De opleiding Voorbeeldclausules

De opleiding. 2.3.1 Het beroep 2.3.2 Het onderwijsprogramma- en periodeplanning
De opleiding. 1. De deelnemer wordt ingeschreven in de opleiding educatie volgens het bijgevoegde trajectplan (zie bijlage 2) 2. Daar, waar in het vervolg van deze overeenkomst sprake is van 'opleiding', wordt daarmee bedoeld de opleiding dan wel het deel van een opleiding als genoemd in het eerste lid.
De opleiding. 1. De HAN is gerechtigd om wijzigingen in het programma, de locatie, de inhoud van de opleiding en/of het team van opleiders aan te brengen. 2. De HAN zal bij uitval van opleiders en/of examinatoren zich inspannen om zo spoedig mogelijk vervanging te regelen.
De opleiding. Het beroep
De opleiding. Opleiding waarvoor de leerling is ingeschreven = erkende opleiding in de vestiging Individueel opleidingsplan van de leerling op basis van het standaardtraject Afstemming van het leerprogramma tussen opleidingsverstrekker en leerwerkplek Welke competenties worden aangeleerd op de leerwerkplek bij de opleidingsverstrekker Zowel bij de opleidingsverstrekker als op de leerwerkplek Bevat de specifieke noden van de leerling Opgemaakt door de trajectbegeleider in overleg met de onderneming/mentor en leerling
De opleiding. 2.3.1 Het beroep De office assistant verricht werkzaamheden voor de leidinggevende, directie en/of manage- ment, collega’s en klanten. Ze werkt zorgvuldig binnen de daarvoor gestelde tijd (met de nodige geheimhouding) binnen de richtlijnen van de organisatie en met oog voor prioriteiten. De office assistant is een echte regelaar. Office assistants zijn werkzaam in elke arbeidsorganisatie (groot, klein, profit, non-profit). Het beroep nader bekeken In een organisatie of bedrijf heeft iedere leidinggevende andere wensen. Hierdoor kunnen of- fice taken sterk variëren. De werkrelatie is gebaseerd op vertrouwen. De office assistant stelt zich zakelijk en professioneel op waarbij hij/zij representatief en klantgericht is. Bij de uitvoe- ring van de werkzaamheden is een proactieve houding essentieel en is een verschuiving te zien van uitvoerend naar faciliterend. Hij/zij denkt mee met de leidinggevende (co-management). Office assistants zijn in staat hun eigen werkzaamheden te plannen en te organiseren. Het is cruciaal dat zij weten en begrijpen in welke context de organisatie opereert. Ze hebben inzicht in bedrijfsprocessen en planning. Projectmatig kunnen denken en handelen is een voorwaarde voor het uitvoeren van de taken. Het werken op organisatieniveau voor directie en/of management vereist dat hij/zij zich neu- traal opstelt en zich houdt aan geheimhoudingsplicht. De office assistant is zich te allen tijde bewust van de vertrouwelijkheid van informatie. De office assistant moet procedureel kunnen denken, de samenhang tussen activiteiten kun- nen bewaken, efficiënt werken, organisatorische en communicatieve vaardigheden hebben, lo- gisch kunnen nadenken en een moderne vreemde taal en de Nederlandse taal goed beheer- sen. Hij/zij heeft oog voor cultuur specifieke zaken en werkt consequent nauwkeurig en gecon- centreerd. Tevens dient hij/zij bij werkzaamheden die zich tegelijkertijd aandienen, concentra- tie en nauwkeurigheid te behouden, prioriteiten te stellen, overzicht te bewaren en ordelijk te zijn. Dat alles vergt een flexibele houding. Veranderingen in organisaties volgen elkaar steeds sneller op; de office assistant maakt zich snel nieuwe vaardigheden eigen met betrekking tot bijvoorbeeld digitalisering van bedrijfsprocessen en social media.
De opleiding. Het beroepsgerichte onderwijsmodel van het Cingel College heeft drie kenmerken: Kennis De branchekennis wordt aangeboden tijdens theorielessen. Bij deze theorie gaat het niet om een losse onderwijsactiviteit, maar om in projecten, vaardigheden/praktijk de kennis te kunnen verwerken en toe te passen. Projecten De student maakt projecten, waarbij de verwerking van werkprocessen van de branche centraal staan. Vaardigheden/ Praktijk Studenten oefenen vaardigheden in binnen- en buitenschoolse praktijk de werkprocessen van het beroep. Ze maken zich de beroepsvaardigheden, houdingsaspecten en kennis eigen.
De opleiding. 2.3.1 Het beroep 2.3.2 Het onderwijsprogramma
De opleiding. De opleiding zorgt voor de nodige organisatorische, praktische, … faciliteiten om het werkplekleren te realiseren (vb. aan- stellen van ankerfiguur). • De opleiding ondersteunt en begeleidt de student in zijn competentie-ontwikkeling conform het programma en de invul- ling van het werkplekleren (zie eventueel in bijlage). • De opleiding draagt bij tot de beoordeling van de competentie-ontwikkeling van de werkplekstudent en heeft de eind- verantwoordelijkheid voor de evaluatie.