Overgangsregeling. 1 Die werknemer die volledig gebruik heeft gemaakt van het recht ingevolge artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 kan geen aanspraak maken op de regeling Werktijdvermindering Senioren.
2 De extra DI-uren conform artikel M-1-c zijn niet van toepassing op de werknemer die gebruik maakt van artikel M-2 van de cao- hbo 2012-2013.
3 Voor de werknemer die gebruik maakte van artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 en is overgestapt op de regeling Werktijdvermindering Senioren, blijft minimaal het percentage intact, waarmee het dienstverband na afloop van de M-2 regeling van de cao-hbo 2012-2013 zou worden beëindigd.
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.4 lid 2 onder a.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 2 onder a, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijk...
Overgangsregeling. Alle werknemers die voor 1 januari 2011 in dienst waren en die op 1 januari 2016 55 jaar en ouder zijn behouden tot de AOW-gerechtigde leeftijd hun rechten op de eerst volgende diensttijdgratificatie. Zij hebben geen recht op de desbetreffende bijdrage in het FAB.
Overgangsregeling. 1. Er wordt een overgangsperiode van 24 maanden ingesteld.
2. Deze overgangsregeling heeft ten doel de partijen bij de overeenkomst in staat te stellen vertrouwen en begrip te wekken voor elkaars methoden voor de aanwijzing en de vermelding van overeenstemmingsbeoordelingsorganen en voor de bekwaamheid van deze organen om de producten te beproeven en te certificeren. De succesvolle voltooiing van deze overgangsregeling zou moe- ten leiden tot de vaststelling dat de in afdeling V vermelde overeenstemmings- beoordelingsorganen aan de criteria voldoen en over de nodige deskundigheid beschikken om de overeenstemmingsbeoordeling namens de andere partij te verrichten. Aan het einde van de overgangsperiode worden de resultaten van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die door de in afdeling V ver- melde overeenstemmingsbeoordelingsorganen van de exporterende partij zijn verricht, door de importerende partij aanvaard.
3. Deze overgangsperiode wordt door de partijen gebruikt voor:
a) onderzoek van eventuele nieuwe wetswijzigingen ter ondersteuning van de doelstellingen van de overeenkomst;
Overgangsregeling. 1. Wanneer werknemer en werkgever professionaliseringsafspraken hebben gemaakt die gunstiger zijn voor de werknemer dan die volgens de nieuwe regeling, blijven de gunstiger afspraken ongewijzigd van kracht voor de duur van die afspraken.
2. Wanneer de aanspraken volgens de nieuwe regeling gunstiger zijn voor de werknemer, heeft de werknemer, vanaf inwerkingtreding van de nieuwe regeling, recht op aanvulling van de afspraken tot het niveau van de nieuwe regeling.
Overgangsregeling. Voor de medewerker waarvan op 1 april 2006 de som van leeftijd en dienstjaren 60 of meer bedraagt, geldt bij wijze van overgangsregeling dat, indien en voor zover dit aan de orde zal komen, in plaats van het bepaalde in de artikelen 1 en 2 van deze bijlage, de bijbetalingsregeling zoals deze gold op 29 december 2005, analoog wordt toegepast.
Overgangsregeling. Die werknemer die volledig gebruik heeft gemaakt van het recht ingevolge artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 kan geen aanspraak maken op de regeling Werktijdvermindering Senioren.
Overgangsregeling. Voor werknemer die ziek is geworden vóór 1 januari 2004 en onder de WAO valt, blijft de regeling gelden die is opgenomen in hoofdstuk 12, bijlage 11 van deze CAO.
Overgangsregeling. De werknemer die op 31 december 2012 in dienst is van de werkgever en op die datum recht zou hebben gehad op méér dan 8 LFB dagen op basis van de vrije uren regeling zoals deze gold tot 31 december 2012, geldt de volgende regeling: De werknemer als bedoeld in lid 1 blijft het aantal uren behouden waar de werknemer recht op zou hebben gehad op basis van de leeftijd én de salarisgroep op 1 januari 2013. Deze uren worden LFB dagen. De werknemer als bedoeld in lid 1 kan nog één maal extra uren verkrijgen per kalenderjaar op basis van het aantal vrije uren behorende bij de leeftijdscategorie volgend op de leeftijdscategorie en salarisgroep die op 1 januari 2013 van toepassing is. Voorbeelden: De werknemer is in dienst 31 december 2012 en wordt op 1 mei 2013 42 jaar en is ingedeeld in salarisgroep 61. Op basis van de vrije uren regeling zou de werknemer op 1 januari 2013 recht hebben op 36 x 1,65 = 59,4 vrije uren (8,25 dagen). De werknemer heeft recht op 8,25 LFB dagen in plaats van 8 LFB dagen. De werknemer zou op 1 januari 2016 recht hebben op basis van de vrije uren regeling op 36 x 1,85 = 66,6 vrije uren (9,25 dagen). De werknemer heeft recht op 9,25 LFB dagen in plaats van 8 LFB dagen ingaande op 1 januari 2016 tot einde dienstverband. De werknemer treedt in dienst op 1 maart 2013 en is 52 jaar en ingedeeld in groep 59. De werknemer heeft recht op 8 LFB dagen c.q. 57,6 LFB uren. De werknemer komt niet in aanmerking voor de overgangsregeling. In bijlage 1 staan de tabellen van de verlofregeling, zoals in de CAO 2011-2012 vermeld.
Overgangsregeling. Aantoonbare SOP-afspraken blijven desgewenst gehandhaafd, met dien verstande dat artikel M-2-f ook op deze werknemers van toepassing is.