Onvoorziene omstandigheden
1. Indien zich omstandigheden voordoen die ten tijde van het sluiten van deze overeenkomst niet voorzienbaar waren en nakoming van deze overeenkomst substantieel beïnvloeden, zullen partijen in gezamenlijk overleg en naar redelijkheid en billijkheid een oplossing proberen te vinden, die recht doet aan de belangen van beide partijen in het kader van deze overeenkomst.
2. Indien een bepaling van deze overeenkomst ongeldig of niet afdwingbaar zou zijn, laat dit de geldigheid of afdwingbaarheid van enige andere bepaling van deze overeenkomst onverlet. Een dergelijke ongeldige of niet afdwingbare bepaling zal worden vervangen of geacht worden te zijn vervangen door een bepaling die geacht wordt geldig en afdwingbaar te zijn en waarvan de interpretatie de strekking van de ongeldige of niet afdwingbare bepaling zo dicht mogelijk benadert.
Onvoorziene omstandigheden Indien de onverkorte uitvoering van de Overeenkomst niet kan plaatsvinden op grond van onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258 BW, treden Partijen met elkaar in overleg, waarbij zij zoveel als redelijkerwijs mogelijk met inachtneming van de doelstellingen van de Overeenkomst zullen zoeken naar een voor Partijen aanvaardbare oplossing middels aanpassing van de Overeenkomst. Indien Partijen het niet eens worden over de vraag of sprake is van gewijzigde omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258 BW, is sprake van een geschil in de zin van Artikel 23.
Onvoorziene omstandigheden
1. Indien zich bij de uitvoering van de Overeenkomst onvoorziene omstandigheden voordoen als bedoeld in artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek dan zullen Partijen met elkaar in overleg treden om binnen een maand tot een overeenstemming c.q. heronderhandeling te komen. Verslechterde marktomstandigheden worden niet beschouwd als onvoorziene omstandigheden. Inwerkingtreding van nieuwe wet- of regelgeving dan wel wijziging van bestaande wet- of regelgeving als bedoeld in artikel 19 van deze Overeenkomst wordt niet beschouwd als een verslechterde marktomstandigheid als bedoeld in de vorige volzin.
2. Indien na een maand van overleg Partijen geen overeenstemming hebben bereikt, heeft de meest gerede partij het recht een beroep te doen op de geschillenregeling als bedoeld in artikel 21. van deze Overeenkomst.
Onvoorziene omstandigheden De Examencommissie mbo verplicht zich bij iedere wijziging in of aanvulling op het examenreglement de student schriftelijk of via Magister ELO/Intranet op de hoogte te brengen. De Examencommissie mbo is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken van de wijze waarop examen gedaan zou moeten worden. In alle gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet zal de Examencommissie mbo besluiten.
Onvoorziene omstandigheden
1. Indien zich bij de uitvoering van de SOK onvoorziene omstandigheden voordoen als bedoeld in artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek dan zullen Partijen met elkaar in overleg treden om binnen drie maanden tot een overeenstemming c.q. heronderhandeling te komen. Verslechterde marktomstandigheden worden niet beschouwd als onvoorziene omstandigheden.
2. Ten aanzien van het in het eerste lid bedoelde overleg is het bepaalde in Artikel 16., lid 1., van overeenkomstige toepassing.
3. Indien na drie maanden van overleg Partijen geen overeenstemming hebben bereikt, heeft de meest gerede partij het recht een beroep te doen op de geschillenregeling als bedoeld in Artikel 17, lid 3.
Onvoorziene omstandigheden Indien de omstandigheden waaronder deze Overeenkomst is gesloten zich zodanig wijzigen, dat in redelijkheid niet meer van één of beide Partijen kan worden gevergd dat de Overeenkomst ongewijzigd in stand blijft, treden Partijen met elkaar in overleg om te trachten een oplossing te vinden. Indien een Partij van mening is dat een oplossing niet is gevonden, gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.
Onvoorziene omstandigheden
1. Als zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waaronder wijziging(en) van de wet- en regelgeving, waardoor ongewijzigde instandhouding van de Overeenkomst door één of beide Partij(en) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer mag worden verwacht, dan passen de Partijen de bestaande Overeenkomst aan.
2. Als in de in lid 1 van dit artikel bedoelde situatie de Partijen de bestaande Overeenkomst niet kunnen aanpassen, dan treden Partijen met elkaar in overleg over het aangaan van een nieuwe overeenkomst.
Onvoorziene. AD HOC CONTROLES 10 17.1 Ad hoc controles door de Algemene Directie Energie 10 17.2 Gevolgen van bevindingen uit controles 11
Onvoorziene. AD HOC CONTROLES 16
Onvoorziene. FACULTATIEF OMSTANDIGHEDEN (IMPREVISIE OF HARDSHIP) :