Alternatieven. Een Ontwikkelpartner ontwikkelt en toetst alternatieve vormen van jeugdhulp binnen dit segment in de praktijk door middel van pilots en doorontwikkeling van de diensten voor jeugdigen. Een Ontwikkelpartner bouwt in onderling overleg met SOJ ZHZ het huidige aanbod van gezinsgerichte woonvormen (mee) uit, tenzij de ontwikkelpartner kan aantonen dat de SOJ ZHZ hem hiervoor onvoldoende financiert.
Alternatieven. Een Ontwikkelpartner ontwikkelt en toetst alternatieve vormen van jeugdhulp binnen dit segment in de praktijk door middel van pilots en doorontwikkeling van de diensten voor jeugdigen.. SOJ ZHZ of gemeenten stellen hiervoor onder nader te bepalen voorwaarden jaarlijks een innovatiebudget beschikbaar. Concrete afspraken over deze pilots zijn openbaar en gepubliceerd op de website xxx.xxxxxxxx.xx voor zover het geen bedrijfsgevoelige en privacygevoelige informatie betreft.
Alternatieven. In het MER worden 4 voorbeeldscenario’s voorgesteld voor de verdeling van zandwinning over de controlezones en sectoren. In deze scenario’s wordt reeds rekening gehouden met het feit dat in de nabije toekomst de sector 4a zal gesloten worden voor de installatie van windparken door geen ontginning van zand te voorzien in deze zone. Er zijn geen alterna- tieven voor de technische uitvoering van zandwinning. • Scenario 0 is het Business As Usual scenario waarbij een hoeveelheid gewonnen wordt, binnen de gereglementeerde 15 Mm³ over 5 jaar, door de industrie in de con- trole zones 1 tot 4 (13,5 Mm³) en door de Vlaamse Overheid (1,08 Mm³) in de con- trolezone 2 (samen 14,6 Mm³). In dit scenario wordt door de Vlaamse Overheid een bijkomende hoeveelheid gewonnen van 4,7 Mm³ in de controlezones 1, 3 en 4. De totaal gewonnen hoeveelheid mariene aggregaten is daardoor 19,3 Mm³ over 5 jaar. • In scenario 1 wordt door de Vlaamse Overheid ook in de controlezone 5 gewonnen. Er wordt rekening gehouden met een lichte groei van de zandwinning van de industrie van 13,5 Mm³ tot 13,9 Mm³ over 5 jaar (tot de maximum vergunde hoeveelheid van 15 Mm³ rekening houdend met de ontginning van 1,08 Mm³ door de Vlaamse Overheid in zone 2). De totaal gewonnen hoeveelheid mariene aggregaten is in dit scenario 19,7 Mm³ over 5 jaar. • In scenario 2 wordt uitgegaan van een verhoging van de vergunde 15 Mm³ over 5 jaar naar 20 Mm³ over 5 jaar voor de commerciële zandwinning in controlezones 1 tot 4 en voor de ontginning van de Vlaamse Overheid in zone 2. De totaal gewonnen hoeveelheid mariene aggregaten wordt zo 24,7 Mm³ over 5 jaar. • In scenario 3 wordt ook controlezone 5 in rekening gebracht. De totaal gewonnen hoeveelheid mariene aggregaten voor dit scenario bedraagt eveneens 24,7 Mm³ over 5 jaar. Bij de vraag naar verhoogde ontginningsplafonds wordt rekening gehouden met de stijgende trend in ontginningsvolume in de laatste jaren (Xxx Xxxxxxx et al., 2018) en met de groei die binnen de Langetermijnvisie Noordzee 2050 wordt verwacht (De Backer, 2017). De uitzonderlijke projecten die door de Vlaamse Overheid (Afdeling Maritieme Toegang en Afdeling Kust) worden aangevraagd, bijvoorbeeld voor bepaalde infrastructuurwerken, worden hierbij niet beschouwd. Daarvoor is een aparte concessie nodig. Het bestuur beschouwt de voorgestelde scenario’s als voorbeelden, en wijst er op dat de volumes die gewonnen kunnen worden, vastgelegd zijn in wetgeving: er is (1) een maximum per jaar in controlezone 2...
Alternatieven. 1. Een Ontwikkelpartner ontwikkelt en toetst alternatieve vormen van jeugdhulp binnen dit segment in de praktijk door middel van pilots en doorontwikkeling van de diensten voor jeugdigen, tenzij de ontwikkelpartner kan aantonen dat de Holland Rijnland hem hiervoor onvoldoende financieren. Concrete afspraken over deze pilots zijn openbaar en gepubliceerd op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx voor zover het geen bedrijfsgevoelige en privacygevoelige informatie betreft.
2. Een Ontwikkelpartner bouwt in onderling overleg met Holland Rijnland het huidige aanbod van gezinsgerichte woonvormen (mee) uit, tenzij de ontwikkelpartner kan aantonen dat de Holland Rijnland hem hiervoor onvoldoende financieren.
Alternatieven. Naast de voorgenomen activiteit zullen de volgende alternatieven worden beschouwd: - nulalternatief uitvoeringsalternatieven - meest milieuvriendelijke alternatief.
Alternatieven. Kiezen voor scenario 1 (91 cent per inwoner)
Alternatieven. 1. Een Ontwikkelpartner ontwikkelt en toetst alternatieve vormen van jeugdhulp binnen dit segment in de praktijk door middel van pilots en doorontwikkeling van de diensten voor jeugdigen, tenzij de ontwikkelpartner kan aantonen dat de de Serviceorganisatie Zorg hem hiervoor onvoldoende financiert. Concrete afspraken over deze pilots zijn openbaar en gepubliceerd op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx voor zover het geen bedrijfsgevoelige en privacygevoelige informatie betreft.
2. Een Ontwikkelpartner bouwt in onderling overleg met de Serviceorganisatie Zorg het huidige aanbod van gezinsgerichte woonvormen (mee) uit, tenzij de ontwikkelpartner kan aantonen dat de de Serviceorganisatie Zorg hem hiervoor onvoldoende financiert.
Alternatieven. 1. Het ministerie van I&M spant zich in om alternatieve methoden te ontwikkelen waardoor het foerageren van ganzen kan worden voorkomen.
2. Indien er andere methoden worden ontwikkeld waardoor het foerageren van ganzen op de graanresten kan worden voorkomen, kan de agrarische ondernemer een voorstel indienen bij IenM. Over dat voorstel en een eventuele vergoeding, zal overleg plaatsvinden tussen de agrarische ondernemer en IenM. IenM bepaalt uiteindelijk de aanvaardbaarheid van het alternatieve voorstel.
Alternatieven. De alternatieven zullen worden vergeleken met de huidige bedrijfssituatie. De volgende alternatieven zijn er voor de voorgenomen activiteit: Voorkeursalternatief (VKA): In de nieuwe stal voor 2.911 guste en dragende zeugen en 832 opfokzeugen is een chemische luchtwasser geplaatst, welke 70% ammoniak reduceert. In de bestaande stal is een gedeelte (voor 265 kraamzeugen) eveneens aangesloten op een chemische luchtwasser (70%). De overige dieren zijn allen gehuisvest op een bestaand groenlabelsysteem. Diercategorie Systeemen en GL nr Nr volgens RAV 14 mei 2007 Aantal plaatsen Aantal dieren NH3 emissie per dier NH3 emissie totaal Odeur -units per dier Totaal Kraamzeugen Water/mestkanaal D 1.2.16 684 684 2,9 1983,6 27,9 19083,6 Kraamzeugen Chemische luchtwasser 70 % D 1.2.11 265 265 2,5 662,5 19,5 5167,5 Guste en dra. Zeugen Chemische luchtwasser 70 % D 1.3.7 2911 2911 1,3 3784,3 13,1 38134,1 Guste en dra. Xxxxxx XX 00-00-000X0 D 1.3.9 196 193 2,3 443,9 18,7 3609,1 Guste en dra. Xxxxxx XX 00-00-000X0 D 1.3.1 85 85 2,4 204,0 18,7 1589,5 Dekberen TR D 2.1 14 14 5,5 77 18,7 261,8 Opfokzeugen / vleesvarkens BB 00-00-000; hokopp/dier > 0,8 m² D 3.2.7.2.1 390 390 1,2 468,0 17,9 6981,0 Opfokzeugen / vleesvarkens Chemische luchtwasser 70 %; hokopp/dier > 0,8 m² D 3.2.9.2 832 832 1,1 915,2 16,1 13395,2 Totaal 8538,5 kg NH3 88221,8 Alternatief 1 (Alt 1): In de nieuwe stal voor 2.911 guste en dragende zeugen en 832 opfokzeugen is een chemische luchtwasser geplaatst, welke 95% ammoniak reduceert. In de bestaande stal is een gedeelte (voor 265 kraamzeugen) eveneens aangesloten op een chemische luchtwasser (95%). De overige dieren zijn allen gehuisvest op een bestaand groenlabelsysteem. Diercategorie Systeemen en GL nr Nr volgens RAV 14 mei 2007 Aantal plaatsen Aantal dieren NH3 emissie per dier NH3 emissie totaal Odeur -units per dier Totaal Kraamzeugen Water/mestkanaal D 1.2.16 684 684 2,9 1983,6 27,9 19083,6 Kraamzeugen Chemische luchtwasser 95 % D 1.2.15 265 265 0,42 111,3 19,5 5167,5 Guste en dra. Zeugen Chemische luchtwasser 95 % D 1.3.7 2911 2911 0,21 611,3 13,1 38134,1 Guste en dra. Xxxxxx XX 00-00-000X0 D 1.3.9 196 193 2,3 443,9 18,7 3609,1 Guste en dra. Xxxxxx XX 00-00-000X0 D 1.3.1 85 85 2,4 204,0 18,7 1589,5 Dekberen TR D 2.1 14 14 5,5 77 18,7 261,8 Opfokzeugen / vleesvarkens BB 00-00-000; hokopp/dier > 0,8 m² D 3.2.7.2.1 390 390 1,2 468,0 17,9 6981,0 Opfokzeugen / vleesvarkens Chemische luchtwasser 95 %; hokopp/dier > 0,8 m² D 3.2.9.2 832 832 0,18 149,8 16,1 133...
Alternatieven. De hierboven beschreven melding- en klachtprocedures hebben een formeel karakter. Er zijn daarnaast ook andere wegen om ongewenste gedrag te voorkomen, stop te zetten en bespreekbaar te maken. Zoals het gesprek aangaan met de veroorzaker of de leidinggevende of het inschakelen van bedrijfsmaatschappelijk werk of de bedrijfsarts.