheid te stellen de overeengekomen werkzaamheden te verrichten en dient, op verzoek, aansluitingsmogelijkheden voor de ten behoeve van de te verrichten werkzaamheden benodigde elektra, gas en water ter beschikking te stellen. De Klant dient ervoor zorg te dragen dat het Toestel en / of de Randapparatuur, waaraan gewerkt moet worden, voor de medewerker van het Bedrijf goed toegankelijk is. 2. De Klant verplicht zich: 2.1. Het Toestel te behoeden tegen beschadiging, waaronder bevriezing; 2.2. Het Toestel te gebruiken overeenkomstig zijn aard en bestemming en de door het Bedrijf en/of fabrikant gegeven aanwijzingen voor het gebruik op te volgen. Schade die ontstaat door het niet opvolgen van de aanwijzingen komen voor rekening van de Klant; 2.3. Van het niet of niet behoorlijk functioneren van het Toestel onmiddellijk kennis te geven aan het Bedrijf; 2.4. Geen wijzigingen aan het Toestel aan te (laten) brengen en daaraan geen controle-, onderhouds- of herstelwerkzaamheden te (laten) verrichten anders dan door het Bedrijf; 2.5. De door of vanwege het Bedrijf aangewezen medewerkers en installateurs in de gelegenheid te stellen het Toestel te controleren, te onderhouden en/of te herstellen; 2.6. Bedrijfsmatig gebruik van het Toestel is slechts toegestaan indien dit uitdrukkelijk schriftelijk is overeengekomen. 3. De Klant is verplicht om ervoor zorg te dragen dat het Bedrijf, nadat een afspraak is gemaakt ter verhelping van een Storing en / of het uitvoeren van Onderhoud, ook daadwerkelijk toegang verkrijgt tot het perceel waarin het Toestel is geplaatst. Indien de Klant hiermee in gebreke blijft, is het Bedrijf gerechtigd de gebruikelijke voorrijkosten in rekening te brengen. Vervolgens is het de verantwoordelijkheid van de Klant de Service alsnog te laten verrichten. 4. Indien de Klant het Toestel vervangt dient hij dit melden aan het Bedrijf. Het lopende Abonnement wordt voortgezet.