Onderwijstijd Voorbeeldclausules

Onderwijstijd. De effecten van de per 1 augustus 2014 gewijzigde Wet op de onderwijstijd voor de onderwijsplanning en werkdruk zijn ten minste een keer per jaar onderwerp van overleg tussen de werkgever en de P(G)MR.
Onderwijstijd. De opleidingen van zorg en welzijn pedagogisch werk bestaan uit periodes van 5 weken of een veelvoud daarvan. Elke 5 weken staat er een leereenheid centraal. Je werkt tijdens deze leereenheid aan een (onderdeel van een) beroepstaak. Bij de leereenheid horen leeractiviteiten zoals theorie- en praktijk. Gedurende de periode van een leereenheid proberen we zoveel mogelijk een vast rooster aan te houden. Dit rooster vind je in je digitale leeromgeving. Je loopbaancoach zal je in het begin van het schooljaar leren hoe en waar je je rooster kunt vinden.
Onderwijstijd. De opleidingen van Sociaal Werker bestaan uit 8 periodes van 5 weken per jaar. Bij de BOL- opleidingen is sprake van enkele stageperioden in de opleiding. Elke 5 weken staat er een leereenheid centraal. Je werkt tijdens deze leereenheid aan een (onderdeel van een) beroepstaak. Bij de leereenheid horen leeractiviteiten zoals theorie- en praktijk. Gedurende de 5 weken proberen we zoveel mogelijk een vast rooster aan te houden. Dit rooster vind je in je digitale leeromgeving. Je loopbaancoach zal je in het begin van het schooljaar leren hoe en waar je je rooster kunt vinden.
Onderwijstijd. De werkgever stelt in overleg met en na instemming van de P(G)MR vast wat de wijziging van de wet op de onderwijs- tijd betekent voor de onderwijsplanning (curriculum, lessentabel en de planning van lesweken, toetsweken, projectweken et cetera) van de school. Mede op basis van de werkwijze uit het rapport ‘Onderwijstijd in het voortgezet onderwijs, resultaten van het inspectieonderzoek uit het schooljaar 2011/2012’ uit juni 2013 wordt afgesproken hoe kan worden vastgesteld om welke volumes het per school gaat.

Related to Onderwijstijd

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in uitvoering van artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en het is dus niet verplicht voor de partijen, die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en voor de volledigheid omvat het niet alleen de clausules uit de huisvestingscode, maar ook andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten aangegeven. Wanneer het model voor de partijen verschillende opties voorziet over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met selectievakjes (□) om aan te kruisen. De partijen kunnen voor aanvullende informatie in verband met de huurovereenkomst de verklarende bijlage raadplegen, die is bijgevoegd.