Uitgangspunten. 1. Bij een reorganisatie zijn de volgende uitgangspunten van toepassing:
a. de werkgever streeft ernaar om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen;
b. de werkgever zal de met ontslag bedreigde werknemer zo goed mogelijk ondersteunen bij het verwerven van een passende functie binnen of buiten de universiteit;
c. de werknemer en de werkgever spannen zich aantoonbaar, optimaal en actief in om de met ontslag bedreigde werknemer binnen of buiten de instelling aan het werk te houden; daarbij nemen werkgever en werknemer de verplichtingen in acht uit artikel 72a WW en de uitwerking daarvan in de Werkwijzer 72a WW;
d. de werknemer uit de doelgroep van de Participatiewet behoudt een takenpakket van vergelijkbare aard of omvang en kan niet worden ontslagen vanwege het vervallen van de functie.
2. Bij iedere reorganisatie geldt het Kader voor Sociaal Beleid bij reorganisaties uit deze cao. De werkgever kan met werknemersorganisaties in het lokaal overleg aanvullend op de artikelen 9.8 tot en met 9.14 een eigen kader voor sociaal beleid vaststellen.
3. De artikelen 9.8 lid onder 1b tot en met 1d, 9.9 en 9.10 tot en met 9.14 zijn niet van toepassing op de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Uitgangspunten. Het sociaal beleid richt zich op de mens in de onderneming. Daarbij vindt een afweging plaats tussen de normen en de verwachtingen van de werknemers over hun functioneren aan de ene kant en de eisen die de onderneming moet stellen aan een doelgericht functioneren van de organisatie aan de andere kant. Het sociaal beleid is verbonden met het totale ondernemingsbeleid. Het is gelijkwaardig aan andere beleidsonderdelen en wordt verder beïnvloed door strategische ontwikkelingsmogelijkheden in en van de branche. Bij het tot stand brengen van een sociaal beleid wordt enerzijds rekening gehouden met het eigen karakter van een onderneming, voorts met hetgeen hieronder in de volgende artikelen van de sociale paragraaf is aangegeven, en anderzijds met de ontplooiingsmogelijkheden van werknemers .
Uitgangspunten. 1. Het uitgangspunt voor het salaris is functiewaardering. Bij de vaststelling van het salaris kunnen in aanmerking worden genomen: - leeftijd en dienstjaren van de werknemer; - andere omstandigheden, voor zover deze voor het organisatiebelang en/of de verhoudingen binnen de organisatie van betekenis zijn. De wijze waarop de werknemer functioneert, bepaalt de verhoging van het salaris.
2. De werkgever maakt met de werknemer, die in dienst komt op basis van de “Participatie- en Quotumwet”, afspraken over de functie en de inschaling. Dit kan een reguliere functie zijn die gewaardeerd is volgens FuWater.
3. Als de werknemer, die in dienst komt op basis van de “Participatie- en Quotumwet”, niet een reguliere functie gaat vervullen, spreken werkgever en werknemer af welke werkzaamheden de werknemer uit gaat voeren. Zij kunnen afspreken dat de werknemer daarbij kan worden ingedeeld in schaal 0.
4. Volgens de wet dient voor de medewerker, die in dienst komt op basis van de “Participatie en Quotumwet”, de loonwaarde te worden vastgesteld.
5. Het salaris en toelagen wordt in principe per kalendermaand uitbetaald. Over de wijze waarop, kan de werkgever nadere regels vaststellen.
Uitgangspunten. 1. Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet van hun gezamenlijke financiële middelen op basis van de afspraken in deze Regio Deal Twente II. De Regio geeft met die middelen uitvoering aan de Regio Deal Twente II zoals het initiëren en/of realiseren van programma’s en projecten en andere uitvoeringsactiviteiten in het kader van de ambitie, het doel, de beoogde resultaten en de aanpak van de Regio Deal Twente II zoals bedoeld in artikelen 1 tot en met 4. Op deze wijze zetten Partijen zich in om de regionale opgaven van de Regio aan te pakken.
2. BZK reserveert maximaal € 25 mln. inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid, volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling. Maximaal 3% van de totaal ontvangen rijksbijdrage mag aan uitvoeringskosten oftewel VAT-kosten (Voorbereiding, Administratie en Toezicht) worden besteed. Van dit percentage kan onder omstandigheden worden afgeweken. De Regio reserveert minimaal een bedrag van in totaal € 25 mln. aan regionale financiering voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling: Programma Maximale rijksbijdrage1) Regionale financiering Totaalbedrag Verduurzamen en ontwikkelen bedrijfslocaties € 8,9 mln. € 10,9 mln. € 19,8 mln. Een toekomstbestendig (mkb) bedrijfsleven € 2,7 mln. € 3,3 mln. € 6,0 mln. Beïnvloeden school-, profiel- en studiekeuzes richting techniek € 2,7 mln. € 2,0 mln. € 4,7 mln. Het benutten van ongekend talent € 2,5 mln. € 0,8 mln. € 3,3 mln. Zorg voor ouderen gericht op langer thuis wonen € 3,9 mln. € 3,2 mln. € 7,1 mln. Preventie en aanpak chronische ziektebeelden € 3,6 mln. € 4,1 mln. € 7,7 mln. Uitvoeringskosten (VAT) € 0,7 mln. € 0,7 mln. € 1,4 mln. Bijdragen totaal maximaal € 25,0 mln. € 25,0 mln. € 50,0 mln.
1) Dit bedrag is inclusief eventueel verschuldigde BTW.
3. De regionale financiering is als volgt opgebouwd: Publieke financiering Private financiering Totaalbedrag Financiële bijdrage € 19,2 mln. € -- mln. € 19,2 mln. Bijdrage in natura € 2,4 mln. € 3,4 mln. € 5,8 mln. Bijdragen totaal maximaal € 21,6 mln. € 3,4 mln. € 25 mln. Naast deze regionale financiering die wordt verantwoord vanuit de specifieke uitkering van het Rijk, heeft de regio de ambitie om een additionele private bijdrage van minimaal €30 miljoen extra te realiseren binnen de genoemde programma’s. Deze investeringen zijn zichtbaar i...
Uitgangspunten. In de begeleiding bij organisatiewijzigingen zal het verkrijgen van ander werk door werknemers centraal staan. Xxxxxxxxx ontslagen zijn niet aan de orde. Dit betekent dat alle inspanningen erop gericht zijn dat werknemers worden geplaatst in een functie die aansluit bij hun capaciteiten, ervaringen en kwaliteiten, dan wel dat werknemers toegerust en in staat zijn om een andere functie binnen of buiten de organisatie te verwerven. Voor zowel de werkgever als de werknemer geldt een inspanningsverplichting om in redelijkheid en billijkheid mee te werken aan de uitvoering van het sociaal plan. Extra zorgvuldig zal worden omgegaan met werknemers met een verminderde kans op de arbeidsmarkt. Werknemers met de door UWV of gemeente verleende status van Arbeidsgehandicapte zullen in geval van boventalligheid altijd herplaatst worden op voor hen passende/aangepaste werkzaamheden.
Uitgangspunten. 1. Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet van hun gezamenlijke financiële middelen op basis van de afspraken in deze Regio Deal Veluwe. De Regio geeft met die middelen uitvoering aan de Regio Deal Veluwe zoals het initiëren en/of realiseren van programma’s en projecten en andere uitvoeringsactiviteiten in het kader van de ambitie, het doel, de beoogde resultaten en de aanpak van de Regio Deal Veluwe zoals bedoeld in artikelen 1 tot en met 4. Op deze wijze zetten Partijen zich in om de regionale opgave van (de) regio Veluwe te realiseren.
2. LNV reserveert maximaal € 12,5 mln. inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling:
Uitgangspunten. Bij reorganisaties of (organische)veranderingen gelden de volgende uitgangspunten:
Uitgangspunten. De werknemer is verplicht in ploegendienst te werken, tenzij hij:
a. 55 jaar of ouder is én sinds zijn 50ste jaar niet meer in ploegen heeft gewerkt;
b. vanwege zijn gezondheid niet in staat is in ploegendienst te werken. Bij verschil van mening over zijn medische geschiktheid moet de werknemer de werkgever een geneeskundige verklaring geven, zo mogelijk met inschakeling van de bedrijfsarts. Cao-partijen bevelen de werkgever aan ernstig rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden of gezinssituatie van de werknemer, als deze aantoont dat die het werken in ploegendienst extra bezwaarlijk maakt/maken.
Uitgangspunten. 4.1 Opdrachtnemer staat in voor de integriteit van zijn handelen, dient ten opzichte van de opdracht en de opdrachtgever (des)kundig te handelen, dient zijn professionele en relationele onafhankelijkheid te waarborgen, vermijdt dat in de opdracht andere belangen dan die van de opdracht zelf een rol spelen en verplicht zich ertoe de opdrachtgever op zijn handelwijze aan te spreken indien deze zich niet als goed opdrachtgever gedraagt.
4.2 De opdrachtgever is oprecht in de voorgesprekken met opdrachtnemer over de concurrentie van andere organisatieadviesbureaus, de criteria die gelden voor selectie en de termijn waarbinnen de keuze valt.
4.3 De opdrachtgever staat in voor een verantwoord opdrachtenbeleid.
4.4 De opdrachtgever is zorgvuldig in het verstrekken van informatie die gevraagd en ongevraagd nodig is om de opdracht goed en doelmatig te kunnen uitvoeren.
4.5 De opdrachtgever stelt zich als een betrouwbare partner op door afspraken op tijd en volledig na te komen, inclusief het betalen van de facturen.
Uitgangspunten. Bij een mogelijke toekomstige boventalligheid van personeel blijft het management van de Eenheid primair verantwoordelijk voor de her- plaatsing van haar werknemers binnen of buiten de eigen Eenheid en het bieden van oplossingen. Hierbij zal worden gebruik gemaakt van het Mobiliteitscentrum. Aan de werknemers wordt in een zo vroeg mogelijk stadium duidelijkheid gegeven over de te verwachten ontwikkelingen, zowel voor wat betreft hun afdeling en functie als wat voor hen persoonlijk betreft.