Omschrijving van de dekking. 2.1. Uitkering bij overlijden (A) In geval van overlijden van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval, wordt het voor overlijden verzekerd bedrag uitgekeerd. Een uitkering wegens blijvende invaliditeit terzake van hetzelfde ongeval wordt in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering zal niet plaatsvinden. 2.2. Uitkering bij blijvende invaliditeit (B) 2.2.1. In geval van blijvende invaliditeit van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt de uitkering vastgesteld, zodra de mate van blijvende invaliditeit medisch kan worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na het ongeval. De uitkering beloopt een percentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag, zoals hierna is aangegeven: bij algehele verlamming 100% bij algehele geestesstoornis 100% bij algeheel (functie-)verlies van: het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het gezichtsvermogen van één oog 35% het gehoor van beide oren 60% het gehoor van één oor 25% een arm of hand 75% een duim 25% een wijsvinger 15% elke overige vinger 10% een been of voet 70% een grote teen 10% elke overige teen 5% een nier of de milt 10% de reuk of de smaak 10% Van de hiervoor genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie-)verlies een evenredig deel uitgekeerd. 2.2.2. In alle hier niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit worden twee percentages vastgesteld naar de mate van blijvende invaliditeit: - zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde; - rekening houdende met de blijvende ongeschiktheid van de verzekerde om zijn beroep uit te oefenen of een ander beroep, dat hij gezien zijn bekwaamheden en maatschappelijke positie zou kunnen uitoefenen. Voor vaststelling van de uitkering geldt het hoogste percentage. 2.2.3. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen het percentage van blijvende invaliditeit vóór en na het laatste ongeval. 2.2.4. Alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering zullen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag nimmer kunnen overschrijden. 2.2.5. Indien medisch kan worden vastgesteld, dat een ongeval blijvende invaliditeit tot gevolg zou hebben gehad, zal bij overlijden van de verzekerde, anders dan als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van dat ongeval, recht op uitkering bestaan. Het uitkeringspercentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag wordt in een zodanig geval vastgesteld op het percentage dat op grond van de in het bezit van de maatschappij zijnde medische gegevens zou zijn vastgesteld indien de verzekerde niet zou zijn overleden. 2.2.6. Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij een extra uitkering van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze extra uitkering wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval tot het moment, waarop de uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt verleend.
Appears in 8 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Omschrijving van de dekking. 2.1. Uitkering bij 2.1 In geval van overlijden
a. Verzekerd bedrag De verzekering keert € 15.000- uit wegens overlijden (A) als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen verkeersongeval.
b. Leeftijdsgebonden uitkering In geval van overlijden van een verzekerde jonger dan achttien of ouder dan zeventig jaar bedraagt de uitkering € 3.400,-.
c. Voorafgaande uitkering Indien voor dezelfde verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van voor hetzelfde ongeval reeds een ongevaluitkering voor blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, wordt het voor overlijden verzekerd bedrag uitgekeerd. Een zal deze uitkering op de uitkering wegens blijvende invaliditeit terzake van hetzelfde ongeval wordt overlijden in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering zal niet plaatsvindenworden gebracht.
2.2. Uitkering bij blijvende invaliditeit (B)
2.2.1. 2.2 In geval van blijvende invaliditeit
a. Verzekerd bedrag
1. De verzekering keert uit voor een aan de mate van invaliditeit gerelateerd gedeelte van de verzekerde € 30.000,- wegens blijvende invaliditeit als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt aan de uitkering vastgesteld, zodra verzekerde binnen de mate geldigheidsduur van blijvende invaliditeit medisch kan worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na het de verzekering overkomen ongeval.
2. De uitkering beloopt een percentage In afwijking van het voor blijvende invaliditeit in dit artikellid onder a.1 bepaalde wordt van het verzekerd bedrag, zoals hierna is aangegevenbedrag uitgekeerd: bij algehele verlamming Geestesstoornis 100% bij algehele geestesstoornis Verlamming 100% bij algeheel (functie-)verlies van: het Het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het Het gezichtsvermogen van één oog 3530% het Het gehoor van beide oren 6050% het Het gehoor van één oor 2520% een De arm of hand tot in het schoudergewricht 75% een De arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht 65% De hand tot in het polsgewricht of de arm tussen pols – en ellebooggewricht 60% De duim 25% een De wijsvinger 15% elke overige vinger De middelvinger 12% De ringvinger of de pink 10% een Het been of voet tot in het heupgewricht 70% een Het been tot in het kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht 60% De voet tot in het enkelgewricht of het been tussen enkel- en kniegewricht 50% De grote teen 10% elke overige Iedere andere teen 5%
3. In geval van samengestelde vinger- of handletsels zal nimmer meer dan 60% een nier worden uitgekeerd.
4. In geval van gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies wordt van de milt 10% de reuk of de smaak 10% Van de hiervoor hierboven onder 2 en 3 genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie-)verlies een evenredig deel uitgekeerd.
2.2.2. In alle hier niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit worden twee percentages vastgesteld naar de mate van blijvende invaliditeit: - zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde; - rekening houdende met de blijvende ongeschiktheid van de verzekerde om zijn beroep uit te oefenen of een ander beroep, dat hij gezien zijn bekwaamheden en maatschappelijke positie zou kunnen uitoefenen. Voor vaststelling van de uitkering geldt het hoogste percentage.
2.2.3. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen het percentage van blijvende invaliditeit vóór en na het laatste ongeval.
2.2.4. Alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering zullen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag nimmer kunnen overschrijden.
2.2.5. Indien medisch kan worden vastgesteld, dat een ongeval blijvende invaliditeit tot gevolg zou hebben gehad, zal bij overlijden van de verzekerde, anders dan als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van dat ongeval, recht op uitkering bestaan. Het uitkeringspercentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag wordt in een zodanig geval vastgesteld op het percentage dat op grond van de in het bezit van de maatschappij zijnde medische gegevens zou zijn vastgesteld indien de verzekerde niet zou zijn overleden.
2.2.6. Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij een extra uitkering van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze extra uitkering wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval tot het moment, waarop de uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt verleend.
Appears in 5 contracts
Samples: Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering, Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering, Algemene Voorwaarden Motorrijtuigenverzekering
Omschrijving van de dekking. 2.11. Uitkering bij In geval van overlijden
a. Verzekerd bedrag De verzekering keert € 10.000,- wegens overlijden (A) als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen verkeersongeval.
b. Leeftijdsgebonden uitkering In geval van overlijden van een verzekerde jonger dan achttien of ouder dan zeventig jaar bedraagt de uitkering € 3.400,-.
c. Voorafgaande uitkering Indien voor dezelfde verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van voor hetzelfde ongeval reeds een ongevaluitkering voor blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, wordt het voor overlijden verzekerd bedrag uitgekeerd. Een zal deze uitkering op de uitkering wegens blijvende invaliditeit terzake van hetzelfde ongeval wordt overlijden in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering zal niet plaatsvindenworden gebracht.
2.2. Uitkering bij blijvende invaliditeit (B)
2.2.12. In geval van blijvende invaliditeit
a. Verzekerd bedrag
1. De verzekering keert uit voor een aan de mate van € 20.000,- wegens blijvende invaliditeit van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt aan de uitkering vastgesteld, zodra verzekerde binnen de mate geldigheidsduur van blijvende invaliditeit medisch kan worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na het de verzekering overkomen ongeval.
2. De uitkering beloopt een percentage In afwijking van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag, zoals hierna is aangegevenhierboven onder 1. bepaalde wordt van het verzekerde bedrag uitgekeerd: bij algehele verlamming Geestesstoornis 100% bij algehele geestesstoornis Verlamming 100% bij algeheel (functie-)verlies van: het Het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het Het gezichtsvermogen van één oog 3530% het Het gehoor van beide oren 6050% het Het gehoor van één oor 2520% een De arm of hand tot in het schoudergewricht 75% een De arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht 65% De hand tot in het polsgewricht of de arm tussen pols – en ellebooggewricht 60% De duim 25% een De wijsvinger 15% elke overige vinger De middelvinger 12% De ringvinger of de pink 10% een Het been of voet tot in het heupgewricht 70% een Het been tot in het kniegewricht of tussen knieen heupgewricht 60% De voet tot in het enkelgewricht of het been tussen enkel- en kniegewricht 50% De grote teen 10% elke overige Iedere andere teen 5%
3. In geval van samengestelde vinger- of handletsels zal nimmer meer dan 60% een nier worden uitgekeerd.
4. In geval van gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies wordt van de milt 10% de reuk of de smaak 10% Van de hiervoor hierboven onder 2. en 3. genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie-)verlies een evenredig deel uitgekeerd.
2.2.2. In alle hier niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit worden twee percentages vastgesteld naar de mate van blijvende invaliditeit: - zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde; - rekening houdende met de blijvende ongeschiktheid van de verzekerde om zijn beroep uit te oefenen of een ander beroep, dat hij gezien zijn bekwaamheden en maatschappelijke positie zou kunnen uitoefenen. Voor vaststelling van de uitkering geldt het hoogste percentage.
2.2.3. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen het percentage van blijvende invaliditeit vóór en na het laatste ongeval.
2.2.4. Alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering zullen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag nimmer kunnen overschrijden.
2.2.5. Indien medisch kan worden vastgesteld, dat een ongeval blijvende invaliditeit tot gevolg zou hebben gehad, zal bij overlijden van de verzekerde, anders dan als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van dat ongeval, recht op uitkering bestaan. Het uitkeringspercentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag wordt in een zodanig geval vastgesteld op het percentage dat op grond van de in het bezit van de maatschappij zijnde medische gegevens zou zijn vastgesteld indien de verzekerde niet zou zijn overleden.
2.2.6. Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij een extra uitkering van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze extra uitkering wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval tot het moment, waarop de uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt verleend.
Appears in 2 contracts
Samples: Algemene Verzekeringsvoorwaarden Autoverzekering, Insurance Agreement
Omschrijving van de dekking. 2.11. Uitkering bij In geval van overlijden
a. Verzekerd bedrag De verzekering keert uit tot het op het polisblad genoemde verzekerd bedrag wegens overlijden (A) als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen verkeersongeval.
b. Leeftijdsgebonden uitkering In geval van overlijden van een verzekerde jonger dan achttien of ouder dan zeventig jaar bedraagt de uitkering € 3.400,-.
c. Voorafgaande uitkering Indien voor dezelfde verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van voor hetzelfde ongeval reeds een ongevaluitkering voor blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, wordt het voor overlijden verzekerd bedrag uitgekeerd. Een zal deze uitkering op de uitkering wegens blijvende invaliditeit terzake van hetzelfde ongeval wordt overlijden in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering zal niet plaatsvindenworden gebracht.
2.2. Uitkering bij blijvende invaliditeit (B)
2.2.12. In geval van blijvende invaliditeit
a. Verzekerd bedrag
1. De verzekering keert uit voor een aan de mate van invaliditeit gerelateerd gedeelte van de verzekerde het op het polisblad genoemde verzekerd bedrag wegens blijvende invaliditeit als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt aan de uitkering vastgesteld, zodra verzekerde binnen de mate geldigheidsduur van blijvende invaliditeit medisch kan worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na het de verzekering overkomen ongeval.
2. De uitkering beloopt een percentage In afwijking van het voor blijvende invaliditeit in dit artikellid onder a1 bepaalde wordt van het verzekerd bedrag, zoals hierna is aangegevenbedrag uitgekeerd: bij algehele verlamming Geestesstoornis 100% bij algehele geestesstoornis Verlamming 100% bij algeheel (functie-)verlies van: het Het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het Het gezichtsvermogen van één oog 3530% het Het gehoor van beide oren 6050% het Het gehoor van één oor 2520% een De arm of hand tot in het schoudergewricht 75% een De arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht 65% De hand tot in het polsgewricht of de arm tussen pols – en ellebooggewricht 60% De duim 25% een De wijsvinger 15% elke overige vinger De middelvinger 12% De ringvinger of de pink 10% een Het been of voet tot in het heupgewricht 70% een Het been tot in het kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht 60% De voet tot in het enkelgewricht of het been tussen enkel- en kniegewricht 50% De grote teen 10% elke overige Iedere andere teen 5%
3. In geval van samengestelde vinger- of handletsels zal nimmer meer dan 60% een nier worden uitgekeerd.
4. In geval van gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies wordt van de milt 10% de reuk of de smaak 10% Van de hiervoor hierboven onder 2 en 3 genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie-)verlies een evenredig deel uitgekeerd.
2.2.2. In alle hier niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit worden twee percentages vastgesteld naar de mate van blijvende invaliditeit: - zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde; - rekening houdende met de blijvende ongeschiktheid van de verzekerde om zijn beroep uit te oefenen of een ander beroep, dat hij gezien zijn bekwaamheden en maatschappelijke positie zou kunnen uitoefenen. Voor vaststelling van de uitkering geldt het hoogste percentage.
2.2.3. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen het percentage van blijvende invaliditeit vóór en na het laatste ongeval.
2.2.4. Alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering zullen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag nimmer kunnen overschrijden.
2.2.5. Indien medisch kan worden vastgesteld, dat een ongeval blijvende invaliditeit tot gevolg zou hebben gehad, zal bij overlijden van de verzekerde, anders dan als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van dat ongeval, recht op uitkering bestaan. Het uitkeringspercentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag wordt in een zodanig geval vastgesteld op het percentage dat op grond van de in het bezit van de maatschappij zijnde medische gegevens zou zijn vastgesteld indien de verzekerde niet zou zijn overleden.
2.2.6. Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij een extra uitkering van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze extra uitkering wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval tot het moment, waarop de uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt verleend.
Appears in 1 contract
Samples: Insurance Agreement
Omschrijving van de dekking. 2.11. Uitkering bij In geval van overlijden
a. Verzekerd bedrag De Verzekeraar keert uit verzekerde bedrag van € 15.000,-- wegens overlijden (A) als rechtstreeks gevolg van een aan de Verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen Ongeval.
b. Leeftijdsgebonden uitkering In geval van overlijden van een Verzekerde jonger dan achttien of ouder dan zeventig jaar bedraagt de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van uitkering € 3.400,
c. Voorafgaande uitkering Indien voor dezelfde Verzekerde voor hetzelfde ongeval reeds een ongevaluitkering voor blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, wordt het voor overlijden verzekerd bedrag uitgekeerd. Een zal deze uitkering op de uitkering wegens blijvende invaliditeit terzake van hetzelfde ongeval wordt overlijden in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering zal niet plaatsvindenworden gebracht.
2.2. Uitkering bij blijvende invaliditeit (B)
2.2.12. In geval van blijvende invaliditeit
a. Verzekerd bedrag
1. De Verzekeraar keert uit voor een aan de mate van invaliditeit van de gerelateerd gedeelte het verzekerde bedragvan €30.000,-- wegens blijvende invaliditeit als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt aan de uitkering vastgesteld, zodra verzekerde binnen de mate geldigheidsduur van blijvende invaliditeit medisch kan worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na het ongevalde verzekering overkomen Ongeval.
2. De uitkering beloopt een percentage In afwijking van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag, zoals hierna is aangegevenin dit artikellid onder a1 bepaalde wordt van het verzekerde bedrag uitgekeerd: bij algehele verlamming Geestesstoornis 100% bij algehele geestesstoornis Verlamming 100% bij algeheel (functie-)verlies van: het Het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het Het gezichtsvermogen van één oog 3530% het Het gehoor van beide oren 6050% het Het gehoor van één oor 2520% een De arm of hand tot in het schoudergewricht 75% een De arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht 65% De hand tot in het polsgewricht of de arm tussen pols – en ellebooggewricht 60% De duim 25% een De wijsvinger 15% elke overige vinger De middelvinger 12% De ringvinger of de pink 10% een Het been of voet tot in het heupgewricht 70% een Het been tot in het kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht 60% De voet tot in het enkelgewricht of het been tussen enkel- en kniegewricht 50% De grote teen 10% elke overige Iedere andere teen 5%
3. In geval van samengestelde vinger- of handletsels zal nimmer meer dan 60% een nier worden uitgekeerd.
4. In geval van gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies wordt van de milt 10% de reuk of de smaak 10% Van de hiervoor hierboven onder 2 en 3 genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie-)verlies een evenredig deel uitgekeerd.
2.2.2. In alle hier niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit worden twee percentages vastgesteld naar de mate van blijvende invaliditeit: - zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde; - rekening houdende met de blijvende ongeschiktheid van de verzekerde om zijn beroep uit te oefenen of een ander beroep, dat hij gezien zijn bekwaamheden en maatschappelijke positie zou kunnen uitoefenen. Voor vaststelling van de uitkering geldt het hoogste percentage.
2.2.3. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen het percentage van blijvende invaliditeit vóór en na het laatste ongeval.
2.2.4. Alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering zullen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag nimmer kunnen overschrijden.
2.2.5. Indien medisch kan worden vastgesteld, dat een ongeval blijvende invaliditeit tot gevolg zou hebben gehad, zal bij overlijden van de verzekerde, anders dan als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van dat ongeval, recht op uitkering bestaan. Het uitkeringspercentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag wordt in een zodanig geval vastgesteld op het percentage dat op grond van de in het bezit van de maatschappij zijnde medische gegevens zou zijn vastgesteld indien de verzekerde niet zou zijn overleden.
2.2.6. Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij een extra uitkering van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze extra uitkering wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval tot het moment, waarop de uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt verleend.
Appears in 1 contract
Omschrijving van de dekking. 2.1. Uitkering 2.1 In geval van overlijden
a. Verzekerd bedrag De verzekering keert maximaal het verzekerde bedrag van € 15.000,- uit bij overlijden (A) als rechtstreeks gevolg van een aan de verzekerde binnen de geldigheidsduur van de verzekering overkomen verkeersongeval.
b. Leeftijdsgebonden uitkering In geval van overlijden van een verzekerde jonger dan achttien of ouder dan zeventig jaar bedraagt de uitkering € 3.400,-.
c. Voorafgaande uitkering Indien voor dezelfde verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van voor hetzelfde ongeval reeds een ongevaluitkering voor blijvende invaliditeit heeft plaats gehad, wordt het voor overlijden verzekerd bedrag uitgekeerd. Een zal deze uitkering op de uitkering wegens blijvende invaliditeit terzake van hetzelfde ongeval wordt overlijden in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering zal niet plaatsvindenworden gebracht.
2.2. Uitkering bij blijvende invaliditeit (B)
2.2.1. 2.2 In geval van blijvende invaliditeit
a. Verzekerd bedrag
1. De verzekering keert uit voor een aan de mate van invaliditeit gerelateerd gedeelte van de het maximaal verzekerde bedrag van € 30.000,- uit bij blijvende invaliditeit als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt aan de uitkering vastgesteld, zodra verzekerde binnen de mate geldigheidsduur van blijvende invaliditeit medisch kan worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na het verzekering overkomen ongeval.
2. De uitkering beloopt een percentage In afwijking van het voor blijvende invaliditeit in dit artikellid onder a1 bepaalde wordt van het verzekerd bedrag, zoals hierna is aangegevenbedrag uitgekeerd: bij algehele verlamming Geestesstoornis 100% bij algehele geestesstoornis Verlamming 100% bij Bij algeheel (functie-)verlies verlies van: het Het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het Het gezichtsvermogen van één oog 3530% het Het gehoor van beide oren 6050% het Het gehoor van één oor 2520% een Bij algeheel verlies of functieverlies van: De arm of hand tot in het schoudergewricht 75% een De arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en 65% De hand tot in het polsgewricht of de arm tussen pols – en 60% De duim 25% een De wijsvinger 15% elke overige vinger De middelvinger 12% De ringvinger of de pink 10% een Het been of voet tot in het heupgewricht 70% een Het been tot in het kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht 60% De voet tot in het enkelgewricht of het been tussen enkel- en 50% De grote teen 10% elke overige Iedere andere teen 5%
3. In geval van samengestelde vinger- of handletsels zal nimmer meer dan 60% een nier worden uitgekeerd.
4. In geval van gedeeltelijk verlies of gedeeltelijk functieverlies wordt van de milt 10% de reuk of de smaak 10% Van de hiervoor hierboven onder 2 en 3 genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie-)verlies een evenredig deel uitgekeerd.
2.2.2. In alle hier niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit worden twee percentages vastgesteld naar de mate van blijvende invaliditeit: - zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde; - rekening houdende met de blijvende ongeschiktheid van de verzekerde om zijn beroep uit te oefenen of een ander beroep, dat hij gezien zijn bekwaamheden en maatschappelijke positie zou kunnen uitoefenen. Voor vaststelling van de uitkering geldt het hoogste percentage.
2.2.3. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen het percentage van blijvende invaliditeit vóór en na het laatste ongeval.
2.2.4. Alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering zullen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag nimmer kunnen overschrijden.
2.2.5. Indien medisch kan worden vastgesteld, dat een ongeval blijvende invaliditeit tot gevolg zou hebben gehad, zal bij overlijden van de verzekerde, anders dan als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van dat ongeval, recht op uitkering bestaan. Het uitkeringspercentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag wordt in een zodanig geval vastgesteld op het percentage dat op grond van de in het bezit van de maatschappij zijnde medische gegevens zou zijn vastgesteld indien de verzekerde niet zou zijn overleden.
2.2.6. Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij een extra uitkering van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze extra uitkering wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval tot het moment, waarop de uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt verleend.
Appears in 1 contract
Omschrijving van de dekking. 2.1. Uitkering bij overlijden (Aoverlijden(A) In geval van overlijden van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval, wordt het voor overlijden verzekerd bedrag uitgekeerd. Een uitkering wegens blijvende invaliditeit terzake van hetzelfde ongeval wordt in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering uitke- ring zal niet plaatsvinden.
2.2. Uitkering bij blijvende invaliditeit (Binvaliditeit(B)
2.2.1. In geval van blijvende invaliditeit van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg ge- volg van een ongeval wordt de uitkering vastgesteld, zodra de mate van blijvende invaliditeit inva- liditeit medisch kan worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na het ongeval. De uitkering beloopt een percentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedragbe- drag, zoals hierna is aangegeven: bij algehele verlamming 100% bij algehele geestesstoornis 100% bij algeheel (functie-)verlies van: het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het gezichtsvermogen van één oog 35% het gehoor van beide oren 60% het gehoor van één oor 25% een arm of hand 75% een duim 25% een wijsvinger 15% elke overige vinger 10% een been of voet 70% een grote teen 10% elke overige teen 5% een nier of de milt 10% de reuk of de smaak 10% Van de hiervoor genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie-)verlies een evenredig deel uitgekeerd.
2.2.2. In alle hier niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit worden twee percentages vastgesteld naar de mate van blijvende invaliditeit: - zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde; - rekening houdende met de blijvende ongeschiktheid van de verzekerde om zijn beroep be- roep uit te oefenen of een ander beroep, dat hij gezien zijn bekwaamheden en maatschappelijke maat- schappelijke positie zou kunnen uitoefenen. Voor vaststelling van de uitkering geldt het hoogste percentage.
2.2.3. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen het percentage van blijvende invaliditeit inva- liditeit vóór en na het laatste ongeval.
2.2.4. Alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering zullen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag nimmer kunnen overschrijden.
2.2.5. Indien medisch kan worden vastgesteld, dat een ongeval blijvende invaliditeit tot gevolg ge- volg zou hebben gehad, zal bij overlijden van de verzekerde, anders dan als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van dat ongeval, recht op uitkering bestaan. Het uitkeringspercentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag wordt in een zodanig geval vastgesteld op het percentage dat op grond van de in het bezit van de maatschappij zijnde medische gegevens zou zijn vastgesteld indien de verzekerde niet zou zijn overleden.
2.2.6. Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit inva- liditeit kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij een extra uitkering van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze extra uitkering uit- kering wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval tot het moment, waarop waar- op de uitkering wegens blijvende invaliditeit wordt verleend.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement