Onderscheid Cosmetische Schade en Niet-Cosmetische Schade en Ruitschade. Om onderscheid te maken tussen Cosmetische Schades en Niet-Cosmetische Schades hanteert Schadegarant criteria voor Cosmetische Schades. Wanneer de kenmerken van de schade binnen deze criteria vallen is er sprake van een Cosmetische Schade; in alle overige gevallen is er sprake van een Niet-Cosmetische Schade. Cosmetische Schades en Niet-Cosmetische Schades worden in het online zoekprogramma op de website van Schadegarant zoals gezegd aangeduid als "autoschade". Schadegarant heeft deze criteria in nauwe afstemming met de markt vastgesteld en ook geëvalueerd. Gedurende het lopende contractjaar blijft Schadegarant de criteria doorlopend evalueren, maar de criteria blijven in ieder geval gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst ongewijzigd. • de schade bevindt zich op maximaal drie (3) carrosseriedelen van het motorvoertuig (onder carrosseriedelen wordt verstaan alle delen die tijdens het spuitproces bij de fabricage al op of aan het motorvoertuig gemonteerd zijn); • voor de herstelwerkzaamheden is geen vernieuwing of vervanging van deze carrosseriedelen noodzakelijk; • voor de herstelwerkzaamheden hoeven niet meer dan vier (4) aanbouwdelen (onder aanbouwdelen wordt verstaan alle delen die geen carrosseriedelen zijn) te worden vernieuwd/vervangen; • voor de herstelwerkzaamheden worden aan niet meer dan drie (3) carrosseriedelen herstelwerkzaamheden verricht; • voor de herstelwerkzaamheden aan carrosseriedelen die in Audatex worden opgegeven middels bewerkingscode ‘H’, geldt dat maximaal vijfentwintig (25) arbeidseenheden (AE, 1 AE = 6 minuten) mogen worden ingezet; • indien het motorvoertuig een OBD-stekker (OBD = OnBoard Diagnostics) of een andere uitleesmogelijkheid (bijvoorbeeld online via het internet) heeft, is het Bedrijf verplicht het motorvoertuig vooraf uit te lezen middels de OBD of de andere uitleesmogelijkheid, en dient er in het uitleesrapport (voorzien van de datum dat het uitlezen is uitgevoerd) te staan vermeld dat er geen storingen zijn geconstateerd die verband houden met de schade aan het motorvoertuig. Het ontbreken van dit soort storingen impliceert dat er: o Geen elektronische componenten gedemonteerd, hersteld of vervangen hoeven te worden; o Geen noodzaak is om inlees-/kalibratiewerkzaamheden uit te voeren.
