Pandrecht op roerende zaken Voorbeeldclausules

Pandrecht op roerende zaken. De schuldenaar die tot het onderpand behorende roerende zaken onder zich heeft, moet deze roerende zaken als een zorgvuldig schuldenaar houden, gebruiken, beheren en onderhouden en daaraan alle nodige reparaties verrichten, een en ander voor rekening van de schuldenaar en ten genoegen van de kredietgever. De kredietgever is bevoegd op kosten van de schuldenaar aan de verpande roerende zaken alle zodanige reparaties of onderhoudswerkzaamheden te verrichten als zij wenselijk oordeelt.
Pandrecht op roerende zaken. U geeft ons pandrecht op alle bestaande en toekomstige roerende zaken die duurzaam bij de woning horen. Bijvoorbeeld op de cv-ketel en de keuken.
Pandrecht op roerende zaken. 1. De geldnemer zal bij de hypotheekakte voor dezelfde zekerheid als waarvoor het recht van hypotheek gevestigd is ten behoeve van de hypotheekbank een pandrecht vestigen op alle tegenwoordige en toekomstige roerende zaken, die volgens verkeersopvatting bestemd zijn om het onderpand duurzaam te dienen en door hun vorm als zodanig zijn te herkennen en voorts op alle overige in artikel 3:254, Burgerlijk Wetboek vermelde roerende zaken. 2. De hypotheekbank is bevoegd de verpande en verhypothekeerde goederen tezamen volgens de voor hypotheek geldende regels te executeren.

Related to Pandrecht op roerende zaken

  • Jaarstukken 2022 – Gemeente Papendrecht Pagina | 57

  • FORMELE DEELNEMINGSVOORWAARDEN Je kunt deelnemen aan de selectieprocedure als je op de uiterste inschrijvingsdatum voldoet aan volgende voorwaarden: 1) Je hebt minstens een bachelorsdiploma binnen één van onderstaande studierichtingen: a. Orthopedagogie b. Maatschappelijk werk c. Toegepaste psychologie d. Criminologie e. Sociale readaptatie- of gezinswetenschappen f. Sociaal werk. Je kunt ook deelnemen aan de selectie als je binnenkort afstudeert in een van bovenstaande studierichtingen. Je kunt de functie alleen opnemen als je op het moment van de indiensttreding je diploma effectief behaald hebt. Als je je diploma buiten de Benelux behaalde, moet je bij aanwerving een attest van de Vlaamse overheid kunnen voorleggen waaruit blijkt dat je diploma gelijkwaardig verklaard is met het vereiste niveau. Je kunt dat aanvragen bij NARIC-Vlaanderen: xxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xx/ Als je je diploma in het buitenland behaalde, moet je bij aanwerving een attest van de Vlaamse overheid kunnen voorleggen waaruit blijkt dat je diploma gelijkwaardig verklaard is met het vereiste niveau. Je kunt dat aanvragen bij NARIC- Vlaanderen: xxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xx/ Als je het vereiste diploma in een andere taal dan in het Nederlands hebt behaald, of, als je geen diploma behaald hebt dat overeenstemt met het niveau van de functie (bv. omdat je in aanmerking komt op basis van een ervarings- of toegangsbewijs) moet je bij aanwerving aantonen dat je geslaagd bent voor een taalexamen ‘artikel 7’ bij Selor (xxx.xxxxx.xx). Je hebt een geldig toegangsbewijs voor de functie van begeleider uitgereikt door de VDAB of je behaalt het uiterlijk tegen je jurygesprek. Ook als je niet voldoet aan bovenstaande diplomavereiste, kan je toegelaten worden tot de selectieprocedure. Je maakt hiervoor een standaardportfolio op waarin de kerncompetenties voor de functie zijn opgenomen. Je dient je relevante kennis, vaardigheden en attitudes voor de functie hierin op te lijsten en te staven met alle mogelijke relevante bewijsstukken2. De beoordeling van het portfolio voor deze vacature gebeurt op basis van volgende competenties: - Verantwoordelijkheid nemen - Klantgerichtheid - Inleving Voldoe je niet aan de diplomavereiste, dan vraag je het standaardportfolio op via mail naar xxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xxxx.xx en vul je deze grondig in. Je stuurt jouw ingevulde portfolio samen met de nodige bijlagen, voor de opgegeven deadline door naar xxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xxxx.xx . Enkel als je een toegangsbewijs behaalt, uitgereikt door de VDAB, kan je toegang krijgen toegang tot de selectieprocedure. Voor extra informatie over de deelnemingsvoorwaarden kun je contact opnemen met de selectieverantwoordelijke (Xxxxx Xxxxx, xxxxx.xxxxx@xxxxxxxxx.xx, 0492/15.07.72).

  • Geschillen, toepasselijk recht 1. De rechter in de vestigingsplaats van gebruiker is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen, tenzij de kantonrechter bevoegd is. Niettemin heeft gebruiker het recht het geschil voor te leggen aan de volgens de wet bevoegde rechter. 2. Partijen zullen eerst een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen een geschil in onderling overleg te beslechten. 3. Op elke overeenkomst tussen de pedagoog en de cliënt als opdrachtgever is Nederlands recht van toepassing.

  • Geschillenbeslechting en toepasselijk recht 15.1 Op alle overeenkomsten en rechtshandelingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is Nederlands recht van toepassing. 15.2 Partijen zullen slechts een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen om middels mediation het geschil te beslechten. 15.3 De rechter in de vestigingsplaats van opdrachtnemer is, met uitsluiting van anderen, bevoegd van geschillen kennis te nemen. 15.4 Van toepassing is steeds de laatst gedeponeerde versie van de algemene voorwaarden of de versie zoals deze gold ten tijde van het tot stand komen van de overeenkomst. 15.5 Opdrachtnemer heeft het recht de algemene voorwaarden te wijzigen en de gewijzigde Algemene Voorwaarden op bestaande overeenkomsten van toepassing te verklaren. 15.6 Indien opdrachtnemer de gewijzigde algemene voorwaarden op bestaande overeenkomsten van toepassing verklaart, zal opdrachtnemer de wijzigingen tijdig bekend maken. Zij zullen 31 dagen na de schriftelijke bekendmaking van de wijziging in werking treden tenzij op de bekendmaking een latere datum wordt vermeld. Indien opdrachtgever een wijziging in de algemene voorwaarden niet wenst te accepteren kan hij de overeenkomst tegen de datum waarop de gewijzigde voorwaarden van kracht worden, opzeggen. Opdrachtgever dient alsdan de opzegging zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee (2) weken na de schriftelijke bekendmaking van de wijzing schriftelijk aan opdrachtnemer te vermelden.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Optierecht 4.1 Een optierecht is het recht van een klant om eenzijdig de xxxxxxxxxxxxxxxxxx tot stand te doen komen door de enkele aanvaarding van een geldig aanbod van het horecabedrijf. 4.2 Een optierecht kan alleen schriftelijk worden verleend. Een optierecht kan voor een bepaalde of voor een onbe- paalde duur worden overeengekomen. Het optierecht vervalt indien de optiehouder te kennen heeft gegeven geen gebruik te willen maken van het optierecht of indien de bepaalde duur is verstreken zonder dat de optie- houder te kennen heeft gegeven van het optierecht gebruik te willen maken. 4.3 Een optierecht kan door het horecabedrijf niet worden herroepen, tenzij een andere potentiële klant het hore- cabedrijf een aanbod doet tot het sluiten van een horecaovereenkomst ter zake het totaal of een gedeelte van de in optie uitstaande horecadiensten. De optiehouder dient in zo’n geval door het horecabedrijf van dit aanbod op de hoogte te worden gebracht, waarna de optiehouder binnen een door het horecabedrijf te stellen termijn te kennen dient te geven al dan niet van het optierecht gebruik te willen maken. Indien de optiehouder niet binnen de gestelde termijn te kennen geeft gebruik te willen maken van het optierecht, vervalt het optierecht.

  • Toepasselijk recht en geschillenbeslechting 13.1. De Verwerkersovereenkomst en de uitvoering daarvan worden beheerst door Nederlands recht. 13.2. Alle geschillen, welke tussen Partijen mochten ontstaan in verband met de Verwerkersovereenkomst, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter voor het arrondissement waarin Verwerker gevestigd is.

  • Toepasselijk recht, geschillen 1. Op alle overeenkomsten en aanbiedingen waarop deze Algemene Voorwaarden geheel of gedeeltelijk betrekking hebben is het Nederlandse recht van toepassing en zijn de bepalingen van het Weens koopverdrag uitdrukkelijk uitgesloten. 2. Geschillen met betrekking tot of voortvloeiend uit aanbiedingen en/of overeenkomsten waarop deze voorwaarden van toepassing zijn kunnen door Koper slechts worden voorgelegd aan de Nederlandse rechter die bevoegd is in het gebied waar Verkoper is gevestigd. Verkoper heeft het recht ervoor te kiezen geschillen voor te leggen aan de bevoegde rechter in het gebied waar Koper is gevestigd, dan wel aan de Nederlandse rechter in het gebied waar Verkoper is gevestigd. 3. In afwijking van het bepaalde onder lid 2 kunnen Verkoper en Koper overeenkomen een eventueel geschil voor te leggen aan een arbitragecommissie die handelt volgens het Arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage-instituut, wiens uitspraak door beide partijen als bindend wordt aanvaard.

  • Toepasselijk recht en geschilbeslechting 1. Op Overeenkomsten welke Main sluit met Opdrachtnemer is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 2. Alle geschillen voortvloeiende uit Overeenkomsten, welke Main sluit met Opdrachtnemer of uit andere overeenkomsten ter uitvoering hiervan, zullen met uitsluiting van iedere andere rechter, door de bevoegde rechter van de Rechtbank Amsterdam worden beslecht. 3. Afgezien van hetgeen onder artikel 15 lid 2 van deze algemene voorwaarden is bepaald, behoudt Main zich het recht voor om Opdrachtnemer te dagen voor de bevoegde rechterlijke instantie van de woon- of vestigingsplaats van Opdrachtnemer.

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in uitvoering van artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en het is dus niet verplicht voor de partijen, die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en voor de volledigheid omvat het niet alleen de clausules uit de huisvestingscode, maar ook andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten aangegeven. Wanneer het model voor de partijen verschillende opties voorziet over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met selectievakjes (□) om aan te kruisen. De partijen kunnen voor aanvullende informatie in verband met de huurovereenkomst de verklarende bijlage raadplegen, die is bijgevoegd.