Opzegtermijnen. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging: - korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; - vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden; - tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; - vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werknemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengekomen: voor de werknemer tot een maximum van 6 maanden en voor de werkgever zodanig dat deze niet korter is dan het dubbele van de termijn voor de werknemer.
Opzegtermijnen. De medewerker kan zijn arbeidsovereenkomst opzeggen met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn van één volle kalendermaand, tenzij anders overeengekomen.
Opzegtermijnen. De opzegtermijn bedraagt voor een werknemer één maand. Voor de werkgever bedraagt de opzegtermijn bij een dienstverband van: - 0-5 jaar: 1 maand - 5-10 jaar: 2 maanden - 10-15 jaar: 3 maanden - 15 jaar en langer: 4 maanden
Opzegtermijnen. 30.1 Indien de Opdrachtnemer lid is van de VPO, gelden, in afwijking van artikel 5.4 en 5.5 van deze Algemene Voorwaarden, de onderstaande opzegtermijnen: Tussentijdse opzegging van de nadere overeenkomst voor bepaalde tijd is niet mogelijk, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Hierop geldt één uitzondering: als in de arbeidsovereenkomst tussen de Flexibele Arbeidskracht en de Opdrachtnemer een proeftijd is opgenomen en de Opdrachtnemer de arbeidsovereenkomst nog tijdens deze proeftijd kan beëindigen, mag de Opdrachtgever de Nadere Overeenkomst gedurende deze proeftijd beëindigden. Opzegging van een Nadere Overeenkomst voor onbepaalde tijd dient schriftelijk te geschieden met inachtneming van de tussen de Opdrachtgever en Opdrachtnemer overeengekomen opzegtermijn, doch minimaal met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden.
Opzegtermijnen. 1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:678 en 7:679 BW en behoudens tijdens of aan het einde van de proeftijd als bedoeld in artikel 7:652 BW, in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds met onmiddellijke ingang kan worden opgezegd, geldt voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd het bepaalde in artikel 7:672 BW.
2. Indien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk voor de werknemer een langere opzegtermijn wordt overeengekomen, dan geldt in afwijking van het bepaalde in artikel 7:672 BW lid 2 en lid 7 voor de werkgever een gelijke opzegtermijn.
Opzegtermijnen. Opzegging van de arbeidsovereenkomst vindt tussentijds, tegen het einde van de maand, plaats met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden voor werkgever en werknemer.
Opzegtermijnen. Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen.
Opzegtermijnen. 1 Voor werknemer en werkgever geldt een gelijke opzegtermijn variërend van 1 tot 3 maanden. De opzegtermijn voor werkgever en werknemer is 1 maand, tenzij in de arbeidsovereenkomst een andere termijn (2 of 3 maanden) voor zowel werkgever als werknemer is vastgelegd.
2 Bij opzegging kan de overeenkomst voor onbepaalde tijd slechts worden beëindigd tegen de eerste dag van een kalendermaand en met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn, tenzij de werkgever op verzoek van de werknemer van deze termijn afstand doet.
Opzegtermijnen. ▪ Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst gelden de wettelijke opzegtermijnen. Zie tabel 1.6.1.
Opzegtermijnen. De toepasselijke opzegtermijn is: schaal I t/m VI 1 maand 2 maanden schaal VII en hoger 2 maanden 3 maanden De opzegtermijn start op de 1e dag van de volgende maand na de opzegging. Eindigt jouw arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd of door ontslag op staande voet? Dan is de opzegtermijn niet van toepassing. De opzegtermijn voor APG wordt korter als de beëindiging gebeurt door de rechter of na toestemming van UWV. De proceduretijd wordt van de opzegtermijn afgetrokken. De minimale opzegtermijn blijft 1 maand.