Common use of Ontslag ten gevolge van structuurwijziging Clause in Contracts

Ontslag ten gevolge van structuurwijziging. 1. Indien een dagbladonderneming, ten gevolge van of in verband met een structuurwijziging als bedoeld in artikel 10.1, lid 1, de dienstbetrekking met aan deze onderneming verbonden journalisten wenst te doen eindigen, zal zij, onverminderd het in artikel 4.7 bepaalde, zulks slechts kunnen doen met inachtneming van een termijn van aanzegging die ten minste het dubbele bedraagt van de in laatstgenoemd artikel voorgeschreven opzegtermijn, doch niet korter is dan vier maanden. Zij zal voorts gehouden zijn, te hunnen opzichte de in lid 4 en volgende leden van dit artikel vervatte regelingen toe te passen. Toelichting 2. Indien de gevolgen van een structuurwijziging voor een journalist van zo ingrijpende aard zijn dat van hem om principiële redenen, verband houdende met zijn levensbeschouwelijke of politieke beginselen, in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij de hem opgedragen werkzaamheden geheel of ten dele blijft verrichten, zal hij, zodra hij zijn gemotiveerd standpunt schriftelijk via de hoofdredactie ter kennis van de directie heeft gebracht, van zijn desbetreffende verplichtingen ontheven zijn en slechts ontslagen kunnen worden met inachtneming van het in lid 1 van dit artikel bepaalde. Indien de directie de door de journalist aangevoerde bezwaren niet van principiële aard acht, en de journalist na kennisneming van de hem, eveneens schriftelijk mee te delen of te bevestigen, zienswijze van de directie, in zijn standpunt volhardt, zal de Raad van Uitvoering op verzoek van de meest gerede partij omtrent de gegrondheid van de bezwaren van de journalist een beslissing nemen. Hangende deze beslissing zullen aan de betrokken journalist Toelichting 3. Indien bij een structuurwijziging de dagbladonderneming bereid is het met een journalist bestaande dienstverband voort te zetten, is voor zover nodig het bepaalde in artikel 10.2, lid 3, van overeenkomstige toepassing. Ingeval tussen de dagbladonderneming en de journalist omtrent een eventuele wijziging van zijn functie of taak geen overeenstemming wordt bereikt, is het bepaalde in artikel 10.2, lid 6, eerste alinea, van overeenkomstige toepassing. Toelichting 4. Indien er bij een reorganisatie geen sociaal plan wordt of is overeengekomen, dan wel een sociaal plan, waarin in negatieve zin van de cao wordt afgeweken, geldt het navolgende. Aan iedere door ontslag getroffen journalist wordt per volledig dienstjaar een smartegeld toegekend ten bedrage van 1 ½ procent van het laatstgenoten jaarsalaris voor de eerste tien dienstjaren, onafgebroken en direct aan het ontslag voorafgaande bij de in lid 1 bedoelde 5. Indien een journalist vóór het einde van de in lid 1 van dit artikel bedoelde aanzegtermijn met instemming van zijn werkgever elders een functie aanvaardt, behoudt hij recht op smartegeld en heeft hij aanspraak op de helft van het salaris dat hij in de periode gelegen tussen het tijdstip van beëindiging van het dienstverband en het einde van de aanzegtermijn zou hebben genoten. Het bepaalde in lid 10 van dit artikel blijft op hem van toepassing, met dien verstande dat hij pas dan op de andere in dit artikel bedoelde uitkeringen, zoals suppletie op wettelijke uitkeringen of lager salaris, aanspraak kan maken op het tijdstip dat en voor zover deze het bedrag van de in de vorige volzin bedoelde uitkeringen te boven gaan. Toelichting a. Na ontslag t.g.v. structuurwijziging wordt de WW-uitkering de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatstverdiende bruto loon met als maximum eenmaal SV-loon gedurende een periode die gelijk staat aan: b. Voor oudere journalisten die op het moment van ontslag 60 jaar of ouder zijn en geen gebruik meer kunnen maken van de VUT-overgangsregeling geldt een 60+ regeling. Deze regeling vervangt de bestaande 57,5-jarigenregeling. De WW-uitkering wordt gedurend de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatst verdiende bruto loon. c. In verband met het vervallen van de zogeheten FVP (een regeling, waarbij het werknemersdeel in de pensioenpremie door de overheid wordt gecompenseerd) naar verwachting in 2008/2009, geldt voor de 60+ regeling dat de pensioenopbouw dan ook zal worden voortgezet, met dien verstande dat de pensioenpremie conform de geldende premieverdeling (werkgevers- d. Voor de toepassing van dit artikellid wordt verstaan: 7. Het in lid 6 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op buitenlandse correspondenten, die geen recht hebben op uitkering krachtens de Werkloosheidswet, uitsluitend op grond van het feit dat zij niet wettelijk verzekerd zijn, resp. niet in Nederland woonachtig zijn, doch die wel uitkering zouden hebben ontvangen, indien zij verzekerd, resp. in Nederland woonachtig, waren geweest. Toelichting 8. De uitkering waarop de journalist krachtens het in lid 4 bepaalde aanspraak heeft, bedraagt niet meer dan het verschil tussen het salaris, dat hij tot zijn pensioengerechtigde leeftijd zou hebben ontvangen en de in de leden 6 en 7 bedoelde uitkering. Toelichting 9. Indien een journalist, die aanspraak heeft op uitkeringen als in de leden 6 en 7 bedoeld, pensioengerechtigd wordt, is de betrokken wachtgeldregeling slechts op hem van toepassing tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. 10. Op de in de leden 6 en 7 bedoelde uitkeringen zijn, tenzij uit het onderhavige artikel anders blijkt, de bepalingen van artikel 4.10 , voor zoveel mogelijk van toepassing, met dien verstande dat: a. indien de journalist een dienstbetrekking aanvaardt, uit hoofde waarvan hij een salaris geniet dat lager ligt dan de uitkeringen waarop hij ingevolge de leden 6 en 7 voordien aanspraak had kunnen doen gelden, het mindere bedrag over de in aanmerking komende perioden bij wijze van suppletie aan hem zal worden uitgekeerd; b. indien de journalist overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.5, lid 3, een dienstbetrekking bij wijze van proef aanvaardt, de verplichtingen die ingevolge de leden 6 en 7 te zijnen opzichte anders nog bestaan - behoudens dan die welke uit het hierboven sub a bepaalde zouden kunnen voortvloeien - slechts worden opgeschort; zij herleven voor het niet nagekomen gedeelte indien de aanstelling bij wijze van proef niet door een vast dienstverband wordt gevolgd.

Appears in 3 contracts

Samples: Cao Voor Dagbladjournalisten, Cao Voor Dagbladjournalisten, Cao Voor Dagbladjournalisten

Ontslag ten gevolge van structuurwijziging. 1. Indien een dagbladonderneming, ten gevolge van of in verband met een structuurwijziging als bedoeld in artikel 10.1, lid 1, de dienstbetrekking met aan deze onderneming verbonden journalisten wenst te doen eindigen, zal zij, onverminderd het in artikel 4.7 bepaalde, zulks slechts kunnen doen met inachtneming van een termijn van aanzegging die ten minste het dubbele bedraagt van de in laatstgenoemd artikel voorgeschreven opzegtermijn, doch niet korter is dan vier maanden. Zij zal voorts gehouden zijn, te hunnen opzichte de in lid 4 en volgende leden van dit artikel vervatte regelingen toe te passen. Toelichting 2. Indien de gevolgen van een structuurwijziging voor een journalist van zo ingrijpende aard zijn dat van hem om principiële redenen, verband houdende met zijn levensbeschouwelijke of politieke beginselen, in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij de hem opgedragen werkzaamheden geheel of ten dele blijft verrichten, zal hij, zodra hij zijn gemotiveerd standpunt schriftelijk via de hoofdredactie ter kennis van de directie heeft gebracht, van zijn desbetreffende verplichtingen ontheven zijn en slechts ontslagen kunnen worden met inachtneming van het in lid 1 van dit artikel bepaalde. Indien de directie de door de journalist aangevoerde bezwaren niet van principiële aard acht, en de journalist na kennisneming van de hem, eveneens schriftelijk mee te delen of te bevestigen, zienswijze van de directie, in zijn standpunt volhardt, zal de Raad van Uitvoering op verzoek van de meest gerede partij omtrent de gegrondheid van de bezwaren van de journalist een beslissing nemen. Hangende deze beslissing zullen aan de betrokken journalist Toelichting 3. Indien bij een structuurwijziging de dagbladonderneming bereid is het met een journalist bestaande dienstverband voort te zetten, is voor zover nodig het bepaalde in artikel 10.2, lid 3, van overeenkomstige toepassing. Ingeval tussen de dagbladonderneming en de journalist omtrent een eventuele wijziging van zijn functie of taak geen overeenstemming wordt bereikt, is het bepaalde in artikel 10.2, lid 6, eerste alinea, van overeenkomstige toepassing. Toelichting 4. Indien er bij een reorganisatie geen sociaal plan wordt of is overeengekomen, dan wel een sociaal plan, waarin in negatieve zin van de cao CAO wordt afgeweken, geldt het navolgende. Aan iedere door ontslag getroffen journalist wordt per volledig dienstjaar een smartegeld toegekend ten bedrage van 1 ½ procent van het laatstgenoten jaarsalaris voor de eerste tien dienstjaren, onafgebroken en direct aan het ontslag voorafgaande bij de in lid 1 bedoelde 5. Indien een journalist vóór het einde van de in lid 1 van dit artikel bedoelde aanzegtermijn met instemming van zijn werkgever elders een functie aanvaardt, behoudt hij recht op smartegeld en heeft hij aanspraak op de helft van het salaris dat hij in de periode gelegen tussen het tijdstip van beëindiging van het dienstverband en het einde van de aanzegtermijn zou hebben genoten. Het bepaalde in lid 10 van dit artikel blijft op hem van toepassing, met dien verstande dat hij pas dan op de andere in dit artikel bedoelde uitkeringen, zoals suppletie op wettelijke uitkeringen of lager salaris, aanspraak kan maken op het tijdstip dat en voor zover deze het bedrag van de in de vorige volzin bedoelde uitkeringen te boven gaan. Toelichting a. Na ontslag t.g.v. structuurwijziging wordt de WW-uitkering de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatstverdiende bruto loon met als maximum eenmaal SV-loon gedurende een periode die gelijk staat aan: b. Voor oudere journalisten die op het moment van ontslag 60 jaar of ouder zijn en geen gebruik meer kunnen maken van de VUT-overgangsregeling geldt een 60+ regeling. Deze regeling vervangt de bestaande 57,5-jarigenregeling. De WW-uitkering wordt gedurend de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatst verdiende bruto loon. c. In verband met het vervallen van de zogeheten FVP (een regeling, waarbij het werknemersdeel in de pensioenpremie door de overheid wordt gecompenseerd) naar verwachting in 2008/2009, geldt voor de 60+ regeling dat de pensioenopbouw dan ook zal worden voortgezet, met dien verstande dat de pensioenpremie conform de geldende premieverdeling (werkgevers- d. Voor de toepassing van dit artikellid wordt verstaan: 7. Het in lid 6 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op buitenlandse correspondenten, die geen recht hebben op uitkering krachtens de Werkloosheidswet, uitsluitend op grond van het feit dat zij niet wettelijk verzekerd zijn, resp. niet in Nederland woonachtig zijn, doch die wel uitkering zouden hebben ontvangen, indien zij verzekerd, resp. in Nederland woonachtig, waren geweest. Toelichting 8. De uitkering waarop de journalist krachtens het in lid 4 bepaalde aanspraak heeft, bedraagt niet meer dan het verschil tussen het salaris, dat hij tot zijn pensioengerechtigde leeftijd zou hebben ontvangen en de in de leden 6 en 7 bedoelde uitkering. Toelichting 9. Indien een journalist, die aanspraak heeft op uitkeringen als in de leden 6 en 7 bedoeld, pensioengerechtigd wordt, is de betrokken wachtgeldregeling slechts op hem van toepassing tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. 10. Op de in de leden 6 en 7 bedoelde uitkeringen zijn, tenzij uit het onderhavige artikel anders blijkt, de bepalingen van artikel 4.10 , voor zoveel mogelijk van toepassing, met dien verstande dat: a. indien de journalist een dienstbetrekking aanvaardt, uit hoofde waarvan hij een salaris geniet dat lager ligt dan de uitkeringen waarop hij ingevolge de leden 6 en 7 voordien aanspraak had kunnen doen gelden, het mindere bedrag over de in aanmerking komende perioden bij wijze van suppletie aan hem zal worden uitgekeerd; b. indien de journalist overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.5, lid 3, een dienstbetrekking bij wijze van proef aanvaardt, de verplichtingen die ingevolge de leden 6 en 7 te zijnen opzichte anders nog bestaan - behoudens dan die welke uit het hierboven sub a bepaalde zouden kunnen voortvloeien - slechts worden opgeschort; zij herleven voor het niet nagekomen gedeelte indien de aanstelling bij wijze van proef niet door een vast dienstverband wordt gevolgd.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Voor Dagbladjournalisten

Ontslag ten gevolge van structuurwijziging. 1. Indien een dagbladonderneming, ten gevolge van of in verband met een structuurwijziging als bedoeld in artikel 10.1, lid 1, de dienstbetrekking met aan deze onderneming verbonden journalisten wenst te doen eindigen, zal zij, onverminderd het in artikel 4.7 bepaalde, zulks slechts kunnen doen met inachtneming van een termijn van aanzegging die ten minste het dubbele bedraagt van de in laatstgenoemd artikel voorgeschreven opzegtermijn, doch niet korter is dan vier maanden. Zij zal voorts gehouden zijn, te hunnen opzichte de in lid 4 en volgende leden van dit artikel vervatte regelingen toe te passen. Toelichting 2. Indien de gevolgen van een structuurwijziging voor een journalist van zo ingrijpende aard zijn dat van hem om principiële redenen, verband houdende met zijn levensbeschouwelijke of politieke beginselen, in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij de hem opgedragen werkzaamheden geheel of ten dele blijft verrichten, zal hij, zodra hij zijn gemotiveerd standpunt schriftelijk via de hoofdredactie ter kennis van de directie heeft gebracht, van zijn desbetreffende verplichtingen ontheven zijn en slechts ontslagen kunnen worden met inachtneming van het in lid 1 van dit artikel bepaalde. Indien de directie de door de journalist aangevoerde bezwaren niet van principiële aard acht, en de journalist na kennisneming van de hem, eveneens schriftelijk mee te delen of te bevestigen, zienswijze van de directie, in zijn standpunt volhardt, zal de Raad van Uitvoering op verzoek van de meest gerede partij omtrent de gegrondheid van de bezwaren van de journalist een beslissing nemen. Hangende deze beslissing zullen aan de betrokken journalist slechts die journalistieke werkzaamheden kunnen worden opgedragen, waarvan de uitvoering, gelet op de door hem aangevoerde principiële bezwaren, in redelijkheid van hem gevergd kan worden. Toelichting 3. Indien bij een structuurwijziging de dagbladonderneming bereid is het met een journalist bestaande dienstverband voort te zetten, is voor zover nodig het bepaalde in artikel 10.2, lid 3, van overeenkomstige toepassing. Ingeval tussen de dagbladonderneming en de journalist omtrent een eventuele wijziging van zijn functie of taak geen overeenstemming wordt bereikt, is het bepaalde in artikel 10.2, lid 6, eerste alinea, van overeenkomstige toepassing. Toelichting 4. Indien er bij een reorganisatie geen sociaal plan wordt of is overeengekomen, dan wel een sociaal plan, waarin in negatieve zin van de cao CAO wordt afgeweken, geldt het navolgende. Aan iedere door ontslag getroffen journalist wordt per volledig dienstjaar een smartegeld toegekend ten bedrage van 1 ½ procent van het laatstgenoten jaarsalaris voor de eerste tien dienstjaren, onafgebroken en direct aan het ontslag voorafgaande bij de in lid 1 bedoelde 5. Indien een journalist vóór het einde van de in lid 1 van dit artikel bedoelde aanzegtermijn met instemming van zijn werkgever elders een functie aanvaardt, behoudt hij recht op smartegeld en heeft hij aanspraak op de helft van het salaris dat hij in de periode gelegen tussen het tijdstip van beëindiging van het dienstverband en het einde van de aanzegtermijn zou hebben genoten. Het bepaalde in lid 10 van dit artikel blijft op hem van toepassing, met dien verstande dat hij pas dan op de andere in dit artikel bedoelde uitkeringen, zoals suppletie op wettelijke uitkeringen of lager salaris, aanspraak kan maken op het tijdstip dat en voor zover deze het bedrag van de in de vorige volzin bedoelde uitkeringen te boven gaan. Toelichting a. Na ontslag t.g.v. structuurwijziging wordt de WW-uitkering de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatstverdiende bruto loon met als maximum eenmaal SV-loon gedurende een periode die gelijk staat aan: b. Voor oudere journalisten die op het moment van ontslag 60 jaar of ouder zijn en geen gebruik meer kunnen maken van de VUT-overgangsregeling geldt een 60+ regeling. Deze regeling vervangt de bestaande 57,5-jarigenregeling. De WW-uitkering wordt gedurend de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatst verdiende bruto loon. c. In verband met het vervallen van de zogeheten FVP (een regeling, waarbij het werknemersdeel in de pensioenpremie door de overheid wordt gecompenseerd) naar verwachting in 2008/2009, geldt voor de 60+ regeling dat de pensioenopbouw dan ook zal worden voortgezet, met dien verstande dat de pensioenpremie conform de geldende premieverdeling (werkgevers- d. Voor de toepassing van dit artikellid wordt verstaan: 7. Het in lid 6 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op buitenlandse correspondenten, die geen recht hebben op uitkering krachtens de Werkloosheidswet, uitsluitend op grond van het feit dat zij niet wettelijk verzekerd zijn, resp. niet in Nederland woonachtig zijn, doch die wel uitkering zouden hebben ontvangen, indien zij verzekerd, resp. in Nederland woonachtig, waren geweest. Toelichting 8. De uitkering waarop de journalist krachtens het in lid 4 bepaalde aanspraak heeft, bedraagt niet meer dan het verschil tussen het salaris, dat hij tot zijn pensioengerechtigde leeftijd zou hebben ontvangen en de in de leden 6 en 7 bedoelde uitkering. Toelichting 9. Indien een journalist, die aanspraak heeft op uitkeringen als in de leden 6 en 7 bedoeld, pensioengerechtigd wordt, is de betrokken wachtgeldregeling slechts op hem van toepassing tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. 10. Op de in de leden 6 en 7 bedoelde uitkeringen zijn, tenzij uit het onderhavige artikel anders blijkt, de bepalingen van artikel 4.10 , voor zoveel mogelijk van toepassing, met dien verstande dat: a. indien de journalist een dienstbetrekking aanvaardt, uit hoofde waarvan hij een salaris geniet dat lager ligt dan de uitkeringen waarop hij ingevolge de leden 6 en 7 voordien aanspraak had kunnen doen gelden, het mindere bedrag over de in aanmerking komende perioden bij wijze van suppletie aan hem zal worden uitgekeerd; b. indien de journalist overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.5, lid 3, een dienstbetrekking bij wijze van proef aanvaardt, de verplichtingen die ingevolge de leden 6 en 7 te zijnen opzichte anders nog bestaan - behoudens dan die welke uit het hierboven sub a bepaalde zouden kunnen voortvloeien - slechts worden opgeschort; zij herleven voor het niet nagekomen gedeelte indien de aanstelling bij wijze van proef niet door een vast dienstverband wordt gevolgd.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Voor Dagbladjournalisten