Overdrachtskosten Voorbeeldclausules

Overdrachtskosten. Per kalenderjaar geniet de verzekeringsnemer van 1 kosteloze overdracht; de kosten voor de daaropvolgende overdrachten worden vastgesteld op 1% van het over te dragen bedrag met een minimum van 12,50 EUR en een maximum van 37,50 EUR per gecrediteerde entiteit (Self Life Junior overeenkomst of beleggingsfonds).
Overdrachtskosten. De verzekeringsnemer kan per kalenderjaar één overdracht kosteloos doorvoeren. Voor de volgende overdrachten worden de kosten vastgesteld op 0,50% van de overgedragen waarde, begrensd tot een maximum van 100 EUR.
Overdrachtskosten. De kosten voor de overdrachten worden vastgesteld op 0,75 % van het over te dragen bedrag.
Overdrachtskosten. Voor overdrachten van de gehele reserve naar een andere pensioeninstelling: 5% van de overgedragen reserve. Deze vergoeding neemt de laatste 5 jaar telkens af met 1% per jaar.
Overdrachtskosten. Eén keer per jaar kan er een Overdracht zonder kosten uitgevoerd worden. Vanaf de 2e Overdracht binnen hetzelfde jaar wordt er een overdrachtskost van 0,50% van de over te dragen Reserve aangerekend (met een minimum van 50 EUR). • Binnen de eerste 8 jaar na de premiestorting, wordt bij een Overdracht van het Verzekeringstype Tak 21 naar Tak 23, zowel de overdrachtskost, als een eventuele Conjuncturele Vergoeding aangerekend. Binnen de eerste 5 jaar na de premiestorting, wordt bovenop de overdrachtskost het resterende saldo van de oprichtingskosten aangerekend bij een overdracht van het Verzekeringstype Tak 23 naar Tak 21.
Overdrachtskosten. Voor overdrachten van het tak21-gedeelte naar het tak23-gedeelte: 5% van de overgedragen reserve. Deze vergoeding neemt de laatste 5 jaar telkens af met 1% per jaar. Voor overdrachten binnen het tak23-gedeelte of naar het tak21-gedeelte: 1x per kalenderjaar gratis, vanaf de tweede overdracht wordt er een kost van 0,5% op het overgedragen bedrag aangerekend Voor overdrachten van de gehele reserve naar een andere pensioeninstelling: 5% van de overgedragen reserve. Deze vergoeding neemt de laatste 5 jaar telkens af met 1% per jaar.
Overdrachtskosten. In geval van overdracht naar een andere pensioeninstelling bedraagt de uittredingskost 5% van de theoretische afkoopwaarde van de overeenkomst, maar degressief gedurende de laatste 5 jaar. De uittredingskost bedraagt 4%, 3%, 2%, 1% of 0% indien de afkoop respectievelijk 5, 4, 3, 2 jaar of het laatste jaar voor de einddatum van de overeenkomst plaatsvindt, met een minimum van 75 euro (geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex van de consumptieprijzen (1988 = 100). Beheerkosten op de voorschotten Vaste kost van 125 euro (geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex van de consumptieprijzen (1988 = 100) en jaarlijkse kost van 0,50% op het opgenomen bedrag.
Overdrachtskosten. Het waterschap neemt het eigendom, beheer en onderhoud van de watergangen om niet over van de gemeente. Het gaat hierbij in alle gevallen om gronden zonder boekwaarde. Externe kosten verbonden aan de eigendomsoverdracht, zoals eventuele belastingen, notariskosten en kosten van inschrijving in de daartoe bestemde registers, komen voor rekening van het waterschap.

Related to Overdrachtskosten

  • Telefoonkosten U krijgt de kosten voor telefoongesprekken met de Europeesche Hulplijn volledig vergoed. Overige nood- zakelijk gemaakte telefoonkosten die met de verzekerde gebeurtenis te maken hebben vergoeden wij tot maximaal

  • Verhuiskosten 1 De werknemer die in dienst treedt voor onbepaalde tijd voor de omvang van een halve normbetrekking of meer heeft gedurende twee jaar eenmalig aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten ter grootte van 12% van zijn jaarsalaris tot een maximum van € 7750 indien en voor zover de werknemer bij indienst- treding op een reisafstand van meer dan 25 kilometer van de stand- plaats woont en verhuist waardoor de afstand ten minste 60% minder wordt. De vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten; de werknemer dient derhalve bonnen te overleggen. 2 Voor de toepassing van het begrip standplaats in het eerste lid geldt dat in geval de werknemer op meerdere standplaatsen van de hogeschool werkzaam is, de standplaats waar de werknemer woont dan wel in welke richting de werknemer de eerste keer na indiensttreding verhuist, als de standplaats als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt aangemerkt. Op basis van die standplaats heeft de werknemer recht op een verhuisvergoeding conform lid 1 van dit artikel. 3 Als zich een grote wijziging in de verdeling van de werkzaamheden over verschillende standplaatsen voordoet en de werknemer richting de standplaats gaat wonen waar hij voor het grootste deel van zijn betrekking werkzaam is, kan opnieuw aanspraak op een verhuis- kostenvergoeding worden gemaakt conform lid 1 van dit artikel, gedurende twee jaar nadat de genoemde wijziging in de verdeling van de werkzaamheden inging, tenzij de redelijkheid zich daar tegen verzet. 4 Indien de werknemer in dienst treedt voor bepaalde tijd of voor de omvang van minder dan een halve normbetrekking kunnen werkgever en werknemer overeenkomen dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat de periode gedurende welke een werknemer recht heeft op een verhuiskosten- vergoeding nooit langer kan zijn dan in totaal twee jaar te rekenen vanaf het moment van het ontstaan van het recht op de vergoeding. 5 De werkgever kan de werknemer verplichten tot terugbetaling van een evenredig deel van de tegemoetkoming indien de werknemer binnen twee jaar na verhuizing de arbeidsovereenkomst opzegt.

  • Kosten Alle kosten en rechten aan deze akte verbonden, zijn begrepen in de aanneemsom.

  • Verblijfskosten Indien er sprake is van een overnachting in opdracht van de werkgever, worden de verblijfskosten, inclusief maaltijden, door de werkgever vergoed.

  • Ziektekosten a. Aan de werknemer wordt de mogelijkheid geboden van deelname aan een ziektekostenverzekering (ONVZ of IZZ, uitgevoerd door CZ of VGZ) overeenkomstig de regeling opgenomen in bijlage 8. b. De werknemer die van één van de mogelijkheden opgenomen in bijlage 8 gebruik maakt, heeft recht op een bijdrage van de werkgever in de premie van de aanvullende ziektekostenverzekering met een maximum van €120,- bruto per jaar, ongeacht de omvang van het dienstverband. c. De werknemer die meerdere arbeidsovereenkomsten heeft met meerdere werkgevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, ontvangt van ieder van deze werkgevers de vergoeding naar rato van het des- betreffende dienstverband, met dien verstande dat het bedrag van €120,- bruto per jaar wordt uitbetaald door de gezamenlijke werkgevers.

  • Verblijfkosten 1. De chauffeur internationaal ontvangt per buitenlandse reis een bedrag aan verblijfskosten per 24 aaneengesloten uren. De netto vergoeding bedraagt € 45,12 per 24 aaneengesloten uren. De onderweg gemaakte verblijfskosten bestaande uit maaltijden, overige consumpties en sanitaire vergoedingen worden vergoed. 2. De overige chauffeurs ontvangen een vergoeding voor verblijfkosten op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

  • Verzekerde kosten 1. De Stichting draagt de kosten van het advies en de rechtsbijstand die medewerkers van de Stichting aan u geven. Er geldt geen maximum. 2. De Stichting vergoedt externe rechtshulp* tot maximaal het verzekerde bedrag dat op het polisblad staat. Dit maximum geldt per juridisch probleem voor alle verzekerden samen en voor alle kosten voor rechtshulp bij elkaar. 3. Op het polisblad staan twee verzekerde bedragen, het Verzekerd bedrag Hoog en het Verzekerd bedrag Laag. Het Verzekerd bedrag Laag geldt in de hieronder genoemde gevallen. In alle andere gevallen geldt het Verzekerd bedrag Hoog. a. Het is volgens de wet niet verplicht om een advocaat of een andere deskundige in te schakelen, maar op uw verzoek gebeurt dit toch. b. Verhaal van schade in landen die niet in Europa of niet aan de Middellandse Zee liggen. 4. De Stichting vergoedt voor externe rechtshulp alleen de kosten die redelijk en nodig zijn. De Stichting vraagt vooraf aan de advocaat of andere deskundige een opgave van zijn kosten. Voor en tijdens de werkzaamheden beoordeelt de Stichting of de kosten redelijk en nodig zijn. Hiervoor kan de Stichting een schatting bij twee andere advocaten of andere deskundigen vragen. De Stichting vergoedt in dat geval de kosten op basis van het gemiddelde van de schattingen. 5. Zo nodig boven het verzekerde bedrag vergoedt de Stichting de volgende kosten tot € 5.000,- voor alle kosten bij elkaar. a. De kosten voor andere deskundigen, zoals experts. b. Uw deel van de kosten van mediation. Dit geldt alleen als de Stichting hiervoor vooraf toestemming heeft gegeven. c. De proces- en gerechtskosten, de kosten van arbitrage of bindend advies. d. De kosten van getuigen en van de tegenpartij als u die van de rechter moet betalen. e. De kosten voor gerechtelijke tenuitvoerlegging van een uitspraak van de rechter. De Stichting vergoedt deze kosten tot maximaal vijf jaar na de datum van de uitspraak. f. De noodzakelijke reis- en verblijfkosten als u persoonlijk voor een rechter in het buitenland moet komen. 6. Bij een strafzaak in het buitenland kan de overheid vragen om een waarborgsom voor uw vrijlating of om de brommer terug te krijgen. Deze waarborgsom kan de Stichting renteloos voorschieten tot maximaal € 100.000,-. De Stichting wil dit geld binnen een jaar terug hebben. Als de buitenlandse overheid de waarborgsom terugbetaalt, dan moet u ervoor zorgen dat de Stichting het geld terugkrijgt. Als de buitenlandse overheid de waarborgsom niet terugbetaalt, dan moet u het geld zelf terugbetalen. 7. Als iemand aansprakelijk is voor uw schade, maar dat niet kan betalen, dan vergoedt de Stichting uw schade tot maximaal € 1.250,-. Dit geldt alleen als u recht heeft op rechtshulp voor het verhalen van uw schade en de schade niet op een andere manier vergoed kunt krijgen. 8. De Stichting vergoedt niet de btw die u kunt verrekenen of de kosten van rechtshulp als u die ergens anders vergoed kunt krijgen.

  • Bijzondere kosten Welke bijzondere kosten kunnen wij u in rekening brengen? 1. Het kan zijn dat wij worden betrokken bij een geschil tussen u en een ander, bijvoorbeeld een beslag of een procedure. Dit kan dan voor ons kosten meebrengen. Die kosten moet u volledig aan ons vergoeden. Wij zijn immers geen partij bij het geschil tussen u en die ander. Denkt u bijvoorbeeld aan de kosten voor de behandeling van een beslag dat een schuldeiser van u legt op uw tegoeden bij ons. Kosten kunnen bijvoorbeeld ook zijn de kosten van inschakeling van een advocaat. 2. Er kunnen ook andere bijzondere kosten voor ons ontstaan in verband met onze relatie met u. Deze moet u aan ons vergoeden voor zover dit redelijk is. Denkt u hierbij aan taxatiekosten, advieskosten en kosten van extra rapportages. Wij vertellen u waarom de kosten nodig zijn. Als er voor bijzondere kosten een wettelijke regeling is, wordt die toegepast.

  • Reiskosten 1 Op hogeschoolniveau wordt invulling gegeven aan de reiskosten- regeling. Onderdeel hiervan kan zijn een openbaar-vervoerplan wat met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad overeengekomen kan worden. Indien er een aanvullende regeling wordt afgesproken in het lokale cao-overleg geldt bij strijdigheid hetgeen in het lokale cao-overleg is afgesproken. 2 De werkgever kan een fiscale salderingsregeling treffen voor dienstreizen en woon/werkverkeer. 3 Het beleid ter zake van het openbaar-vervoerplan wordt jaarlijks verantwoord in het sociaal jaarverslag.

  • Servicekosten Huurder betaalt maandelijks een voorschotbedrag met betrekking tot servicekosten. Jaarlijks verstrekt verhuurder aan huurder een overzicht van de in dat kalenderjaar in rekening gebrachte servicekosten. Verschillen tussen de gemaakte kosten en de door de huurder als voorschot betaalde servicekosten zullen daarbij door de verhuurder met de huurder worden verrekend, tenzij het een vergoeding betreft voor een door verhuurder ingesteld fonds. Met betrekking tot deze fondsen geldt dat het door de huurder betaalde voorschot gelijk wordt gesteld met de eindafrekening; er vindt derhalve geen verrekening plaats.