Common use of Omvang van de dekking Clause in Contracts

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet van toepassing) B.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing. B.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend object veroorzaakt door: B.1.1 (niet C.1.1 Botsen, omslaan, slippen, van toepassing)de weg of te water raken, kwaadwillige beschadiging en alle andere van buiten komende onhei- len, anders dan bedoeld in C.1.2 t/m C.1.10. De dekking geldt óók indien deze gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek. B.1.2 C.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 C.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 C.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 C.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 C.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing. B.1.7 C.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, C.1.8 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 C.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 C.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet van toepassing) B.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing. B.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het objectmotorrijtuig, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet C.1.1 Botsen, omslaan, slippen, van toepassing)de weg of te water raken en alle andere ten opzichte van het motorrijtuig van buiten komende on- heilen, anders dan bedoeld in C.1.2 t/m C.1.10. De dekking geldt óók indien deze gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek. B.1.2 C.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 C.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object motor- rijtuig toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 C.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het objectmotorrijtuig, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. Uitgesloten van dekking zijn: panoramadak en koplampen. B.1.5 C.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 C.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die feitelijk rechtstreeks door deze botsing zelf is toegebracht; dus met uit- sluiting - in afwijking van de gevolgschade omschrijving van het begrip 'gebeurtenis' bij de Definities - met uitsluiting van de schade aan het motorrijtuig, die botsingná de aanraking met het betreffend dier is ontstaan, ongeacht of er nog sprake is van een causaal verbonden voorval. B.1.7 C.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, C.1.8 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 C.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 C.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend object veroorzaakt door: B.1.1 (niet C.1.1 Botsen, omslaan, slippen, van toepassing)de weg of te water raken, kwaadwillige beschadiging en alle andere van buiten komende onhei- len, anders dan bedoeld in C.1.1.2 t/m C.1.1.10. De dekking geldt óók indien deze gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek. B.1.2 C.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 C.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 C.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 C.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 C.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing. B.1.7 C.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, C.1.8 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 ging).C.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuiglucht- vaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het objectmotorrijtuig, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet C.1.1 Botsen, omslaan, slippen, van toepassing)de weg of te water raken en alle andere ten opzichte van het motorrijtuig van buiten komende on- heilen, anders dan bedoeld in C.1.2 t/m C.1.10. De dekking geldt óók indien deze gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek. B.1.2 C.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 C.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object motor- rijtuig toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 C.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het objectmotorrijtuig, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 C.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 C.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die feitelijk rechtstreeks door deze botsing zelf is toegebracht; dus met uit- sluiting - in afwijking van de gevolgschade omschrijving van het begrip 'gebeurtenis' bij de Definities - met uitsluiting van de schade aan het motorrijtuig, die botsingná de aanraking met het betreffend dier is ontstaan, ongeacht of er nog sprake is van een causaal verbonden voorval. B.1.7 C.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, C.1.8 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 C.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 C.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend object veroorzaakt door: B.1.1 (niet C.1.1 Botsen, omslaan, slippen, van toepassing)de weg of te water raken, kwaadwillige beschadiging en alle andere van buiten komende onhei- len, anders dan bedoeld in C.1.2 t/m C.1.10. De dekking geldt óók in- dien deze gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek. B.1.2 C.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 C.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 C.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 C.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 C.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing. B.1.7 C.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, C.1.8 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 C.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 C.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade. C.1.11 het plotseling en onvoorzien losschieten of schuiven van de zich in het object bevindende lading, mits verzekerde kan aantonen dat de lading op deugdelijke wijze gezekerd was.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend object veroorzaakt door: B.1.1 (niet C.1.1 Botsen, omslaan, slippen, van toepassing)de weg of te water raken, kwaadwillige beschadiging en alle andere van buiten komende onhei- len, anders dan bedoeld in C.1.2 t/m C.1.10. De dekking geldt óók in- dien deze gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek. B.1.2 C.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 C.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 C.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 C.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 C.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing. B.1.7 C.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, C.1.8 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 C.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 C.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport trans- port met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerdver- voerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen slepen en schade als schrammen, krassen of lakschade. C.1.11 het plotseling en onvoorzien losschieten of schuiven van de zich in het object bevindende lading, mits verzekerde kan aantonen dat de lading op deugdelijke wijze gezekerd was.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene De verzekering dekt tot ten hoogste het in de polis vermelde verzekerde bedrag, schade aan of verlies van het object, uitsluitend veroorzaakt motorrijtuig ontstaan door: B.1.1 (niet van toepassing) B.1.2 Brand29.1 brand, explosieontploffing, zelfontbranding en zelfontbranding, blikseminslag of kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het ook als dit een gevolg zijn is van een eigen gebrek; 29.2 breuk van één of meer ruiten van het motorrijtuig, als- mede blikseminslag.waaronder begrepen zonnedaken, niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig, behoudens schade ontstaan door de scherven van deze ruiten; B.1.3 Diefstal29.3 storm (waaronder wordt verstaan: wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde), overstroming, hagel, lawine, alsmede door vallende voorwerpen e.d. tengevolge van storm; 29.3.1 een portier tengevolge van storm; 29.4 diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk poging daartoe, alsmede ontstaan tengevolge van verduistering en gepleegd door anderen dan verzekeringnemer. Uitgesloten is verduistering tengevolge van het aan onbekenden uitlenen van het motorrijtuig, zoals o.a. aan een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan aspirant- koper voor het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is maken van een eigen gebrek.proefrit; B.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met 29.5 een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 Botsing botsing met vogels of loslopende dierendieren terwijl daadwerkelijk aan het verkeer wordt deelgenomen. De eventueel hierna ontstane schade zoals door o.a. botsing, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting aanrijding, slippen, omslaan, te water of van de gevolgschade van die botsing.weg geraken is niet verzekerd; B.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving.29.6 relletjes; B.1.8 Xxxxxxxxx, (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 Het 29.7 het in aanraking komen met een luchtvaartuig, vallend luchtvaartuig of delen hiervan en daaruit vallende zaken.hiervan; B.1.10 Een 29.8 een van buiten komend onheil, terwijl ontstaan gedurende de tijd dat het object motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel door aan een transportonderneming wordt vervoerdis overgedragen, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen slepen en schade als in de vorm van krassen en schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet van toepassing) B.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing. B.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 XxxxxxxxxRelletjes, (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het objectmotorrijtuig, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet van toepassing)N.v.t. B.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object motor- rijtuig toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het objectmotorrijtuig, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die feitelijk rechtstreeks door deze botsing zelf is toegebracht; dus met uit- sluiting - in afwijking van de gevolgschade omschrijving van het begrip 'gebeurtenis' bij de Definities - met uitsluiting van de schade aan het motorrijtuig, die botsingná de aanraking met het betreffend dier is ontstaan, ongeacht of er nog sprake is van een causaal verbonden voorval. B.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het objectmotorrijtuig, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet van toepassing) B.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 B.1.2 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object motor- rijtuig toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 B.1.3 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het objectmotorrijtuig, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 B.1.4 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 B.1.5 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die feitelijk rechtstreeks door deze botsing zelf is toegebracht; dus met uit- sluiting - in afwijking van de gevolgschade omschrijving van het begrip 'gebeurtenis' bij de Definities - met uitsluiting van de schade aan het motorrijtuig, die botsingná de aanraking met het betreffend dier is ontstaan, ongeacht of er nog sprake is van een causaal verbonden voorval. B.1.7 B.1.6 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, B.1.7 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 B.1.8 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 B.1.9 Een van buiten komend onheil, terwijl het object motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet van toepassing) B.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. B.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing. B.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport trans- port met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerdver- voerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen slepen en schade als schrammen, krassen of lakschade.

Omvang van de dekking. Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het objectmotorrijtuig, uitsluitend veroorzaakt door: B.1.1 (niet van toepassing) B.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag. B.1.3 B.1.2 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object motor- rijtuig toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken. B.1.4 B.1.3 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het objectmotorrijtuig, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek. Uitgesloten van dekking zijn: panoramadak en koplampen. B.1.5 B.1.4 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger). B.1.6 B.1.5 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die feitelijk rechtstreeks door deze botsing zelf is toegebracht; dus met uit- sluiting - in afwijking van de gevolgschade omschrijving van het begrip 'gebeurtenis' bij de Definities - met uitsluiting van de schade aan het motorrijtuig, die botsingná de aanraking met het betreffend dier is ontstaan, ongeacht of er nog sprake is van een causaal verbonden voorval. B.1.7 B.1.6 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving. B.1.8 Xxxxxxxxx, B.1.7 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging). B.1.9 B.1.8 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken. B.1.10 B.1.9 Een van buiten komend onheil, terwijl het object motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.