Overige stakeholders Voorbeeldclausules

Overige stakeholders. Planning Vanaf 2021 is de energiebelasting op walstroom is afgeschaft. Beoogd effect Stimuleren van de toepassing van walstroom.
Overige stakeholders. De provincies Gelderland, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid- Holland, de gemeenten Amsterdam, Arnhem, Nieuwegein, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht, Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG), RIVM en het ministerie van IenW. Planning Doorlopend, leaflet mei 2022. Beoogd effect Eén heldere en duidelijke boodschap van Nederland aan Europa via de diverse internationale netwerken.
Overige stakeholders. Planning Looptijd SLA. Beoogd effect Emissiereductie door vastleggen van lucht- kwaliteitsbeleid in provinciaal en gemeen- telijk beleid onder de Omgevingswet.
Overige stakeholders. Gemeenten, provincies en het ministerie van IenW.
Overige stakeholders. Verder ziet CZ groep raakvlakken met onder meer het informele circuit, woningcorporaties, het UWV en justitie. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan begeleiding naar werk via Individual Placement Support (IPS9) en het vergroten van de sociale inclusie door bijvoorbeeld de lokale sportvereniging. CZ groep staat open voor lokale (baanbrekende) initiatieven die bijdragen aan het optimaliseren van de integrale benadering van cliënten met vraagstukken op meerdere levensdomeinen.
Overige stakeholders. Niet van toepassing. Er zijn geen andere betrokken stakeholders.
Overige stakeholders. Gemeenten en provincies.
Overige stakeholders. RIVM, themagroepen. Het RIVM stelt een keer in de twee jaar een monitorings- Planning 1 maart 2021: gemeenten, provincies en de rijksoverheid leveren hun uitvoeringsplan in.1 Eind 2021: vaststellen plan voor monitoring voortgang maatregelen. Vanaf 2022: de deelnemers rapporteren jaarlijks op 1 maart over de voortgang van de maatregelen. • Themagroep Houtstook wil een onderzoek opzetten onder burgers: stokers en gehinderden. Veel maatregelen zijn bedoeld om – met provincies en gemeenten als inter- mediair – burgers te doordringen van de negatieve milieu- en gezondheidseffecten van houtstook. En ze een handelingsperspectief te geven voor bewust stoken en melden van en omgaan met overlast. Belangrijke vragen
Overige stakeholders. Xxxxxxxxxx xxx XxxX, Rijkswaterstaat Leefomgeving, RIVM. 2022: doorontwikkeling in ICT-toepassing in monitoring. 2023: daadwerkelijk monitoren. De gezondheidsschade van luchtverontreiniging is niet overal in Nederland even groot. Dat heeft verschillende oorzaken. • In sommige gebieden zijn de concentraties lucht- vervuiling hoger dan op andere plekken. • Het aantal mensen dat wordt blootgesteld is met name in binnenstedelijke gebieden hoger dan in het buiten- gebied. • Sommige mensen zijn gevoeliger voor de negatieve effec- ten van luchtverontreiniging, zoals kinderen, ouderen en mensen met gezondheidsklachten (bijvoorbeeld long- patiënten en mensen met hart- en vaatziekten). In het Schone Lucht Akkoord (SLA) is daarom afgesproken dat, naast de generieke aanpak, een aanpak wordt uit- gewerkt voor hoogblootgestelde gebieden en voor hoog- gevoelige groepen. Dit is niet nieuw, veel grotere gemeen- ten hebben al langere tijd beleid gericht op relatief hoogblootgestelde locaties of kwetsbare bestemmingen. Bestaande initiatieven worden bij de aanpak betrokken.
Overige stakeholders. Gemeenten, provincies met hoogbloot- gestelde gebieden en GGD. In 2020 is het RIVM gestart met een eerste analyse van hoog- blootgestelde gebieden in Nederland. Gekeken wordt naar gebieden waar de gezondheidsschade door zowel NO2 als fijnstof relatief hoog is. Ook wordt gekeken naar gebieden waar de luchtvervuiling bij bestaand beleid in 2030 nog hoger is dan de WHO-advieswaarden. Het kan gaan om binnenstedelijke gebieden met veel verkeer, gebieden met hoge blootstelling vanuit landbouw, scheepvaart, hout- stook of industrie. Vaak gaat het om gebieden waar verschil- lende bronnen samenkomen.