Opzegtermijn voor de werkgever Voorbeeldclausules

Opzegtermijn voor de werkgever. Voor de werkgever geldt de wettelijke, in artikel 6:672 lid 2 BW neergelegde, in acht te nemen termijn van opzegging. Onder toepassing van dit cao-artikel kan van de wettelijke regeling worden afgeweken.
Opzegtermijn voor de werkgever. De opzegging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd door de werkgever zal schriftelijk geschieden met inachtneming van de volgende opzegtermijnen: 1. ten aanzien van een medewerker in een functie ingedeeld in functiegroep 1, 2, 3, 4 of 5; bij een diensttijd van twee jaar of minder: twee kalendermaanden; bij een diensttijd van meer dan twee jaar: drie kalendermaanden; bij een diensttijd van meer dan 15 jaar: vier kalendermaanden; 2. ten aanzien van een medewerker in een functie ingedeeld in functiegroep 6 of hoger: vier kalendermaanden.

Related to Opzegtermijn voor de werkgever

  • Opzegtermijnen De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging: - korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; - vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden; - tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; - vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werknemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengekomen: voor de werknemer tot een maximum van 6 maanden en voor de werkgever zodanig dat deze niet korter is dan het dubbele van de termijn voor de werknemer.

  • Algemene verplichtingen van de werkgever 1. De werkgever verplicht zich alle uit deze DNV-CAO voortvloeiende verplichtingen naar redelijkheid en billijkheid na te komen. De werkgever verplicht zich in Nederland geen werknemer(s) in dienst te nemen of te houden op voorwaarden die in strijd zijn met het bepaalde in deze DNV-CAO. 2. De werkgever zal met iedere werknemer een schriftelijke individuele arbeidsovereenkomst aangaan, waarin verwezen wordt naar deze DNV-CAO, die integraal deel uitmaakt van de individuele arbeidsovereenkomst. 3. De werkgever zal werknemers stimuleren en motiveren hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te vergroten en zal de daarvoor benodigde faciliteiten bieden. 4. Met inachtneming van de verplichtingen die voortvloeien uit respectievelijk de SER- fusiegedragsregels, de Wet op de Ondernemingsraden en de Wet Melding Collectief Ontslag zal de werkgever indien hij overweegt: - een fusie of overname aan te gaan - een bedrijfsonderdeel te sluiten - de personeelsbezetting ingrijpend te herzien - een interne herstructurering uit te voeren hierbij de sociale gevolgen betrekken. Als een deel van de onderneming overgaat naar een derde partij volgen werknemers het werk en gaan zij van rechtswege over. Ingeval het arbeidsvoorwaardenpakket bij de nieuwe werkgever over het geheel genomen niet gelijkwaardig blijkt, zullen - tenzij partijen anders bepalen - overgangsmaatregelen overeengekomen worden in een Sociaal Plan. De werkgever zal, naast advies vragen aan de OR, de vakorganisaties en de betrokken werknemers inlichten omtrent de overwogen maatregelen en voorts met de vakorganisaties overleg plegen over de eventueel daaruit voor de betrokken werknemers voortvloeiende sociale gevolgen, waaronder kunnen worden verstaan de mogelijkheden van om-, her- en bijscholing, herplaatsing en van aanvullingen op de uitkeringen krachtens de sociale zekerheidswetten. 5. De werkgever zal de vakorganisaties tenminste tweemaal per jaar informeren over de algemene gang van zaken in de onderneming alsmede over investeringsplannen die tot een aanmerkelijke verandering in de bedrijfssituatie aanleiding geven, voor zover hieraan sociale gevolgen en/of gevolgen voor de werkgelegenheid verbonden zijn. Hierbij zullen de werkgever en de vakorganisaties rekening houden met de positie en de taak van de OR.