Common use of Onderhoud en storingen Clause in Contracts

Onderhoud en storingen. 7.1 De apparatuur onderhouden‌ Om de levensduur van de apparatuur te verlengen is het raadzaam om de apparatuur periodiek te reinigen. Hoe vaak de apparatuur gereinigd dient te worden is afhankelijk van de hoeveelheid transacties die u uitvoert en de omgeving waarin u de apparatuur gebruikt. Gebruik de speciale reinigingskaarten om de kaartlezers te reinigen als u merkt dat de kaartlezers de betaalkaarten minder goed lezen. Voor het reinigen van de apparatuur is een speciale reinigingsset beschikbaar. Deze set bevat: • antistatische en antibacteriële reinigingspads • een reinigingskaart voor de chipkaartlezer • een reinigingskaart voor de magneetkaartlezer In hoofdstuk 8 is beschreven hoe u de reinigingsset en andere supplies kunt bestellen. 7.1.1 De apparatuur reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de apparatuur te reinigen. 1 Wrijf de behuizing, het toetsenbord en het scherm goed schoon met het reinigingspad. Besteed extra aandacht aan het toetsenbord. Net zoals bijvoorbeeld bij een toetsenbord van een computer of telefoon kunnen de toetsen na verloop van tijd door regelmatig gebruik veel bacteriën bevatten. 7.1.2 De chipkaartlezer reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de chipkaartlezer te reinigen. 1 Plaats de reinigingskaart in de chipkaartlezer. 2 Fixeer het grijszwarte gedeelte van de kaart met één hand zoals aangegeven op de foto. Xxxxxx vervolgens de transparante schuiver met uw andere hand een aantal maal heen en weer. 7.1.3 De magneetkaartlezer reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de magneetkaartlezer te reinigen. 1 Haal de reinigingskaart recht en met een constante snelheid door de magneetkaartlezer van de betaalautomaat. De reinigingskaart heeft aan beide zijden twee reinigingsstroken. Voor het beste resultaat haalt u de kaart, zonder deze te draaien, tweemaal door de magneetkaartlezer. 7.2 De batterij van de betaalautomaat‌ De betaalautomaat wordt van stroom voorzien door een li-ion batterij en kunt u mobiel gebruiken. Het aantal transacties dat u kunt uitvoeren met een opgeladen batterij is afhankelijk van de volgende factoren: • De leeftijd van de batterij. • De instelling voor de slaapstand (standaard ingesteld op één uur). Raadpleeg paragraaf 3.6 voor meer informatie over de slaapstand van de betaalautomaat. • De signaalsterkte, bij een goed bereik verbruikt de betaalautomaat minder energie. 7.2.1 Richtlijnen voor een optimaal gebruik van de batterij‌ • Laad de batterij zo vaak mogelijk op. Door een volledige laadcyclus van 0% naar 100%, neemt de maximale capaciteit meer af dan door tien korte laadcycli van 90% naar 100 %. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C. Door chemische processen kan een interne kortsluiting ontstaan in de batterij. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur hoger is dan 40°C. De batterij kan oververhit raken waardoor de capaciteit van de batterij nadelig wordt beïnvloed. • In de batterij van de betaalautomaat zit een temperatuursensor. Dankzij deze sensor zorgt de automaat ervoor dat de batterij niet wordt opgeladen als de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C of hoger dan 60°C. • Om er voor te zorgen dat de batterij statusindicator de juiste waarde weergeeft, dient u elke drie maanden of na 80 korte laadcycli een batterij kalibratie uit te voeren (zie subparagraaf 7.2.5).

Appears in 3 contracts

Samples: Gebruikershandleiding, Gebruikershandleiding, Gebruikershandleiding

Onderhoud en storingen. 7.1 De apparatuur onderhouden‌ Om de levensduur van de apparatuur te verlengen is het raadzaam om de apparatuur periodiek te reinigen. Hoe vaak de apparatuur gereinigd dient te worden is afhankelijk van de hoeveelheid transacties die u uitvoert en de omgeving waarin u de apparatuur gebruikt. Gebruik de speciale reinigingskaarten om de kaartlezers te reinigen als u merkt dat de kaartlezers de betaalkaarten minder goed lezen. Voor het reinigen van de apparatuur is een speciale reinigingsset beschikbaar. Deze set bevat: • antistatische en antibacteriële reinigingspads • een reinigingskaart voor de chipkaartlezer • een reinigingskaart voor de magneetkaartlezer In hoofdstuk 8 is beschreven hoe u de reinigingsset en andere supplies kunt bestellen. 7.1.1 De apparatuur reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de apparatuur te reinigen. 1 : Wrijf de behuizing, het toetsenbord en het scherm goed schoon met het reinigingspad. Besteed extra aandacht aan het toetsenbord. Net zoals bijvoorbeeld bij een toetsenbord van een computer of telefoon kunnen de toetsen na verloop van tijd door regelmatig gebruik veel bacteriën bevatten. 7.1.2 De chipkaartlezer van het pinpad reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de chipkaartlezer van het pinpad te reinigen.: 1 Plaats de reinigingskaart in de chipkaartlezerchipkaartlezer van het pinpad. 2 Fixeer het grijszwarte gedeelte van de kaart met één hand zoals aangegeven op de foto. Xxxxxx vervolgens de transparante schuiver met uw andere hand een aantal maal heen en weer. 7.1.3 De magneetkaartlezer van het pinpad reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de magneetkaartlezer van het pinpad te reinigen. 1 : Haal de reinigingskaart recht en met een constante snelheid door de magneetkaartlezer van de betaalautomaathet pinpad. De reinigingskaart heeft aan beide zijden twee reinigingsstroken. Voor het beste resultaat haalt u de kaart, zonder deze te draaien, tweemaal door de magneetkaartlezer. 7.2 De batterij Periodieke versiecontrole van de betaalautomaat‌ software‌ Uw betaalautomaat neemt periodiek contact op met ons Terminal Management Systeem voor een versiecontrole. Dit gebeurt automatisch en in de nachturen. De versie van de software in de betaalautomaat wordt dan gecontroleerd. Als er een nieuwe versie beschikbaar is dan wordt de betaalautomaat voorzien van stroom voorzien door deze nieuwe versie. Na een li-ion batterij succesvolle versiecontrole wordt een bon afgedrukt met de melding ‘CONFIGURATIE GESLAAGD’. Zorg dat de ethernetverbinding en kunt u mobiel gebruiken. Het aantal transacties dat u kunt uitvoeren met een opgeladen batterij is afhankelijk de kabels van de volgende factoren: • De leeftijd van externe voeding altijd correct zijn aangesloten. Anders kan de batterij. • De instelling voor de slaapstand (standaard ingesteld op één uur). Raadpleeg paragraaf 3.6 voor meer informatie over de slaapstand van de betaalautomaat. • De signaalsterkte, bij een goed bereik verbruikt de betaalautomaat minder energieversiecontrole niet worden uitgevoerd. 7.2.1 Richtlijnen voor een optimaal gebruik van de batterij‌ • Laad de batterij zo vaak mogelijk op. Door een volledige laadcyclus van 0% naar 100%, neemt de maximale capaciteit meer af dan door tien korte laadcycli van 90% naar 100 %. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C. Door chemische processen kan een interne kortsluiting ontstaan in de batterij. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur hoger is dan 40°C. De batterij kan oververhit raken waardoor de capaciteit van de batterij nadelig wordt beïnvloed. • In de batterij van de betaalautomaat zit een temperatuursensor. Dankzij deze sensor zorgt de automaat ervoor dat de batterij niet wordt opgeladen als de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C of hoger dan 60°C. • Om er voor te zorgen dat de batterij statusindicator de juiste waarde weergeeft, dient u elke drie maanden of na 80 korte laadcycli een batterij kalibratie uit te voeren (zie subparagraaf 7.2.5).

Appears in 1 contract

Samples: Gebruikershandleiding

Onderhoud en storingen. 7.1 De apparatuur onderhouden‌ Om de levensduur van de apparatuur te verlengen is het raadzaam om de apparatuur periodiek te reinigen. Hoe vaak de apparatuur gereinigd dient te worden is afhankelijk van de hoeveelheid transacties die u uitvoert en de omgeving waarin u de apparatuur gebruikt. Gebruik de speciale reinigingskaarten om de kaartlezers te reinigen als u merkt dat de kaartlezers de betaalkaarten minder goed lezen. Voor het reinigen van de apparatuur is een speciale reinigingsset beschikbaar. Deze set bevat: • antistatische en antibacteriële reinigingspads • een reinigingskaart voor de chipkaartlezer • een reinigingskaart voor de magneetkaartlezer In hoofdstuk 8 is beschreven hoe u de reinigingsset en andere supplies kunt bestellen. 7.1.1 De apparatuur reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de apparatuur te reinigen.: 1 Wrijf de behuizing, het toetsenbord en het scherm goed schoon met het reinigingspad. Besteed extra aandacht aan het toetsenbord. Net zoals bijvoorbeeld bij een toetsenbord van een computer of telefoon kunnen de toetsen na verloop van tijd door regelmatig gebruik veel bacteriën bevatten. 7.1.2 De chipkaartlezer reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de chipkaartlezer te reinigen.: 1 Plaats de reinigingskaart in de chipkaartlezer. . 2 Fixeer het grijszwarte gedeelte van de kaart met één hand zoals aangegeven op de foto. Xxxxxx vervolgens de transparante schuiver met uw andere hand een aantal maal heen en weer. 7.1.3 De magneetkaartlezer reinigen‌ Voer de volgende handelingen uit om de magneetkaartlezer te reinigen.: 1 Haal de reinigingskaart recht en met een constante snelheid door de magneetkaartlezer van de betaalautomaat. De reinigingskaart heeft aan beide zijden twee reinigingsstroken. Voor het beste resultaat haalt u de kaart, zonder deze te draaien, tweemaal door de magneetkaartlezer. 7.2 De batterij Periodieke versiecontrole van de betaalautomaat‌ software‌ Uw betaalautomaat neemt periodiek contact op met ons Terminal Management Systeem voor een versiecontrole. Dit gebeurt automatisch en in de nachturen. De versie van de software in de betaalautomaat wordt dan gecontroleerd. Als er een nieuwe versie beschikbaar is dan wordt de betaalautomaat voorzien van stroom voorzien door deze nieuwe versie. Na een li-ion batterij succesvolle versiecontrole wordt een bon afgedrukt met de melding ‘CONFIGURATIE GESLAAGD’. Zorg dat de ethernetverbinding en kunt u mobiel gebruiken. Het aantal transacties dat u kunt uitvoeren met een opgeladen batterij is afhankelijk de kabels van de volgende factoren: • De leeftijd van externe voeding altijd correct zijn aangesloten. Anders kan de batterij. • De instelling voor de slaapstand (standaard ingesteld op één uur). Raadpleeg paragraaf 3.6 voor meer informatie over de slaapstand van de betaalautomaat. • De signaalsterkte, bij een goed bereik verbruikt de betaalautomaat minder energieversiecontrole niet worden uitgevoerd. 7.2.1 Richtlijnen voor een optimaal gebruik van de batterij‌ • Laad de batterij zo vaak mogelijk op. Door een volledige laadcyclus van 0% naar 100%, neemt de maximale capaciteit meer af dan door tien korte laadcycli van 90% naar 100 %. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C. Door chemische processen kan een interne kortsluiting ontstaan in de batterij. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur hoger is dan 40°C. De batterij kan oververhit raken waardoor de capaciteit van de batterij nadelig wordt beïnvloed. • In de batterij van de betaalautomaat zit een temperatuursensor. Dankzij deze sensor zorgt de automaat ervoor dat de batterij niet wordt opgeladen als de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C of hoger dan 60°C. • Om er voor te zorgen dat de batterij statusindicator de juiste waarde weergeeft, dient u elke drie maanden of na 80 korte laadcycli een batterij kalibratie uit te voeren (zie subparagraaf 7.2.5).

Appears in 1 contract

Samples: Gebruikershandleiding