Overleg op lokaal niveau. 1 De werkgever overlegt met de vakorganisaties op lokaal niveau in ieder geval over: a de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van ingrijpende wijzigingen in de organisatie, waaronder reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk R, alsmede die van fusie en splitsing; b het sociaal jaarverslag. Onder sociaal jaarverslag wordt ook verstaan het deel van het jaarverslag waarin ingegaan wordt op arbeidsverhoudingen en ontwikkelingen binnen de arbeids- organisatie. De volgende onderwerpen en artikelen uit de cao-hbo dienen hierbij in acht te worden genomen: – Het ter beschikking stellen van de jaarrekening en de begroting; – Melding van relevante ontwikkelingen op het gebied van scholing en ontwikkeling; – Artikel V-3, lid 2: het beleid ten aanzien van flexibele arbeidsovereenkomsten; – Artikel V-3, lid 4: het gebruik van zogenaamde min-max- contracten; – Artikel H-6: Arbeidsmarkttoelage; – Artikel I-4: Openbaar Vervoerplan; – De besteding van de middelen uit het Convenant leerkracht; – Professionele ruimte; – Professionaliseringsplan. c het werkgelegenheidsbeleid in brede zin; d hoofdlijnen personeelsbeleid voor zover niet in strijd met de wet. Hieronder wordt verstaan: – Werving, selectie en benoeming; – Beoordelings-/functioneringsgesprekken; – Loopbaanbeleid; – Scholing; – Beloning; – Ontslag; – Inclusief personeelsbeleid; – De relatie tussen functiedifferentiatie, loopbaanbeleid en systematische personeelsbeoordeling. e aanvullingen en wijzigingen in het keuzemenu; f de gevolgen van een wijziging van standplaats door arbeids- overeenkomst op hogeschoolniveau; g de onderwerpen genoemd in artikel K, te weten: – Betaald ouderschapsverlof; – Kinderopvang; – Ouderenbeleid; – Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering; – Inclusief personeelsbeleid; – Participatie-banen; – Aanvullende afspraken met betrekking tot de regeling reiskosten; – Woon/werkverkeer; – Telewerken. h of en op welke wijze de vakorganisatie gebruik kan maken van de communicatiekanalen van de hogeschool. Uitgangspunt daarbij is dat de mogelijkheid beperkt blijft tot informatievoorziening en past binnen het privacybeleid van de hogeschool; i sociale veiligheid. 2 In het lokale overleg tussen cao-partijen zijn de ontwikkelingen rondom het professionaliseringsplan onderwerp van gesprek. Daarbij wordt inzicht verschaft in de wijze waarop de hiervoor beschikbare middelen besteed zijn. Aandachtspunt bij deze ontwikkelingen is het daadwerkelijk gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld scholingsfaciliteiten door de individuele werknemer bezien over een langere periode, zonder dat er sprake is van een automatisch recht. Cao-partijen zullen deze ontwikkelingen periodiek agenderen en evalueren in het cao-overleg. Naar aanleiding van de uitkomst van de evaluatie wordt in het cao-overleg bepaald of de monitorafspraak wordt voortgezet. 3 Iedere hogeschool heeft een klokkenluidersregeling. 4 In het lokaal cao-overleg kunnen partijen een regeling overeenkomen om onder voorwaarden 30% van het cao-loon van een buitenlandse werknemer aan te merken als een (onbelaste) vergoeding. 5 In het lokaal cao-overleg kunnen partijen een consignatieregeling overeenkomen over bereikbaarheids- en/of aanwezigheidsdiensten. 6 In het lokaal cao-overleg overleg kunnen partijen een regeling generatiepact overeenkomen.
Appears in 7 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Overleg op lokaal niveau. 1 De werkgever overlegt met de vakorganisaties op lokaal niveau in ieder geval over:
a de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van ingrijpende wijzigingen in de organisatie, waaronder reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk R, alsmede die van fusie en splitsing;
b het sociaal jaarverslag. Onder sociaal jaarverslag wordt ook verstaan het deel van het jaarverslag waarin ingegaan wordt op arbeidsverhoudingen en ontwikkelingen binnen de arbeids- organisatie. De volgende onderwerpen en artikelen uit de cao-cao- hbo dienen hierbij in acht te worden genomen: – Het ter beschikking stellen van de jaarrekening en de begroting; – Melding van relevante ontwikkelingen op het gebied van scholing en ontwikkeling; – Artikel V-3, lid 2: het beleid ten aanzien van flexibele arbeidsovereenkomsten; – Artikel V-3, lid 4: het gebruik van zogenaamde min-max- contracten; – Artikel H-6: Arbeidsmarkttoelage; – Artikel I-4: Openbaar Vervoerplan; – De besteding van de middelen uit het Convenant leerkracht; – Professionele ruimte; – Professionaliseringsplan.
c het werkgelegenheidsbeleid in brede zin;
d hoofdlijnen personeelsbeleid voor zover niet in strijd met de wet. Hieronder wordt verstaan: – Werving, selectie en benoeming; – Beoordelings-/functioneringsgesprekken; – Loopbaanbeleid; – Scholing; – Beloning; – Ontslag; – Inclusief personeelsbeleid; – De relatie tussen functiedifferentiatie, loopbaanbeleid en systematische personeelsbeoordeling.
e aanvullingen en wijzigingen in het keuzemenu;
f de gevolgen van een wijziging van standplaats door arbeids- overeenkomst arbeidsovereenkomst op hogeschoolniveau;
g de onderwerpen genoemd in artikel K, te weten: – Betaald ouderschapsverlof; – Kinderopvang; – Ouderenbeleid; – Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering; – Inclusief personeelsbeleid; – Participatie-banen; – Aanvullende afspraken met betrekking tot de regeling reiskosten; – Woon/werkverkeer; – Telewerken.
h of en op welke wijze de vakorganisatie gebruik kan maken van de communicatiekanalen van de hogeschool. Uitgangspunt daarbij is dat de mogelijkheid beperkt blijft tot informatievoorziening informatie- voorziening en past binnen het privacybeleid van de hogeschool;
i sociale veiligheid.
2 In het lokale overleg tussen cao-partijen zijn de ontwikkelingen rondom het professionaliseringsplan onderwerp van gesprek. Daarbij wordt inzicht verschaft in de wijze waarop de hiervoor beschikbare middelen besteed zijn. Aandachtspunt bij deze ontwikkelingen is het daadwerkelijk gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld scholingsfaciliteiten door de individuele werknemer bezien over een langere periode, zonder dat er sprake is van een automatisch recht. Cao-partijen zullen deze ontwikkelingen periodiek agenderen en evalueren in het cao-overleg. Naar aanleiding van de uitkomst van de evaluatie wordt in het cao-overleg bepaald of de monitorafspraak monitor- afspraak wordt voortgezet.
3 Iedere hogeschool heeft een klokkenluidersregeling.
4 In het lokaal cao-overleg kunnen partijen een regeling overeenkomen overeen- komen om onder voorwaarden 30% van het cao-loon van een buitenlandse werknemer aan te merken als een (onbelaste) vergoeding.
5 In het lokaal cao-overleg kunnen partijen een consignatieregeling overeenkomen over bereikbaarheids- en/of aanwezigheidsdiensten.
6 In het lokaal cao-overleg overleg kunnen partijen een regeling generatiepact overeenkomen.
Appears in 4 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Overleg op lokaal niveau. 1 1. De werkgever overlegt met de vakorganisaties op lokaal niveau in ieder geval over:
a de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van ingrijpende wijzigingen in de organisatie, waaronder reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk R, alsmede die van fusie en splitsing;
b het sociaal jaarverslag. Onder sociaal jaarverslag wordt ook verstaan het deel van het jaarverslag waarin ingegaan wordt op arbeidsverhoudingen en ontwikkelingen binnen de arbeids- organisatie. De volgende onderwerpen en artikelen uit de cao-hbo dienen hierbij in acht te worden genomen: – • Het ter beschikking stellen van de jaarrekening en de begroting; – • Melding van relevante ontwikkelingen op het gebied van scholing en ontwikkeling; – • Artikel V-3, lid 2: het beleid ten aanzien van flexibele arbeidsovereenkomsten; – • Artikel V-3, lid 4: het gebruik van zogenaamde min-max- contracten; – • Artikel H-6: Arbeidsmarkttoelage; – • Artikel I-4: Openbaar Vervoerplan; – • De besteding van de middelen uit het Convenant leerkracht; – • Professionele ruimte; – ruimte • Professionaliseringsplan.
c het werkgelegenheidsbeleid in brede zin;
d hoofdlijnen personeelsbeleid voor zover niet in strijd met de wet. Hieronder wordt verstaan: – • Werving, selectie en benoeming; – • Beoordelings-/functioneringsgesprekken; – • Loopbaanbeleid; – • Scholing; – • Beloning; – • Ontslag; – Inclusief personeelsbeleid• Doelgroepenbeleid; – • De relatie tussen functiedifferentiatie, loopbaanbeleid en systematische personeelsbeoordeling.
e aanvullingen en wijzigingen in het keuzemenu;
f de gevolgen van een wijziging van standplaats door arbeids- overeenkomst op hogeschoolniveau;
g de onderwerpen genoemd in artikel K, te weten: – Betaald • Xxxxxxx ouderschapsverlof; – • Kinderopvang; – • Ouderenbeleid; – Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering• IPAP; – Inclusief personeelsbeleid• Doelgroepenbeleid; – • Participatie-banen; – • Aanvullende afspraken met betrekking tot de regeling reiskosten; – Woonreis- kosten woon/werkverkeer; – • Telewerken.
h of en op welke wijze de vakorganisatie gebruik kan maken van de communicatiekanalen van de hogeschool. Uitgangspunt daarbij is dat de mogelijkheid beperkt blijft tot informatievoorziening informatie- voorziening en past binnen het privacybeleid van de hogeschool;
i sociale veiligheidhoge- school.
2 2. In het lokale overleg tussen cao-partijen zijn de ontwikkelingen rondom het professionaliseringsplan onderwerp van gesprek. Daarbij wordt inzicht verschaft in de wijze waarop de hiervoor beschikbare middelen besteed zijn. Aandachtspunt bij deze ontwikkelingen is het daadwerkelijk gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld scholingsfaciliteiten door de individuele werknemer bezien over een langere periode, zonder dat er sprake is van een automatisch recht. Cao-partijen zullen deze ontwikkelingen periodiek agenderen en evalueren in het cao-overleg. Naar aanleiding van de uitkomst van de evaluatie wordt in het cao-overleg bepaald of de monitorafspraak monitor- afspraak wordt voortgezet.
3 3. Iedere hogeschool heeft een klokkenluidersregeling.
4 In het lokaal cao-overleg kunnen partijen een regeling overeenkomen om onder voorwaarden 30% van het cao-loon van een buitenlandse werknemer aan te merken als een (onbelaste) vergoeding.
5 In het lokaal cao-overleg kunnen partijen een consignatieregeling overeenkomen over bereikbaarheids- en/of aanwezigheidsdiensten.
6 In het lokaal cao-overleg overleg kunnen partijen een regeling generatiepact overeenkomen.
Appears in 3 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Overleg op lokaal niveau. 1 1. De werkgever overlegt met de vakorganisaties op lokaal niveau in ieder geval over:
a de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van ingrijpende wijzigingen wijzi- gingen in de organisatie, waaronder reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk R, alsmede die van fusie en splitsing;
b het sociaal jaarverslag. Onder sociaal jaarverslag wordt ook verstaan het deel van het jaarverslag waarin ingegaan wordt op arbeidsverhoudingen en ontwikkelingen binnen de arbeids- organisatie. De volgende onderwerpen en artikelen uit de cao-hbo dienen hierbij in acht te worden genomen: – • Het ter beschikking stellen van de jaarrekening en de begroting; – • Melding van relevante ontwikkelingen op het gebied van scholing en ontwikkeling; – • Artikel V-3, lid 2: het beleid ten aanzien van flexibele arbeidsovereenkomsten; – • Artikel V-3, lid 4: het gebruik van zogenaamde min-max- contracten; – • Artikel H-6: Arbeidsmarkttoelage; – • Artikel I-4: Openbaar Vervoerplan; – • De besteding van de middelen uit het Convenant leerkracht; – • Professionele ruimte; – • Professionaliseringsplan.
c het werkgelegenheidsbeleid in brede zin;
d hoofdlijnen personeelsbeleid voor zover niet in strijd met de wet. Hieronder wordt verstaan: – • Werving, selectie en benoeming; – • Beoordelings-/functioneringsgesprekken; – • Loopbaanbeleid; – • Scholing; – • Beloning; – • Ontslag; – Inclusief personeelsbeleid• Doelgroepenbeleid; – • De relatie tussen functiedifferentiatie, loopbaanbeleid en systematische personeelsbeoordeling.
e aanvullingen en wijzigingen in het keuzemenu;
f de gevolgen van een wijziging van standplaats door arbeids- overeenkomst op hogeschoolniveau;
g de onderwerpen genoemd in artikel K, te weten: – Betaald • Xxxxxxx ouderschapsverlof; – • Kinderopvang; – • Ouderenbeleid; – Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering• IPAP • Doelgroepenbeleid; – Inclusief personeelsbeleid; – • Participatie-banen; – • Aanvullende afspraken met betrekking tot de regeling reiskosten; – Woonreis- kosten woon/werkverkeer; – • Telewerken.
h of en op welke wijze de vakorganisatie gebruik kan maken van de communicatiekanalen van de hogeschool. Uitgangspunt daarbij is dat de mogelijkheid beperkt blijft tot informatievoorziening informatievoor- ziening en past binnen het privacybeleid van de hogeschool;
i sociale veiligheid.
2 2. In het lokale overleg tussen cao-partijen zijn de ontwikkelingen rondom het professionaliseringsplan onderwerp van gesprek. Daarbij wordt inzicht verschaft in de wijze waarop de hiervoor beschikbare middelen besteed zijn. Aandachtspunt bij deze ontwikkelingen is het daadwerkelijk gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld scholingsfaciliteiten scholings- faciliteiten door de individuele werknemer bezien over een langere periode, zonder dat er sprake is van een automatisch recht. Cao-partijen zullen deze ontwikkelingen periodiek agenderen en evalueren in het cao-overleg. Naar aanleiding van de uitkomst van de evaluatie wordt in het cao-overleg bepaald of de monitorafspraak monitor- afspraak wordt voortgezet.
3 3. Iedere hogeschool heeft een klokkenluidersregeling.
4 4. In het lokaal lokale cao-overleg kunnen partijen een regeling overeenkomen overeen- komen om onder voorwaarden 30% van het cao-loon van een buitenlandse werknemer aan te merken als een (onbelaste) vergoeding.
5 5. In het lokaal lokale cao-overleg kunnen partijen een consignatieregeling overeenkomen regeling overeen- komen over bereikbaarheids- en/of aanwezigheidsdiensten.
6 In het lokaal cao-overleg overleg kunnen partijen een regeling generatiepact overeenkomen.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Overleg op lokaal niveau. 1 De werkgever overlegt met de vakorganisaties op lokaal niveau in ieder geval over:
a de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van ingrijpende wijzigingen in de organisatie, waaronder reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk R, alsmede die van fusie en splitsing;
b het sociaal jaarverslag. Onder sociaal jaarverslag wordt ook verstaan het deel van het jaarverslag waarin ingegaan wordt op arbeidsverhoudingen en ontwikkelingen binnen de arbeids- organisatie. De volgende onderwerpen en artikelen uit de cao-cao- hbo dienen hierbij in acht te worden genomen: – Het ter beschikking stellen van de jaarrekening en de begroting; – Melding van relevante ontwikkelingen op het gebied van scholing en ontwikkeling; – Artikel V-3, lid 2: het beleid ten aanzien van flexibele arbeidsovereenkomsten; – Artikel V-3, lid 4: het gebruik van zogenaamde min-max- contracten; – Artikel H-6: Arbeidsmarkttoelage; – Artikel I-4: Openbaar Vervoerplan; – De besteding van de middelen uit het Convenant leerkracht; – Professionele ruimte; – Professionaliseringsplan.
c het werkgelegenheidsbeleid in brede zin;
d hoofdlijnen personeelsbeleid voor zover niet in strijd met de wet. Hieronder wordt verstaan: – Werving, selectie en benoeming; – Beoordelings-/functioneringsgesprekken; – Loopbaanbeleid; – Scholing; – Beloning; – Ontslag; – Inclusief personeelsbeleidDoelgroepenbeleid; – De relatie tussen functiedifferentiatie, loopbaanbeleid en systematische personeelsbeoordeling.
e aanvullingen en wijzigingen in het keuzemenu;
f de gevolgen van een wijziging van standplaats door arbeids- overeenkomst arbeidsovereenkomst op hogeschoolniveau;
g de onderwerpen genoemd in artikel K, te weten: – Betaald ouderschapsverlof; – Kinderopvang; – Ouderenbeleid; – Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering; – Inclusief personeelsbeleidDoelgroepenbeleid; – Participatie-banen; – Aanvullende afspraken met betrekking tot de regeling reiskosten; – Woon/werkverkeer; – Telewerken.
h of en op welke wijze de vakorganisatie gebruik kan maken van de communicatiekanalen van de hogeschool. Uitgangspunt daarbij is dat de mogelijkheid beperkt blijft tot informatievoorziening informatie- voorziening en past binnen het privacybeleid van de hogeschool;
i sociale veiligheid.
2 In het lokale overleg tussen cao-partijen zijn de ontwikkelingen rondom het professionaliseringsplan onderwerp van gesprek. Daarbij wordt inzicht verschaft in de wijze waarop de hiervoor beschikbare middelen besteed zijn. Aandachtspunt bij deze ontwikkelingen is het daadwerkelijk gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld scholingsfaciliteiten door de individuele werknemer bezien over een langere periode, zonder dat er sprake is van een automatisch recht. Cao-partijen zullen deze ontwikkelingen periodiek agenderen en evalueren in het cao-overleg. Naar aanleiding van de uitkomst van de evaluatie wordt in het cao-overleg bepaald of de monitorafspraak monitor- afspraak wordt voortgezet.
3 Iedere hogeschool heeft een klokkenluidersregeling.
4 In het lokaal cao-overleg kunnen partijen een regeling overeenkomen om onder voorwaarden 30% van het cao-loon van een buitenlandse werknemer aan te merken als een (onbelaste) vergoeding.
5 In het lokaal cao-overleg kunnen partijen een consignatieregeling overeenkomen over bereikbaarheids- en/of aanwezigheidsdiensten.
6 In het lokaal cao-overleg overleg kunnen partijen een regeling generatiepact overeenkomen.
Appears in 2 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Hoger Beroepsonderwijs, Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Hoger Beroepsonderwijs
Overleg op lokaal niveau. 1 De werkgever overlegt met de vakorganisaties op lokaal niveau in ieder geval over:
a de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van ingrijpende wijzigingen in de organisatie, waaronder reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk R, alsmede die van fusie en splitsing;
b het sociaal jaarverslag. Onder sociaal jaarverslag wordt ook verstaan het deel van het jaarverslag waarin ingegaan wordt op arbeidsverhoudingen en ontwikkelingen binnen de arbeids- organisatie. De volgende onderwerpen en artikelen uit de cao-hbo dienen hierbij in acht te worden genomen: – Het ter beschikking stellen van de jaarrekening en de begroting; – Melding van relevante ontwikkelingen op het gebied van scholing en ontwikkeling; – Artikel V-3, lid 2: het beleid ten aanzien van flexibele arbeidsovereenkomsten; – Artikel V-3, lid 4: het gebruik van zogenaamde min-max- contracten; – Artikel H-6: Arbeidsmarkttoelage; – Artikel I-4: Openbaar Vervoerplan; – De besteding van de middelen uit het Convenant leerkracht; – Professionele ruimte; ruimte – Professionaliseringsplan.
c het werkgelegenheidsbeleid in brede zin;
d hoofdlijnen personeelsbeleid voor zover niet in strijd met de wet. Hieronder wordt verstaan: – Werving, selectie en benoeming; – Beoordelings-/functioneringsgesprekken; – Loopbaanbeleid; – Scholing; – Beloning; – Ontslag; – Inclusief personeelsbeleidDoelgroepenbeleid; – De relatie tussen functiedifferentiatie, loopbaanbeleid en systematische personeelsbeoordeling.
e aanvullingen en wijzigingen in het keuzemenu;
f de gevolgen van een wijziging van standplaats door arbeids- overeenkomst arbeidsovereenkomst op hogeschoolniveau;
g de onderwerpen genoemd in artikel K, te weten: – Betaald ouderschapsverlof; – Kinderopvang; – Ouderenbeleid; – Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringIPAP; – Inclusief personeelsbeleidDoelgroepenbeleid; – Participatie-banen; – Aanvullende afspraken met betrekking tot de regeling reiskosten; – Woonwoon/werkverkeer; – Telewerken.
h of en op welke wijze de vakorganisatie gebruik kan maken van de communicatiekanalen van de hogeschool. Uitgangspunt daarbij is dat de mogelijkheid beperkt blijft tot informatievoorziening informatie- voorziening en past binnen het privacybeleid van de hogeschool;
i sociale veiligheid.
2 In het lokale overleg tussen cao-partijen zijn de ontwikkelingen rondom het professionaliseringsplan onderwerp van gesprek. Daarbij wordt inzicht verschaft in de wijze waarop de hiervoor beschikbare middelen besteed zijn. Aandachtspunt bij deze ontwikkelingen is het daadwerkelijk gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld scholingsfaciliteiten door de individuele werknemer bezien over een langere periode, zonder dat er sprake is van een automatisch recht. Cao-partijen zullen deze ontwikkelingen periodiek agenderen en evalueren in het cao-overleg. Naar aanleiding van de uitkomst van de evaluatie wordt in het cao-overleg bepaald of de monitorafspraak monitor- afspraak wordt voortgezet.
3 Iedere hogeschool heeft een klokkenluidersregeling.
4 In het lokaal lokale cao-overleg kunnen partijen een regeling overeenkomen overeen- komen om onder voorwaarden 30% van het cao-loon van een buitenlandse werknemer aan te merken als een (onbelaste) vergoeding.
5 In het lokaal lokale cao-overleg kunnen partijen een consignatieregeling overeenkomen over bereikbaarheids- en/of aanwezigheidsdiensten.
6 In het lokaal cao-overleg overleg kunnen partijen een regeling generatiepact overeenkomen.
Appears in 2 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Hoger Beroepsonderwijs, Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Hoger Beroepsonderwijs
Overleg op lokaal niveau. 1 De werkgever overlegt met de vakorganisaties op lokaal niveau in ieder geval over:
a de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van ingrijpende wijzigingen in de organisatie, waaronder reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk R, alsmede die van fusie en splitsing;
b het sociaal jaarverslag. Onder sociaal jaarverslag wordt ook verstaan het deel van het jaarverslag waarin ingegaan wordt op arbeidsverhoudingen en ontwikkelingen binnen de arbeids- organisatiearbeidsorganisatie. De volgende onderwerpen en artikelen uit de cao-hbo dienen hierbij in acht te worden genomen: – Het ter beschikking stellen van de jaarrekening en de begroting; – Melding van relevante ontwikkelingen op het gebied van scholing en ontwikkeling; – Artikel V-3, lid 2: het beleid ten aanzien van flexibele arbeidsovereenkomsten; – Artikel V-3, lid 4: het gebruik van zogenaamde min-max- contractenmaxcontracten; – Artikel H-6: Arbeidsmarkttoelage; – Artikel I-4: Openbaar Vervoerplan; – De besteding van de middelen uit het Convenant leerkracht; – Professionele ruimte; ruimte – Professionaliseringsplan.
c het werkgelegenheidsbeleid in brede zin;
d hoofdlijnen personeelsbeleid voor zover niet in strijd met de wet. Hieronder wordt verstaan: – Werving, selectie en benoeming; – Beoordelings-/functioneringsgesprekken; – Loopbaanbeleid; – Scholing; – Beloning; – Ontslag; – Inclusief personeelsbeleidDoelgroepenbeleid; – De relatie tussen functiedifferentiatie, loopbaanbeleid en systematische personeelsbeoordeling.
e aanvullingen en wijzigingen in het keuzemenu;
f de gevolgen van een wijziging van standplaats door arbeids- overeenkomst arbeidsovereenkomst op hogeschoolniveau;
g de onderwerpen genoemd in artikel K, te weten: – Betaald ouderschapsverlof; – Kinderopvang; – Ouderenbeleid; – Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringIPAP; – Inclusief personeelsbeleidDoelgroepenbeleid; – Participatie-banen; – Aanvullende afspraken met betrekking tot de regeling reiskosten; – Woonwoon/werkverkeer; – Telewerken.
h of en op welke wijze de vakorganisatie gebruik kan maken van de communicatiekanalen van de hogeschool. Uitgangspunt daarbij is dat de mogelijkheid beperkt blijft tot informatievoorziening en past binnen het privacybeleid van de hogeschool;
i sociale veiligheid.
2 In het lokale overleg tussen cao-partijen zijn de ontwikkelingen rondom het professionaliseringsplan onderwerp van gesprek. Daarbij wordt inzicht verschaft in de wijze waarop de hiervoor beschikbare middelen besteed zijn. Aandachtspunt bij deze ontwikkelingen is het daadwerkelijk gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld scholingsfaciliteiten door de individuele werknemer bezien over een langere periode, zonder dat er sprake is van een automatisch recht. Cao-partijen zullen deze ontwikkelingen periodiek agenderen en evalueren in het cao-overleg. Naar aanleiding van de uitkomst van de evaluatie wordt in het cao-overleg bepaald of de monitorafspraak monitorafspraak wordt voortgezet.
3 Iedere hogeschool heeft een klokkenluidersregeling.
4 In het lokaal lokale cao-overleg kunnen partijen een regeling overeenkomen om onder voorwaarden 30% van het cao-loon van een buitenlandse werknemer aan te merken als een (onbelaste) vergoeding.
5 In het lokaal lokale cao-overleg kunnen partijen een consignatieregeling overeenkomen over bereikbaarheids- en/of aanwezigheidsdiensten.
6 In het lokaal cao-overleg overleg kunnen partijen een regeling generatiepact overeenkomen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Bargaining Agreement